Bart zijn verhalen
verhalen voor alle lezers in quarantaine
27-05-2020
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.7 Argeloos zwijgen

Argeloos zwijgen.

 

%%%FOTO1%%%

 

HET ORGELMEISJE.

 

‘Kweek jij zelf deze appels?’ Ria wees naar een mand gevuld met mooie rode appels.

‘Ja, de boomgaard onderhouden en het fruit kweken zijn mijn twee grootste taken.’ Antwoordde broeder Franciscus met een zekere fierheid. ‘Ik besteed heel wat tijd in de tuin, zeker in de nazomer. Voor het plukken van de appels heb ik echter hulp van mijn medebroeders.’

‘Heb jij nooit last van ongedierte?’ Vroeg Ria dan weer en zonder op antwoord te wachten: ‘Ooit kwam ik bij een tuinierster, haar specialiteit waren rozen. Zij weet heel wat van bijvoorbeeld de bladluis. Is de appel geen familie van de roos?’

Broeder Franciscus zuchtte eens: ‘Och ja, we hebben wel eens jaren dat de oogst minder lukt door maden in de appels, wij trachten die dan op een biologische manier te bestrijden maar dat is niet altijd even eenvoudig.’

‘De tuinierster waarvan ik sprak’ ging Ria weer verder: ‘Is bezig met een boek over ‘bladluizen en de bestrijding ervan’ te schrijven. Indien je wilt bezorg ik jou een exemplaar.’

‘Dat is heel vriendelijk’ knikte de broeder: ‘wat kan ik voor je doen? Of kwam je naar hier om over appels te praten?’

‘Laat me eerst van uw kaas proeven en vertel me dan eens waarom een toekomstig advocaat met zeer goede referenties plotseling werkbroeder wil worden?’

‘Jezus zelf zegt wie zich vernedert zal verheven worden.’ Zei de man terwijl hij haar de schotel met kaas toeschoof.

Ria sneed met het mesje een kubusje af, dopte het in de mosterd en stak het in haar mond. Zij deed het langzaam en beheerst. Zij koos haar woorden voorzichtig en dacht: Waarom zeg je de waarheid niet, jij mocht toch niet liegen, of is iets verzwijgen dan geen leugen misschien?

Zachtjes begon Ria te neuriën, het liedje dat ze zo vaak gehoord had uit de mond van zuster Marlies. De broeder neuriede zonder het zelf te beseffen mee. Hij merkte niet eens dat Ria hem aandachtig in ‘t oog hield. Zag zij daar geen traan glinsteren? Ze zag hem recht in de ogen en nam zijn handen in de hare.

‘Jij kent haar,... jij kent Vera’ zei hij met schorre stem. ‘Waar is ze? Is ze gelukkig? Is ze getrouwd en heeft ze kinderen?’

‘Rustig maar broeder ik zal je alles vertellen, maar beloof mij dat jij mij dan ook alles verteld.’

De man knikte toestemmend.

‘Zuster Marlies of Vera zoals jij haar kent heeft tot haar vijfentwintigste op jou gewacht. Zij heeft bij iedereen gevraagd naar U. Maar het was voor haar alsof je van de aardbodem verdwenen was. Totdat zij een bericht las in de krant: -een veelbelovend advocaat verkiest te werken als broeder in een klooster in plaats van te pleiten voor beschuldigden.- Het stak als een mes in haar hart. Zij begreep: die veelbelovend advocaat was haar Freddy. Zij was volledig ontmoedigd en de dag nadien is zij in het klooster gegaan.’

De broeder zat met zijn hoofd in z'n handen, zijn ogen waren rood omrand. Zachtjes begon hij te praten: ‘Ik was opgenomen als wees bij pater Abraham. Toen ik achttien was zag ik haar voor het eerst, of liever hoorde ik haar zingen, een kristalheldere stem als van een engel door God gezonden. Nieuwsgierig kwam ik kijken en zag plots in de mooiste ogen die ik ooit gezien had. Ik voelde mij aangetrokken tot haar vanaf dat eerste moment. Wekelijks kwam zij repeteren op het orgel en elke keer maakte ik me vrij om haar te kunnen ontmoeten. Zelfs pater Abraham merkte het. Op een avond riep hij mij bij zich: -ik weet dat jij een oogje hebt op Vera, deze liefde is echter onmogelijk. Om redenen die ik je later zal uitleggen. Jij moet hier zo snel mogelijk vandaan. Zij moet jou vergeten. Dit kan alleen maar door te verdwijnen voor haar. Zij is nog zeer jong en zal er wel over heenkomen. Ik heb jou ingeschreven voor een studie in Californie. Er is daar een abdij van onze orde, je kunt er gratis in de abdij verblijven, totdat uw studies voorbij zijn. Jij, Freddy, daar in een vreemd land maakt nieuwe kansen. Het is voor beide beter zo. Er wacht reeds een taxi op u. Neem het hoognodige, de rest krijg je wel in het klooster. Later leg ik Vera alles uit.-

Enkele weken na mijn vertrek kreeg ik een brief van pater Abraham, het was het laatste dat ik van hem vernam. Hij was reeds gestorven vooraleer de brief bij mij in Californie was aangekomen.’

Even bleef de broeder stil. Daarom vroeg Ria: ‘Heeft hij iets over jullie geschreven in die brief.’

‘Hier is hij ik draag hem altijd bij me, lees hem maar’

De reportster nam de brief aan en las hem hardop voor. ‘-

Beste Freddy wanneer je deze brief leest ben ik er misschien niet meer, God zal mij weldra tot hem roepen. Toch wil ik het geheim niet mee in mijn graf nemen. Jij bent de man, dus jij moet je sterk houden en Vera behoeden voor onnodig leed.

Uw moeder en de moeder van Vera waren jeugdvriendinnen. Bertje, uw moeder, verhuisde naar het zuiden van Frankrijk. Beide vriendinnen schreven elkaar regelmatig, maar konden elkander niet meer ontmoeten. Geen van beiden had het geld of de mogelijkheid de verre reis te ondernemen.

Bertje, uw moeder, kreeg kennis en huwde met een man van de streek. Een bakker van beroep. Enkele jaren later, je was reeds geboren, werd er afgesproken dat Frieda, die later de moeder van Vera zou worden, op bezoek zou komen. Toen zij de bakker zag werd zij op slag verliefd. Frieda was een alleenstaande vrouw en niet onknap. Toch wilde zij haar vriendin niet verraden. Op een dag echter gebeurde toch wat niet uit kon blijven, en ongelukkig genoeg werd Frieda zwanger. De bakker zou het nooit geweten hebben maar er kwamen verwikkelingen en Frieda stierf op het kraambed. Het kind, Vera, uw Vera kon gered worden. De bakker begreep al heel snel dat dit zijn dochter was. Hij hield echter nog van zijn vrouw en was radeloos. Hij kwam bij mij om raad. Ik zorgde voor een heel goed weeshuis voor Vera. Hij heeft haar slechts eenmaal mogen bezoeken, want amper drie weken na de dood van Frieda was een lawine de oorzaak van de dood van uw ouders. Ik nam je bij mij in huis. Het noodlot bleef jullie echter achtervolgen en dreef jullie naar elkaar. Wie kon vermoeden dat jij verliefd zou worden op uw halfzuster. Zij had talent, dat had zij van haar moeder. Ik wilde haar helpen en leerde haar de muziek. Zij kwam bij mij oefenen en daar ontmoette ze jou. Ik vergat dat jullie jong bloed waren. Vergeef mij deze onoplettendheid. Omdat jullie familie zijn kunnen jullie niet huwen, zij is uw halfzuster. – ‘ Ria legde de brief op tafel en zag dat broeder Franciscus met zijn hoofd lichtjes gebogen naar zijn handen keek. In zijn handen glinsterde een paternoster. Zijn lippen prevelden een gebed. Ria was volledig ontdaan. Wie had ooit gedacht dat Freddy en Vera dezelfde vader zouden hebben.

Broeder Franciscus had de hele tijd gezwegen, en keek alleen nog maar naar de grond. Gebroken bracht hij uit: ‘Ik wist niets meer van haar, al denk ik nog dagelijks aan Vera. Ik wist niet dat zij in het klooster was gegaan om mij te kunnen vergeten.’ Weer zweeg hij.

Ria zocht naar een oplossing. ‘We moeten het haar vertellen, alles vertellen want daar heeft zij het recht toe. Om speciale redenen echter moet ik heel voorzichtig zijn. Niemand mag weten welke rol ik hierin gespeeld heb. Zelfs in het klooster mag niemand iets van mij te weten komen.’

Bezorgd antwoordde hij: ‘Dat gaat niet zo maar als een fluitje van een cent. Ik kan toch zomaar niet deze brief met jou meegeven. Alle binnenkomende post zal gelezen worden door de overste. Je wilt hem toch niet binnensmokkelen en dan nog hoe komt hij dan ongemerkt bij Vera, of liever bij zuster Marlies.’

Ria liet haar echter niet uit het lood slaan en had reeds een plannetje bedacht: ‘Je zei als een fluitje van een cent, waarom niet. Laat me eens denken. Als we samen een tekst opmaken. Daarin verhalen we in 't kort de inhoud van de brief. We bundelen de tekst samen met nog wat andere teksten en bezorgen al deze teksten aan zuster Marlies. Moeder overste gaat deze teksten wel bezien maar ze gaat die nooit allemaal lezen en indien ze onze tekst leest zal ze toch niet begrijpen waarover het gaat’

Nog niet helemaal overtuigd wierp hij tegen: ‘Hoe zal Vera de inhoud vertalen op haar? We kunnen toch moeilijk haar naam vermelden in de tekst. De anderen zullen de teksten ook lezen, en dan lekt alles uit. Hoe dan ook zij moet minstens begrijpen dat deze brief aan mij, haar jeugdvriend, werd gestuurd.’

Ria was vastbesloten en ging verder met haar plan: ‘Als we de tekst van jullie lievelingslied erbij voegen zal zij onmiddellijk de link leggen.’

Al iets meer enthousiast maar toch nog bezorgt: ‘Dat idee lijkt goed maar hoe komt het ongemerkt bij haar?’

‘Laat dat maar aan mij over. Kom aan het werk, we gaan rijmen en dichten.’

 

 

HET ORGELMEISJE.

 

EENS WAS ER EENS EEN MEISJE

ZE ZONG STEEDS HETZELFDE WIJSJE

MET KRISTALHELDERE STEM

ZONG ZIJ HAAR LIED VOOR HEM

 

DAAR WAS OOK EEN JONGE STUDENT

DIE OOK DATZELFDE WIJSJE KENT

HIJ LUISTERDE NAAR HAAR ORGELSPEL

EN VOND HET MEISJE MOOI EN HEEL SNEL

 

ZIJ WERDEN GOEDE VRIENDEN

MAAR IEMAND KON DAT NIET GOED VINDEN

VERTELDE HEM WAAR DE MOSTERD VANDAAN KWAM

EN DE STUDENT VERDWEEN VOORDAT DAT HIJ AFSCHEID NAM

 

IEMAND SCHREEF EEN BRIEF

HET ORGELMEISJE WORDT NOOIT UW LIEF

UW VADER LIEP OOIT VREEMD

EEN HALFZUSTER WORDT NOOIT EEN LIEF

 

Geschreven door nonkel Mosterdpot.

 

 

‘Dit moet voldoende duidelijk zijn voor haar.’ Glimlachte de broeder. ‘Nu nog enkel binnensmokkelen.’

Broeder Franciscus vroeg nog wat teksten aan de andere broeders en gewapend met een aktetas en veel goede moed keerde Ria terug naar haar tweede tehuis, maar niet zonder eerst langs de deken te passeren.

Broer en zus.

 

‘Kom toch binnen mevrouw Peeters’ De deken opende de deur en liet Ria in de kamer.

‘Gegroet eerwaarde heer deken.’

‘Alles is goed verlopen in de abdij, hoop ik.’

‘Alles is naar wens verlopen, meneer de deken. Het interview met broeder Franciscus was een succes en ik heb zelfs toelating om het te publiceren.’

‘Ik hoop dat jij niets openbaar maakt dat ons in moeilijkheden kan brengen.’

‘Jij mag alles lezen alvorens ik het publiceer. Eerwaarde deken.’

‘Zeg, speel jij geen gevaarlijk spel met al die tussendoortjes?’

‘Hoe bedoel je?’

‘Wel ja, je gaat zomaar een pater in een andere abdij interviewen, je gaat bij de gewone burger op zoek naar de ware moeder en snuffelt in hun verleden. Waarom blijf je niet bij je eigen project? Dat is toch veel veiliger’

‘Jij hebt overschot van gelijk. Een schip is het veiligst in de haven, maar daar is het niet voor gemaakt. En ik denk dat ik voor het avontuur ben geboren. Trouwens ik heb goede afspraken met moeder overste. Ik beloof je, vanaf nu blijf ik bij mijn opdracht. Juist daarom kom ik langs. Herinner jij je nog, de laatste keer dat je in het klooster een mis hebt opgedragen? Het was die woensdag toen je ons vertelde dat moeder overste naar Rome zou vertrekken.’

‘Hoe kan ik zo’n dag vergeten, we hebben toen toch dat zustertje ontslagen. Terecht trouwens want die hoorde niet in het klooster thuis. À propos heb jij nog iets van haar gehoord?’

‘Ik heb van zuster Marleen of liever Rosa Lenissen niets meer gehoord. Ik durf niet naar haar te gaan. Ik zou me kunnen verraden.’

‘Toch voorzichtiger dan ik dacht.’

‘Het avontuur zit me wel in het bloed, maar ik probeer mijn risico’s te berekenen. Om terug te komen op die afscheidsdag, eerwaarde. De mis werd gezongen door één van onze zusters weet je nog?’

‘Nu je het zegt, Ria, dat was nog eens prachtig gezongen, ik had nog nooit zulke mooie stem in een kerk gehoord.’

‘Inderdaad, een klok van een stem.’ Hier wachtte Ria even. ‘Heer deken, ik heb jouw hulp nodig. Ik zou zuster Marlies willen verrassen. Ik zoek namelijk oude psalmen of teksten, liefst nog van voor de oorlog als het kan. Ik denk dat ze daar heel blij mee zal zijn.’

‘Wacht even; ik heb hier nog een bundel met orgelstukken ‘opus 59’ van Max Reger. Ik lees hier het praeludium, de pastorale, het intermezzo, de canon, de tocatta en de fuge. Allemaal orgelstukken. Kun je daar iets mee doen?’

‘Laat eens zien, er staan wel geen teksten in. Het zal zeker wel bruikbaar zijn, maar ik zoek meer iets met teksten.’

‘Ik heb nog enkele kerstliederen uit de jaren dertig. Daar zijn natuurlijk de evergreens bij zoals ‘STILLE NACHT’ maar er zitten toch ook teksten bij die iedereen reeds vergeten is.’

‘Fantastisch, mag ik daar een kopie van nemen.’

‘Natuurlijk, Ria, of zuster Celine? Wat moet ik zeggen?’

‘Noem me zoals je wilt. Als ik die teksten krijg, mag je me zelfs nonnetje noemen.’

‘Als die teksten echt zo belangrijk voor je zijn, dan mag je ze zo hebben, ik gebruik die toch niet meer en of die partituren in de dekenij of in het klooster liggen, dat maakt toch niets uit.’

Ria babbelde nog wat na over de abdijbroeders en hun fruitteelt, nam afscheid, en reed vlug naar huis. Thuis trok ze haar kloosterplunje weer aan. In een hoog tempo reed ze naar het klooster, haar tweede thuis. Het was reeds 18h en om 19h moest ze binnen zijn van moeder overste.

‘Dag moeder overste, ben ik nog op tijd?’ Vroeg ze toen ze het kantoor binnentrad. En zonder op antwoord te wachten: ‘Ik heb hier wat partituren en oude teksten op de kop kunnen tikken. Ik denk dat zuster Marlies en zuster Fernanda ze zeker kunnen gebruiken. Er zijn originele en zeer oude teksten bij.’

‘Och zuster Celine, ik wil je wel helpen maar ik denk dat deze bundel niet veel zin meer heeft.’

‘Is er iets … met zuster Mar…lies?’

‘Niet met zuster Marlies, maar zuster Fernanda, zij is zwaar ziek, ze heeft botkanker. Zij is opgenomen in het ziekenhuis. Zij zal nooit meer op het orgel kunnen spelen.’

‘Dus toch.’

‘Wat zeg je?’

‘Oh, niets. Heu… Dat is erg voor haar en voor ons. Zij was hier al zo lang. Hoe neemt zuster Magdalena het op? Zij heeft het er zeker moeilijk mee?’

‘Het gaat wel, zuster Celine, maar toch is zij veel stiller dan anders.’

‘Moeder overste, kunnen we die partituren misschien aan zuster Marlies geven? Zij is nogal creatief. Zij zal er misschien wel iets mee kunnen doen.’

‘Laat ze eens zien, och hier zie, dit intermezzo van Greger, dat heb ik ooit nog voor examen moeten spelen, maar ik bracht er niets van terecht. Waarom geef jij die partituren niet zelf aan de zuster?’

‘Ik vind dit nogal gewaagd. Geef jij ze maar en zeg niet dat ik ze heb meegebracht, trouwens ze komen van de deken.’

‘Dat is een goed idee van die muziek, want bij haar laatste bezoek aan zuster Fernanda moest zuster Marlies haar beloven ooit voor organiste te gaan studeren. Met deze kan ze alvast beginnen. Volgens zuster Fernanda heeft zij er aanleg voor.’

Zuster Celine moest eens slikken. Zal zuster Celine ooit de moed vinden om een orgel te bespelen? Voorlopig kan ze er niet eens naar kijken zonder aan Freddy te denken.

Het overlijden van Zuster Fernanda kwam niet onverwacht. Toch was het zuster Celine die het eerst de droevige tijding ontving. Zij was toevallig in het kantoor van moeder overste die druk bezig was met de boekhouding. ‘Zuster Celine, neem jij maar op, ik heb even geen tijd.’

Zuster Celine nam de hoorn op en vernam het overlijdenbericht vanuit het hospitaal. Van moeder overste kreeg zij de opdracht de andere zusters op de hoogte te brengen. Met een klein hartje klopte ze bij zuster Marlies aan. Toen ze binnenging kreeg ze niet eens de tijd om iets te zeggen.

‘Jij weet waar Freddy is. Deze bundel komt van jou, nietwaar?’

Zuster Marlies zwaaide met de bundel kerstliederen. Naast haar, op tafel, lag de geschreven tekst over het orgelmeisje.

Na de eerste schok herpakte zuster Celine zich en beet terug: ‘Ja, ik weet dat broeder Franciscus kloosterling is in de Amedeus abdij.’

‘Kom op vertel! Het is dus toch waar, Freddy is echt in het klooster gegaan. Hij hield dus niet van mij.’

‘Zeg dat niet. De broeder denkt nog dagelijks aan jou.’

‘Waarom liep hij dan weg?’

Wat moest zuster Celine zeggen? Hoe moest ze het haar uitleggen: ‘Hij had geen keus, zuster Marlies. Pater Abraham heeft hem een brief achterna gezonden.’ Stotterde zuster Celine terwijl haar ogen vochtig werden. Hoe moest ze het haar duidelijk maken. Was de tekst die ze samen met broeder Franciscus had opgesteld dan niet duidelijk genoeg voor haar? Zuster Celine haalde diep adem: ‘Uw vader en de vader van Freddy was één en dezelfde, de broer van pater Abraham.’ Ze zei het harder dan ze wel wilde.

‘Wil jij nu zeggen dat de vader van Freddy ook mijn va…’ Zuster Marlies zakte neer op de stoel, haar hoofd zeeg in haar handen: ‘Geen wonder dat wij ons aangetrokken voelden. Eigen bloed trekt aan zegt men toch. Kan jij aan die brief van pater Abraham zaliger geraken? Ik zou hem willen lezen.’

Nu was zuster Celine blij dat ze bij broeder Franciscus had aangedrongen om de brief met haar mee te geven.

‘Hier lees hem straks maar rustig door. Ik hoop dat je de nodige moed zult vinden om Freddy te vergeten.’

‘Vergeten zal ik hem nooit, maar het zal me een hele steun zijn om eindelijk te weten wat er allemaal gebeurt is en waarom wij moesten scheiden.’ Ze stak de brief in haar zak.

‘Er is nog meer droevig nieuws, zuster Marlies. Zuster Fernanda is niet meer.’

‘Ik had het verwacht, zoals wij allemaal trouwens, maar huilen kan ik niet meer, mijn tranen zijn op.’

‘Als het voor jou een troost mag zijn: zij speelde geen komedie, ze kon echt geen orgel meer spelen. Haar vingers hadden geen reuma maar botkanker. Het was zuiver toeval. De dag dat moeder overste naar Rome vertrok kreeg zuster Fernanda de eerste ongemakken. Van toen ging het steeds verder bergaf en nu… nu is ze niet meer.’

Zuster Marlies fluisterde oprecht: ‘Schande van mij dat ik haar niet onvoorwaardelijk kon geloven. Ik zal dit moeten biechten.’

     De voorbereidingen voor de begrafenis bracht heel wat werk mee zodat er weinig tijd overbleef om te treuren. De deken had beslist dat de rouwmis in de kapel van het klooster zou plaats vinden. Een laatste groet in haar eigen thuis. De kapel was buitengewoon mooi versierd, natuurlijk was dit het werk van moeder en dochter Lenissen. Vooraan aan het altaar stonden twee grote witte bloemtuilen, midden op de grond één grote krans en op iedere stoel lag een mauve bloem samengebonden met een witte lelie.

     De kapel was gevuld met kennissen, familieleden en de zusters van het klooster. De vier dragers namen de kist op hun schouders en maakten aanstalten om de kerk te betreden. Midden op de zware donkere eiken kist lag een prachtige krans bestaande uit witte kleine rozen juist uit de knop ontsprongen. De dragers gingen door de eerste deur in het portaal en een hemelse muziek weerklonk. Op het orgel speelde men het Marialied en een kristalheldere stem vulde de ruimte. De dragers deden nog enkele stappen en bleven toen roerloos stilstaan. Het werd muisstil in de kapel. Wie speelde daar zo prachtig op dat orgel? Wie is die organist? En die stem, dat kan alleen zuster Marlies zijn. Niemand keek achterom maar ieder hield zijn hoofd eerbiedig naar het altaar gericht. De dragers stonden nog steeds midden in de gang. Moeder overste haar ogen werden vochtig. Een zuster had zachtjes haar stoel een kwart gedraaid en bleef nu als bevroren zitten. Alleen zuster Celine wist welk een bovennatuurlijke kracht hier nodig was. Het wonder was gebeurd. Zuster Marlies bespeelde opnieuw het orgel. Maar zo mooi! Zelfs zuster Celine had nooit vermoed dat deze organiste een virtuoze was. Dit is gewoon niet aards meer, zuster Marlies is een wondermens.

Nadat het orgel zijn laatste klanken uitdeinden bleef de stilte nog een volle minuut nagalmen. Niemand bewoog. Niemand hoestte. Niemand kuchte. De deken draaide zich statig om naar de gelovigen en zei met schorre stem:

‘Indien zuster Fernanda zaliger dit had kunnen horen zou ze gedacht hebben dat dit reeds de hemel op aarde was. In naam van de vader de zoon en de heilige geest.’

De Dragers gingen langzaam verder.

     De mis duurde bijna twee uur omdat iedereen te communie ging. Tijdens de koffietafel kwam moeder overste naar zuster Marlies die naast zuster Celine zat.

‘Ik heb nooit geweten dat zuster Fernanda jou het orgel heeft leren bespelen.’

Zuster Marlies haalde diep adem en met vermoeide stem antwoordde ze: ‘Ik speelde reeds orgel vóór ik in het klooster kwam. Mijn nonkel pater Abraham zaliger heeft het mij geleerd.’

Moeder overste keek haar ontsteld aan: ‘Toch niet DE pater Abraham? Ik heb hem éénmaal de beiaard weten bespelen in de kathedraal. Dit was meesterlijk. Gewoonweg onvergetelijk.’

‘Inderdaad, hij heeft het mij verteld. Zijn kindsdroom ging die dag in vervulling.’

Moeder overste zweeg even en bestudeerde het gezicht van zuster Marlies. ‘Waarom speelde je dan nooit op het orgel?’

Een lichte schok ging door zuster Marlies. Daarna met zachte stem bijna fluisterend: ‘Er zijn moeilijke tijden geweest, maar ik denk dat het ergste nu wel voorbij is. Ik wens er nu niet over uit te wijden, later misschien wanneer ik mentaal wat sterker ben.’

‘Ik begrijp het. Ik laat je nu maar, de deken heeft naar mij gevraagd. Sterkte nog.’

Moeder overste werd weer door de mensen opgeslorpt, waarop zuster Marlies zich naar zuster Celine boog en in haar oor fluisterde: ‘Die brief heeft me de kracht gegeven om de waarheid onder de ogen te zien. Ik houd nog wel van Freddy, maar nu meer als broer en zus. Wij hadden immers dezelfde nonkel.’

‘En dezelfde vader,’ voegde zuster Celine er zachtjes aan toe.



Geef hier uw reactie door
Uw naam *
Uw e-mail *
URL
Titel *
Reactie *
  Persoonlijke gegevens onthouden?
(* = verplicht!)
Reacties op bericht (0)



Inhoud blog
  • GEDICHTENBUNDEL
  • Dromen
  • Op naar mijn pensioen
  • Alles komt goed.
  • 7 Magere jaren
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Archief per week
  • 15/02-21/02 2021
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 17/08-23/08 2020
  • 03/08-09/08 2020
  • 27/07-02/08 2020
  • 20/07-26/07 2020
  • 13/07-19/07 2020
  • 25/05-31/05 2020
  • 18/05-24/05 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!