Bart zijn verhalen
verhalen voor alle lezers in quarantaine
29-05-2020
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.9 Argeloos zwijgen

Argeloos zwijgen

 

%%%FOTO1%%%

DE WENS VAN DE DEKEN.

 

     Na het afscheid van vader abt reden ze van de abdij terug naar het klooster. Zuster Celine voelde zich gespannen en onzeker. Zuster Marlies wist nu dat zij een dubbelrol speelde, maar hoe moest het nu verder? Indien ze zuster Marlies de waarheid vertelde kende die haar geheim en haar verhaal was nog niet af. Ze had zo graag nog één punt afgewerkt. Leo zal zich wel afvragen waarom hij die kranten moest opsturen.

Ze keek naar de zuster naast haar. Het is precies een vreemde voor mij, dacht ze met een spijtig gevoel. Ze zat er zo stil. Haar aandacht op… Ja, op ‘wat’ zat ze nu te denken? Was ze nog kwaad? Probeerde ze de puzzel te vervolledigen? Of rouwde ze nog om haar broer? De vragen tolde door zuster Celine hoofd. Ze wilde iets zeggen, maar wat? ‘Zuster Marlies, ik rij langs de dekenij, jij kent onze deken toch nog? Hij wil al zo lang een gesprek met de zangeres van ons klooster. Zeg nu niet nee. Trouwens je kunt toch niet uitstappen. Terwijl ik rijd.’

Geen antwoord. Zuster Celine wist niet meer wat ze moest doen om zuster Marlies nog te helpen en daarom zweeg ze maar. In stilte reden ze verder.

     Bij de deken aangekomen stapte Zuster Celine uit maar zuster Marlies maakte geen aanstalten. Zuster, jij gaat toch wel mee zeker. De deken wilt je zo graag ontmoeten.’

‘Moet dat echt? Ik voel me niet in stemming.’ Het waren haar eerste woorden sinds het vertrek uit de abdij.

‘Zuster Marlies, het leven gaat verder. Jij was zo sterk ginder in de abdij. Wat scheelt er?’

‘Ik voel me als een kleine garnaal tussen een massa grote mensen. Ik heb jou zo beledigd. Geflirt met mijn halfbroer. Ik voel me zo schuldig. Ik moet boete doen in plaats van te gaan babbelen met de deken. Ik wil terug naar het klooster.’

De adrenaline steeg Zuster Celine naar het hoofd. Haar hart klopte tot in haar slapen. Ze opende het portier nu wagenwijd: ‘Om je te verstoppen achter potten en pannen, weg te kwijnen in zelfmedelijden en al uw talenten te vergooien. Ik denk dat God andere plannen met jou heeft. Jij moet jezelf meer waarderen, jij bent ook een kind van God. In plaats van weg te kruipen moet jij naar buiten komen. Het woord verkondigen op JOUW manier met je EIGEN talenten.’

‘Ik ben niet gewoon om in de belangstelling te staan.’

‘Wordt dat dan maar heel vlug, want uw leven begint pas. Ik vermoed dat er nog veel zal gebeuren ook nog. Kom stap maar uit en wees tenminste vriendelijk tegen de deken.’

‘Ja moeder overste, je lijkt wel moeder overste als je zo spreekt.’

De deken verwelkomde beide zusters en zuster Celine nam het woord: ‘Zo, eerwaarde heer Deken, mag ik je zuster Marlies voorstellen de kristalheldere stem van onze kapel. Sinds kort noemen we haar ook wel het orgelmeisje.’

‘Wees welkom, ik ben zeer verheugd je te mogen ontvangen. Ik heb veel bewondering voor uw stem en jij bent een zeer goede organiste. Het heeft me menigmaal beroerd.’

‘Och eerwaarde heer Deken, alle eer is aan mij. Ik had nooit verwacht ooit oog in oog te staan met de oversten van mijn oversten.’

‘Niet zo bescheiden zuster eh…’

‘Zuster Marlies, om je te dienen, eerwaarde.’

‘Zuster Marlies, och ja, voor ik het vergeet mijn innige deelneming. Ik heb het droevige nieuws van broeder Franciscus, uw halfbroer, vernomen.’

‘Dank je.’

‘Hebben jullie geen zin in een kop thee? Ik heb zojuist verse laten zetten.’

‘Graag eerwaarde,’ Antwoordde zuster Celine snel terwijl ze zich aan de salontafel neerzette. ‘Eerwaarde heer deken, luister eens, ik heb een probleem.’ Ging ze verder. De deken fronst zijn wenkbrauwen en keek haar argwanend aan. ‘Ik denk dat het best is dat wij een en ander verklaren aan haar.’ Met een knikje wees ze naar de zuster die nog steeds recht stond. ‘Zij heeft mij ontmaskerd. Daarom heeft zij nu het recht om ons volledig geheim te kennen. Ik zal dan wel vroegtijdig met mijn opdracht moeten stoppen. Eerlijk is eerlijk.’

‘Ja maar, wacht even zuster Celine, vind jijzelf dat uw opdracht voldoende voltooid is?’

Opperde de deken.

‘Neen, maar…’

‘Maar wat dan zuster?’

De deken triomfeerde maar zuster Celine was er niet gerust in.

‘Kunnen we het zuster Marlies niet gewoon vertellen? Zij heeft zulke zware vermoedens dat ik binnen de week toch volledig door de mand val.’

‘Niet wanneer zij, zuster Marlies, wil meewerken. Trouwens moeder overste is toch ook op de hoogte! Oké, we zullen haar het volledige verhaal vertellen. Daarna zien we wel. Ik laat de keuze dan wel aan haar, of ze nog wil meewerken. Zuster Marlies, eerst onze verontschuldigingen voor dit eigenaardig gesprek tussen zuster Celine en mij en ga toch zitten.’

Zuster Marlies knikt kort en zette zich dan op het puntje van de stoel. In haar opengesperde ogen lag ongeloof. Een combine tussen zuster Celine en de deken himself, dat overtrof haar stoutste vermoedens.

‘Op zeker dag’ begon de deken, ‘ kreeg ik bezoek van de directeur van een lokaal weekblad ‘LOKAAL GEZET’. Hij vroeg me om hem te helpen voor iets unieks. Hij wilde een artikel publiceren over het leven in een klooster.

-De beste methode om zoiets te doen is gewoonweg iemand laten onderduiken in een klooster.- Stelde de directeur mij voor.   -Een soort mol in het klooster.- Hij had daarvoor, volgens hem althans, de geknipte persoon.’ De deken stond recht en wees met een breed gebaar naar zuster Celine. ‘Mag ik je voorstellen mevrouw Ria Peeters, reportster bij de lokale krant ‘LOKAAL GEZET’’.

‘Ongelooflijk’ Stamelde zuster Marlies. ‘Ik sta gewoon perplex. Zij is reportster die in ons klooster komt snollen.’

De deken fronst zijn wenkbrauwen. ‘Snollen is nu wel niet het juiste woord. Wij hebben natuurlijk alles goed overlegt, zowel met mijn oversten als met moeder overste. Wij zijn ook overeengekomen alvorens dat iets gepubliceerd wordt, dat al de betrokkenen hiermee volledig akkoord moeten gaan.’

Zuster Marlies zette zich wat rechter en keek uitdagend naar de ander zuster: ‘Zij heeft mij nog niets gevraagd, dus er is nog niets gepubliceerd! Zuster Celine, heb jij al iets laten publiceren?’

‘Neen zuster Marlies, nog geen letter.’

‘Je hoort het zuster, er heeft nog niets in de krant gestaan. Zelfs nog geen aankondiging. Daarbij ik vermoed dat mevrouw Peters, alias zuster Celine, het ook niet gemakkelijk heeft. Plots gaan leven als een onderdanige non. Achter vier muren.’

Zuster Marlies draaide zich weer naar de ander zuster: ‘Ik vind dat jij dat nog goed gedaan hebt. Alhoewel, achter vier muren? Je was toch regelmatig weg ondervond ik zo. Toch voel ik me een beetje vervelend. In de abdij heb ik zoveel woorden naar je hoofd geslingerd, ik weet niet meer wat juist, maar ik heb er nu wel spijt van. Kun je mijn uitval vergeven en vergeten. , zuste… eh euh mevrouw Peeters?’

‘Zeg voortaan maar Ria, en natuurlijk wil ik alles vergeten. Vergeven? Wat zou ik je moeten vergeven, ik vind dat jij alle recht had om zo kwaad te zijn op mij.’

‘Zuster Celine…, sorry, Ria, zeg eens eerlijk, wat was het moeilijkste voor jou? Achter de vier muren vastzitten, in de kapel bidden of iedere morgen om halfzes opstaan?’

‘Moet ik dat echt vertellen?’

‘Durf je niet? Of wil je het niet vertellen omdat de deken erbij is?’

‘Ja zeg, ik zal het in uw oor gaan fluisteren, zoals onrijpe tieners zeker. Nee nee ik zal mijn geheim wel aan jullie verklappen.’

De deken rekte zich nu ook, zijn nieuwsgierigheid was gewekt.

‘De boenwas!’

‘De boenwas!?’

De ogen van de deken keken ongelovig naar Ria terwijl zuster Marlies haar mond open viel.

‘Ja, meneer de deken. De boenwas! De eerste dag, of liever het eerste dat me bereikte nadat de eiken deur van het klooster voor mij openging was de reuk van de scherpe geur van boenwas. Het drong door tot diep in mijn neusgaten. Ik kon zelfs mijn zakdoek niet nemen, want ik droeg twee valiezen. Mijn ogen begonnen te lopen en mijn neus drupte. Ik wist het van vroeger, ik was allergisch voor boenwas, maar dat het zo erg was had ik nooit kunnen denken.’

‘En jij hebt jezelf aangeboden om het orgel wekelijks te boenen?’ Zuster Marlies fronste haar voorhoofd en keek de reportster onbegrijpend aan. ‘Hoe kon je jezelf zo folteren.’

Wat moest Ria daar op antwoorden. Ze kon toch moeilijk vertellen dat ze de ander haar biecht had afgeluisterd. Zenuwachtig wreef ze over haar pols: ‘Zuster Marlies, ik kan het moeilijk uitleggen, mijn werk is niet af en zolang het niet af is zullen er altijd, zowel voor mij als voor alle anderen, zaken blijven hangen die niet te begrijpen zijn. Ik wil wel vertellen dat ik alles met de beste bedoelingen gedaan heb en niet alleen om eigenbelang. Al zat dat er altijd wel een beetje bij.’

De deken goot verse thee in: ‘Och kom, niemand is volmaakt en het is niet omdat je iemand niet begrijpt dat die persoon dan verkeerd handelt. Wij allen werken soms wel eens uit eigen belang. Wij zijn geen heiligen.’

De diplomatie van de deken stelde Ria weer op haar gemak. Beide zusters namen een slok thee. Zuster Marlies zette haar theekop behoedzaam op het tafeltje en keek nieuwsgierig naar Ria: ‘Ben je nu echt van plan om er mee te stoppen en het klooster te verlaten?’

De deken stond opnieuw recht en steunde met zijn handen op de tafel: ‘Zuster Celine hoeft nog niet te verdwijnen.’

‘Geachte heer deken, de missie is mislukt voor mij en je weet, ik kan niet tegen boenwas.’

‘Ik zal het orgel zelf wel weer opboenen. Dat hoef jij niet meer te doen.’ Steunde zuster Marlies de deken.

‘Zuster Marlies, daarover gaat het niet. Ik ben reportster, schrijfster! Geen bidster. Kuisheid en armoede zijn niet voor mij weggelegd.’

‘Hoe moet het dan verder met uw verhaal? Dat is toch nog niet af. Je hebt nog niets opgeschreven.’

‘Kom, kom niet kibbelen dames. Ik bedoel alleen maar dat Ria de mogelijkheid moet krijgen om haar taak die ze begonnen is af te werken.’

‘Gaat zij dan terugkomen?’

‘Tijdelijk toch, zolang als ze dat zelf nodig acht, maar dan moet jij je medewerking beloven.’

‘Ik, wat kan ik voor Ria dan doen?’

‘Zij is vanaf nu terug zuster Celine en jij moet, net als moeder overste, je mondje dicht houden. Haar niet verraden, ook niet door je handelingen.’

‘Dat zal niet eenvoudig zijn. Wanneer ik haar het angelus zie prevelen, prevelen want ze kent het nog altijd niet, dan zal ik amper mijn lach kunnen bedwingen denk ik.’

‘Hoor je dat nu, heer Deken. Zij lacht mij zomaar uit en dat voor een geestelijke die haar eeuwige gelofte heeft afgelegd.’

‘Ria, gedraag jij je maar als een echte vrouw en sta daarboven. Doe alsof je haar niet hoort. Jij wilt toch zo graag een echte vrouw zijn, niet?’

‘Begin jij ook al. Kom ander onderwerp. En jij eerwaarde deken, noem mij voortaan ook maar terug zuster Celine. Want ik ben nog niet van plan om nu al terug een ‘echte vrouw’ te worden. Als iedereen meewerkt kan ik mijn verhaal misschien toch nog afmaken.’

‘Dat is zeker dat. Met wat goede wil en zo God het belieft zal het wel lukken. Zo, dames, of liever zusters, nu dit geregeld is wens ik toch nog iets te zeggen. Een mededeling vers van de pers. Zelfs moeder overste weet hier nog niets van.’ De deken rechtte zijn rug en de zusters keken elkaar vragend aan. Hij keek ernstig naar zuster Marlies. ‘Binnen twee weken verjaart onze bisschop en wij willen hem aangenaam verrassen. Tot vandaag wist ik niet hoe, maar tijdens ons gesprek is er een idee bij mij gegroeid.’ De deken bestudeerde de gezichten van de twee zusters. Een geheimzinnige glimlach speelde om zijn mond.

‘Wel dan, wat is de verrassing?’ Vroeg zuster Celine die de ongeduldigste was.

‘Indien de mis door ons vast zangkoor gezongen wordt is daar natuurlijk niets speciaals aan.’

‘Wie wil je dan laten… toch niet, nee, maar dat zou fantastisch zijn. Zuster Marlies heb je dat gehoord? Begrijp jij het dan niet?’

‘Wat moet ik dan begrijpen?’

‘Jij, jij zuster Marlies, jij gaat de mis zingen.’

‘Je wilt toch niet zeggen dat ‘IK’ in de kathedraal moet zingen en dan nog op de verjaardag van de bisschop?’

De deken wreef zachtjes over zijn kin en zei: ‘Ik had je dat willen vragen, ja.’ Een glimlach kon de deken weer niet onderdrukken. In plaats van te antwoorden viel zuster Marlies haar mond open en bleef ze als versteend zitten. De deken wreef nu toch wel wat bezorgt in zijn handen: ‘Zuster Marlies, ik heb je horen zingen en ik heb je horen spelen. Ik ben er zeker van dat de bisschop dit op prijs zal stellen. Daarom vraag ik je nu officieel: wil jij zondag in de kathedraal de hoogmis op het orgel spelen en voorzingen?’

Zuster Celine zag hoe zuster Marlies haar gezicht rood kleurde tot in haar hals.

‘Na… Natuurlijk wil ik dat, maar…’

‘Niets te maren. Jij bent gewoon te bescheiden. Jij bent een natuurtalent.’

De deken was vastbesloten en zuster Marlies kon niet anders dan toestemmen.

 



Geef hier uw reactie door
Uw naam *
Uw e-mail *
URL
Titel *
Reactie *
  Persoonlijke gegevens onthouden?
(* = verplicht!)
Reacties op bericht (0)



Inhoud blog
  • GEDICHTENBUNDEL
  • Dromen
  • Op naar mijn pensioen
  • Alles komt goed.
  • 7 Magere jaren
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Archief per week
  • 15/02-21/02 2021
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 17/08-23/08 2020
  • 03/08-09/08 2020
  • 27/07-02/08 2020
  • 20/07-26/07 2020
  • 13/07-19/07 2020
  • 25/05-31/05 2020
  • 18/05-24/05 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!