Bart zijn verhalen
verhalen voor alle lezers in quarantaine
15-05-2020
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 9. Raket met duizend gezichten.

Raket met duizend gezichten.

%%%FOTO1%%%

Deel 9

De zoon van Henk zaliger.

“De twee-eenheid wordt verheven tot een geheel waardoor het duidelijke zichtbare een ware evolutie doormaakt veroorzaakt door het verborgene.”

“Heb je weer ergens jeuk, zodat je weer staat te bazelen?” vraagt Yvette langs haar neus weg.

Francesco wou juist nippen aan zijn hete koffie, maar in plaats daarvan zet hij zijn tas voorzichtig terug op de tafel. “Het moet iets groots worden, iets unieks,” zegt hij zelfverzekerd, “bijna even wonderlijk als het wonder zelf.”

“En? Heb je al een titel?”

“Zeker: MOEDER EN KIND.”

“Ja, dat is echt uniek. Heel creatief die titel kennen we nog niet.”

“Och, de titel doet er niet toe het is de inhoud, zoals het kind in de moeder.”

Yvette is het zinloze gesprek beu en leest verder in haar boek, stopt plots, heft haar hoofd weer op en vraagt: “Is het dan niet eerder: MOEDER EN FOETUS?” “Och, het kan me niet schelen. Ik vraag het de moeder zelf wel,” antwoordt Francesco nonchalant.

“Je bedoelt Mieke toch niet? Heb jij soms toevallig iets met het vaderschap te maken? Ben jij soms de vader?”

Francesco loopt snel naar de deur en mompelt: “Voor jou een vraag en voor mij…” “Hij is het,” sist Yvette, “hij is de vader.” Op dat moment komt Mieke binnen.

“Ik heb zojuist Francesco gesproken,” begint Yvette onmiddellijk zonder te groeten. “Ook een goede morgen,” antwoordt Mieke en ze hangt haar sjaal op een stoel. “En wat heeft de “grootmeester” dan gezegd? Heb ‘ik en mijn kind’ daar misschien iets mee te maken?”

“Waarschijnlijk meer dan ik verwacht had”

“Ach Yvette, stop toch eens met dat vadergezoek. Nieuwsgierigen krijgen gewoon het deksel op hun neus, dat weet je. En trouwens je weet zelf heel goed hoe gemakkelijk men de verkeerde conclusie trekt.”

“Je ontwijkt het onderwerp maar ik vind mijn antwoord wel.”

Mieke zet zich aan de tafel en zegt kordaat: “Ik heb een beslissing genomen.” Yvette gaat ook zitten. “Ga je ons vertellen wie de vader is? Of ga je kortelings al trouwen? Wie is de gelukkige? Je hebt het hem toch al verteld of weet de sukkel nog niet dat hij vader wordt? Je wilt het toch niet alleen opvoeden? Een kind heeft zowel een vader als een moeder nodig.”

“Yvette! Het gaat over mijn woonst. Ik blijf zolang mogelijk in het huis van Henk wonen. Hopelijk tot na mijn bevordering.”

“Dat is verstandig, Als het lukt toch. Maar je weet, je bent altijd welkom bij ons.” Nestor en Jan komen slenterend de woonkamer in. Nestor vangt net de laatste woorden van Yvette op. “Ik begin deze week nog aan uw kamer en daarna doen we de kinderkamer.”

“Waar ga je die nog maken?” vraagt Yvette verwonderd. “De ganse boven is toch bezet?”

“Wij mannen trekken naar de zolder en het verdiep behoort aan de vrouwen en het kindje.”

“En waar blijft de vader dan?” vraagt Yvette weer terwijl ze aandachtig naar Jan kijkt. Maar Jan zit met zijn gedachten ergens anders. Hij heeft zelfs haar vraag niet gehoord. Nestor echter antwoordt met een gelukzalige glimlach. “We kunnen de kast natuurlijk als afscheiding tussen jou en het nieuwe koppel laten staan.” Het geluk in Nestor zijn ogen was Yvette niet ontgaan.

“Je doet maar, als de kersverse echtgenoot maar niet achter de kast komt piepen.

Want dan smijt ik hem door het venster, een verdiep lager.”

“Yvette je bent zo kregelig. Wees toch eens wat vriendelijker. De mensen hier zijn zo behulpzaam voor ons,” sust Mieke naar Yvette.

“De mensen, de mensen. Vertel liever wie de vader is. Ik word er gek van.” “Later, ik weet zelfs niet eens of ik wel een vader wil voor het kind. Nu eerst mijn woonst en de brief regelen.”

“Dus toch alleen opvoeden,” mompelt Yvette ontgoocheld. “Zo gaan we het nooit te weten komen.”

“De brief? Welke brief?” vraagt Jan zich plots in het gesprek mengend.

“De brief van Henk aan zijn zoon. Ik heb zijn adres al gevonden. “

“Geef maar hier, ik moet toch naar het dorp. Ik post hem wel.” Jan staat al recht om de brief aan te nemen.

“Dat is vriendelijk want ik moet helemaal aan de andere kant van het dorp zijn.” Mieke geeft de brief aan Jan en gaat samen met hem de gang in naar buiten.

“Nestor, je moet niet zeggen wie het is, gewoon ja of nee, weet jij al wie de vader is?” vraagt Yvette gemoedelijk terwijl ze haar boek weer in de handen neemt.

Nestor kijkt Yvette een tijd lang doordringend aan. “Yvette, denk jij nog wel eens aan iets anders? Leef jij nog voor iets anders of is het alleen maar detective spelen om de vader van Mieke haar kind te vinden? Ik ga de zolder opruimen, zodat de mannen naar boven kunnen verhuizen.”

“Je wilt ze zo snel weg, jij wilt terug naar Mieke, niet? Jij bent de vader. Ontken het maar niet.”

“Och, arme Yvette, je ziet spoken. Tot straks, ik ga naar de zolder. Je mag komen helpen maar als je blijft doorzeuren over die vader heb ik liever dat jij beneden blijft.” Yvette springt recht, stuurt een kwade blik naar Nestor en loopt met snelle pas de hof in. Daar ziet zij Francesco in de rommelhoek van Jan zoeken. Hij is de vader niet, besluit Yvette overtuigd, “Francesco denkt alleen maar aan kunst. Die heeft geen tijd voor de seks,” zegt ze half luidop.

Mieke gaat links en Jan gaat rechts de straat in. Enkele honderden meters verderop kijkt hij schichtig om, Mieke is intussen uit het straatbeeld verdwenen. De kust is veilig denkt Jan en haast zich terug naar huis. Langs achter sluipt hij binnen, recht naar zijn slaapkamer. Vlug schrijft hij een briefje, neemt een enveloppe en schrijft het adres over van de andere enveloppe. Hij scheurt de originele open en voegt de twee brieven in de nieuwe die hij behoedzaam dichtplakt. Hij wil terug de trap afsluipen maar hoort beneden een deur hard dichtslaan. Snel trekt hij zich terug. Ze mogen hem hier niet zien, de anderen moeten denken dat hij naar het dorp is. Hij wil liever niets uitleggen aan de andere inwoners van het pand. Als alles weer stil is waagt Jan zich terug de trap af maar dan komt net Nestor hoofdschuddend de gang in. Jan springt snel de kamer weer in en hoort hoe Nestor het zolderluik openduwt. Voorzichtig steekt Jan zijn hoofd naar buiten en ziet nog juist het achterwerk van Nestor door het luik verdwijnen. Wat gaat die daar zoeken denkt Jan even, maar gaat dan op zijn tenen snel de trap af, opent stilletjes de buitendeur en loopt gebukt de straat weer op.

“Francesco?” roept Yvette terwijl ze haar tred versnelt, maar op dat moment bedenkt ze zich en gaat ze weer langzamer lopen. Francesco gaat haar niets zeggen ook al weet hij iets. Ik moet het aan Xavier vragen, die kan ik wel ompraten.

“Ja, wat is er Yvette?”

“Niets, ik vroeg me af hoe ver je al staat met ‘Moeder en haar foetus’? Of is het nog een andere titel geworden?”

“Ik heb haar nog niet gesproken, weet jij misschien wanneer Mieke nog eens langs komt?”

Nee, dat is de vader niet anders zou hij wel weten wanneer zijn liefje langs zou komen, besluit Yvette in een flits en antwoordt: “Die komt vandaag niet meer die is op haar werk. Is Xavier in de galerij?”

“Konijntje? Neen, die is gaan winkelen, voor mij. Die komt pas vanavond terug.”

“Spijtig.”

“Waarom? Heb jij hem nodig?”

“Neen, niet echt. Maar nu Xavier er niet is moet je zelf in de rommel van Jan gaan zoeken. Pas maar op want Jan kan alle ogenblikken thuiskomen.”

“Bedankt voor de verwittiging. Ik dacht dat Jan zeker bij Mieke zou rondhangen.” “Bij Mieke? Neen, die is gaan werken dat zeg ik toch. Denk jij dat Mieke zijn kind draagt?”

“Och, Yvette zolang de hemel wolken heeft zal de wereld verscholen blijven, en zolang wij leven zullen wij raadsels moeten oplossen. In de abstracte fantasie moet de mens meewerken maar in de echte wereld moet de mens meestal gewoon afwachten tot de wolken wegtrekken, de zon de waarheid blootlegt en geheimzinnige raadsels opgelost worden.”

“Zie dat jij maar op tijd van die rommel weg bent want anders zal Jan wel eens een paar donderwolken boven uw hoofd lossen.” “Ik ben al weg, niets zeggen tegen Jan hé”.

In de galerij staat Francesco op een ladder en Xavier houdt die stevig vast. Een klein donker geverfd bakje hangt vastgespijkerd aan een reusachtig grote vierkante kist. Het kleine koffertje krijgt een rokje aangemeten. Een snaak van zeventien jaar slentert de galerij binnen. “Hé makkers doen jullie dat liever dan werken?” De twee mannen kijken niet eens op. “Wat is dat voor iets? Een aardappelbak met een tuttefrutkastje? En waarvoor dient die schort rond dat tuttefrutkastje? Om de aardappelschillen op te vangen misschien?”

“Jongeheer, jij beledigt mijn meester. Jij kunt maar beter weggaan.”

“Waarom zou ik weggaan? Ik kom gewoon iets vragen.”

Francesco draait zijn hoofd naar de snaak en bekijkt hem van boven tot onder. “Wij beantwoorden vragen niet met tekst en uitleg maar met een teken. Dit kunstwerk is een artistiek teken. Uit de doorbreking van elke contextuele referentie krijgt dit object een andere functie en dus ook een andere betekenis.”

“Wat is dat voor een quidam, die maat van jou?” vraagt De jonge man aan Xavier. “Mijn meester is geen zonderling figuur of quidam zoals jij in het Latijn komt te zeggen, hij is een grootmeester.”

“Och, konijntje laat hem toch,” sist Francesco tussen zijn tanden.

“Een quidam en een konijn. Een schoon stel zijn jullie. Jullie kunnen zo op de foor gaan staan.”

Dit was teveel voor Xavier. Woest laat hij de ladder los en springt naar de snaak. Een koord dat aan de ladder hangt strikt zich om zijn voet. Xavier struikelt en trekt de ladder mee. Francesco springt handig de ladder af maar het kunstwerk valt krakend op de grond. De grote kist valt als een hoop schroot uiteen. Francesco springt recht. “Eruit jij, buiten jij ongeluksbrenger. Ik wil je nooit meer zien.” De snaak springt snel achteruit, draait zich om en spurt zonder achterom te zien weer de straat op. Nestor die juist het poortje wil ingaan, wordt opzij geduwd, een selder wipt uit de mand en tomaten rollen over de grond. De jongeman verliest in zijn haast het evenwicht en valt. Nestor wil de man berispen om zijn wild gedrag maar als hij de angst in de

snaak zijn ogen ziet wordt hij milder. “Wat is er jongen wat kom je hier doen? Ik heb jou hier toch nog nooit eerder gezien of wel?”

“Ik ben hier ook nog nooit geweest maar ik heb een brief van iemand hier in dat huis gekregen en ik wil die persoon spreken.” “Een brief? Wie wil je dan spreken?”

“Er stond Mieke en verder alleen dit adres.”

Nestor vraagt zich af waarom Mieke dit adres had opgegeven. Toch laat hij de jongen langs de voordeur binnen.

In de woonkamer ligt Yvette op de zetel met een boek in haar hand. Nestor doet onmiddellijk teken aan haar dat er geen gevaar is tot herkenning. Yvette zucht opgelucht. Nestor licht haar in waarom de jongen langskomt.

“Zet je” moedigt Yvette de snaak aan. “Nestor geef hem eens een tas koffie en schenk voor mij ook maar in.” Nestor gaat gehoorzaam naar de keuken, vult de moor met water en zet die op het vuur. Hij neemt de lucifers, maar wordt opgeschrikt door Xavier die de keuken binnenstormt. “Weet je wat ons nu is overkomen” roept hij met luide stem. Vlak voor Nestor blijft hij staan. Nestor doet teken dat hij moet zwijgen maar Xavier is zo vol van het gebeuren dat hij gewoon doorraast. “Een nozem van weet ik waar komt zomaar onze galerij binnen en begint mijn meester uit te maken voor al het slecht dat je maar kunt denken. Daarna laat hij onze ladder vallen en het grootste kunstwerk aller tijden valt in stukken vaneen op de grond. Als ik die kerel ooit nog tegenkom wring ik zijn nek om.”

Francesco komt ook de keuken binnen en loopt gewoon langs de twee mannen om alsof er niets gebeurd, is maar in de deuropening stopt hij bruusk, zijn mond valt open van verbazing. Dit is de eerste maal dat Francesco sprakeloos is. Dit gaat zijn abstract petje te boven.

Nestor trekt Francesco ruw weer de keuken in en sluit de deur. Met zijn armen gekruist staat hij in dreigende houding: “Jullie hebben die jongen doodsbang gemaakt. Ik heb hem binnengehaald omdat hij eerst moet bekomen van zijn schrik en ook omdat hij een brief voor ons heeft.”

Francesco wordt nieuwsgierig naar wat die jongen komt doen en vooral wil hij weten wat er in die brief staat. “Rustig,” zegt hij, “goed dan, Xavier kalmeer nu maar. Dat kunstwerk was niet zo groots, het rokje had de verkeerde kleur. Vergeet het voorlopig maar en laat ons eens luisteren naar wat die jongen ons te vertellen heeft. Een kunstenaar mag nooit de klank van het woord over het hoofd zien.”

In de woonkamer zit nog steeds Yvette met de jonge snaak. De drie mannen komen de woonkamer binnen. Yvette merkt dat Nestor zonder koffie binnenkomt en vraagt spottend: “Krijgt de jongen geen koffie? Hij is toch oud genoeg hiervoor, hij is zeker al zeventien jaar, te zien aan zijn lengte, toch.”

De jongen die Xavier in de deuropening ziet veert als door een wesp gestoken recht en wilt snel weer naar de gang lopen, maar Nestor grijpt hem bij zijn arm. “Het is oké, Xavier zal je niets doen. Ga maar weer zitten.” Onzeker zet de jongen zich weer op de stoel.

Als oudste neemt Nestor de leiding en vraagt de snaak: “Wel jongen, vertel eens, hoe heet je en wat kom je doen? Je sprak van een brief, wat is er met die brief? Hoe kom je aan ons adres? En…”

“Nestor!” komt Yvette tussen, “overstelp die jongen niet met vragen. Hij krijgt al geen koffie, dat is al erg genoeg.”

“Laat maar,” zegt de jongen, “ik ben Dennis. Gisteren stak deze brief bij ons in de bus en als afzender stond jullie adres.”

“Staat er dan iets in die brief dat je niet begrijpt? Staat er een naam in van de afzender?”

“Alleen een voornaam, Mieke.”

“Dan moeten wij je teleurstellen, hier woont geen Mieke. Maar er komt regelmatig wel een Mieke hier over de vloer. Misschien komt de brief wel van haar?”

“Er zitten twee brieven in de envelop, elk met een verschillend handschrift. Op één van de brieven staat duidelijk dat ik hier naartoe, dit adres hier, moest komen.” “Ik vrees dat je eens moet terugkomen als Mieke hier is. Ofwel naar Mieke haar thuis gaan. Kom je van ver?”

“Toch twee uur; eerst een bus dan een tram en dan nog wat te voet. Ik vond het eerst niet zo goed. Jullie wonen nogal afgelegen.” “Kunnen uw ouders je niet brengen?”

“Mijn vader is overleden.”

“Oh. Innige deelneming.”

“Och, ‘t is niet erg. Ik heb mijn vader toch nooit gekend”

“En uw moeder?”

“Mijn moeder, daar wil ik het niet over hebben. Ik zie haar niet zoveel.”

“Weet ze toch dat jij hier bent, dat ze niet ongerust moet zijn?”

“Als ik al eens wist waar zij momenteel is, dan kon ik het haar zeggen.”

“ Ja, maar uw moeder moet dat toch allemaal niet aan jou vertellen.”

“Ik wil eigenlijk niet over mijn moeder praten, ik kom voor die brief. Kan ik niet wachten op Mieke?”

“Die kan nog wel even wegblijven. Maar Xavier kan je wel naar huis brengen.”

“Xavier?” Dennis kijkt argwanend naar Xavier. “Dat is hij toch? Niet?”

“Wees gerust, Xavier is niet zo een kwade, maar hij was wel wat verschoten van je opkomst.”

“Ja, ik was misschien wel wat onbeleefd.”

“Kom, zand erover, ik breng je naar huis en we zeggen tegen Mieke dat je hier bent geweest.”

“Liever niet, mijn huis is… geen thuis. Ik wacht liever.”

“Maar jongen het is zo etenstijd en…”

“Nestor, die jongen blijft hier eten, zet maar een bord bij.”

“Dat hoeft niet mevrouw, ik….”

“Niets van, het zijn aardappeltjes met broccoli en varkenskarbonaden. Of lust je dat niet?”

“Jawel, graag, het is eeuwen geleden dat ik gekookt eten geproefd heb. Mag ik even naar het toilet, dat is ook al een tijd geleden.”

Nestor wijst de jongen het toilet en als Nestor terug in de eetplaats komt fluistert hij: “Ik denk dat die jongen echt honger heeft.”

“Dennis is verwaarloosd door zijn ouders, verlaten door zijn vader en zijn moeder laat hem aan zijn lot over. Ze is misschien wel aan de drugs.”

Francesco is niet echt overtuigd. “Is het wel allemaal waar wat hij zegt. Jonge mannen overdrijven gemakkelijk en thuis is het nooit goed. Hun vrienden krijgen alles maar zij mogen nooit wat en krijgen steeds te weinig.”

“Amaai, Francesco en dat zonder ingewikkelde hoogdravende woorden? Je begint je aan te passen. Pas op, straks gaat zelfs Jan je nog verstaan.”

“Ho ho, niet overdrijven, ik ben mijn abstractie nog niet vergeten. De spirituele kracht zal pas ruilbaar worden als de taal in de juiste context wordt geplaatst.”

“Lap, hij begint weer. Had maar gezwegen, Yvette. Hij was nu juist goed bezig. Hij was verstaanbaar. Maar nu we het erover hebben, waar is Jan eigenlijk?”

“Wie ben jij en wat kom jij hier doen?” De mannen in de eetplaats horen hoe Jan tegen Dennis tekeer gaat.”

Yvette springt recht: “Vlug Nestor, voordat Jan de jongen opnieuw buiten gooit.” “Jan laat die jongen maar, hij is op bezoek bij ons, hij komt voor Mieke.” Nestor richt zich weer tot Dennis. “Dennis dit is Jan, kom maar binnen we gaan zo dadelijk eten.

Jan weet jij of Mieke vanavond nog langskomt?”

“Mieke? Ja, ja die moet nog wat bespreken met mij.”

Nestor kijkt vragend naar Jan, maar deze gaat gewoon verder de eetplaats binnen.

Terug binnen kan Nestor het niet nalaten om te zeggen: “Dennis kan gerust wachten,

Mieke komt nog langs want Jan heeft nog iets dringends te bespreken met haar.” Waarop Yvette plots wat rechter gaat zitten. “Nu ga ik een bord bijzetten, we zijn volledig, dan kunnen we gaan eten.”

                        Onder het eten vraagt Dennis: “Zijn jullie allemaal familie?”

“Neen Dennis,” antwoordt Yvette, “we zijn allemaal vrienden onder elkaar. Behalve

Francesco en Jan. Die zijn als water en vuur.”

Jan mompelt iets onduidelijk tussen zijn tanden en Francesco schept nog een aardappel op.

              Na het eten wil Dennis, ondanks de protesten van Yvette, helpen met de afwas. Hierdoor steelt de jongen onmiddellijk het hart van Yvette.

Ze zitten met zijn allen rond de tafel bij een tas koffie. Nestor wil juist zijn betoog beginnen over papieren filters en een echte koffiebeurs als Mieke binnenkomt. Van het betoog van Nestor bleven de anderen gelukkig gespaard.

 

 

 

 

 

.

 



Geef hier uw reactie door
Uw naam *
Uw e-mail *
URL
Titel *
Reactie *
  Persoonlijke gegevens onthouden?
(* = verplicht!)
Reacties op bericht (0)



Inhoud blog
  • GEDICHTENBUNDEL
  • Dromen
  • Op naar mijn pensioen
  • Alles komt goed.
  • 7 Magere jaren
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Archief per week
  • 15/02-21/02 2021
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 17/08-23/08 2020
  • 03/08-09/08 2020
  • 27/07-02/08 2020
  • 20/07-26/07 2020
  • 13/07-19/07 2020
  • 25/05-31/05 2020
  • 18/05-24/05 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!