Bart zijn verhalen
verhalen voor alle lezers in quarantaine
18-05-2020
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 1. Raket met duizend gezichten.

Raket met duizend gezichten.

%%%FOTO1%%%

Deel 11

Een persoon vermist.

 

 

Iedereen is druk in de weer. Mieke schuimt advocaten en notarissen af om alle mogelijkheden uit te zoeken, Jan en Yvette surfen op internet, de twee kunstenaars gaan haast ieder dag naar de bibliotheek en Nestor bezoekt mensen die ooit voor iets dergelijks geprocedeerd hebben. Toch worden Mieke en haar toekomstig kind niet vergeten. Iedereen helpt mee aan het inrichten van een kinderkamer. Behalve

Jan, en dat was Yvette al snel opgevallen. Daarom spreekt zij hem daar op aan, “Jan waarom help jij niet mee aan de kinderkamer?”

Jan staat verward recht, mompelt zoiets van: “Ik heb nu geen tijd,” en loopt haastig de kamer uit.

Zulk een antwoord maakt Yvette nog nieuwsgieriger, maar ze moet voorlopig op haar honger blijven zitten. Dan zal hij zeker de vader niet zijn besluit ze en roept naar Jan: “Hé, Jan wacht eens even, waar moet jij zo dringend naar toe?”

“Ik ga met Dennis naar zijn thuis, dat doe ik toch alle dagen, gewoon om te zien of er geen post is van de notaris, gewoon even controleren. Ik moet me haasten want Dennis wacht buiten al op me.” Met lange pas loopt hij de gang uit.

“Ja, dat kan,” peinst Yvette, “het kan natuurlijk dat hij zijn tram moet halen, maar dat zegt nog niets waarom hij niet meehelpt met de kinderkamer. Anders is hij altijd bezig als een handige Harry en nu? Raar is dat. Of zou het kunnen dat hij niet mag helpen, omdat hij zo handig is, het duurt met hem misschien langer dan zonder hem. Aan wie zou ik dat kunnen vragen?”

              Enkele uren later komt Jan met Dennis weer thuis. Yvette staat hem al op te wachten. Maar voor ze iets kan zeggen begint Jan al: “Weer niets, weer geen bericht van de notaris, dat is nu al drie weken. Maar weet je wat ons wel opgevallen is: Dennis zijn moeder was er niet en gisteren en eergisteren ook al niet. De post lag nog ongeopend op de tafel. Drie flesjes bier staan er ook al drie dagen onaangeroerd op tafel.”

“Dat de post er nog ligt en dat ze toevallig niet aanwezig is op het moment dat jullie daar zijn dat bewijst niets, maar dat bier, die flesjes bier, dat die er onaangeroerd drie dagen lang staan, dat klinkt verontrustend. Zou haar iets overkomen zijn? Moeten we haar niet als vermist aangeven?”

“We wachten tot Mieke hier weer is, dan vragen we haar wat het beste is. Zij werkt niet voor niets bij de sociale dienst.”

“Een goed idee, ik breng de anderen op de hoogte zodat ze paraat kunnen staan indien we ze nodig hebben.”

“Nodig hebben? Waarom zouden wij de anderen nodig hebben?”

“Een zoekactie, misschien, wie weet wat is haar overkomen?”

“Ja, ik zou zeggen, zonder haar zijn er veel problemen opgelost, maar zo mogen we niet denken, een mens in nood moet geholpen worden, ook al kan dat voor je zelf nadelig worden.”

“Jij bent een goed mens, Jan, een mens met een groot hart.”

“Kom Yvette, jij hebt eraan gedacht, ik volg jouw raad alleen maar op.”

“Kijk, als je van de duivel spreekt, daar komt Mieke juist de werf op. Ik roep de anderen dan kunnen we samen overleggen wat ons te doen staat.”

“Hopla, weeral vergaderen, zo kan ik evengoed gaan werken bij een baas, daar moet je ook altijd vergaderen.”

Maar Yvette hoort de opmerking niet, want ze was al weg, op zoek naar de anderen.

Mieke ziet Jan met Dennis staan. “Wat waren jullie zo druk aan het bespreken? Ik kom hier aan en Yvette holt als een bezetene weg. Waren jullie soms over mij aan het roddelen? “

“Bijlange niet, ik kom juist van Dennis zijn thuis en er was nog steeds niets van de notaris. Waarom duurt dat zo lang eer we iets horen van hem!”

“Och, de notaris moet alle pistes onderzoeken, eventuele erfgenamen opzoeken en verwittigen, wie weet is er een testament en wat staat daar misschien wel niet in. De schulden op de eigendommen moeten uitgeklaard worden, en wie weet welke eigendommen er allemaal zijn?”

“Kom mee naar binnen, we moeten nog maar eens vergaderen.”

              Yvette leidt de vergadering in waarop Mieke resoluut beslist om de politie in te lichten. “We moeten zo snel mogelijk de politie inlichten; ik zal dat zelf wel doen.”

“En child focus ook” roept Francesco.

“Child focus is voor vermiste kinderen, de moeder van Dennis is toch geen kind”.

“Jij kunt ook beter bij uwe abstracte rommel blijven, daar valt het niet op dat je stommiteiten doet of zegt.”

“Och, Jantje, jij kent niet eens het verschil tussen kunst en kitsch.”

“Neen, jij wel dan misschien?”

“Ja, kunst is….”

“Zwijg maar al!” roept Nestor verontwaardigd, “stop nu eens met dat geruzie altijd.” Mieke neemt weer het woord: “Bij eventuele zoekactie stel ik voor om alvast zes man aan te bieden om mee te zoeken. “Zes maar?” vraagt Xavier verrast, “we zijn toch met zeven, met Dennis en jij erbij.”

“Dat weet ik maar Yvette blijft beter ondergedoken en zeker als de dienst vermiste personen er bij betrokken is.”

              Die morgen daarop staan een patrouille politiemannen en enkele vrijwilligers klaar om de zoekactie te starten. Buiten zes man is er niet veel volk komen opdagen. Een vergeten en verlaten mens opsporen is geen sensatie genoeg. Jan loopt steeds dicht bij Dennis. Hij hoort hem steeds maar opnieuw uit om de verborgen schuilplaatsjes van zijn moeder te weten te komen. Echter zonder resultaat, een ganse dag zoeken zij zonder ook maar één spoor. Dit is echt verontrustend. Ontmoedigd en moe gaat de groep weer naar huis, morgen is er weer een dag. Onderweg blijft Jan honderd meter achter, in gedachten verzonken volgt hij de anderen, er broedt iets bij hem. Thuis gaat hij recht naar Yvette. “Yvette, weet jij nog de dag dat ik je gevonden heb, voordat we hier belandden, weet jij nog waar jij je zou verstoppen?”

“Wacht, het rattenkot, dat was zo een stenen kotje, begroeid met wilde struiken en netels. Ik had zelf een gangetje door de wildernis gemaakt, als ik daar was blijven zitten had jij mij nooit gevonden.”

“Zou je dat nog terugvinden?”

“Misschien wel, ik weet in elk geval in welke buurt dat was. Wacht eens dat is ergens in velden achter Dennis zijn huis.”

“Zou het waar kunnen zijn, zou zij die schuilplaats ook kennen? Zou ze daar zitten?”

“Tot waar hebben jullie gezocht, jullie hebben daar toch alles afgekamd?”

“Tot aan de spoorlijn, zeker tien km naast de spoorlijn.”

“Oh maar het rattenkot is over de spoorlijn, ongeveer een km verder.”

“Kom doe een jas aan, we nemen een pillicht mee en we gaan zoeken.”

“Kan dat niet tot morgen wachten, dan is het licht.”

“Jij alleen weet de weg, en jij moet ondergedoken blijven. Laat ons nu gaan; ik zal je niet verraden, als we de vrouw vinden zeg ik wel dat ik niet kon slapen en weer gaan zoeken was. Daarbij iedere minuut kan belangrijk zijn voor haar.”

“Goed je hebt mij overtuigd. Maar hoe geraken we ginder, er is op dit late uur geen openbaar vervoer meer.”

“We moeten het aan Xavier vragen. Die heeft nog ergens een chique auto staan. Als hij er Mieke mee kan vervoeren dan kan hij ons ook wel eens wegbrengen. Hij kan jou dan ook weer snel terugbrengen als het moet. Ik zorg wel dat er geen argwaan komt. Trouwens de politie zal blij genoeg zijn, dat deze zaak geklasseerd kan worden.”

Xavier is snel overtuigd, die zoekactie lag hem toch al niet. Nu een beetje avontuur vind hij wel spannend. Zodoende rijden ze met drieën naar het dorp van Dennis zijn thuis. Ze laten de auto in een verlaten straat achter en trekken gewapend met een pillicht de wildernis in. “Kijk hier loopt een pad, laten we dat volgen,” merkt Xavier op.

“Goed idee,” antwoordt Yvette “het is de richting naar het rattenkot.”

Na tien minuten het spoor gevolgd te hebben. “Kijk daar, daar is het rattenkot,” fluistert Yvette de anderen toe. Jan vraagt zich af waarom mensen in het donker steeds beginnen te fluisteren.

In het donkere rattenkot ligt een vrouw, één hoopje ellende, onder een deken. Jan springt onmiddellijk toe en voelt in haar hals. “Haar hart klopt nog, ik bel de ambulance, gaan jullie maar terug en bedankt.”

“Zeg Jan, is zij het? Jij hebt haar toch al eens gezien?” Jan schijnt even met het pillicht in de vrouw haar gezicht. “Het zou kunnen, ik heb haar maar even gezien. ik moet in elk geval de honderd bellen. Maak maar dat jullie wegkomen. Ik vertel het straks wel allemaal.”

Yvette en Xavier lopen snel weer door het wegeltje in de donkere wildernis. “Ik had ook een pillicht moeten meenemen, straks lopen we nog verloren, of verongelukken we nog,” moppert Yvette.

“Och, de ambulance is dan nooit ver weg,” schertst Xavier, “maar wacht ik heb een lichtje op mijn gsm, het is niet veel maar toch beter dan niets.”

“Ik ben toch blij dat je mee bent gegaan, ik zou in mijn broek doen van angst, denk ik. Het is hier zo donker als een hel. Oef eindelijk, de maan komt achter de wolken, we krijgen een beetje licht. Hé, daar loopt het pad, daar rechts, we lopen naast het pad. We zijn niet echt ver afgeweken maar in het donker is men snel verdwaald en ik zou niet graag op de politie botsen nu, wat moet ik hen vertellen. Ik maak hier een avondwandeling misschien? Oh, hoor de sirenes, ze zijn er al. Vooruit rap Xavier, nog tweehonderd meter.” Gebukt lopen ze snel verder. Buiten adem komen ze aan de auto, snel springen ze erin en met gedoofde lichten rijden ze de straat uit.

Wat nu met Dennis

 

 

De hele nacht blijft Jan weg. Tegen halfzeven komt hij doodvermoeid thuis. Xavier had de avond tevoren de anderen op de hoogte gebracht, met de nodige commentaar van Yvette natuurlijk. Eerst wilden ze allen wachten op Jan maar omdat die om half drie nog niet aangekomen was, besloten ze om toch maar naar bed te gaan en de morgen af te wachten. Ze lagen meer wakker dan in slaap en wanneer Jan die morgen binnenkomt zijn alle krakers in de kortste tijd beneden. “Vertel op Jan, hoe is het afgelopen?” vraagt Yvette onmiddellijk maar Nestor zegt: “Wacht toch even Yvette, zie je niet dat Jan uitgeput is. Ik zet hem eerst een bakje koffie, zo een goed oude met een koffiebeurs als op grootmoeders wijze.”

“Vergeet de bitterpeeën niet,” roept Yvette hem smalend achterna. “En?” vraagt ze onmiddellijk aansluitend aan Jan.

“Eerst de koffie, want die zullen jullie allemaal wel kunnen gebruiken nadat jullie dit verhaal gehoord hebben.”

Uiteindelijk komt Nestor met de koppen en een pot dampende koffie. “Die geur van die koffie, dat is toch één van de zeven heerlijkheden,” zegt Jan snuivend met zijn neus.

“Kom Jan drink die koffie en vertel op man, ik zit op hete kolen,” jut Yvette Jan weer op.

“Yvette je bent hier de enige vrouw, maar dat moet je nu toch niet gedurig laten opmerken,” spot Xavier.

“Och, zie hij daar, precies of jij wilt niet weten hoe het afgelopen is. Als ik je niet had tegengehouden was je nog teruggereden om zogezegd Jan te gaan helpen. Uit curiositeit ja, je kon toen al niet wachten”

“Dat is niet waar, ik maakte me zorgen om Jan”

“Nu ineens ben je bezorgd om Jan, ander zou je hem…”

“Yvette en Xavier hou op; zo komen we nooit iets te weten, laat Jan nu maar zijn relaas doen.“ Nestor moet weer maar eens tussenbeide komen.

Jan kucht: “Eerst Xavier bedankt voor je bezorgdheid en ook omdat je ons geholpen hebt en Yvette jij natuurlijk ook. Het gaat immers allemaal om onze Dennis. Trouwens Dennis, ik weet, je relatie met uw moeder is niet zo best, dat weten we allemaal maar het gaat echt niet goed met haar.” “Dus ze leeft nog?” kwam Yvette er weer tussen.

“Yvette, laat me het uitleggen en probeer even te zwijgen en te luisteren. Toen jullie weg waren kreeg ik weer telefoon van de hulpdiensten, zij vroegen mij om naar de straat te gaan en ze dan te begeleiden naar het rattenkot. Dat was niet zo simpel, want jullie waren nog niet ver genoeg weg en ik moest het wat trekken. Ik gaf daarom een andere straat op en vijf minuten later belde ik terug dat ik mij vergist had en dat ik op de straat op hen zou wachten. Zij kwamen met een brancard en samen liepen we door het bos naar het rattenkot. In het rattenkot hebben ze haar de eerste zorgen toegediend en zuurstof gegeven. Daarna legden ze haar op de brancard. Intussen was de politie daar ook, ik mocht mee naar het ziekenhuis, maar moest me daarna melden op het politiekantoor. Een verpleger raadde mij aan om eerst naar het politiebureau te gaan, want de spoedbehandeling zou wel even duren. Zodoende reed ik samen met de politie mee. In het kantoor vroegen ze hoe ik haar gevonden had. Ik vertelde hen van de zoekactie die morgen, en dat ik niet kon slapen, ik ging wandelen, en ik herinnerde mij dat rattenkot van mijn kindertijd. Haastig liep ik erheen en zag de vrouw liggen. Ik begreep onmiddellijk dat het hier om dezelfde vrouw ging en waarschuwde de hulpdiensten. Het klonk allemaal normaal en ze waren blij dat de vrouw gevonden was, dus vroegen ze geen verder uitleg. De agenten brachten mij naar het ziekenhuis, daar moest ik bijna drie uur wachten eer een dokter mij te woord stond. Ik vertelde hem dat haar zoon bij mij thuis was, daarom kon hij mij ook meer vertellen. Ze hebben haar een maagspoeling toegediend want ze had een alcoholvergiftiging en drugs in haar maag, een uur langer in het rattenkot zou voor haar fataal geweest zijn. Momenteel ligt ze nog op de intensive care, alleen Dennis mag haar bezoeken, en dan nog niet te lang.”

“Och, arme Dennis,” opperde Yvette “je moet maar geboren worden met zo een moeder. Je weet Dennis wij staan allen achter jou. We hopen het beste voor je moeder, misschien is dit een les voor haar en zal ze zich beteren.”

Dennis heft even zijn schouders op. “Dit is de eerste keer niet, dat zij zo in het hospitaal terechtkomt. Binnen de kortste keren hervalt ze weer en indien ze aan de erfenis kan zal ze zich zeker niet inhouden.”

“Arme Dennis” troost Yvette hem.

De deur gaat open en Mieke komt binnen. “Wat is er met Dennis? Waarom arme

Dennis?”

Yvette doet opnieuw de uitleg, zij vertelt ook hoe erg zij het vindt voor Dennis.

“De politie zal haar ondervragen en er zal een rapport opgemaakt worden. Het kan zijn dat haar moederrechten ontnomen worden. Dat is nog gebeurd in het verleden.”

“Wie wordt er dan voogd?” vraagt Nestor bezorgd.

“Dat bepaalt de jeugdrechter, ik kan wel eens informeren wat de voorwaarden zijn.”

“Zou jij dan eventueel voogd kunnen worden? “ vroeg Jan met tranen in zijn ogen. Dennis kwam nu echt rechter zitten, dit gesprek had hij niet verwacht.

“Ik weet niet of Dennis dat wel wil, zou je dat willen?” vroeg Mieke dan hoopvol aan Dennis.

“Dat zou de eerste mooie dag in mijn leven zijn. Ooit een echte moeder hebben, dat was voor mij zelfs te mooi om nog maar van te dromen.”

“Natuurlijk, een alleenstaande vrouw en dan nog in verwachting is niet onmiddellijk de beste partij, het zou beter zijn dat ik ook getrouwd zou zijn, daarom vraag ik nu aan de vader van mijn kind: Jan wil je met mij trouwen? Ik weet dat het allemaal niet zo romantisch is en dat de man normaal dit moet vragen maar in deze moderne tijd en de huidige omstandigheden moet dit wel kunnen.”

Yvette valt haast van haar stoel en met open mond staart ze Jan aan.

Jan staat recht en omhelst Mieke. “Natuurlijk wil ik dat,” antwoord hij stilletjes maar toch hard genoeg zodat iedereen het kan horen.

Dennis springt recht. “Ik krijg een echte vader en een echte moeder, of wil jij mij niet adopteren? “ vraagt Dennis angstvallig.

“Natuurlijk jongen, ik vond je altijd al een toffe gast. Maar daar hebben wij de toestemming van uw moeder voor nodig en dat zal zij ons niet geven vrees ik.”

“Ik ga een beeld maken voor jullie trouw met als titel: “DE NIEUWE OUDERS,” roept Francesco enthousiast die tot hiertoe alleen maar gezwegen had.

“Oh ja een goed idee, zo een man met lange oren, dan kan je konijn model staan,” grapt Jan.

Na al de emotie van de laatste uren doen de twee kunstenaars maar alsof ze niets horen. Zachtjes staan ze op, kloppen Dennis bemoedigend op zijn rug en verlaten de kamer, recht naar de rommelhoop van Jan.

 

 

 

 

 

.

 



Geef hier uw reactie door
Uw naam *
Uw e-mail *
URL
Titel *
Reactie *
  Persoonlijke gegevens onthouden?
(* = verplicht!)
Reacties op bericht (0)



Inhoud blog
  • GEDICHTENBUNDEL
  • Dromen
  • Op naar mijn pensioen
  • Alles komt goed.
  • 7 Magere jaren
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Archief per week
  • 15/02-21/02 2021
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 17/08-23/08 2020
  • 03/08-09/08 2020
  • 27/07-02/08 2020
  • 20/07-26/07 2020
  • 13/07-19/07 2020
  • 25/05-31/05 2020
  • 18/05-24/05 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!