Perendorp bindt strijd aan met bacterievuur
Kortenaken wil zijn statuut van derde grootste perengemeente van het land niet kwijt. Daarom bindt de gemeente de strijd aan tegen het bacterievuur.
De jongste jaren is het bacterievuur - perenvuur in de volksmond - weer aan een opmars bezig. De plantenziekte tastte vooral in het Hageland heel wat perenbomen aan. En ondanks wat de naam doet vermoeden, is het vuur niet makkelijk te 'blussen'. De gevolgen voor een geïnfecteerde boom zijn drastisch: meteen de brandstapel op.
De provincie Vlaams-Brabant zoekt al langer naar oplossingen voor het bacterievuur en wil de problemen kenbaar maken bij het grote publiek. Kortenaken doet nu dienst als pilootgemeente. Vorige maand kreeg de gemeente het bezoek van specialisten van het Federaal Voedselagentschap, het ministerie van Landbouw, de teeltverantwoordelijke van de Belgische Fruitveiling en de provincie. Samen dokterden ze een manier uit om de verspreiding van het bacterievuur tegen te gaan.
'Concreet zal er een infoavond georganiseerd worden voor alle inwoners en komt er ook info op de gemeentelijke website', zegt Luc Borgugnons, fruitteler en voorzitter van de Landbouwraad van Kortenaken. 'De bewoners krijgen de mogelijkheid zich in te schrijven voor een waarschuwingssysteem. Daarnaast gaan we de zieke planten in kaart brengen en gerichte acties ondernemen om de verspreiding tegen te gaan.'
|
Meidoornhaag
Grote boosdoener is de meidoornhaag. Dat is een van de acht planten die drager is van de bacterie. Iedereen kent de meidoornhagen als de mooie, witte bloementapijten met de rode bessen die je her en der langs de weg ziet staan. Alleen, geen mens weet dat de meidoornhaag, die ongesnoeid nota bene op haar mooist is, gesnoeid moet worden nog vòòr de haag in bloei staat. Meer zelfs: dat is verplicht, en wel voor 1maart. Hagen die niet goed onderhouden worden, zijn immers een ideale kweekvijver voor de bacterie en kunnen op die manier ook fruitbomen in de omgeving aantasten.
Wie een besmetting door het bacterievuur vaststelt, is verplicht dat te melden aan het Federaal Voedselagentschap op 016-39.01.11
|