Welkom in het rijk van de vriezeganzen
Op hooilanden en zilte graslanden weerkaatsen resten sneeuw het schaarse zonlicht. In de koude lucht weerklinkt de roep van de vriezeganzen, terwijl wintertaling en smient bij een bevroren plas samenscholen en de blauwe kiekendief zich op een verkleumde veldmuis stort. Zo was de winter vijfhonderd jaar geleden in de Uitkerkse Polder, en zo is hij vandaag nog.xml:namespace prefix = o />
Naarmate we het bezoekerscentrum Uitkerkse Polder naderen, tekent de Atlantikwall van de Blankenbergse kust zich scherper af aan de horizon. Het polderlandschap strekt zich hier uit over xml:namespace prefix = st1 ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:smarttags" />1.400 hectare, tussen de kerktorens van Blankenberge, Wenduine, Nieuwmunster, Zuienkerke en Uitkerke. Het is een van de laatste open ruimten aan onze kust. Conservator en dierenarts John Van Gompel omschreef het in het vorig jaar verschenen boek 20 jaar natuurreservaat Uitkerkse Polder als een 'oud cultuurlandschap waarin het ontginningspatroon met smalle landbouwwegen en het dichte netwerk van sloten vrijwel onveranderd is gebleven sinds de volle middeleeuwen'.
Lut Otte, medewerkster van het bezoekerscentrum, toont op een kaart de 450 hectare natuurreservaat die Natuurpunt in de polder beheert. Ze maakt me meteen ook een illusie armer: de kakelverse wandelroute die Westtoer lanceert, is niet echt nieuw. Het is de verbinding van twee bestaande trajecten van Natuurpunt, die nu opgenomen is in de provinciale wandelroutes.
In de bezoekersruimte hebben een paar vogelaars het over de zeearend die gisteren herhaaldelijk is gesignaleerd. Terwijl ze van hun tripel nippen, stap ik de kou in, nu het licht op zijn mooist is.
Volgens de brochure met plattegrond bevinden we ons in het eerste Vlaamse weidevogelreservaat. Het bezoekerscentrum werd hier in 1993 gebouwd op de voormalige vuilnisbelt van Blankenberge. De Uitkerkse Polder had er vandaag dus heel anders kunnen uitzien.
Aan de rand van de weg glimmen vette schollen omgeploegde kleigrond. Het is duidelijk dat in de polder ook nog aan akkerbouw wordt gedaan. Natuurpunt heeft met de landbouwers in de omgeving wel overeenkomsten gesloten over het beheer van de reservaatgronden. Zo kan het vee pas vanaf 15 juni op de weiden grazen en mag de boer voor die tijd ook niet maaien om de overlevingskans van de weidevogelkuikens te verhogen.
Op de route komen we nauwelijks hoeven tegen. Vanaf de Blankenbergse Dijk, die in de middeleeuwen werd aangelegd om de vlakte te beschermen tegen zeedoorbraken, zien we in de verte een paar landbouwbedrijven die in het zompige land verzonken liggen. Alleen in het gehucht Sint-Jan-op-den-dijk lopen we tussen de huizen, mooi geschilderd en met een al even smetteloos kapelletje. Deze parochie viel ten prooi aan de Beeldenstorm: in 1575 vernielden geuzen de kerk. Dat de gronden hier wat hoger liggen, is volgens de brochure naar alle waarschijnlijkheid te wijten aan de restanten van de verwoeste kerk en van een aantal woningen.
In een tuintje staat een stenen beeld van een landende arend die de conversatie over de zeearend in herinnering brengt. Als er in de Uitkerkse Polder zeldzame vogels worden gespot, zoals sneeuwuilen, leidt dat soms tot een toeloop van ornithologen en natuurfotografen uit binnen- en buitenland.
Ondertussen zijn we rechts de Copsweg opgegaan en belanden bij een cruciaal kruispuntje. Wie een buggy voortduwt of schoeisel draagt dat geen modderige, onverharde paden verdraagt, kan hier het best de Hooistraat nemen. Men volgt dan de oorspronkelijke Natuurpuntwandeling van 4,8 kilometer. Wie het nieuwe traject van 7,7 kilometer verkiest, moet een eindje ploeteren alvorens de Blankenbergse Vaart over te steken. Via deze oude waterweg spoelt zeewater in beperkte mate de polder in. Maar de zilte graslanden met hun zeldzame vegetatie, bijna 100 hectare in de Uitkerkse polder, ontstaan ook door het fossiele zout dat via opstuwend grondwater het oppervlaktewater verzilt.
Onze blik gaat van de vegetatie naar wat over de weiden vliegt. De Koeistraat is in de winter namelijk de plaats in Vlaanderen om velduilen te spotten, maar vandaag valt het tegen. Wel present zijn vele groepjes wulpen. Zij schijnen een onverklaarbare voorkeur te hebben voor welbepaalde percelen. Nu het licht stilaan wijkt voor de schemering, blazen ze verzamelen om naar de grote plas te vliegen die ze als slaapplaats gebruiken.
|