Bart zijn verhalen
verhalen voor alle lezers in quarantaine
18-03-2020
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Is mijn kind een vreemde deel 4

IS MIJN KIND EEN VREEMDE?

AUTEUR:

DAEMS BART.

 

Elke gelijkenis met bestaande personen of gebeurtenissen is louter toevallig.

 

EEN KNIPOOGJE

            “Ik neem een babysit!” Zei Stanske beslist. “Ik heb er genoeg van. Corneel gaat iedere week naar de voetbal en ik kan hier maar op de kinderen letten en voor het eten zorgen. Ik stap het ook af, ik ga bij Francine en Rosa zitten en hij kan zelf voor zijn eten zorgen.”

“Ik wil ook een babysit.” Riep de vierjarige knul vanuit zijn speelhoek. Stanske pakte Jefke teder in haar armen:

“Jij krijgt een babysit, we gaan speciaal voor jou een lieve babysit uitzoeken. Is dat goed?”

“Maar mama dat is niet waar, ik zei dat zomaar voor te lachen.”

“Jij deugniet, als jij in de buurt bent is alles toch veel zonniger, kom hier dat ik je een pakkerd geef.

Stanske riep Karel naar beneden, en legde Maria in de kinderwagen. Maria was een jaar geleden geboren en was net als Jefke klein en geblokt. Met zijn vieren gingen ze naar de overburen en belden bij Annie aan.

“Zeg Annie zou jullie Cateau eens willen babysitten op de twee belhamels en op ons Maria hier. Ze heeft juist een droge luier aan en om drie uur moet ze pap hebben. De papfles zit hier in deze zak. Ik moet er eens even tussenuit en onze Corneel is weeral naar de voetbal.”

“Ja die is nooit thuis als hij…” Riep Jefke weer, maar ditmaal werd hij snel tot zwijgen geroepen door zijn moeder.

“Jefke zwijg! De grote mensen zijn aan het spreken.”

“Och er zijn tegenwoordig geen kinderen meer. Maar het is goed, ons Cateau verveeld zich toch maar en dit zal een goede leerschool zijn voor haar.”

‘En het brengt nog een centje op ook’ dacht de buurvrouw in stilte erbij.

Annie vond dit een goede leerschool voor haar dochter en het bracht nog een centje op ook.

            Stanske stond thuis voor haar kleerkast. Ze nam een paar keer een blouse uit de kast, eerst de gele met rode bollen en daarna de blauwe met fijne witte bloempjes maar besliste toch maar om haar zondagse jurk aan te doen. Zelfzeker nam ze daarna haar handtas en stapte met grote pas naar Crêperie “DEN DRIJHOEK”.

Rosa en Francine zaten in de koele schaduw van de kastanjeboom. Ze waren zo druk in gesprek dat Stanske begon te twijfelen, zou ze niet gewoon terugdraaien. Nu kon het nog. Dat is haar gewoonte toch niet, zo gaan buurten op een terras met een koffie en een stuk kriekenvlaai. ‘Die twee daar zien me niet eens staan,’ dacht ze in paniek. Toch ging Stanske het erf op. Met haar hoofd naar beneden mompelde ze een groet en zette zich beduusd naast de vrouwen die amper aandacht gaven aan haar. Hun discussie was hevig. Er waren geruchten dat Koning Leopold III troonsafstand zou doen ten gunste van zijn zoon kroonprins Boudewijn.

“Onze koning geeft nooit zijn plaats af,”

wist Rosa, maar Francine schudde zelfzeker haar hoofd:

“Hij zal wel moeten. Het volk wil hem niet meer.”

Het gesprek viel plots stil, een robuuste vrouw kwam roepend de hof op:

"Wel Stanske, heeft Corneel je vrijgelaten? Is de winkel al opgedweild of ben je gaan lopen zonder dat hij het weet?"

Haar schelle stem galmde over de hof en Stanske kromp in elkaar.

"Stanske heeft heel hard gewerkt en als beloning mag zij nu een uurtje bij de grote mensen komen zitten," zei Rosa spottend. Stanske voelde het schaamrood stijgen.

"En warm, warm dat het vandaag is," schetterde Clara haar stem opnieuw. "Voor mij een filter met een spie kriekenvla.” Ze liet zich in een stoel vallen. “Zeg, waar is Denise? Zij is zo laat vandaag. Gewoonlijk is zij hier altijd het eerst van allemaal."

"Denise is op reis naar het buitenland," antwoordde Stanske braafjes terwijl ze aan haar zakdoek friemelde.

De robuuste vrouw kruiste haar armen:

"Naar het buitenland? Ik heb haar man vanmorgen nog op het veld gezien. Dan is zij alleen weg, misschien wel met onze veldwachter, want dat is ook al een tijd geleden dat we die nog gezien hebben.”

“Die is verplaatst naar Kontich dat is nog voorbij de stad.”

“Ik weet Kontich wel liggen hoor Stanske. Dacht je ik dat daar nog nooit geweest was? Ik mag zonder mijne vent wel eens verder dan hier tot op het hoekje zulle. Maar ons Denise zeg; helemaal alleen in het buitenland! Amaai Stanske, eer dat Corneel jou zo ver alleen op reis laat gaan, zul jij wel heel hard moeten werken. Maar allé je bent toch al naar ‘Den Drijhoek’ mogen komen."

"Zou Denise ginder met andere mannen uitgaan?" Startte Rosa de roddel.  

Clara’s oogjes fonkelden:

"Denise is nog jong, ze is maar twee jaar ouder dan Stanske, en zo een hele week zonder een man, ik zou het niet kunnen."

Nu nam Francine het woord:

"Ja, als uwe John even vinnig is in bed als op de voetbal dan zul jij je zeker niet vervelen."

De vrouwen praatten over Stanske heen die dat eigenlijk wel goed vond. Zachtjes liet ze haar kommetje los en leunde wat achterover, haar handen legde ze op de tafel.. Nu ze niet meer het gespreksonderwerp was kon ze zich wat gemakkelijker zetten.

"Jij moet niets zeggen jij,” zei Clara terwijl haar hoofd een knikbeweging maakte: “want uwe man is de meest galantste die ik ken." Even keek ze naar de tafel en wreef een plooi in het laken glad: "hij doet de deur open, serveert koffie, draagt steeds een das en is altijd schoon gekleed. Hij is een echte heer."

Francine was niet van plan haar in de hoek te laten drukken: "Ja…, en ik kom iedere keer over de streep wanneer hij het doet. Hij kent er wat van.” Met een voldane glimlach verzette ze zich in haar stoel.

            De ogen van Stanske flitsten van de ene vrouw naar de andere. Waar spraken ze toch over? Hoe kan een vrouw nu genieten van het bed. Ja met de tijd ging het wel iets beter, tenminste het deed geen pijn meer, maar genieten? Wie kan nu van zoiets genieten? Plots wou ze het weten. Ze boog lichtjes over de tafel naar de anderen toe en fluisterde: "ik vind al dat gedoe in bed toch maar een saaie boel."

"Dan moet je Corneel maar eens langs sturen dan zullen we het hem wel eens leren hoe hij dat moet aanpakken!" Schetterde Clara weer. De drie vrouwen schaterden het uit. Stanske zakte weer als een pudding op haar stoel. Ze werd weer een stukje kleiner.

            Een jonge man op een scooter kwam aangereden en stopte achter een geparkeerde Citroën. Stanske zag hoe hij met de tip van zijn linkervoet de Vespa in evenwicht hield. Francine merkte de belangstelling van Stanske, stopte haar gesprek, nipte even van haar cola en volgde dan de blik van Stanske. De jonge man stond nog steeds met zijn tip op de grond. De rode trui op de witte broek stond hem prachtig. Met één hand nam de man zijn zonnebril af en met de andere hand rolde hij handig een sigaret. Stanske keek van de man op straat naar Francine en vervolgens weer naar de jongeman. Zijn sigaret gloeide rood op. Hij gaf een knipoogje en glimlachte geheimzinnig.

            Stanske nam stilletjes haar handtas, mompelde “goede avond” en ging met een grote omweg naar huis. In gedachten herhaalde ze het gesprek. Waarom moet Corneel bij Clara eens langs komen? En wat bedoelden ze met over de streep komen? En dan die jonge man op zijn Vespa, die zal wel naar Francine gelachen hebben. Maar waarom keek hij naar mij toen hij knipoogde?

            Terug thuis ging Stanske vlug naar Annie. Ze gaf Cateau een cent en bedankte haar. Tegen haar kinderen zei ze streng:

“Zeg niet tegen papa dat jullie bij Cateau hebben mogen spelen en ook niet dat ik weg ben geweest.”

“Waarom mogen wij niets zeggen?” Vroeg Jefke.

“Omdat dat ons geheimpje is, onze pa mag niets weten. Dus goed zwijgen hé Jefke, en jij ook hé Karel.”

“Natuurlijk mam, waarom zou ik zoiets vertellen aan onze pa? Pa ziet mij ook niet staan.”

Stanske slikte de krop weer weg. De dennengeur dreigde weer op te komen. Daarom nam ze Karel eens stevig vast en zei:

“Maar je mama zal er altijd voor je zijn. Ik laat je nooit in de steek. Mijn grote jongen.” Straks doe jij je plechtige communie al en dan komen nonkel Max en tante Rosa op uw feest.

“Krijg ik dan een lange broek?”

“Natuurlijk mijn jongen. Annie heeft daarstraks toch je maten genomen. Zij gaat de mooiste broek van de straat maken en die is voor jou, Karel”

Corneel zat aan de keukentafel, een lege nog propere kop stond voor hem.

“Van waar komen jullie? Waarom zijn jullie niet thuis?”

“Och, ben je al thuis, jij ging toch naar de voetbal. Of was het afgelast? Hoe komt het dat je zo vroeg al thuis bent?”

Stanske voelde zich betrapt en ratelde daarom de ene vraag na de andere op Corneel af.

Corneel, nog kwaad op zijn voetbalploeg, was blij zijn hart te kunnen ophalen en was zijn vraag reeds vergeten.

“Ach ja, die piassen speelden zo slecht, en dat op eigen veld nog wel. Ik ben het afgetrapt. Na de eerste helft ben ik nog even in de cafetaria geweest en dan recht naar huis gekomen.”

“Papa, ik heb een geheim.”

“Ja Jefke en mag ik dat geheim eens weten?”

“Jefke zwijg. Als grote mensen spreken moeten kleine kinderen zwijgen.”

Berispte moeder haar zoon. Kordaat richtte zij zich weer tot haar man:

“Corneel wat wil je eten? De overschotten van gisteren bakken of verse patatten koken?”

“Ja maar Jefke zei…”

“Kom va zeg wat je wilt eten en ga dan het hek sluiten, dat staat nog open heb ik net gezien.”

“Kon jij dat dan niet dichtdoen?”

“Het slot is kapot, dat weet je en ik had de kinderen bij. Wat ga je nu eten? Gebakken of gekookte patatten?”

“Gebakken,” riep Corneel terwijl hij geërgerd naar buiten slofte.

 

HOPELIJK VOLGENDE NACHT ZONDER

 

Na haar ongelukkig avontuur bij ‘Crêperie den Drijhoek’, bleef Stanske op zondag weer thuis. Toch was er bij haar iets veranderd. Het was alsof haar ogen langzaam open gingen en dat zij ontwaakte uit een lange slaap. Het gesprek in de crêperie was bij haar blijven hangen. Vooral dat sommige vrouwen genoten van hun huwelijksleven stelde haar tot nadenken.

Zuchtend plofte ze op een stoel. Ze wilde een glas water inschenken maar de kan was weer leeg. Hoopvol keek ze even naar Corneel, maar omdat die niet reageerde stond ze zelf maar op en terwijl het water in de kan liep keek ze dromerig naar achter. In de zetel zat haar man de voetbaluitslagen aan het bestuderen en op tafel lag een hoop sokken die nog gestopt moesten worden. Hoe had ze het toch zo ver kunnen laten komen. Normaal kon ze het werk toch aan. Er was nog nooit zoveel verstelwerk geweest. Ze had nooit naar die crêperie mogen gaan. Ze had beter thuis gebleven en de sokken gestopt, dan lag er nu niet zo een hoop op tafel. Ze vulde nog een extra glas dat ze gulzig leegdronk alvorens terug aan het werk te gaan. De kinderen waren reeds naar bed, daar had Karel voor gezorgd. Karel was bijna dertien en een echte hulp in het huishouden. Hij hielp mee aan de afwas, kon al een beetje strijken en als hij nog op was keek hij leergierig naar het verstelwerk. Al zijn kleren werden steeds netjes opgevouwen. Zijn kamer opgeruimd. Hij heeft zelfs bloemen op zijn kamer. ‘Om wat op te vrolijken’ zei hij altijd.

“Corneel, zou jij je jas niet weghangen. Die ligt al van deze middag op deze stoel.”

“Dat is vrouwenwerk.”

“Jij helpt nooit eens in het huishouden en ik heb al zoveel te doen.”

“Ik ga naar de varkensboer, eens kijken of ze bij de Janus geen schoon biggetje hebben.”

Corneel legde zijn gazet op een stoel, trok zijn jas aan en verdween.

“Blijft weer niet hangen tot een stuk een stuk in de nacht! Corneel!”

Maar Corneel was al weg. Stanske vulde opnieuw haar glas met water. Ze had de laatste tijd toch zoveel dorst. Haar gedachten gingen weer naar Corneel: nog nooit was hij met een biggetje naar huis gekomen maar hij had altijd dezelfde smoes. Iets beter kon hij niet verzinnen. Tijdens de dag was het nog erger. Als ze pas getrouwd waren had hij een groot patattenveld. Hij huurde het voor een appel en een ei, bij “het veld van den akker” Het was groot genoeg om zelfs patatten in de winkel te verkopen, maar sinds dat het “veld van de akker”, alle braakliggende gronden aan een bouwonderneming verkocht had, was zijn groentehofje amper groot genoeg om zijn eigen groenten te kweken. Stanske dacht plots aan haar gesprek met hem van een paar dagen geleden:

“Corneel is ons hofje niet wat klein om patatten te planten? Achter de hoek ligt nog een braakliggend stuk grond. Dat is zeker vier maal zo groot, als we het aan de eigenaar vragen mogen we dat zeker bewerken en dan kunnen we toch wat groenten kweken om in de winkel te verkopen. Verse groenten verkopen toch goed.”

“Ik zal wel op de vroegmarkt groenten kopen, ze smijten er mee naar uwe kop.”

“Waarom noemen ze dat eigenlijk vroegmarkt? Het is altijd een stuk in de namiddag eer jij terug thuiskomt.” Vroeg Stanske onnozel weg.

“Wat ken jij van groenten kopen? Op de vroegmarkt, kun je de beste kopen doen. Vooral op het sluitingsuur.”

“Dat zie ik, hetgeen een ander niet meer wilt zeker? Die pierselder die jij meebrengt kan ik niet meer verkopen in de winkel. Dat geven ze nog niet aan de beesten.”

“Groenten is mijn zaak, zie maar dat het eten straks klaar is. Dat is uw zaak. “Ik ga naar de Janus, eens kijken of hij geen schoon biggetje heeft.”

Het stopgaren ging door de hiel van de sok. Stanske praatte altijd hardop als ze slecht gezind was. De naald naar boven, de naald naar onder, de naald naar boven, de naald naar onder.

‘Hij weet het allemaal beter, maar toch knaagt dat.’

De grijze sokken lagen op een hoopje op een stoel, die waren klaar. De bruine en de zondagse zwarten lagen nog te wachten. Dan mankeerde er nog een knoop aan Corneel zijn pyjama. Dat mocht ze zeker niet vergeten. Als Corneel zonder pyjama in bed moet dan is het zeker “van dat”.’ Steeds hetzelfde ritueel: kort, ruw en met veel gesteun. Daarna snurken. Een mens ligt dan nog wat op zijne rug, neemt iets voor het opkomend zuur en denkt: we zijn er weer vanaf, en als het meevalt misschien wel voor twee nachten.

Soms vraagt een mens zich af waarom God dat zo gemaakt heeft. Die mannen kunnen precies niet zonder seks, maar wat hebben wij, vrouwen? Het mocht wel eens omgedraaid gaan. Het plezier voor de vrouwen en het zuur voor de mannen, om dan nog maar te zwijgen over die bevallingen.

Het was al na elven maar Corneel was er nog niet. Ze kon gaan slapen of de keuken nog opruimen en de tafel dekken voor morgen, want het zou weer vroeg dag zijn. De winkel moet open en tussenin zou de strijk moeten gedaan worden. ‘Morgen is het vrijdag, dan moet de winkel nog gedweild worden ook, dat zou Corneel toch ook wel eens kunnen doen.’ Stanske praatte weer hardop: ‘dat hij op de vroegmarkt eens wat meer wou betalen voor serieuze groenten dan was hij misschien al om tien uur thuis in plaats van na de noen. Dan kon hij in de winkel staan terwijl dat ik de strijk deed .‘

“Gene winkel, ik kan met die kletsvrouwen niet om.”

Ze hoorde het hem al zeggen. ’t Is waar, hij heeft gelijk, wist ze. Er waren soms nogal zagers bij. Het ging dan altijd over hunne vent: hij is teveel weg, of hij is teveel thuis. Maar meestal klagen ze toch over hem in bed, alhoewel… sommigen kunnen er niet genoeg van krijgen. Pak nu Francine van hierover. Laatst zei ze nog dat de hare het wel twee keer gedaan had. Omdat ze het zelf gevraagd had, nota bene. Hij doet nooit iets als ze er zelf niet om vraagt. Beweerde Francine zelfs. Dat is nu eens een model man zie. Maar bij veel vrouwen zou ‘nooit’ iets gebeuren als de vrouw er zelf moest om vragen. Dat hoor je genoeg in de winkel. De meeste zijn blij dat het voorbij is. Toch vraag ik mij af: zou dat nu aan ons vrouwen zelf liggen? Doen wij soms iets verkeerd, of iets te weinig? Maar ja, hoe kunnen we dat te weten komen, niemand zal het ons komen vertellen. Ah, daar is Corneel. Ik hoor hem al stommelen. Hopelijk is hij weer niet te zat, want als hij aan die kleine wittekes begint weet hij van geen ophouden. Seffens weer naar bed. Het dagelijks ritueel. Tsjip, tsjip, daarna een tablet tegen het zuur en dan proberen nergens meer aan te denken. Hopelijk volgende nacht zonder.

Corneel zette zich op een stoel vóór Stanske.

“Stanske, de zaken gaan slecht. Nu de oorlog voorbij is komen de Hollanders geen sigaretten meer kopen. De mensen kopen margarine in plaats van boter en ik heb geen patattenveld meer. We hebben het er gisteren nog over gehad, over dat veld. We moeten hier weg. Ik heb vandaag met de burgemeester gesproken. Die zegt dat er in de stad nog werk is. Het huis van moeder zaliger, dat staat midden in de stad en is momenteel niet verhuurd. Kunnen wij daar niet een winkel beginnen.”

“Corneel! Naar Antwerpen? Zover weg. Opgesloten in een stinkstad tussen al die fabrieken.”

“Stanske, daar is nog toekomst. We kunnen volgende week al verhuizen als we willen.”

“En zijn daar kamers voor de kinderen?”

“Er zijn toch vier slaapkamers. Wij slapen in de grote, de jongste in de meisjeskamer en de twee andere in de jongenskamer.”

“En de vierde kamer dan?”“Logeerkamer, voor als nonkel Max blijft slapen.”

“Neen niets van, nonkel Max moet maar thuis gaan slapen. Onze Karel krijgt een eigen kamer. Die jongen is al veertien. Die moet alleen kunnen liggen.”

“Voor wat dat? Omdat hij niet van mij is, zeker?”

“Karel krijgt die vierde kamer of ik ga niet mee. Dan ga je maar alleen naar die stinkstad.”

“Oké, het is al goed. Begin morgen maar te pakken want volgende week verhuizen we.”

“En wat zegt je broer, nonkel Max daarvan?”

“Ik heb afgesproken dat we een halve huur betalen aan hem, en later kopen we hem uit. Dan is het huis van ons.”

“Och Corneel, waar begin je toch aan. Ik heb daar geen goed gevoel bij.”

“Doe maar wat ik zeg. Ik ben de man en de baas in huis. Een vrouw moet de man volgen. Ik ga naar bed, en blijf niet te lang weg, kom liever mee naar bed.”

 



Geef hier uw reactie door
Uw naam *
Uw e-mail *
URL
Titel *
Reactie *
  Persoonlijke gegevens onthouden?
(* = verplicht!)
Reacties op bericht (0)



Inhoud blog
  • GEDICHTENBUNDEL
  • Dromen
  • Op naar mijn pensioen
  • Alles komt goed.
  • 7 Magere jaren
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Archief per week
  • 15/02-21/02 2021
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 17/08-23/08 2020
  • 03/08-09/08 2020
  • 27/07-02/08 2020
  • 20/07-26/07 2020
  • 13/07-19/07 2020
  • 25/05-31/05 2020
  • 18/05-24/05 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!