Een pekineesje uit een sjieke wijk in Londen werd door zijn baasje op dieeet gezonden ze verdwaalde en kwam in China Town terecht daar was haar leven voor even niet slecht tot zij als hotdog op het menu werd gevonden
Een herdershond uit Berlijn vond de Deutsche punklichkeit niet zo fijn hij wilde meer Franse swier van o la la la en reisde de kat van ome Willem achterna nu zijn ze in Parijs altijd gelukkig aan de wijn
Een stoere zeebonk uit Nijverdal verdronk zijn eenzaamheid tijdens het carnaval Hij verloos zijn geld en zijn baan. Nu zie je hem dagelijks staan als beste stuurman aan lager wal
Een overtuigd heiden uit Rome kon uren over die fijne katholieken bome tot ie op een dag door bliksem werd geraakt het leek of hij door hemels vuur was ontwaakt nu loopt hij schijnheilig als Paus te dagdrome
Een oppasser uit Artis in Amsterdam dronk zich elke avond lam bij blonde Mien van de Wallen dat was een vrouw met ballen ! zij luisterde tenminste naar zijn dierlijk dronken gezwam
Een adelijke deerne uit Utreg zich noemende barones Belle van Zuilen tot Overveg was een van die vrijgevochten dolle vrouwen waar echt slechte mannen graag van willen houwen zo kwam de hoge adel in lager wal tereg
Een onduidelijk travestiet uit Gent was 's nachts een wilde vrouw en overdag een nette vent een persoon,tegelijk een paar en ook nog verliefd op elkaar, ach alles went
Een brandweerman uit de Haarlemmerhout was met een vuurvreetster getrouwd om binnenbrandjes tijdig te blussen moest hij haar vochtig kussen maar dan kreeg zij een burn out
Een rijpere dame uit Zell am See had een oogje op de plaatselijke jonge dominee o met hem zou ze dolgraag eens zondigen maar hij stond Het Woord te verkondigen en had geen idee o jee
Een bovenbeen uit Sloten had zich aan een wit voetje gestoten heimelijk hielden ze van elkaar een gek paar,best raar eigenlijk twee poten
Een gordelroos van de Drentse heide was verliefd op een kaaps viooltje uit een Alpenweide. Ze blies amoreuze pluisjes door de lucht maar constateerde uiteindelijk met een diepe zucht: "Zwitserse bloemen zijn niet te verleide".
Een vrijdenkend psychiater uit Hindelopen was naar zijn patienten heel open maar tot zijn gefrusteerd verdriet begrepen ze zijn verlangens niet nu telt hij in een cel Freudiaanse knopen.
een jodelmeisje uit Tirol moest naar de Weense hogeschool voor de de paarden en de wals dat was lang niet mals toch vond zij het ganz toll ? (ich glaube dass etwas nicht stimt... was? nou dass..... ach was..)
Een zwartekousenspinster uit Lier ging met een schuinmarcheerder aan de swier dat was echt So dom waarom ? ze eindigde in het huis van Jan Plezier.
Een minitieuze klokkenmaker uit Leiden verlangde heimelijk naar betere tijden hij wilde ooit nog eens een grote klokkenluider zijn zo'n Big Ben opwinden,dat was pas fijn daar wilde hij best een overuurtje aan wijden.
Ik ken een aardig wicht ze woont in een gesticht in maastricht niet een groot licht maar icht een lief gezicht ondanks haar jicht plicht st getrouw, waar ik van hou daarom dit gedicht voor die nicht ze is opricht een echte nicht ... niet zo'n valse..
klein niemandallig ,maar hoopvol sprookje van de drie rovers en de kip
Het was nacht,een donkere nacht. Zo donker dat de bomen in het grote bos elkaar niet meer konden zien. De wind gierde storm machtig door de donkerte,tussen de verstomd staande bomen. Achter,in het grote bos zaten drie rovers bijeen bij het vuur. "Don Pedro" zei de een,"vertel ons nog eens van die nacht in het grote bos" Don Pedro stond op en sprak met verheffing van stem: "Het was nacht,een donkere nacht. Zo donker dat de verstomde bomen,niet durfden slapen...en de wind bang voor zichzelf gierde. Toen,die nacht..werd achter in dat grote bos ......een kip geboren" Don Pedro ging zitten, terwijl de bomen en de storm waren gaan liggen....
Terwijl de bijen in rijen vrij en blij en mussen russen kussen beminnen russinnen met liefde haaievinnen soep en de mieren plezieren en versieren bronstige rendieren gewei de vrij er rij
Thuis heb ik nog een ansichtkaart van de ouwe Drachtster vaart. Daarlangs werden de gesloten noordse gronden met het al verstedelijkte westen verbonden. Statige stoere schepen gleden langzaam maar zeker voorbij elke dag in een oneindig lijkende lange rij, met plaggen turf vol geladen De geuren kwamen tot de kaden vermengd met bloed en zweet achter heel veel gebroken leed Wie kent nog het wenen van de slaven van de venen. Dat verdriet zie je niet op een ansichtkaart van die ouwe Drachtster vaart. De beste stuurlui zaten op het leugenbankje bij de Hoge Brug hun woelig leven bijna achter de rug wat rest zijn verhalen stoer en stug. verweerde gekromde trillende hande en eeuwig pruimgebruinde tanden. Thuis heb ik nog een ansichtkaart van die ouwe Drachtster vaart Ouwe Metsje deed daar de maandagse was en Hanke Sipel zijn avondplas stralend bier gedronken bij dans en plezier in het cafe van Leer want Peye was er weer de oude straatmuzikant spelend voor koningin en vaderland Pake Taeke en lytse Age dronken nog snel een neut gewoon voor de leut buiten wachten de honden voor de kar met vracht die moesten nog naar de dorpen worden gebracht