Bart zijn verhalen
verhalen voor alle lezers in quarantaine
14-03-2020
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Is mijn kind een vreemde deel 8

IS MIJN KIND EEN VREEMDE?

AUTEUR:

DAEMS BART.

 

Elke gelijkenis met bestaande personen of gebeurtenissen is louter toevallig.

 

IS MIJN KIND EEN VREEMDE?

 

KAREL EN LOUIS

Sinds haar handtekening bij de uitgever was Conny steeds minder thuis en als ze thuis was had ze wel bezoek van een reporter of een bekend iemand uit de filmwereld. Karel en Jef kwamen steeds minder overeen, de fijne maniertjes van Karel maakte Jef zenuwachtig. Zijn vrienden meden Karel en vonden hem een flauwe vent. Maria die slechts veertien was schuimde de kermissen af en zat op de botsauto’s tot laat in avond. Zij hield er soms rare vriendjes op na en omdat haar moeder andere bezigheden had probeerde Karel om Maria op het rechte pad te houden. Maria die de wrevel tussen Karel en Jef aanvoelde riep de hulp van Jef in waardoor Karel het onderspit moest delven. Jef en Maria waren twee handen op één buik. Karel werd er moedeloos van.

In het kapsalon ging het ook niet naar zijn zin. Hij had er geen promotiekansen meer. Zijn baas was blijven steken in de jaren vijftig. Zijn klanten werden ouder en zijn kapsalon verouderde mee. Karel besloot dan maar om te verhuizen en een meer energieke baas op te zoeken.

In Edegem vond hij een appartement te huur dat onmiddellijk beschikbaar was. Karel nam een impulsief besluit en een week later verhuisde hij naar zijn nieuw appartement.

Om zich onmiddellijk thuis te voelen maakte Karel die dag verse snijboontjes in de oven en om de smaak wat op te peppen deed hij er spekblokjes bij in plaats van gehakt. Daarbij een glas donker tafelbier maakte het geheel af.

De tafel werd netjes afgeruimd maar alvorens af te wassen nam hij de krant en liet zich in de zetel zakken.

In de personeelsadvertenties vond hij volgende annonce: ‘volle gast haarkapper gevraagd in een modern kapsalon.’

‘Dat is misschien wel iets voor mij,’ dacht hij. Vastbesloten legde hij de krant op tafel noteerde het adres, vergat de afwas en ging onmiddellijk op stap.

Voor het uitstalraam hing nog steeds het kaartje: ‘volle gast gevraagd’. Vol moed stapte hij het kapsalon binnen.

Louis zag even op, stopte even met föhnen en riep door het salon:

“Vandaag enkel dames, mijnheer. Kan je morgen terugkomen alstublieft. Ik heb het vandaag veel te druk.”

Karel overzag de chaos. Een paar dames wachtten met hun nat hoofd om verder behandeld te worden. Drie dames zaten in een stoel en een vierde stond nog recht, alle stoelen waren bezet. In een hoek stond een kapstok met daarop een witte stofjas. Op een tafel lagen droge handdoeken en enkele kappersmantels.

Karel stapte in een reflex naar de kapstok en nam een stofjas.

“Jij kunt wel even hulp gebruiken zo te zien.” Zei hij en zonder antwoord af te wachten ging hij naar een dame met een nat hoofd.

“Goede morgen mevrouw, moet er een stukje af? Een pagekopje of in lagen? Weet je, voor welke styling jij geboren bent? Die amandelogen van jou doen wonderen bij een asblonde look en dan geknipt in laagjes, subliem gewoon. Willen we dat eens proberen?”

Lowie stond met de föhn in de ene hand en een ronde borstel in de andere. Met open mond staarde hij naar de onbekende jonge man. Zijn hoofd zakte vragend iets naar beneden, naar de vrouw die in de kapperstoel zat. Zijn mond viel dicht en zijn lippen werden smaller. Met licht leedvermaak dacht hij: ‘dat probeer ik al vijf jaar, mevrouw Smolders houdt zich al jaren steegvast aan haar ravenzwart kapsel. En het haar tot op de schouders recht afgeknipt. Daar gaat geen millimeter van af. Het is niet voor niets dat de mensen haar al jaren de “zwarte madame.” Noemen.’

“Wel ja, jongeman dat wil ik al jaren eens proberen, maar weet je, ik durfde het eigenlijk niet te vragen. Men geraakt zo gewoon aan sommige dingen, niet?”

“Mevrouw, jij bent geboren om een asblond kapsel te dragen. Je zal zien uw vriendinnen zullen hun jaloezie niet kunnen verbergen. Je komt hier herboren uit.”

“Goed, jongeman. Doe maar.”

Lowie zijn mond viel voor de tweede maal open.

“Auw, Louke. Je doet mij pijn. Die blazer staat veel te warm. Je verbrandt mijn hoofd bijna.”

Pauline die in de kapperstoel zat merkte dat de aandacht van haar wegging.

“Oh sorry, Pauline. Ik was even van mijn melk. Dat is mijn nieuwe gast. Een echte stielman. Een meesterkapper.”

“Mag ik volgende keer ook eens bij hem?”

“Natuurlijk Pauline. Ik zal het alvast noteren.”

“Hoeft niet, ik zal je er wel aan herinneren.”

Lowie zuchtte eens en dacht: ‘zie nu, dat is hier vijf minuten binnen en die schiet al onder mijn duiven. Laat ons hopen dat hij zo goed is met zijn handen als met zijne mond’

Plots kwam Karel naar Lowie:

“Johnny, waar staan de watergolflotions? Ik moet een 7/2 asblond hebben om een spoeling voor mevrouw daar.”

Lowie begon het spel mee te spelen, hij vond er eigenlijk zelf plezier in. Een jonge man met lef daar kon hij van genieten.

“Ik ben Johnny niet. Johnny was mijn partner zaliger. Zeg maar Lou tegen mij.”

“Oh, mijn innige deelneming, Lou.”

“Dank je. Zeg en hoe heet jij? Jonge man?”

“Oh, sorry. Ik ben Karel, de rest vertel ik straks wel. De klanten wachten. Waar vind ik de lotions?”

“Daar in de kast derde deur bovenste schab. Ze staan op nummer neemt maar wat je nodig hebt. Karel. En succes.”

“Dank je.” En Karel ging met zwierige pas naar de kast.

Karel zijn debuut was een succes. De “zwarte madame” ging als “asblonde schone” buiten. Karel had de hele dag mee in het salon geholpen en nu de laatste klant buiten was zaten beide mannen in een kapperstoel. Lowie bekeek karel van boven tot onder en schoot in een onbedwingbare schaterlach. Met tranen in de ogen zei hij:

“Ongelooflijk, dat ik dat heb mogen meemaken. Jij weet niet eens of ik je wel zal aannemen en je hebt je reeds onmisbaar gemaakt.”

“Onmisbaar?”

“Natuurlijk, de klanten vragen al naar je. Pauline staat erop om volgende maal door jou bediend te worden. Pauline was de eerste kop die ik ooit geknipt heb. Die doe ik al meer dan 20 jaar. Om dan nog niet te spreken van “zwarte madame”.

“Zwarte Madame? Wie is dat?”

“Ha wel die zwartkop die je asblond geverfd hebt. Apropos, proficiat. Dat heb je goed gedaan. Ik zou het niet beter kunnen. Maar nu serieus, wie of wat ben je? Van waar kom je? Hoe ben je hier geraakt? En wat verwacht je van mij?”

“Ik ben Karel Mertens. Ik ben vijfentwintig en haarkapper sinds mijn veertiende. Ik ben zojuist verhuist en woon hier achter de hoek. Ik ben niet gehuwd. Mijn vorige baas wilde niet mee met de moderne tijd en ik kon er mijn creativiteit niet kwijt. Mijn vader is onlangs overleden en daarom besloot ik om alleen te gaan wonen. Ik nam van de gelegenheid gebruik om tegelijk een andere werkomgeving te zoeken. Ik kocht vanmorgen een plaatselijke krant en pluisde de personeelsadvertenties uit. Zo kwam ik hier terecht. Ik opende de deur en herkende onmiddellijk de panieksituatie. Klanten die moeten blijven rechtstaan is vreselijk. Ik kon me niet bedwingen om snel mee in te springen. De rest zien we later wel dacht ik toen.”

“Ja, en die later zijn we nu. In de eerste plaats bedankt voor je hulp. Ik vond het fantastisch wat je gedaan hebt. Ik zal je daar een rechtvaardig loon voor geven. En wat verwacht je van de financiën, want dat je mag blijven staat reeds van deze morgen vast. Pauline heeft je aangenomen en die durf ik niet tegen te spreken, ze is zo een beetje mijn moeder.”

“Een volwaardige maandloon, volgens het barema zeker? Voor mij is dat goed.”

“Kom man, jij bent een meesterkapper kom ik doe er wel een paar duizend frank bij. Ik wil je niet meer kwijt, weet je.”

“Akkoord, ik kom morgen terug om zeven uur, goed?”

“Zeven uur? Het salon gaat pas om negen uur open en ik verwacht je niet voor vijf voor negen. Of het moet zijn om samen nog een kop koffie te drinken.”

“Afgesproken om half negen op de koffie.”

Karel trok tevreden de winkeldeur achter zich dicht en Lowie trok opgelucht het plakkaat met: “Volle gast gevraagd” van het raam. Glimlachend sloot hij de deur en ging naar de keuken om het avondeten klaar te maken. Voor de eerste maal sinds de dood van Johnny at Lowie weer met smaak zijn frikadellenbolletjes met selder in tomatensaus.

De volgende morgen dronk Karel samen met Lowie koffie. Na een week bracht Karel zijn boterhammen mee en ontbeten ze samen. Weer drie dagen later zei Lowie:

“Karel, je moet uw boterhammetjes niet meer meebrengen. Ik heb ook wel brood en dat beetje beleg kan er wel af. Jij komt gewoon naar hier en we ontbijten samen en durf er niets voor te betalen hé.”

De volgende morgen had Karel een grote bos rozen bij.

“Maar Karel…”

Verder geraakte Lowie niet want een krop zat in zijn keel. Karel keek onbegrijpend toe.

“Karel, dat deed Johnny ook altijd. Rode rozen meebrengen.” Lowie pinkte een traan weg: “Och ik mis hem toch nog. Ik vind dat zo lief van jou.”

Karel die ook weemoedig werd zei vlug:

“Zet ze maar in een vaas, er zit een nog zakje bij om ze langer vers te houden. Strooi de inhoud maar helemaal in het water.”

Met de feestdagen was het zo druk dat het ’s avonds haast negen uur werd. Lowie nodigde Karel uit om die avond bij hem te blijven eten. Zo konden ze achteraf nog een glaasje wijn drinken.

“Weet je” begon Lowie terwijl hij de glazen nog eens volgoot: “weet je dat ik Johnny heel hard gemist heb. Hij was voor mij meer dan alleen een collega. Ik had geen behoefte aan een vrouw en nu nog niet maar met Johnny was ik de beste maatjes. Het is pas vanaf dat jij kwam dat ik Johnny een beetje kon vergeten. En hoe zit het met jou. Heb jij nog geen vrouwtje in ’t zicht?”

“Louke, ik mag het je nu wel vertellen maar ik voel helemaal niets voor een vrouw. Ik ben naar seksfilms geweest, ja zelfs een publieke vrouw geprobeerd maar het kan me niet echt beroeren. Allemaal weggegooid geld.”

“En nu, heb je dan helemaal niemand? Geen vriend of vriendin? Alleen je moeder?”

“En mijn broer Jef en mijn zuster, Maria, maar dat zijn twee handen op ene buik. Altijd al geweest. Ik kan daar niet tussen. Ik ben ook zo anders dan zij.”

“Hoe anders?”

“Och Louke.”

“Hoe anders karel? Je mag het zeggen, we kennen elkander toch, we weten dat we elkaar kunnen vertrouwen.”

“Mijn moeder heeft me eens betrapt dat ik vrouwenkleren aan had. En mijn lippen roze geverfd en zo.”

“Het was mij al opgevallen dat uw nagels zo mooi verzorgd zijn. Te verzorgd eigenlijk voor een man.”

Karel boog verlegen zijn hoofd.

Lowie ging bij hem zitten en lei een arm om zijn schouder:

“Karel, jongen. Je moet daarom niet beschaamd zijn. Johnny liep hier in het weekend altijd met een rok en een blouse. Hij had zo een heerlijk krullenkop. Karel, Johnny was voor mij mijn enige vriend. Ik hield zoveel van hem dat ik zelfs samen met hem sliep.

Johnny heeft me na de oorlog opgevangen. Ik had niets of niemand meer. Mijn ouders zijn door de oorlog gestorven, mijn zuster werd als vermist opgegeven, ze was waarschijnlijk ook al jaren dood. Ik kwam van het front. De oorlog was gedaan maar ik had geen huis, geen werk en geen onderdak. Ik had niets. Johnny heeft me geholpen. Hij heeft me de stiel geleerd en me alles gegeven: onderdak, werk, eten vriendschap, een thuis en liefde. Liefde zo sterk dat ik niemand anders meer hoefde.”

“Louke, ik ben hier ook graag. Ik voel me hier ook echt thuis. Jij bent een goede baas voor mij. Ik kon het slechter treffen.”

“Karel ik ben je vriend, vergeet dat niet. Ik zie je meer als vriend dan als mijn werknemer.”

“Ja, ik weet het, ik kan met al mijn problemen bij jou terecht”

“Karel boven liggen nog vrouwenkleren van Johnny, wil je ze niet eens passen.”

Toen gingen Karel en Lowie naar de slaapkamer.

 

HET FOTOALBUM

 

            Alex duwde op de afstandsbediening en de met goud versierde smeedijzeren poort gleed geruisloos open. Alex reed de lange beukendreef af en stopte voor de luxe villa. Gaston, de butler kwam aangelopen en opende het portier van de Bently. Voordat Conny uitstapte tikte ze even op de schouder van Alex:

“Alex, neem de rest van de dag maar vrijaf. Ik blijf thuis vandaag. Ik moet nog heel wat dozen uitpakken.”

Conny kwam uit de auto en ging de brede trap op naar de inkomhall. Ze had het kasteeltje kunnen kopen als een bouwvallige ruïne. De tuin was verwilderd vol netels en ze moesten zich een weg kappen tussen de braambessen. Ze had één van de beste architecten bij de hand genomen en na een jaar was het juweeltje naar haar zin. Ze had stijlvolle meubelen gekocht en haar meer persoonlijke goederen werden gisteren naar hier verhuisd. Die persoonlijke spullen wilde ze vandaag zelf uitpakken.

Niemand had het kassucces kunnen voorspellen. Haar boek werd vertaald en verfilmd. Het werd een topper in meer dan dertig landen. Het werd bekroond met een oscar. Ze kreeg de prijs van de beste debutant. Diep in haar achterhoofd wist ze wel dat het allemaal onrechtvaardig was en dat ze het manuscript eigenlijk gestolen had maar ze had geleerd om gedachten voor te stellen als een wand op wielen, ze duwde dan in gedachten de wand langzaam verder van haar weg en de zwarte gedachten rolden langzaam mee van haar af. Telkens ze flitslampen zag hoorde ze weer de zware stem van de uitgever:

“Je moet hier tekenen en de rest doen wij zelf. Je moet hier tekenen en de rest doen wij zelf. Je moet hier tekenen … tekenen…”

Dan zag ze in verbeelding de wand die ze dan traag en log van haar af duwde. Langzaam werd haar hoofd dan weer helder en vrij.

Conny nam de deurkruk vast en draaide haar hoofd naar de butler:

“Gaston, stuur Elvira maar, dan kan ze mij helpen met uitpakken.”

Conny ging binnen en zuchtte. Rondom haar stonden verschillende dozen, het koffieservies dat ze reeds zolang had bijgehouden, het lampje van haar schoonmoeder zaliger en waar ze zoveel ruzie om maakte. Corneel wilde het op de TV en voor haar was het alleen maar afkuis. Nu, dat Corneel er niet meer is kon ze het niet meer van de hand doen. Ze had iets goed te maken en daarom koesterde ze het alsof het Corneel zelf was. Naast de deur lagen enkele lakens op de grond en voor het raam stonden enkele perzikenkisten opgestapeld, de familiefoto’s en enkele kleine snuisterijen. Elvira kwam binnen en samen werd alles uitgepakt.

Conny rechtte haar rug en keek tussen de opgestapelde stoelen naar haar bastaardzoon in het deurgat.

“Hé Karel. Sta jij daar al lang?”

Karel zijn gezicht stond lichtjes bezorgd, toch was er een lichte tinteling in zijn ogen. Het was jaren geleden dat Conny die plezierige tinteling nog bij Karel gezien had. De dag dat zij hem betrapte met vrouwenkleren aan en dat zij verteld had dat zijn vader één van de vijf verkrachters moest zijn, was Karel steeds teruggetrokken en stil, en nu plots weer die pretlichtjes.

"Moeder," hij wachtte even, en dan haast onhoorbaar: "Ik heb een vriend."

Conny moest de woorden doorslikken.

“Elvira ga jij maar terug naar de keuken, ik laat je wel roepen als ik je nodig heb. En sluit de deur achter je.”

Ze richtte haar weer tot haar zoon:

“Kom binnen en doe jij ook de deur maar even dicht. Zo, jij hebt een vriend, proficiat.”

Haar stem klonk droog en kortaf. En dan met hoge stem:

“Ken ik hem?"

"Neen, dat denk ik niet. Ik heb hem leren kennen in het kapsalon."

Conny zag naar haar zoon maar gaf geen antwoord. Karel wreef met zijn klamme hand over de deurstijl en zoog de ijskoude lucht tussen zijn tanden. Haastig sprak hij verder:

"Hij komt uit een ander dorp. Lowie, zo heet hij, Lowie is vierenveertig. Hij is achttien jaar ouder dan ik."

Conny nam langzaam een mannenonderbroek uit een doos, keurde het en wierp het achteloos in een plastic zak.

"Vodden" mompelde ze.

"Ma, ik HOUD van hem en Lowie houdt ook van mij," riep hij tegen de rug van zijn moeder.

Conny draaide zich langzaam om en keek haar zoon streng aan.

"Ben je daar zo zeker van?" Vroeg ze terwijl ze haar kin omhoog stak.

"Ik voel het. Ik heb een speciale band met hem. Dat heb ik nog nooit eerder gevoeld. Een vaste band die precies nooit meer breken kan," enkele zweetdruppels blonken op Karels voorhoofd.

"Hij wacht in de auto, mag hij binnen komen? Hij wil kennis met je maken."

Dit was positief zijn lief wilde langs komen, maar waarom juist nu; ze was gisteren pas verhuisd en de kamer stond nog vol met ingepakte dozen en allerlei andere rommel.

"Karel nu toch niet, zie mij hier staan. In mijn vuile kleren. Ik stink naar het zweet."

"Moeder, dat deert hem toch niet," Karel helde lichtjes opzij en leunde weer tegen de deurstijl. Een diepe zucht ontsnapte aan zijn lippen.

"Hij blijft maar even, enkel goede dag zeggen en later kom jij bij hem op visite, met mij erbij natuurlijk," probeerde hij zijn moeder te overtuigen.

"Vooruit dan, maar trek het niet te lang want ik heb nog veel te doen."

Conny keek Lowie aan. Dat is nu het lief van onze Karel, dacht ze. Dat gezicht heb ik al eens ergens gezien, hij doet me aan iemand denken, maar aan wie? Een gedachten die in haar hoofd bleef hangen.

“Goed! Karel laten we zo afspreken, als alles aan kant staat kom ik samen met jou op visite bij Lowie." Conny was kortaf want zij wilde verder gaan met opruimen.

"Ik kom je wel helpen met uitpakken," zei Lowie heel gedienstig.

"Neen, niets van. Ik doe dit liever zelf, alleen."

Beide mannen namen afscheid van Conny, maar het gezicht van Lowie danste nog altijd voor haar ogen. Misschien kwam hij vroeger bij mij in de winkel, zette ze de gedachte van zich af.

            Twee weken later ging Karel met zijn moeder Lowie bezoeken. Conny had een nieuwe mantel gekocht en Karel had haar haar gewassen en opgestoken.

Lowie verwelkomde Conny en gaf haar een hand. Daarna kuste hij Karel op de mond. Bij het zien van die kus rolde een koude rilling over Conny haar rug.

Ze gingen met zijn drieën de huiskamer binnen. De koffie rook opbeurend. Conny zag snel even rond en het viel haar op dat alles netjes op zijn plaats stond. Geen vuile vingers op de gepolijste meubels en er hingen geen stofnetten in de hoeken, ook niet tegen de hoeken van het plafond. De kamer was smaakvol ingericht. Licht zonnig behangen en de levensbron, een olieverf van Jan Van Houtte gaf de sfeer en warmte alsof een open haard brandde. Aan de schouw hing zelfs een kruisbeeld. En dat verraste haar nog het meest. Nu pas drong het tot haar door dat homo’s ook naar de kerk gaan.

            Karel zat op de leuning van de zetel naast zijn geliefde. Onder hun gedrieën ontstond een rustige babbel. Het zou een ideaal koppel zijn, dacht Conny met weemoed, moest het niet zijn dat het twee mannen waren. Lowie haalde een fotoalbum uit de kast en men lachte duchtig om de bizarre foto's van vroeger. Nochtans zag Conny steeds iets langer dan normaal naar die jeugdfoto's van Lowie. Iets in haar knaagde, waar had zij dat gezicht nog gezien. Terwijl Karel in een onstuimige bui Lowie heftig omhelsde ging haar hand voorzichtig naar het album en trok ze een foto uit het boek. Behoedzaam liet zij de afdruk in haar tas schuiven.

"Sorry ma, onze omhelzing heeft toch niet gestoord, hoop ik?" Haar zoon had niets bemerkt. Hij dacht dat het ernstige gezicht van zijn moeder door zijn onbeheerst gedrag kwam.

"Geeft niet," antwoordde ze vlug, "ik ben het al een beetje gewoon."

Na het avondeten bracht Karel zijn moeder weer naar huis.

"Wel, wat vind je ervan, is hij geen schatje? Hij is toch lief en… hij is de baas van het kapsalon," zei Karel heel opgewekt.

Conny kneep haar handen dicht tegen elkaar. Lowies foto brandde in haar tas, snel antwoordde ze:

"Zeker, die eerste ontmoeting viel vrij goed mee. Ga nu maar naar huis, ik ben een beetje moe. Ik wil gaan slapen."

De deur was nog niet dicht of Conny had de foto van Lowie reeds vast. Aandachtig bekeek ze de zestienjarige knaap op de afbeelding. Ze stond op en nam de fotoalbum van karel zijn jeugd. De foto van Karel afgestudeerd op de kappersschool lei ze naast Lowies jeugdfoto. De gelijkenis was frappant. Hetzelfde smalle gezicht, de lichtjes gebogen neus, beiden hadden ze bruine ogen en dan die typische vooruitstekende jukbeenderen. Het kon een tweeling zijn, weliswaar met haast twintig jaar tijdsverschil. Wat is de werkelijke relatie tussen Lowie en haar zoon? Conny moest bij deze gedachten naar lucht happen. Kan het zijn dat Karel zijn vader gevonden heeft?

 



Geef hier uw reactie door
Uw naam *
Uw e-mail *
URL
Titel *
Reactie *
  Persoonlijke gegevens onthouden?
(* = verplicht!)
Reacties op bericht (0)



Inhoud blog
  • GEDICHTENBUNDEL
  • Dromen
  • Op naar mijn pensioen
  • Alles komt goed.
  • 7 Magere jaren
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Archief per week
  • 15/02-21/02 2021
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 17/08-23/08 2020
  • 03/08-09/08 2020
  • 27/07-02/08 2020
  • 20/07-26/07 2020
  • 13/07-19/07 2020
  • 25/05-31/05 2020
  • 18/05-24/05 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!