Eén van de weinige dingen die we nog mogen
In deze moeilijke corona tijden
Is in volle vrijheid en naar ieders vermogen
Zonder iets te moeten mijden
Te mogen dromen, nacht en dagdromen
Alles mag en alles kan komen
In onze eenzaamheid dromen we van een groot kerstfeest
Maar ‘s nachts moeten we gaan lopen voor één of ander wild beest
Dagdromen we van een gouden stranden tijdens ons verlof
In bed vluchten we voor het beest maar onze benen zitten vast in een kleverige stof
We dromen in de dag van het grote lot
In onze slaap naakt op de fiets en verkleumt tot op het bot
We dromen dat die fantastische droom ooit uitkomt
We dromen ook dat ons leugentje nooit uitkomt
We dromen al wat we maar willen
Maar niet elke droom is wat we willen
Met spijt weten we, dromen zijn bedrog
Gelukkig weten we: die monsters in onze droom zijn toch maar bedrog
Soms willen we onze droom samen met een ander beleven
Maar een nachtmerrie willen we zelfs aan onze vijand niet geven
Met te dromen kunnen we de moed niet verliezen
Onze dromen maken onze toekomst
Zij geven ons binnenpretjes
Zij geven onszelf loftrompetjes
Als we onze dromen bevriezen
Zullen we een belangrijk deel van ons leven verliezen
Daarom moetje steeds blijven dromen
Om je leven beter door te komen
|