Laser is 50 xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
De laser bestaat volgende week een halve eeuw. De toen 32-jarige ingenieur Theodore Maiman ontstak de eerste zelfgebouwde laser op 16 mei xml:namespace prefix = st1 ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:smarttags" />1960 in de Hughes-laboratoria in Malibu (Californië). Hij nam een patent op zijn vinding, werd er steenrijk mee, maar kreeg nooit de Nobelprijs waar hij op hoopte.
De eerste laser was een synthetisch robijntje dat gevangen zat in een elektrische flashlamp. De flash stimuleerde de robijnatomen die een perfect monochromatische, gepolariseerde en eenfasige rode lichtstraal uitzonden. Gewoon licht is een chaos van golflengtes, richtingen en fases. In een laser lopen de fotonen perfect in ganzenpas. Dat levert een messcherpe bundel op. De kracht van een laser werd aanvankelijk gemeten in gillettes: hoeveel scheermesjes kan de bundel doorboren?
Aanvankelijk werd vooral gedacht aan militaire toepassingen. Wat perfect geïllustreerd werd in Goldfinger, de Bond-film uit 1964, waarin de slechterik Goldfinger dreigde agent 007 doormidden te snijden met een industriële laser. Toen was dat nog pure fantasie maar inmiddels niet meer.
Vijftig jaar later overheersen de burgerlijke toepassingen. Lasers vallen niet meer weg te denken uit onze huiskamer. Geen cd's, dvd's of Blu-rayspelers zonder lasers. Een betaalbare waterpas werkt met een laser. Landmeters zijn afhankelijk van lasers. Tand- en oogartsen werken met lasers. In het warenhuis worden uw aankopen gescand met een laser. Onze communicatienetwerken draaien op lasers.
Tot wanhoop van uitvinder Maiman - hij stierf in 2007 - kregen Zhores Alferov en Herbert Kroemer in 2000 wel de Nobelprijs voor het perfectioneren van zijn vinding tot piepkleine halfgeleider laserdiodes die onmisbaar werden in de computerindustrie.
|