alles over vroeger wil je iets meer weten over vroeger.
of wil je herinenrigen herophalen.
messchien vindt je die dingen wel in mijn blog.
alles over vroeger.
16-09-2008
wat gebeurde op 18 mei
1858 Tonic werd gepatenteerd door Erasmus BOnd uit Londen.
1908 Geboortedag van de Engelse schrijver Ian Fleming (Ian Lancaster Fleming, 1908-64), in Londen. Auteur van een reeks boeken waar de 'James Bond'-films op gebaseerd zijn, zoals "Moonraker", "Goldfinger", "Dr. No", "You only live twice" en "The man with the golden gun".
1910 Geboortedag van de Amerikaanse bluesgitarist T-bone Walker (Aaron Thibeaux Walker, 1910-75), in Linden, Texas. Introduceerde de electrische gitaar in de blues. Songs: "T-Bone shuffle", "I got a break baby", "Mean old world", "Hypin' woman", "Stormy Monday".
1917 Geboortedag van de Amerikaanse electrisch violist Papa John Creach (John Creach, 1917-94), in Beaver Falls, Pennsylvania. Speelde als 'fiddler' incidenteel in 'Jefferson Airplane' 1971-71, 'Jefferson Starhip' 1974-75 en 'Hot Tuna' 1971-73. Songs: "When the earth moves again", "Wild turkey", "Milk train". Solo: "I'm the fiddle man", "Filthy", "Papa blues".
De voorloper van het bidprentje was het devotieprentje. Het vindt zijn oorsprong in de 13de eeuw. Het eigenlijke bidprentje is ontstaan in de Noordelijke Nederlanden waarschijnlijk tussen 1600 en 1650.
De eerste bidprentjes waren met de hand geschreven uitsluitend ter nagedachtenis van geestelijken. Vanaf 1730 vinden we gedrukte prentjes die slechts voor welstellende gelovigen bestemd zijn. Amsterdam is veruit het voornaamste centrum. Niettegenstaande in Vlaanderen het bidprentje toen zo goed als onbestaande is, is Antwerpen door de kopergraveerkunst het mekka van de drukkunst van die prentjes. In het Vlaamse land dateren de eerste prentjes van rond 1800. We moeten wachten tot 1830 om de doorbraak hier te kennen. De betere standen maken twee soorten bidprentjes: dure en mooie exemplaren met Franse tekst voor hun standgenoten en goedkope banale met Nederlandse tekst voor de gewone man.
Tegen het einde van de 19e eeuw zijn de bidprentjes in alle lagen van de bevolking doorgedrongen waardoor de Franstalige exemplaren proportioneel verminderen. Enkele jaren na Vlaanderen leert ook Wallonië het doodssantje kennen. Het zal echter nooit zo populair worden als bij ons. In Frankrijk krijgt het nooit vaste voet. Parijs had nochtans in de tweede helft van de 19e eeuw de drukkersrol van Antwerpen overgenomen.
Er zijn verschillende soorten bidprentjes. We kunnen ze indelen in vijf soorten:
· De knekelprentjes: dit waren wansmakelijke afbeeldingen van doodshoofden, geraamten, enz. (kwamen vooral voor in de beginperiode)
· De kerkhofprentjes: hier stonden kerkhofzichten met beelden (kruisbeeld), met symbolen (anker, doodshoofd, zandloper, zeis, treurwilg, ondergaande zon, urne, slang, pelgrimsstaf, duif, bloemen, open boek, enz.), met allegorieën (een geblinddoekte vrouw, een vrouw of knaap al dan niet gevleugeld met een uitgedoofde of uitdovende fakkel, een geraamte met zeis, enz.), met niet-allegorische figuren (Christus, Maria, Jozef, engelen, zielen, enz.), met een open graf (een gapende kuil) of grafmonumenten met de naam centraal (hier staat de naam van de overledene op het grafmonument te lezen)
· Aflaatprentjes: prentjes met aflaten verrijkt gebed (Bid voor de ziel van zaliger )
· Ars-Moriendi-prentjes: Dit zijn prentjes waarop dezelfde onderwerpen afgebeeld staan als in de 15e eeuwse blokboeken met dezelfde naam (ziekte, doodstrijd, laatste oordeel, vagevuur, hemel en hel, verrijzenis)
· Portretprentjes: bidprentjes met foto van de overledene (reeds halfweg de 19e eeuw waren er dergelijke bidprentjes)
Tot slot is er ook een evolutie waar te nemen in de tekst. De eerste bidprentjes vermelden alleen de naam van de afgestorvene en waar en wanneer hij overleden is. Slechts vanaf 1820 worden meer personalia vermeld en af ten toe treft men reeds een bijbelcitaat of een ander (aflaat-)gebedje aan. Wezenlijk is het bidprentje eerst en vooral een oproep tot gebed. Deze oorspronkelijke functie is vervaagd en geëvolueerd naar een bezinning over het leven van de overledene.
'Waar is de tijd' brengt het boeiende verhaal van die Westhoek, het stukje Vlaanderen achter de Noordzee en langs de Franse grens, de 'Schreve'. Het is het verhaal van een streek, maar bovenal het verhaal van de mensen die er woonden: van Galliërs tot de nijvere middeleeuwse boer of de opstandige lakenwever; over geuzen en 'malcontenten'; van kleine mensen in de 'Groote Oorlog'.
'Waar is de Tijd' brengt die Westhoeker tot leven. De vissers schakelden over van de IJslandvaart naar het strandtoerisme. Jan Yperman was de belangrijkste middeleeuwse chirurgijn. Rijke heren bouwden herenhuizen in de stad en kasteeltjes op het platteland. Je leest hun verhaal, maar ook dat van hun dienstboden, van de bakker en de beenhouwer of dat van de venter die te voet over modderige wegen trok. Je verneemt alles over de opkomst van trein, tram, bus en over de eerste trotse eigenaar van een auto.
Het is het verhaal over de politici van weleer en de industriëlen die Picanol stichtten of de Bloemmolens van Diksmuide. Het is ook het relaas van de arbeiders die er hun dagelijks brood verdienden. Wie waren ze? Hoe leefden ze en hoe hadden ze lief? 'Waar is de Tijd' brengt het verhaal van de gewone mens tot de rijke burger en de adellijke heer.
Ik ben emmeline, en gebruik soms ook wel de schuilnaam lutte.
Ik ben een vrouw en woon in roeselare (belgie) en mijn beroep is verzorging.
Ik ben geboren op 23/03/1995 en ben nu dus 30 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: dansen,choppen en bloggen.
ik heb 4blog op seniorennet
dezottedierensite
deolympischespelen
emysprentjesblog en deze.