Het einde van de oude wereld xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
In het uiterste puntje van de hak van Italië, waar de golven van de Ionische en de Adriatische zee zich in elkaar verliezen, ligt het 18de-eeuwse stadje Santa Mari di Leuca. In dat barre, rotsachtige stukje Apulië (Puglia) komt het toerisme nog maar net op gang, waardoor je er nog kunt genieten van het authentieke Italië.
Uitgerekend hier, op het Finibus terrae, het einde van de oude wereld, zette Petrus, de apostel uit Palestina, voet aan wal om z'n evangelisatiewerk in Europa aan te vatten. In die tijd stond op de plaats van de huidige basiliek een tempel ter ere van Minerva, de Romeinse godin van de olijfboom, de storm, de wijsheid, de krijgskunst en de muziek. Na de kerstening werd de maagd Maria het voorwerp van de lokale devotie.
De kust van Santa Maria di Leuca, of kortweg Leuca, is door haar vele grotten een paradijs voor onderwatertoeristen. De avonturiers die hier in de oudheid Griekse of Latijnse inscripties in de zalen achterlieten, vreesden de almacht van de zee. Het respect en de angst voor de zilte natuur zit er ook vandaag nog altijd diep in bij de plaatselijke vissers. Vandaar dat ze met zoveel hartstocht de zee gunstig willen stemmen. Elk jaar opnieuw. Met een processie te water
Met Maria in zee
15 augustus. Bijna vijf uur 's middags. Leuca ontwaakt uit zijn siësta. Wij liggen in een visserssloep tussen tientallen, misschien wel honderd sloepen, vissersboten en jachten in het haventje en wachten. Wachten op Maria, de processie en fanfare die straks zullen opdagen.
Vanaf het water heb je een verrukkelijk uitzicht op het silhouet van Leuca, met zijn aquaduct, de Chiesa di Cristo Re, de imposante vuurtoren uit 1864 en de luxueuze, sprookjesachtig gekleurde palazzi uit het begin van de twintigste eeuw. Op de vloedlijn van een klein zandstrand staan een paar stenen omkleedcabines, waar de dames uit de palazzi destijds hun japon voor hun badtenue wisselden. Via een trapje konden ze zichzelf in alle privacy te water laten.
Met het Mariabeeld uit de Cristo Rekerk lopen enkele tientallen, voornamelijk Filipijnse en Indiase kloosterzusters Te Lourdes op de bergen zingend over het viaduct; het is een vreemd gezicht, zeker in een uitgesproken mondain badplaatsje als dit.
De thermometer duidt 31 graden in de schaduw aan. De zusters dragen een wit wollen habijt, een zwarte hoofddoek en, om hun middel, een hemelsblauwe sjerp. De zee is zilt en er is geen wolkje aan de blauwe hemel. Of toch: één komisch kruitwolkje, voorafgegaan door het startschot, ten teken dat de bedevaart kan beginnen.
Dit jaar wordt Maria plechtig binnengehaald op een compleet onder plastic bloemen bedolven jacht. Elk jaar krijgt de meestbiedende visser Maria aan boord. Zij neemt plaats op de voorsteven. Aan haar zijde twee keurig gladgestreken carabinieri.
Dit is een bedevaart waar behoorlijk wat vaart in zit. Ook ons zeven en een halve meter lange vaartuigje lijkt te galopperen. Hoe meer het bootje van het water loskomt, hoe harder de smak waarmee het weer op de arduinkleurige golven terechtkomt. Aan bakboord een roestige vissersboot tjokvol vrolijke piraten. Ze zitten bij bosjes op het dek: halfnaakte jongelui, de wind in hun krullende lokken, met de oranje gloed van de avondzon in hun blik.
Tegen valavond en onder vreugdeschoten vaart de vloot uit Santa Maria di Leuca het haventje van het nabijgelegen Torre San Gregorio binnen. Op het strand staat een hoop volk te joelen en te wuiven en enkele dapperen zwemmen de vloot tegemoet. Na een kwartiertje draait het Mariaschip langzaam om z'n as en zet weer koers richting Leuca.
Marcinelle
Olijfgaarden typeren dit mediterrane landschap, en Apulië mag trots zijn op de alleroudste. In deze regio groeien om en bij de zestig miljoen olijfbomen. De Salentini, de bewoners van Zuid-Apulië, praten met liefde en veel vakkennis over de snoeiwijze en de behandeling van scheuren in de stam van de olijfboom. De bomen verschaffen hen olijfolie van uitmuntende kwaliteit. Het is hun belangrijkste bron van inkomsten.
Het toerisme is hier pas de laatste jaren op gang gekomen. De modale Zuid-Italiaan kon zich tot in de jaren vijftig eenvoudigweg geen vakantie permitteren. Veel jonge mannen uit deze streek zochten hun heil als gastarbeider in onze koolmijnen. In Rocco, een van die prachtig gepatineerde dorpjes, stuiten we trouwens op een monument voor de Italiaanse slachtoffers van de mijnramp in Marcinelle, ten zuiden van Charleroi, in 1956.
Toch heeft een stad als Leuca de allure van een luxueuze badstad met riante buitenverblijven. Maar die weelde was alleen weggelegd voor de aristocratie uit de nabijgelegen stad Lecce.
In Bar Martinucci genieten we met een lekker muntdrankje van het uitzicht op de Villa Sangiovanni, aan de overkant van de Via Fuortes. De villa is een extravagantie in baksteenrood en helder oker. De bouwstijl is een mengeling van Egyptisch en klassiek. Dat exotische element was geweldig trendy op het einde van de 19de eeuw, toen al die tweede of derde verblijven van de aristocratie uit Lecce gebouwd werden.
Leuca telt meer dan veertig zulke villa's. Ze hebben doorgaans een lommerrijk park achter, een tuin met tuinpad voor, een privékapel met madonna, een put met drinkbaar water en stallen voor de paarden. Maar natuurlijk besteedden de bouwheren de meeste aandacht aan de eigenlijke villa. De regio was van oudsher al goed voorzien van architectonische parels, erfenissen van de diverse culturen die hier gepasseerd zijn. De Saracenen, de Grieken, de Romeinen, de Byzantijnen, de Longobarden en de Normandiërs hebben gestalte gegeven aan deze regio. De sporen van de achtereenvolgende bezetters zijn nog niet gewist. Getuige de 58 uitkijktorens langs de kuststrook, die de Saracenen op afstand moesten houden, en de vele kerken in alle mogelijke bouwstijlen. Die dienden de architecten tot voorbeeld of, vaker nog, als uitdaging, om ze te overtreffen.
Verblindend wit met corniches en accenten in blu elettrico is de Villa Episcopo, in Chinese stijl. Dat de moskee van Córdoba diepe indruk op ingenieur Giuseppe Ruggieri gemaakt heeft, is de Villa De Francesco-Licci duidelijk aan te zien. De roze Villa Mellacqua is opgetrokken in de stijl van een 18de-eeuws Frans château. La Meridiana is dan weer een neoklassiek gebouw, met dwarse, horizontale, afwisselend roest- en mosterdkleurige accenten en met bovenop een elegant lantaarnvorming uitkijktorentje. Zicht op zee, uiteraard. De Villa Pia, in eclectische stijl, distantieert zich van de frivolere residenties door de koele ernst en de grijze kleur van de Leccesteen waarin ze is opgetrokken. Geen twee optrekjes zijn gelijk: identiek is alleen de intentie om anders te zijn.
Tarantella
In de Salento hebben ze er een handje van weg om bij feestelijkheden lanen en pleinen op te smukken met van talloze lampjes voorziene doorkijklatwerken. Die geometrische decoraties zijn zo elegant en geraffineerd dat ze aan kantwerk doen denken. Ook in Martano. Het zonovergoten dorp maakt zich klaar voor het tarantellafestival. Oud en jong staan met ingehouden adem tegen de dranghekken te wachten tot Anna Cinzia Villani, een van de bekendste namen op deze Notta della Taranta, verschijnt.
In de jaren zeventig deden muzikanten onderzoek naar wat er onder de mensen nog leefde aan canzoniere Grecanico Salentino, folkloristische liederen uit Grecia Salentina, het schiereiland van Puglia. Dat leidde in 1998 tot de organisatie van de eerste Notta della Taranta. Sindsdien staat dat tarantellafestival elke zomer op de affiche. In de heetste maanden dus, want naar verluidt werden in die maanden de meeste mensen door de tarantula of 'Apulische spin' gebeten.
Tarantella, de uitbundige traditionele volksmuziek waarin het alomtegenwoordige bijgeloof van de Zuid-Italianen een opzwepende muzikale vorm heeft gekregen, spreekt tot de verbeelding. We stellen ons daarbij dagenlang extatisch dansen voor, feestvreugde en rouw, trance, in katzwijm vallen om daarna, na een diepe slaap, als herboren op te staan. Dansers die synchroon hetzelfde delirium faken. Oeverloze repetitieve litanieën aan het adres van de Heilige Paulus, opgezweept door tamboerijnen, klarinetten, schalmeien, accordeons. Het klopt allemaal: filmdocumenten van authentieke tarantellasessies uit de jaren zestig bevestigen dat de werkelijkheid minstens zo sensationeel was. Ze tonen beelden van mensen die als in trance dansen en ten prooi lijken gevallen aan krachten die het rationele ver overstijgen.
Misschien was de tarantella een poging van het individu om zich te verzetten tegen de streng genormeerde dorpsgemeenschap. Feit is dat in het heetst van de zomer, als de spin het vaakst beet, de verdrongen passies en wensen het best geuit konden worden zonder gezichtsverlies te lijden. De muzikant was daarbij de therapeut. En die moest fijnbesnaard zijn, en intuïtief alle klanken, kleuren en akkoorden aftasten tot hij de melodie ontdekte die de patiënt als een stemvork liet trillen.
La Notte Della Taranta 2010, van 13 augustus tot 28 augustus.www.lanottedellataranta.it
|