Met hoevelen staan we straks voor de hemelpoort? xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
- Auteur: Hilde Van den Eynde
Volgens aartsbisschop Léonard zullen bij het einde der tijden immers alle mensen verrijzen? Jozef Vranckx, Turnhout
Hij kijkt ernaar uit, meldt lezer Vranckx aan de Winkel. 'Mijn overgrootouders ontmoeten', mijmert hij. 'Napoleon, en wie weet wie nog meer.' Ja, wie nog meer? Wie mag straks bij het einde der tijden bij Sint-Pieter op het appel komen: enkel wie rooms-katholiek is gedoopt, of ook protestantse en orthodoxe dopelingen? En hoe zit het dan met mensen die lang voor de komst van Christus leefden en dus nooit de keuze hadden om zich al dan niet te laten dopen?
'God sluit niemand uit, mevrouw', zegt Eric de Beukelaer, woordvoerder van de Belgische bisschoppen. 'Álle mensen, ja wellicht zelfs alle schepselen zullen verrijzen aan het einde der tijden.' Hetzelfde antwoord bij Jürgen Mettepenningen, theoloog aan de KU Leuven. 'Of je gelooft of niet en of je al dan niet gedoopt bent, maakt met betrekking tot de verrijzenis niet uit. De Katechismus van de Katholieke Kerk stelt onder nummer 998: Wie zal verrijzen? Alle mensen die gestorven zijn'.
Het wordt straks dus druk aan de hemelpoort, meneer Vranckx: minimaal zult u zich er in het gezelschap bevinden van dik honderd miljard soortgenoten, want dat is het geschatte aantal mensen dat gestorven is sinds de moderne mens Homo sapiens tweehonderdduizend jaar geleden opstond uit de Afrikaanse savanne.
Die schatting is gebaseerd op een combinatie van (pre)historische gegevens over bevolkingsaantallen doorheen de tijd. Voor de prehistorie zijn die gebaseerd op de maximale hoeveelheid volk die met de toenmalige levenswijze (jagen en verzamelen) kon in leven blijven - dat wordt afgeleid uit de bevolkingsdichtheid van hedendaagse jager-verzamelaars zoals de Khoisan ('bosjesmannen') - en van het percentage van het aardoppervlak dat in vroeger tijden bewoond was, wat wordt afgeleid uit archeologische vondsten.
Uit latere perioden van de menselijke geschiedenis zijn preciezere bevolkingsaantallen overgeleverd. De Chinezen hielden al volkstellingen, en dat deden ook de Romeinen - denkt u maar aan de volkstelling van koning Herodes, waarvan ook het evangelie gewag maakt. Onder meer uit die gegevens weten we dat er aan het begin van onze jaartelling naar schatting 300 miljoen mensen op aarde waren. Rond 1650 was er hooguit een half miljard mensen op aarde.
De aanvankelijk trage groei van de wereldbevolking ging over in een snelle groei rond 1750, en in een héél snelle groei rond 1950. Die plotse groeispurten zijn te danken aan de landbouwrevolutie, de industriële revolutie en de opkomst van de geneeskunde. Aan de vooravond van de landbouwrevolutie moet de wereldbevolking amper vijf tot tien miljoen zielen hebben geteld.
Maar hoeveel mensen in totaal hebben er al die jaren op aarde geleefd? Om dat te becijferen zijn behalve bevolkingsaantallen ook geboortecijfers nodig en gegevens over de levensduur, allemaal cijfers waar tamelijk wat speling op zit, net als op de geschatte bevolkingsaantallen overigens. Een gerespecteerde schatting komt van demograaf Carl Haub van het Population Reference Bureau in Washington. Hij begint vijftigduizend jaar geleden te tellen, dus zo'n honderdvijftigduizend jaar na het verschijnen van Homo sapiens op aarde. Haub poneert een bevolkingsomvang van vijf miljoen, achtduizend jaar voor Christus, en van 300 miljoen aan het begin van onze jaartelling. Voorts houdt hij rekening met geboortecijfers van 80 op 1000 per jaar tot het jaar nul, 60/1000 per jaar tot 1750, en 24/1000 per jaar tussen 1750 en 1998. Alles bij elkaar komt Haub op 110 miljard mensen die ooit geleefd hebben, de nú levende zeven miljard inbegrepen.
Als de aarde zoals sommigen voorspellen al in 2012 zal vergaan, is dat het aantal mensen dat voor bijbelse opstanding in aanmerking komt, meneer Vranckx. In het andere geval kunnen het er een smak meer zijn - hoevéél meer is lastig te zeggen omdat het evangelie geen datum zet op de eindtijd. Die zal zoals u weet komen 'als een dief in de nacht'.
|