Ik ben Everaert Albert, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Awbeir (Eeklo's voor Albert).
Ik ben een man en woon in Eeklo (Belgiƫ) en mijn beroep is ...bloggen.
Ik ben geboren op 11/02/1948 en ben nu dus 76 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: mijn blog, foto's, computer, fietsen...
De ene huisgevel is de andere niet. Dat is al altijd zo geweest en dat zal zo wel blijven. Maar in de Berkenstraat heeft Nadine er toch iets mooi van gemaakt.
Maandag was het een beetje stil in de Blakstraat en waren er geen werkmannen te zien. Er is al een heel stuk nieuw voetpad aangelegd maar het is zeker nog niet gedaan.
Piloot Manu De Craene uit Aalter zorgt zaterdagavond met zijn formatieteam The Victors voor een ultiem eerbetoon aan de zorgverleners in Oost en West-Vlaanderen. Met vijf vliegtuigen zullen ze boven ziekenhuizen en rusthuizen vliegen. “Niet alleen als eerbetoon aan de mensen van de zorg, maar ook als eerbetoon aan iedereen die we door corona zijn verloren”, zegt Manu De Craene.
Precies op de voorgestelde tijd kwamen ze gisteren boven Eeklo. Een mooie geste!
Op St. Jozef ziet het er naar uit dat de nieuwe kinderopvang in het oude kerkje nu toch wel in de laatste eindsprint zit. Men was er terug aan het werk en hopelijk kan het nu tot het einde.
Als het zal gedaan zijn wordt dit een hele mooie en ruime kinderopvang.
Zo is er ook een groot terras voorzien en nog veel speelruimte buiten.
Ons vooruitziende archiefteam was al eind 2013 begonnen aan het inventariseren en digitaliseren van de ruim duizend affiches van W.O. I. Begin 2014 lag de papieren versie van de inventaris al ter inzage, compleet met thematische indeling en zoeksysteem. Zoals de meese titels in de Eeklose Bibliotheek bedoeld voor intern gebruik op het archief, maar een paar maanden later signaleerde een bezoeker dat het thematische zoeksysteem integraal op het Internet stond . Wat er gebeurd was, valt makkelijk te raden: een paar klikken op de smartphone en alles ging ongemerkt mee met een bezoeker.
Dit voorval is kenmerkend voor de revolutie die de digitale techniek in de wereld van woord en beeld heeft ontketend. Geen enkele foto of tekst is nog veilig: de apparatuur werkt zo snel en onopvallend, dat een kopeerverbod compleet zinloos is geworden. Tenzij je naast elke archiefbezoeker een bewaker neerplant - onbetaalbaar en dus onhaalbaar ...
Digitale bestanden op het Internet ondergaan hetzelfde lot. De bij het Rijksarchief te bekijken akten kunnen in theorie niet gedownload worden, maar een eenvoudig knipprogramma lost dit in een paar seconden op. Dit is waarschijnlijk ook een van de redenen waarom de beste genealogische website, zoekakten.nl, er enkele maanden geleden mee ophield: de leverancier van de akten, de Mormonen in Salt Lake City, was natuurlijk "not amused" met de uitwaaierende akten ...
Alle privacy-wetgeving en auteursrechtenregelingen ten spijt heeft deze ontwikkeling het begrip 'eigendom' bijna volledig uitgehold. Het gebruik van "geleend" materiaal is zo verbreid geworden, dat eigenlijk nog alleen opgetreden wordt als het "geleende" commercieel uitgebuit wordt.
Voor ons Stadsarchief betekent dit dat de reeks publicaties gesplitst wordt: een deel staat op de gewoon toegankelijke planken in de leeszaal, en in een afgesloten kast de recente personenregisters (na 1920) en wat delicate uitgaven, die alleen geraadpleegd kunnen worden door het (stads)personeel. Mettertijd zullen die wel naar de "open afdeling" verhuizen, maar onze door privacy geobsedeerde wetgevers zijn daar momenteel nog niet klaar voor.
Toen stadsarchivaris Erik De Smet (2008) en hulparchivaris Willy Hamerlynck (2010) overleden, was het groepje medewerkers op het Stadsarchief uitgedund tot welgeteld vier man. Maar hoe snel het kan verkeren: binnen de kortste keren meldde de ene na de andere kandidaat zich aan. En sinds bijna tien jaar geniet het SAE nu de ongekende luxe van een tienkoppig vrijwilligersteam. Een luxe, maar ook een opgave: zonder het gevoel iets zinvols te presteren zouden de meeste onder hen natuurlijk snel afhaken.
Toen het team zonder veel planning tot stand kwam, moest onmiddellijk een keuze gemaakt worden: de leden opleiden om mettertijd beheerstaken over te nemen (en hen dus alle collecties en details leren kennen), of hen “specialiseren”, zich laten verdiepen in één of meer thema’s en/of periodes. Het SAE ontwikkelde zich na 2010 echter zo snel en veelzijdig, dat de eerste optie eigenlijk niet meer haalbaar werd.
De vrijwilligers krijgen of kiezen dus thematische opdrachten, die allemaal uitmonden in nieuwe “ingangen”: syntheses, indexen, inventarissen of gewoon systematische bundelingen van teksten en foto’s in boekvorm of op cd’s en dvd’s. Enkele teamleden vonden al snel een eigen invalshoek en werkten die breed uit. Zij verrijkten het archief met omvangrijke uitgaven van o.a. de oude stadsrekeningen en de bewijsstukken daarbij, verkopingen van huizen en gronden, resolutieboeken, landboeken, .. Ook de recente decennia werden aangepakt, met uitgaven over W.O. I, de Eekloonaar, de bouwaanvragen en de Eeklose ansichtkaarten.
Wie liever afwisseling wilde, werkte in teamverband mee aan zeer omvangrijke projecten als de digitalisering van de parochieregisters en de burgerlijke stand (momenteel 35 banden), de in- en uitwijking in Eeklo (12 banden), de collectie affiches, de afdeling Kaarten & Plans.
Het enthousiasme was bij momenten zo groot, dat sommige teamleden werk mee naar huis namen om sneller resultaat te zien. Onverwacht gevolg van deze ijver is wel dat de lijst nog uit te voeren taken snel kleiner wordt. Maar in een dynamisch archief als het SAE zal wel altijd nog wel wat te doen zijn.
Deze maal was het geen vogel voor de kat... Deze week was er een mooi tafereel aan de overkant van ons straat waar een ekster een kat zat uit te dagen maar iedere aanval van de poes werd met de glimlach weggewuifd.
Het kat en vogel spel heeft een tijdje geduurd maar toen het begon te regenen hielden zij het voor gezien.
Na jaren toegankelijk maken van de rijke collectie in het Stadsarchief leek het best haalbaar: een overzicht van alle Eeklose huizen en hun bewoners in de laatste 400 jaar. De beschikbare documenten waren alleszins veelbelovend: landboeken uit 1638, 1673, 1709, 1796 en 1820, vrijwel ononderbroken rijen belastingboeken (geordend per straat) van 1622 tot 1796, volledig geklapperde verkopingen van gronden en huizen, volkstellingen van 1748 en 1795, gevolgd door tienjaarlijkse tellingen (per straat en per huis) van 1816 tot 1962. Nadien kadastrale leggers, kiezerslijsten, adresboeken en klappers, .. bijna te mooi om waar te zijn.
Dat de werkelijkheid enigszins anders is, heeft twee oorzaken: enerzijds gold bij de Eeklonaars altijd “hoe minder men op het stadhuis weet, hoe beter”. En anderzijds liepen de ambtenaren in de loop der eeuwen niet over van vlijt en precisie. Onze oude landboeken dragen daar zware sporen van: onderverhuring is bijna nooit te vinden, en de praktijk leert dat in de kolom “bewoners” soms zelfs driekwart van de namen ontbreekt.
Een gelijkaardig hiaat in de verkopingen. Hoe hoger iemand op de sociale ladder stond, hoe minder hij het nodig vond zijn transacties te melden op het stadhuis. Vaak liet zo iemand zijn aankopen vastleggen door een notaris in Gent, buiten medeweten van de Eeklose administratie om.
De belastinglijsten creëerden dan weer een andere hindernis. De namen staan in principe in de volgorde van de huizen. Bij een nieuwe bewoner zou je verwachten dat hij op de plaats van de oude werd genoteerd, maar de 17de- en 18de-eeuwse klerken plaatsten die doodleuk op het einde van de straat, waar na enkele jaren een ondoordringbare jungle onstond.
De 19de en 20ste eeuw zijn helaas dikwijls in hetzelfde bedje ziek: vele essentiële vakken op de formulieren bleven oningevuld, en de foutieve nummers en namen zijn niet te tellen of ontbreken gewoon.
Kort samengevat: de “400 jaar Eeklose bewoning” is in opbouw, maar is geen zaak van morgen of zelfs overmorgen …
Nu door Corona het loket en de wachtzaal van het station tijdelijk zijn gesloten, heeft de NMBS op het perron een camera geplaats die 24 op 24 een oogje in het zeil houd. Deze soort camera’s wordt meestal gebruikt om spoorlopers te betrappen.