Veertig jaar wonen in de 'Bloemenwijk'
Rond Nieuwjaar veertig jaar geleden schreven onze kranten over de inhuizing in de nieuwe woonwijk Breynissemveld.
Het Breynissemveld, tussen de Oplintersteenweg en de Vianderstraat, werd ontwikkeld door de Nationale Maatschappij voor de Kleine Landeigendom (nadien Nationale Landmaatschappij). Eind 1970 waren de eerster vijftig sociale woningen instapklaar en zestig andere zouden volgen. Ze lagen aan straten zoals Hamelendreef en Rode Kruislaan. Het merendeel werd genoemd naar bloemen: Dahlialaan, Anemonenlaan, Tulpenlaan, Begonia's en ander plantgoed. Spontaan ging men dus spreken van de Bloemenwijk.
Om de integratie te bevorderen (samenhorigheid, was het toen gebruikte woord) kwam een Wijkcomité tot stand dat op zijn eerste bijeenkomst burgemeester en schepenen aan het woord liet. De vragen uit het publiek sloegen o.a. op de plaatsing van een telefooncel en de passage van de lijnbussen. Want, zo luidde het vanaf de eerste dag, het is hier zo afgelegen...
(Het Breynissemveld bij de aanleg van wegen (1970) vanop de Oplintersesteenweg en richting Vianderstraat. )
Dat laatste was net datgene dat door het Welvaartcomité Tienen was benadrukt. Het comité van experten had de ontwikkeling van betaalbare woningen toegejuichd maar besloot zijn beschouwingen met de vraag: 'Waarom weeral zo ver buiten het centrum?' (R. Billen)
|