Vijver in de winter
Wie ook volgend jaar wil genieten van zijn kleurrijke vissen en fraaie beplanting moet in de herfst enkele maatregelen treffen om te voorkomen dat de levende have sneuvelt door bevriezing of door gebrek aan zuurstof. Vooral sluierstaarten zijn niet winterhard, zij moeten al naar binnen als de watertemperatuur beneden de 18 graden C zakt. Zet ze gedurende het koude jaargetijde in een (koudwater) aquarium. Ook sommige waterplanten kun je beter in de schuur laten overwinteren.
Als de watertemperatuur beneden de 15 graden C daalt, moeten sommige goudvissoorten eveneens naar een binnenbak worden overgebracht. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor de leeuwenkop (Carassius auratus auratus) en jonge Shubunkins (kalikogoudvissen) tot 6 maanden. Andere goudvissoorten en karperachtigen kun je wel buiten laten, al moet daarbij wel worden gelet op diepte en grootte van de vijver. De waterpartij moet op zijn minst 1 meter diep zijn met een oppervlakte van ten minste 50 x 50 cm. Is de vijver niet groot of diep genoeg, neem dan het zekere voor het onzekere en haal de vissen uit hun buitenverblijf. Verwijder drijvende planten en haal ook afgevallen bladeren van het wateroppervlak weg, anders kan er - wanneer de vijver is bedekt door ijs zuurstoftekort ontstaan. Ook kunnen dan uit de planten giftige gassen vrij komen. Normaal ontsnappen die via het wateroppervlak, maar bij een ijslaag kunnen ze niet weg. Dat overleeft de vissenfamilie in de vijver niet.
Hak geen bijt in een ijskorst op de vijver. De trillingen werken door in het water, zodat je indirect ook op de vissen slaat en die kunnen daardoor beschadigd raken.
Wie toch een klein stukje van de vijver ijsvrij wil houden, moet elders in de natuur een bos riet afsnijden. Houd daarbij rekening met de diepte van de vijver, het riet moet ruim boven het wateroppervlak uitkomen als de bos op de vijverbodem staat. De bos moet een doorsnee hebben van zo'n 20 cm en van boven en beneden gelijk worden bijgesneden. Wikkel een touw om de rietbos, verzwaar deze met enkele stenen en zet het geheel in de vijver. Zo kunnen bij vorst schadelijke gassen uit het water ontwijken en zuurstof worden opgenomen. Als je dit hebt vergeten en er dreigt zuurstoftekort omdat de vijver te lang dichtzit, dan kun je voorzichtig een gat maken met een keteltje warm water op het ijs te zetten.
Een tip om scheuren en lekkages in de wanden te voorkomen: laat voordat de vorst invalt een leeg plastic emmertje (verzwaard met wat zand om wegwaaien te voorkomen) op het water drijven. Als het water bevriest, wordt het emmertje in elkaar gedrukt. Dit vermindert de druk van het ijs op de wanden.
De vissen in de vijver moet je niet meer voeren zodra de temperatuur onder de 10 graden C komt. De koudbloedige zwemmers worden dan passief, hun stofwisseling vertraagt en ze eten bijna niets meer. Je zou zelfs van een soort winterslaap kunnen spreken.
Wanneer kunnen de vissen voorzichtig weer naar buiten? Dat hangt natuurlijk af van de temperatuur. Meestal is dat zo rond midden maart, maar soms pas begin april.
27-12-2007 om 00:00
geschreven door red
|