Bart zijn verhalen
verhalen voor alle lezers in quarantaine
29-10-2020
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Alles komt goed.

Alles komt goed

 

%%%FOTO1%%%

 

Zeven jaar na het ongeval heeft de verzekering mij uitbetaald. Ik kocht mij een nieuwe auto. Mijn vrouw kreeg ook een kleine som als smartengeld. Ze vroeg mij: wat gaan we daarmee doen? Daar zij als kind reeds droomde om kapster te worden en dit van thuis uit niet mocht, stelde ik haar voor om avondschool te volgen. Ik zou geen overuren meer maken, de verzekering had me toch uitbetaald. Voortaan bleef ik thuis op de kinderen passen terwijl zij avondles volgde. Tijdens de examens vroeg een jurylid haar of ze bij hem stages wilde volgen met als gevolg dat zij tijdens ons verlof alle dagen met de auto weg was. Ikzelf en de kinderen had ze in mijn ouders hun buitenverblijf gedropt. Daar zat ik dan. Afgelegen midden in de bossen met 2 kinderen en 1 Iers jongetje dat bij ons in verlof was. Het was dat jaar de somberste zomer sinds jaren. Drie wekenlang was het koud en een ganse dag regenen. Als verwarming hadden we enkel een open haard, maar door de regen was al het hout buiten te nat. Televisie hadden we daar niet. Ik deed het ene gezelschapsspel na het andere, maar na drie dagen waren niet alleen de kinderen, maar ook ik de kaarten en dobbelstenen kotsbeu. Op dat moment besloot ik: volgende keer gaan wij naar het buitenland in verlof. Zo gingen we op een keer met de nachttrein naar Zwitserland. In Brussel om 19:22u stipt kwam onze nachttrein. Wat wij niet wisten, was dat deze trein gesplitst was. De eerste trein was voor Italië en de tweede, 20 minuten later, die voor Zwitserland. We liepen met onze valiezen het perron af zoekend naar onze wagonnummer. Toen de conducteur het sein gaf, sprongen we vlug de trein op. “We zoeken op de trein wel verder”, riep ik lichtjes in paniek. We hadden elk een valies, de 2 kinderen een kleine en wij elk een grote. Met de reservatiekaart in de hand keken we op elke couchette.” Deze wagon niet!” zei mijn vrouw. “Op naar de volgende wagon”, antwoordde ik. Mijn vrouw hield het smalle deurtje met haar rug van de wagon open. Ik hief een voor een de valiezen over haar voeten en het verbindingsstuk naar de volgende wagon, dan hield ze het volgende deurtje open om deze plaats weer vrij te maken en hief ik de valiezen weer over haar voeten naar de volgende wagon. Onze kinderen volgden achter ons aan. We onderzochten opnieuw alle plaatsen op zoek naar onze gereserveerde nummer en zo telkens een wagon verder totdat we buiten stonden en voor ons de rails onder ons voorbijgleden. “Terug zei ik: we hebben ons nummer gemist.” Heel de trein opnieuw. Mijn vrouw hield het smalle deurtje met haar rug van de wagon open, ik hief een voor een de valiezen over haar voeten e het verbindingsstuk naar de volgende wagon. Dan hield ze het volgende deurtje open om deze plaats weer vrij te maken, hief ik de valiezen weer over haar voeten naar de volgende wagon. Onze kinderen volgde achter ons aan. We onderzochten opnieuw alle deurtjes op zoek naar onze gereserveerde slaapplaats. Na de vierde keer kwam een conducteur ons vragen of we een nachtwandeling aan het maken waren. Ik liet onze coupons zien. Zo kwamen we te weten dat deze trein niet naar Zwitserland maar naar Italië reed. De man verdween met onze coupons en kwam even later terug om ons te vertellen dat we bij de volgende stop moesten afstappen en daar de volgende trein nemen. Opgelucht gingen we op de grond zitten, “wie wil er koffie?” vroeg mijn vrouwtje en zij schudde uitnodigend met de thermos. Het glas in de thermos rinkelde fijntjes mee. De deuren van de trein hadden hun vernietigend werk gedaan. Geen bank om op te zitten, moe van de valiezen 4 keer over heel de trein op en neer mee te sleuren, zittend op de grond en nu geen tas lekkere koffie. Oké dit zijn allemaal kleine ongemakken, maar wij hadden het toch anders voorgesteld.

De trein stopte en wij stonden al aan de deur om af te stappen, maar de conducteur riep: “Neen, niet afstappen, we staan voor het rode licht.” In Thionville mochten we uitstappen. Een conducteur stond ons reeds op te wachten. Daar stonden we dan op een verlaten perron in een vreemde stad, wachtend op een trein die voorbij zou komen. En er kwam een trein. Haastig spoedde ik me naar het loket: monsieur, vroeg ik lichtjes in paniek: “is dat onze trein?” De brave mijnheer glimlachte beleefd en wees naar de trein achter me. Een goederentrein vol containers daverde achter mij voorbij. Enkele minuten later liet hij ons plaats nemen op een door hem aangewezen stukje perron. De trein stopte, we stapten op en voor ons stond ons couchettenummer op de deur.

Een ouder koppel lag reeds in hun bed. Zij hadden zo laat in de nacht geen reizigers meer verwacht. De arme vrouw lag reeds in haar ondergoed. Haastig nam zij vlug een blouse en kleedde zich wat meer aan.

Veertien dagen later reden we weer huiswaarts, in onze couchette zaten 2 mensen die ons vertelden dat 14 dagen geleden een koppel met hun kinderen zeker 5 keer door de gang voorbij hun deur liepen. Zij hadden al hun valiezen bij.

 

 

Zoals op de meeste firma’s kwam er enkele jaren later op “den Bell” ook een reorganisatie. De herstel- en onderhoudsafdeling werd opgeslorpt door de installatieafdeling. Ik kwam weer op de lijst voor verplaatsingen terecht. Zo belandde ik op de aankoop. Ik had inmiddels verschillende avondscholen doorlopen: 3 jaar Frans, 3 jaar Engels en door mijn opleidingen kon men mij op de aankoop wel gebruiken. Enkele weken later, toen ik vernam dat mijn voorganger thuis zat met een zenuwinzinking, was ik helemaal niet verrast. Dertig inkopers schreven de ganse dag aankoopformulieren, daarna werden deze getypt door vijf typistes en ik moest die woord voor woord nakijken op typefouten. 250 geschreven bladen in vier talen: Engels, Duits, frans en Nederlands en met 30 verschillende handschriften. Soms met bedragen waar ik meer dan een jaar voor moest werken. Zeer verantwoordelijke en doodsaaie job met geen enkele waardering. Zo kwam ik op het idee om alle producten een code te geven. Zo moest men alleen die code intikken om het juiste product te vinden met de ganse beschrijving eraan vast. Vol verwachting ging ik naar mijn chef:

“Meneer, we zouden alle artikelen die we inkopen een code moeten geven. Zo....”

“Ben jij niet goed wijs? Weet jij welk een benedictijnenwerk dat is? Zorg maar dat onze bestelbonnen in orde zijn en laat ons ons werk doen. Buiten”

Met de staart tussen mijn benen ging ik buiten maar 3 jaar later was iedereen codes aan het invoeren. Men heeft mij nooit mijn gelijk gegeven.

Ik wilde ervan af en besliste om drie jaar avondschool te volgen voor verkoop en publiciteit om zo door te groeien als inkoper. Het lot besliste hier echter anders over. Achteraf gezien was avondschool volgen de beste beslissing ooit. Niet zozeer voor mijn job, maar mijn persoonlijkheid kreeg hier een stevige upgrade. Ik leerde om niet te zwijgen maar te praten, ik kreeg meer zelfvertrouwen en durfde assertief te zijn. Alles met de nodige reserves.

Op de aankoop begon plots mijn linkeroor te fluiten. Het wou maar niet weggaan. Het werd met de dag erger, het was alsof een zwerm bijen in mijn oor zat. Ik moest de hoorn van de telefoon van links naar rechts verwisselen want ik hoorde links alleen maar gefluit. De NKO onderzocht me en vertelde mij: “dat is tinnitus, zeer lastig weg te krijgen. Ik schrijf wel antibiotica voor.”

Drie weken later stond ik terug bij de dokter, ik kreeg weer antibiotica en na 3 weken weer hetzelfde. Ik besloot dat dit niet kon blijven duren. Over onze deur woonde een alternatieve dokter en ik dacht dat kan al niet slechter dan de klassieke geneeskunde. Deze dokter vertelde me dat de smeerolie in mijn oor te dik was. Hij raadde mij aan om een dieet in macrobiotiek te volgen met daarbij gember kompressen achter mijn oor en 3 maal daags een warm kersenpittenkussen op mijn buik te leggen. Ik begreep het verband niet maar baat het niet, dan schaadt het ook niet. Ik vroeg hem hoe lang ik dat moest volhouden. “Eén jaar daarna moet je naar de oorarts en die zal een stop in je oren vinden die eruit moet en dan ben je genezen.” Het klonk mij allemaal zeer ongelovig in de oren maar ik had geen keus.

Voor dat macrobiotiek dieet moest ik en mijn vrouw eerst kooklessen gaan volgen. Enkele hoofdprincipes: geen brood, geen aardappelen, geen zuivelproducten, geen vlees en geen uitheems fruit. Op uw bord in totaal vijf gerechten met evenveel dat bovengronds groeit als ondergronds. Liefst vijf verschillende kleuren en elk ingrediënt op een andere manier klaargemaakt. Bv. koken, rauw, frituren, stomen....

Het was voor ons een hele opgave, eerst die lessen en dan een heel jaar dat vreemde eten.

De kooklessen waren voorbij, mijn vrouw begon macrobiotisch te koken en ik at geen brood of aardappelen meer. Op het werk ging ik niet meer naar de refter maar at koude mie met salade of andere groenten. Na 14 dagen bleek het alsof er nu niet 1, maar 2 of 3 bijenzwermen in mijn oor zaten. Ik ging ontgoocheld terug naar mijn alternatieve dokter: “dat is normaal”, zo sprak hij. “Dat bewijst dat er een reactie is, nog een paar weken volhouden en dan betert dat weer terug.”

Inderdaad enkele weken verder na vertrouw te zijn aan mijn dieet, gemberkompressen achter mijn oor en kersenpitten op mijn buik werd het weer wat rustiger in mijn linkeroor.

Een jaar later ging ik naar de NKO-arts:

“Dokter ik hoor niet goed meer in mijn linkeroor.”

“Oh, natuurlijk, er zit een flinke stop in, die zullen we er eens uit halen.”

We zijn nu 40 jaar later en mijn linkeroor is nog steeds voor 90 percent genezen. Geen bijen meer, geen scherp gefluit, enkel soms, heel soms een zacht gezoem. Ik voel me hier heel gelukkig mee.

 

 

Wat mij ertoe dreef, weet ik niet meer, maar ik begon met fotografie in de fotoclub van “DEN BELL”. Er werden daar clubwedstrijden georganiseerd maar daar bakte ik niet veel van: abstractie, onpersoonlijke dingen, ruggen van personen, neen dat was mijn ding niet. Sommigen onder de clubleden maakten weleens een diareeks en die werd dan op de jaarlijkse feestdag van de club op het grote witte doek geschenen. Waarom probeer ik dat niet? dacht ik. Geen gewone diareeks, maar een reeks in overvloeiing (dia’s die in elkaar overvloeien zodat tijdens de overvloeiing van twee dia’s een derde dia ontstaat) met teksten ingesproken, achtergrondmuziek en liefst educatief zodat het iets leerzaams wordt.” Alles moet dan wel heel gelijktijdig lopen, muziek, tekst en dia’s had men mij gewaarschuwd. Niet zo eenvoudig. Toch was ik vast van plan, dit plan tot een goed einde te brengen.

Digitaal en fotoshop kenden we toen nog niet. We werkten met een filmrolletje dat je op je fototoestel moest steken en later moest dit filmpje door de winkel worden ontwikkeld. Dat ontwikkelen duurde telkens 3 tot 4 dagen vooraleer je het resultaat kon zien. Het was zeer belangrijk om steeds dezelfde kleur en belichting te hebben daarom kon je best steeds dezelfde film gebruiken. Hetzelfde merk, dezelfde gevoeligheid en om niet voor verrassingen te staan, natuurlijk steeds laten ontwikkelen in dezelfde winkel.

Een perfect resultaat bekwam je enkel door vele proeven en testen te maken. Het was toen zeer belangrijk om je toestel en je film volledig onder de knie te krijgen. Maanden werk van onderzoeken, testen, resultaten iedere keer beoordelen en noteren, eer je kon beginnen aan de eerste diareeks.

Ik besliste om naar de plantentuin van Meise te gaan. Daar zijn mooie bloemen en planten. Ik liep met mijn camera meer achteruit dan vooruit en dat viel op. Een meneer gekleed in groene stofjas sprak mij aan “Wat is de bedoeling hiervan? “Ik legde mijn probleem uit en wonder boven wonder vertelde die man mij: “Luister, ik ben hier de hoofdingenieur en als jij je reeks bij ons wil schijnen voor het personeel, mag je op sluitingsdag komen. Het is dan rustig en ik kan je begeleiden.” Daarom nam ik vanaf die dag al mijn verlofdagen op vrijdag en reed ik naar Meise. Ik was vertrokken.

Mijn doel was om de mensen iets bij te brengen, educatief dus zocht ik mensen met een passie.

Zoals deze planteningenieur met als gevolg de reeks “de plantentuin van Meise.”

Daarna volgden nog 4 reeksen:

“Van houtskool naar levend oud.” Schilderkunst van Jan Van Houtte.

“Mineralen” van verzamelaar Paul van Hemelrijck en tekst van Ingrid Haxelmans.

“Postuurkanaries” van wereldkampioen Robert Vets.

En het “bouwen van een klavecimbel” van Adriaan Keulemans. Deze diareeks is spijtig niet volledig afgeraakt wegens defecten aan mijn toestellen en bij gebrek aan geld om een nieuwe te kopen.

Het was een geconcentreerde en moeilijke hobby, maar vooral met veel, veel geduld. Toch had ik veel voldoening. De reeks van de schilderijen van Jan “Van houtskool naar levend goud” brachten zelfs een staande ovatie van 200 man op. Dat vergeet ik nooit meer.

De fotoclub stopte ermee, mijn apparaten waren defect en zo zat ik weer zonder hobby. Mijn vrouw zei laat ons samen een hobby zoeken, zodat we meer samen zijn en hoe kan je nu meer samen zijn dan met dansen. Er was echter een probleem ik dans als een houten hark en kan geen maathouden, ik hoor zelfs de maat niet. Ik heb altijd graag gedanst, maar als wij uitgingen en op de dansvloer stonden, waren wij altijd het enige koppel dat opviel en mijn vrouw had dat niet zo graag.

Zij zat onder de haardroger toen mijn vrouw erover sprak. “Och zei ze maar in onze club kan dat geen kwaad. Wij zijn geen dansschool, niets is verplicht en niemand zal je bekritiseren. Kom gerust af. “Zodoende gingen we dansen bij de club van “Den Bell”. En echt niemand gaf commentaar of bekeek ons omdat ik zo stuntelig meedeed. Hier op de dansclub werden wij aanvaard zoals we waren. Zij als perfect danseres en ik als....

 

De dansclub had ook de gewoonte om regelmatig een weekend samen op hotel te gaan. We hebben ons daar onmiddellijk voor ingeschreven. Onze organisator zag het niet meer zitten en stopte ermee. Ze vroegen of iemand het wilde overnemen en ik stelde me kandidaat. Ik wist echter niet waar ik aan begon. Nog nooit had ik zoiets georganiseerd. Ik was ook geen echte reiziger, maar ik was gemotiveerd en ik had er goesting in. Laat mij even schetsen hoe ik dat aanpakte:

Thuis begon ik met het zoeken naar een geschikt dorp of stad, maar het vinden van een geschikte plaats was niet zo eenvoudig. Het mocht niet te ver of te dichtbij zijn. Ik nam een koord van 12cm en knoop aan 1 kant een nageltje. Aan de ander kant bevestigde ik een potlood. Zo trok ik een cirkel op de landkaart en bepaalde de maximum afstand. Met de koord in te korten had ik meteen ook de minimumafstand.

De volgende stap was ter plaatse een fatsoenlijk hotel vinden, zijn er genoeg bedden? Is er parking aan het hotel? Is de streek gepast voor onze wensen? In Den Haag moesten we 22 hotels bezoeken vooraleer er één ons beviel en toch niet te duur was. En ooit gebeurde het dat het uitverkozen hotel failliet ging, ook dat nog.

Onze eerste testopdracht zal ik nooit vergeten: het was die dag nationale wandeldag. Tweeduizend wandelaars en daarbovenop nog een veldcross. Meerdere groepen mountainbikes ploeterden in de regen door de aarden wegen. De holle wegen werden omgetoverd tot slijkerige diepe groeven. We zaten tot hoog boven onze enkels onder het slijk.

Onze betrachting was zo weinig mogelijk met de auto te rijden daarom zocht ik steeds naar andere vervoermiddelen. Zo werd het een stoomtrein in Vijlen, taxi’s in Hattem, spoorfietsen in Kranenburg, wagons met tractor in Oostduinkerke, een huifkar in Gerolstein, een stoeltjeslift in Vianden en trein, tram en bus in Den Haag.

In de grotten van Valkenburg hadden we de keuze tussen zittend in een treintje of te voet met een gids door de grotten te gaan. Een treintje dat vonden we weleens iets anders. In de voorste wagon stond een cassetterecorder en in iedere wagon hing een luidspreker. Wij kozen voor de laatste wagon. In de eerste bocht zagen we nog juist een hoekje van de eerste wagon en naast ons een afgeronde beige muur. Een veel te stille stem klonk door de luidspreker: “Hier voor ons zien we een tekening van de burcht van Valkenburg en rechts van ons speelt het orkest van Glen Miller. Gretig keken we in het rond. Links zagen we een blote muur, achter ons zagen we een vrouwenfiguur die water ging halen. Voor ons zagen we het achterwerk van de eerste wagon. Toen de trein verder reed, passeerden we in een vlucht Glen Miller en de Valkenburgse burcht. Deze trip was niet onze bedoeling dus kozen we voor de wandeling met de gids en dat was fantastisch.

Ga dan toch langs de infokantoren hoor ik jullie denken.

Infokantoren? Oke we proberen het:

In Hattem was het kantoor slechts 1 halve dag per week geopend, gelukkig waren we die halve dag daar. We vroegen naar de uurregeling van het openbaar vervoer. We mochten alles zelf op een kattenbelletje overschrijven. Een kopij was niet voorradig.

In Vianden wisten wij meer dan het meisje achter de toog. Ze heeft nog veel van ons geleerd.

In Gerolstein kende men waarschijnlijk het kasteelmuseum in eigen gemeente niet eens, we zijn dit geheim ook niet aan het hen gaan verklappen.

In Bad munstereifel denkt men dat alle museums nog bestaan, ook al zijn de mensen reeds overleden, maar dat er een beiaard is dat willen ze niet vertellen aan de toeristen.

In Kranenburg was het infokantoor onbemand. En ga zo maar verder.

Soms maakten wij ook fouten. Zo ging mijn broer afspreken voor een fabrieksbezoek van bruiswater in een vleeswarenfabriek. Hij had het bijna voor elkaar, maar toen besefte hij plots dat hij een straat te ver zat. Hij is dan maar heel stilletjes weggegaan toen de mevrouw een foldertje ging halen.

Al snel ondervonden we dat een dubbele check niet overdreven was. Een jaar later teruggaan om te controleren of alles nog wel in orde was. Zoals in Hattem was de taverne voor onze lunch overgenomen, de nieuwe uitbater wist van toeten of blazen van onze afspraak.

In Gerolstein werd de wandelweg naar een wolvenpark aangegeven met een omweg van meer dan 2 uren. Ik moest de keuze maken: het jaar daarop teruggaan en opnieuw rondzoeken of alles cancelen. Ik heb echt getwijfeld, maar ik ben teruggegaan. Ik stippelde zelf een nieuwe wandelweg uit naar het wolvenpark. Resultaat: amper een half uur met zicht op een voorhistorische grot op de koop toe. Dan ontdekten we, achter de hoek van ons een hotel, een prachtig kasteel met een heuse ridderzaal waar we konden dineren met koud en warm buffet.

In Bad munstereifel had de traiteur het opgegeven. Eén maand voor ons vertrek moesten we vlug een taverne vinden om te kunnen dineren.

Toch hebben we alle problemen tijdig kunnen oplossen.

 

Volgend: op naar welverdiend pensioen.



Geef hier uw reactie door
Uw naam *
Uw e-mail *
URL
Titel *
Reactie *
  Persoonlijke gegevens onthouden?
(* = verplicht!)
Reacties op bericht (0)



Inhoud blog
  • GEDICHTENBUNDEL
  • Dromen
  • Op naar mijn pensioen
  • Alles komt goed.
  • 7 Magere jaren
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Archief per week
  • 15/02-21/02 2021
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 17/08-23/08 2020
  • 03/08-09/08 2020
  • 27/07-02/08 2020
  • 20/07-26/07 2020
  • 13/07-19/07 2020
  • 25/05-31/05 2020
  • 18/05-24/05 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!