Blogaholic
Observeren van de gewone dingen des levens, maar de politiek is ook nooit ver weg!!!
Inhoud blog
  • De Vier Seizoenen
  • Priester Daens
  • Sint Vincentius
  • Woke
  • De Mechelse Catechismus
  • Pepinster
  • Jan Palach
  • De kolenkelder
  • VRT-Nu
    Categorieën
  • Cynisme, humor, parodieën: er mag gelachen worden (4)
  • Nieuws en actualiteit (5)
  • Zoeken in blog

    Zoeken met Google


    Geen Expert, geen therapeut, geen coach, enkel gezond verstand!
    02-02-2024
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jan Palach

    Communisme

     

    Praag, de hoofdstad van Tsjechië wordt niet ten onrechte de Gouden Stad genoemd. Praag wordt als een van de mooiste steden van Europa beschouwd. Het historische centrum staat op de Werelderfgoedlijst van UNESCO

    Praag, de Gouden Stad.De reden dat ik een stukje over Praag wil plegen is niet toeristisch geïnspireerd. Ik wil het hebben over mijn, weliswaar beperkte ervaring, met het communisme. 

    In het laatste jaar van mijn humaniora, we schrijven 1970, hadden we de keuze om in de plaats van Godsdienst het vak zedenleer te volgen. Samen met een vijftal leerlingen koos ik voor zedenleer. De overgrote meerderheid van mijn medeleerlingen volgde op dat ogenblik, door lichte dwang van thuis uit, nog altijd de Godsdienstlessen. Mijn ouders waren echte socialisten en in die tijd betekende dat bijna automatisch dat je het Katholicisme had afgezworen. Een meevaller voor mij! In die lessen zedenleer werd over zowat alles gepraat en/of gediscussieerd. Je leerde met een open blik kijken naar de wereld rondom jou.

    We vonden het tof dat we zelf onderwerpen mochten aanbrengen. De ene week kon het gaan over de Ku Kux Klan en racisme in de Amerikaanse samenleving, de andere week over de wereldeconomie of een discussie over de Vietnamoorlog. 

    In het najaar van 1970 kon ik samen met de vijf andere leerlingen, in het kader van de lessen zedenleer, een driedaags bezoek brengen aan Praag.

    Vooreerst wil ik toch even de tijdsgeest kaderen. In januari ’68 was er de studentenopstand in Leuven. De leuze ‘Leuven Vlaams’ draagt in de eerste plaats een flamingante stempel. Leuzen zoals ‘Walen buiten’ en ‘Waalse ratten, rol uw matten’ begeleidden de opstand.

    Voor de echt progressieve inslag in die golf van maatschappelijke protesten moeten we echter wachten tot mei '68. Dan gaat het over ‘grotere internationale zaken’ zoals sociaal onrecht, de Vietnamoorlog of de opstand tegen de Sovjetdictatuur tijdens de Praagse Lente.

    Er waren na de gebeurtenissen in Europa van mei ’68, waarbij de logge en conservatieve structuren op de schop moesten, geen taboes meer. 

    De Praagse Lente is de naam die men geeft aan de periode in de Tsjecho-Slowaakse geschiedenis van januari 1968 tot 21 augustus 1968, toen hun leider Alexander Dubček het communistische Tsjecho-Slowakije, tegen de zin van de Russen, een meer gematigde koers uitstuurde. Aan deze periode werd abrupt een einde gemaakt door de andere leden van het Warschaupact,  PolenHongarije en Bulgarije onder leiding van de USSR (Unie van Socialistische Sovjet Republieken). Zij vielen met hun leger op 20 augustus 1968 Tsjecho-Slowakije binnen. 

    Jan Palach werd in augustus 1948 geboren in Vsetaty bij Melnik. Hij was de zoon van een snoephandelaar, die zijn zaak genationaliseerd zag worden toen de communisten aan de macht kwamen. In 1969 studeerde Jan Palach geschiedenis aan de universiteit van Praag.

    Op 16  januari 1969 stak  de Tsjecho-Slowaakse student en demonstrant  zichzelf  in Praag in brand uit protest tegen de bezetting van Tsjecho-Slowakije door de Warschaupacttroepen en vanwege het gebrek aan democratie in zijn land. 

    Jan Palach bereidde zijn dood minutieus voor door enkele uren voor zijn zelfverbranding, persberichten te sturen aan enkele kranten en politici. Nog een tiental andere studenten zouden in de daaropvolgende weken zijn voorbeeld volgen en zelfmoord plegen door verbranding. Vreselijk! 

    De begrafenis van Jan Palach in Praag bracht 500.000 mensen op de been. Ook in latere jaren bleef zijn graf een pelgrimsoord. In 1973 besloot de overheid tot de opgraving en de verbranding van zijn lichaam. De urn met de as van Jan Palach kreeg een plaatsje in zijn geboorteplaats Vsetaty. In oktober 1990 werd de urn teruggebracht naar Praag en werd een herdenkingsplaat aangebracht op het Wenceslasplein, de plaats waar Jan Palach zijn lichaam in 1969 in brand stak. 

    Op de luchthaven van Praag werden onze Reispassen en Belgische identiteitskaarten gedetailleerd bekeken. Vier, vijf maal ging de blik van de douanebeambte van de pasfoto naar mijn gezicht en terug. Ik begon al licht te zweten. 

    Het was al donker toen we in ons hotel toekwamen. ‘Hotel’ was een iets te positieve benaming. Het leek eerder of we in een legerkazerne terechtkwamen met weinig of geen luxe en met te kleine stapelbedden. Maar geen probleem, we waren jong en avontuurlijk. Voor de meesten onder ons was het trouwens zowat de eerste keer dat we echt in het buitenland waren. Bezoekjes aan onze buurlanden niet te na gesproken.

    We kieperden onze reiskoffers op de bedden om zo vlug als mogelijk van het Praagse nachtleven te kunnen proeven. 

    We hadden het hotel nog maar twee minuten verlaten of de politie stopte met gierende remmen naast ons. Wat ze ons op een niet al te vriendelijke manier vroegen of probeerden te vragen, we hebben het nooit geweten. Toen we een gesprek probeerden aan te gaan in het Engels begrepen ze al vlug dat we buitenlanders waren. De agenten werden plots een stuk vriendelijker. Na een identiteitscontrole mochten we beschikken. De politiemensen leken ons trouwens eerder soldaten te zijn met hun kakikostuums, hun bottines en zware bewapening. 

    We waren juist verder de hoek om gewandeld en plots, jawel, weer een politiecontrole. Weer speelde zich hetzelfde scenario af als vijf minuten eerder. Zo vlug ze door hadden dat we buitenlandse studenten waren, werden ook deze agenten plots vriendelijker. Hen was duidelijk opgedragen om een positief imago uit te stralen naar de buitenwereld.

    Onze goesting om het Praagse nachtleven te verkennen was snel over. Geïntimideerd als we waren, gingen we terug naar het hotel. 

    Na een wel heel sober ontbijt begonnen we in de voormiddag aan onze toeristische verkenning van Praag.  Inderdaad de moeite waard. Bewust gingen we eerst op zoek naar het Wenceslasplein waar Jan Palach anderhalf jaar eerder zelfmoord had gepleegd. We zagen de tientallen kogelgaten in de gebouwen rondom het plein, gevolg van de Russische inval een jaar eerder. Terwijl ik rondkeek bekroop mij een onbehaaglijk gevoel. Ik merkte dat wij de enigen waren die hier op deze plaats bleven staan. De meeste andere voorbijgangers liepen hier schichtig voorbij.

    Agenten/soldaten leken iedereen in het oog te houden. Beangstigend. We liepen dan ook snel verder.

    De rest van de dag verliep verder zoals een normale toeristische uitstap, met het nodige jeugdige plezier en verwondering.

    Tsjechië stond namelijk, net zoals België, bekend voor hun lekker bier en dus stapten we ’s avonds een druk bezocht café binnen. De meeste plaatsen waren bezet maar een ongeveer 50 jarige man deed teken dat er aan zijn tafeltje nog plaats was voor ons.

    Hij leek te weten dat wij buitenlandse toeristen waren. Met stille stem begon hij, in gebroken Engels, te praten. Hij polste eerst uitgebreid naar onze achtergrond en wat ons naar Praag bracht. Waren wij toeristen? Kwamen we uit politieke overwegingen? Altijd onrustig en schichtig om zich heen kijkend. Er waren overal spionnen van het communistische regime en hij had schrik om verraden te worden, vertelde hij ons. 

    Zelfs praten met buitenlanders werd als zeer verdacht beschouwd!

    Hij wees een artikel aan in de krant die hij bij zich had. Hij wilde ons blijkbaar duidelijk maken hoe slecht en moeilijk het leven in Tsjechië was. Zeker weet ik het niet, want plots verstarde de man en keek verschrikt naar de deur van het café. Het werd het muisstil. Je kon een speld horen vallen. Twee agenten, of waren het toch soldaten, liepen zonder iets te zeggen langs de tafeltjes. Ze bekeken iedereen met een priemende blik.

    Je zag de schrik op de gezichten van de aanwezigen. Ik voelde me niet gerust en kreeg het warm.

    Zulke scènes had ik tot dan alleen nog maar gezien in films over de tweede wereldoorlog.

    Heel beangstigend. Wanneer de agenten terug buiten waren, hernamen de gesprekken.

    Onze Tsjechische gesprekspartner leek plots te veel schrik te hebben gekregen en vertrok zonder zijn glas uit te drinken.

    De volgende twee dagen hadden er nog enkele kleine gebeurtenissen plaats, te veel om in deze context, gedetailleerd te beschrijven. Het maakte dat wij ons in Praag meestal niet op ons gemak voelden.

    Van vrijheid van denken en handelen leek hier geen sprake te zijn.

    Was de Praagse lente overgegaan in een Praagse winter?

    Ik begon me meer en meer af te vragen hoe onze leraar er in was geslaagd toestemming te krijgen om het land binnen te komen. Een communistisch land bezoeken was in die tijd  immers niet evident. Pottenkijkers werden altijd zo veel als mogelijk buiten gehouden. 

    Waarom ik hier na 50 jaar op terugkom?

    Hier in België lijkt het communisme terug meer aanhang te hebben. Hoe goedbedoeld, idealistisch en sympathiek sommige van die politici ook zijn, communisme lijkt overal ter wereld uit te monden in een dictatuur.

    Gaat het nu over China, Noord-Korea, Venezuela, Cuba of het vroegere Oostblok, overal zie je hetzelfde stramien.

    Meestal is er een beperkte groep die de touwtjes stevig in handen houdt en zich verrijkt  terwijl de man in de straat alle moeite heeft om een menswaardig leven te leiden. Mensenrechten zijn er niet prioritair. Je ganse leven wordt gecontroleerd, tegenstanders verdwijnen of worden verbannen naar ‘opvoedingskampen’. 

    Daarom: ‘nie wieder Kommunismus’, met de kanttekening dat extreemrechtse regimes op dezelfde manier te werk gaan.

    Les extrêmes se touchent

    Blogaholic

    02-02-2024, 00:00 Geschreven door Blogaholic
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Nieuws en actualiteit
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De kolenkelder

    Het onderwijs

     Jozef, buiten!

    De “meester” nam me bij de arm en sleurde me naar de kolenkelder een paar meter verderop in de gang. Ik had wat veel gebabbeld en niet opgelet. Na enkele verwittigingen van de leraar volgde steevast: het kolenhok!

    Was dat erg? Neen, je steeg zelfs in aanzien bij de medeleerlingen wanneer je in het kolenhok had gezeten! In de kelder was het rustig en kon je op ontdekking gaan. Hij werd ook gebruikt als archief voor oude schoolboeken , dus je vervelen was er niet bij. Je moest alleen opletten voor je kleren.  Wanneer je thuis kwam als Zwarte Piet zwaaide er wat.

    Wij waren inderdaad soms roetpieten, jaren voor die politiek correcte term in zwang kwam.

    Heb ik er trauma’s aan overgehouden? Ik dacht het niet! 

    Waarom deze inleiding?

    De media hebben het de laatste dagen over de teloorgang van ons onderwijs.

    Testen van leerlingen over de ganse wereld hebben uitgewezen dat het onderwijs in België de laatste jaren zowat in vrije val is!

    Als bezorgde grootvader moet ik dit al jaren met lede ogen aanzien.

    Onderwijs moet vandaag vooral plezant zijn. Iedereen moet zich goed voelen. Iedereen moet goede punten hebben. Iedereen intelligent! Niemand herexamens. 

    Waarom bewijzen wetenschappelijk onderbouwde studies meestal zaken die de man in de straat al jaren weet of aan den lijve ondervindt?

    Er is een verschil in intelligentie, een verschil in nieuwsgierigheid, een verschil in werklust tussen leerlingen, tussen mensen. Daar kan toch geen discussie over bestaan dacht ik? 

    Hoe werd er in de jaren ’60 onderwezen? Daarvoor kan ik putten uit eigen ervaring.

    Eén leraar gaf in de gemeentelijke jongensschool les aan twee klassen tegelijkertijd!

    Het eerste en tweede studiejaar zaten samen. De leerlingen van het eerste jaar links, het tweede studiejaar rechts in de klas, idem voor het derde en vierde jaar en het vijfde en zesde jaar.

    Hoe die leraren dat deden is mij nu trouwens nog altijd een raadsel. Feit is dat wij werden gedrild in basiskennis. Tafels van vermenigvuldiging? Dagen aan een stuk opzeggen en opschrijven tot je alles foutloos kon “aframmelen”. Nederlands: woorden schrijven en herschrijven tot je ze met je ogen dicht kon gebruiken. 

    In de humaniora mocht je, wat betreft inhoud, de perfecte  verhandeling -nu wordt dat blijkbaar een paper genoemd- afleveren:  één dt-fout en je haalde maximum 5/10. Twee dt-fouten stond gelijk aan 0/10.

    Streng? Zeker, maar je leerde er wel van. Je leerde je te concentreren, na te denken, regels toe te passen! 

    Op de rapporten werd niet de mediaan vermeld, maar de plaats die je innam in de rangschikking. Was je laatste? Oké, dan stond er duidelijk dat je 21ste was op 21 leerlingen. Niet omfloerst. De zaken benoemen zoals ze zijn.  Er werd zelfs een boekje uitgegeven met de resultaten van alle klassen van de school met, per klas,  de resultaten gerangschikt van hoog naar laag. Iedereen kon gewoon je resultaten bekijken. En oh ja, de beste leerlingen kregen een boekenpakket. Was je de beste in een bepaald vak kreeg je nog een boek extra. De laatsten van het peloton kregen 1 (één) leesboek(je)! 

    Was deze manier van werken ideaal? Natuurlijk niet,  we moeten de werkwijze in  het verleden ook niet mooier maken dan ze was. 

    Maar, ......begin van deze eeuw wilden politici het onderwijs hervormen. Kennis werd minder belangrijk. Er zou meer belang worden gehecht aan vaardigheden. Men voerde de zogenaamde eindtermen in. Verkeerslessen? Oké, kan ik inkomen.

    W.O. (werkelijkheidsonderricht)? Oke, kan ik inkomen.

    Maar is het nu echt nodig om kinderen van 9 jaar les te geven over Mondriaan? 

    Met het invoeren van de fameuze invulboeken ging men nog een stap verder om het leren makkelijker en plezanter te maken. Hier en daar een woordje invullen, een sommetje maken. En vooral staan er veel  mooie kleurplaatjes in om het geheel aantrekkelijker en luchtiger  te maken. 

    Samen met de hervormingen in het onderwijs vond ook een nieuwe manier van opvoeden zijn weg in onze maatschappij. Het begon eind jaren ’80 van de vorige eeuw.

    Wij baatten in die periode een krantenwinkel uit, tegenover de gemeentelijke jongens- en meisjesschool, in een klein en rustig gehucht in de Zuiderkempen.

    Wanneer we aan het einde van het schooljaar aan de ouders vroegen, hoe de zoon of dochter het had gedaan, kregen we steeds een eerlijk antwoord. Zelfs als de ouders niet tevreden waren over het resultaat van hun kroost, werd er niets verbloemd.

    Begin jaren ’90 kwam hierin plots, zonder aanwijsbare reden, verandering. Opeens kregen we aan het eind van het schooljaar nietszeggende antwoorden zoals: zij/hij heeft het goed gedaan, we zijn tevreden, ...... 

    Niets concreet, zeker niks ‘negatief’, zeker geen percentages. Het leek alsof de kinderen plots moesten beschermd worden. Tegen wie of wat?

    Opvoeden werd verwennen en vooral werden de kinderen plots ook over beschermd! Alle kinderen waren plots fantastisch. Alle kinderen bleken plots geniën te zijn. Niemand had nog herexamens? 

    Bij VTM wordt in deze periode weer de Rode Neuzen actie opgestart. Er wordt geld ingezameld om projecten op te starten ter verbetering van het psychisch welzijn van kinderen. Zou het niet kunnen dat wij door het extreem verwennen van onze kinderen zelf aan de basis liggen van de vele  psychische problemen bij onze kinderen? 

    Eigen kind, schoon kind. Kinderen horen van hun ouders alleen nog hoe fantastisch en mooi ze zijn. Tegelijkertijd werd de lat in de scholen zo laag gelegd dat de kinderen natuurlijk meegaan in het idee dat zij bekwaam en intelligent zijn. Negatieve kritiek tijdens het oudercontact wordt niet meer geduld. Wanneer de leraar in de klasagenda schrijft, ‘uw zoon/dochter pest andere kinderen’,  komt de klasagenda ’s anderendaags gegarandeerd terug met een aanvulling door de ouders: ‘onze zoon/dochter pest geen andere kinderen’! Overbeschermd dus!

    Einde van de discussie. 

    Het bizarre is dat de ouders anderzijds wel voor alles en nog wat de verantwoordelijkheid bij de school leggen. Beleefde omgangsvormen, gedrag in het verkeer: moet de school maar oplossen. Kleuters die nog niet zindelijk zijn: daarvoor dient toch de kleuterjuf. 

    Veel van onze kinderen worden door hun ouders ook gepusht om naar de universiteit te gaan. The sky is the limit! Tot ze op een dag botsen op een keiharde realiteit wanneer blijkt dat ze toch niet allemaal bekwaam zijn om ingenieur te worden en hun zelfvertrouwen een serieuze knak krijgt. 

    Een ander teer punt in ons onderwijssysteem is de kwaliteit van het lerarenkorps. De jonge leerkrachten van nu  zijn zelf afgestudeerd in ons nieuw, minder kwaliteitsvolle onderwijssysteem.

    Zo kon het gebeuren dat onze kleindochter van 10 jaar onlangs een briefje meekreeg van de zorgjuf voor haar ouders waarin één DT-fout en twee andere schrijffouten stonden!  In een handgeschreven tekst van vier lijntjes! Deze mensen moeten onze kinderen opleiden? 

    Je vraagt je af waarom de lat in scholen plots zo laag werd gelegd, terwijl het onderwijs in Vlaanderen toch jarenlang internationaal zeer hoog stond aangeschreven? 

    Een eerste reden was dat kinderen van migranten onze taal niet machtig waren omdat thuis altijd de moedertaal werd gesproken. Zij moesten worden beschermd en meegetrokken in ons onderwijssysteem. Terwijl men eerder had moeten inzetten op het aanleren van onze taal. Kennis van de taal is een eerste vereiste om te communiceren, te studeren, kortom de basis van alles. 

    Een tweede reden was, zoals al eerder aangehaald: het onderwijs moest vooral leuk, tof, plezant en  ontspannend zijn!

    De leraar moest plots met de voornaam worden aangesproken. Geen “afstand” meer, geen respect meer. Respect, trouwens ook iets dat veel ouders hun kinderen niet meer aanleren. 

    Ik mag hopen dat met de nieuwe bedroevende resultaten  van de recente internationale studie er eindelijk actie wordt ondernomen om ons onderwijs terug naar een aanvaardbaar niveau te brengen.

    Blogaholic

    02-02-2024, 00:00 Geschreven door Blogaholic
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Nieuws en actualiteit
    31-01-2024
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VRT-Nu

    Een zonnige namiddag tijdens de laatste zomerdagen van september 1995.

    Zoals meestal stond de achterdeur open. Ik ging binnen, zonder kloppen. Niet nodig, je was hier altijd welkom! Gerard, 78 jaar maar jong van geest, zat rustig aan de eettafel een koffietje te drinken. De koffiepot op de kachel, de halfvolle fles jenever altijd klaar binnen handbereik voor de bezoekers.

    Ik had de keuze: koffie of een borreltje. Jenever is niet echt mijn ding, dus werd het voor mij een pekzwarte koffie waarvan je onmiddellijk wakker en alert werd.

    Ik zat nog maar net toen Willy, de vaste postbode sinds jaren, binnenkwam. Hij bracht een pakje van één van de zonen die, voor het werk, met het ganse gezin naar Singapore was verhuisd. Willy dronk, terwijl we een babbeltje deden, vlug een jenevertje vooraleer zijn ronde verder te zetten.

     Aanleiding van deze mijmering is een prachtige documentaire over het leven op de boerenbuiten in de jaren ’70 van de vorige eeuw die ik gisteren zag op VRT-nu. De beelden spraken voor zich, off screen commentaar was niet nodig en zou zelfs als storend worden ervaren.

    Wat me vooral opviel was de rust, de ontspanning, het omgaan met de buren, de vrienden, het sociaal leven....

    De documentaire deed me inderdaad terugdenken aan mijn schoonouders.

    Gerard, ‘Zjeraar’ voor de vrienden, was zowat de rustigste mens die ik kende. Dat rustige zat in de genen van zijn familie. Ook zijn broers en zussen leken nooit te hebben gehoord van stress. Nooit zou Gerard zijn stem verheffen. Hij sprak altijd met diezelfde rustige en eerder lijzige stem. Een horloge droeg hij alleen als hij in zijn zondagse pak naar de H.Mis ging of uitgenodigd was op een feest.

    Klein en gedrongen van gestalte. Een weelderige grijze haarbos. Niet mager, niet dik. Een heel sobere manier van leven.

    Gerard had al zoveel meegemaakt in zijn leven dat niets hem nog uit zijn evenwicht kon brengen: een jongere broer en zus gestorven toen hijzelf amper 20 jaar was. In de tweede wereldoorlog een broer en schoonzus die niet meer terugkwamen uit de Duitse concentratiekampen. Een dochtertje gestorven toen het pas enkele maanden oud was. Zijn vrouw overleed in 1978, pas 57 jaar geworden......

    Een mens zou voor minder verbitterd raken, maar niet zo Gerard. Altijd positief, nooit een slecht woord over andere mensen. Het was dan ook niet verwonderlijk dat er zowat elke dag buren of familie en vrienden langskwamen. Wat hij vooral heel goed kon, was luisteren!

    Gerard, een mens van vlees en bloed met zijn tekortkomingen, leefde volgens de 10 geboden.

    Misschien ze hier voor alle duidelijkheid nog even opsommen?

    1. Bovenal bemin één God.

    2. Zweer niet ijdel, vloek noch spot.

    3. Heilig steeds de dag des Heren.

    4. Vader, moeder zult gij eren.

    5. Dood niet, geef geen ergernis,

    6. Doe nooit wat onkuisheid is.

    7. Vlucht het stelen en bedriegen.

    8. Ook de achterklap en 't liegen.

    9. Wees steeds kuis in uw gemoed.

    10. En begeer nooit iemands goed.

    Zoals hierboven aangehaald heb ik Gerard nooit kunnen betrappen op het zondigen tegen het achtste gebod. Stelen of bedriegen stonden trouwens ook  niet in zijn woordenboek.

     Gerard had samen met zijn vrouw  tien (10!) kinderen grootgebracht. Luxe hadden ze niet gekend maar de kinderen hadden altijd een net voorkomen en waren welgemanierd. Respect voor ieder ander mens werd hen ook van kindsbeen aangeleerd.

    Nadat hij gestopt was als landbouwer, wegens niet meer rendabel, had Gerard in het dorp een melkronde opgestart. Vanaf nul! Zelf deur aan deur klanten proberen te maken. Niet evident voor een introvert persoon als Gerard.

    Maar het lukte! Iedereen kende Gerard, Gerard kende iedereen. 

    Zijn echtgenote Louisa was dan weer een heel extraverte  vrouw  met het hart op de tong. Groot van gestalte, groot van hart. Gerard en Louisa vulden elkaar perfect aan.

    Je moest bij Louisa niet aandringen om op feesten een lied te zingen of te acteren bij het parochiale toneelgezelschap.

    Het overlijden van zijn vrouw –zij waren altijd samen- was voor Gerad dan ook een enorme klap. Maar toch, op de dag van de begrafenis was hij het die zijn kinderen ging troosten op het kerkhof, diepgelovig als hij was. Niet andersom!

    Geloof verzet bergen?

    Inderdaad, hoewel zelf niet gelovig, heb ik toen op de begrafenis van zijn vrouw met eigen ogen kunnen vaststellen hoe hij een enorme kracht haalde uit dat geloof.

    Gerard en zijn vrouw waren op een bepaalde manier, zonder het misschien zelf te beseffen, voor die tijd tamelijk vooruitstrevend. Indien één van de dochters in de stallen wou werken was dat geen probleem. De zonen werden ook opgedragen om de was buiten op te hangen.

    Er was geen strikte scheiding tussen taken voor  mannen en vrouwen. We spreken hier dus wel over de jaren ’60 en ’70, wanneer dit allemaal nog niet evident was!

     Nieuwjaar en de plaatselijke kermissen waren voor Gerard en Louisa altijd weer gelegenheden om te feesten en de familie samen te brengen. Daags voor de festiviteiten kwamen alle kinderen samen het salon, zetels en canapé in de garage zetten om plaats te maken voor extra tafels en stoelen. Wanneer alles klaarstond begon men al te koken.

     Ook na het overlijden van zijn vrouw, stond Gerdard er op om de traditie van de feesten verder te zetten. In de loop van de jaren groeide het aantal ‘genodigden’ alleen maar. Allemaal kwamen ze graag. Niemand zocht uitvluchten om niet te komen. Op het hoogtepunt zaten er 65 (vijfenzestig) familieleden aan tafel. Kinderen, kleinkinderen, achterkleinkinderen.

    Voor mij, komend uit een gezin met twee kinderen, was het aanvankelijk wennen aan die drukte. Een nieuweling in de familie moest ook een spervuur van vragen doorstaan, maar het belangrijkste was dat hij/zij altijd werden aanvaard ongeacht het karakter, ongeacht de afkomst.

    Als hun kinderen gelukkig waren, dan waren Gerard en Louisa ook gelukkig.

    Op zondagnamiddag een bezoek brengen aan de ouders hoorde er vroeger ook gewoon bij. Misschien zelfs als een vorm van respect voor de mensen die je hadden opgevoed. Dat stuk van het familiaal leven is spijtig genoeg om allerlei redenen bij de meeste families weggevallen. De kinderen hebben het meestal te druk, de ouders zelf hebben dikwijls ook nog een actief leven.

    Die zondagse bezoekjes waren nochtans een uitstekende gelegenheid om bij te praten. Om je hart te luchten, om te lachen, te horen hoe het met de anderen ging, om de anderen hun mening te vragen over iets waarmee je zat .....

    De documentaire op VRT-nu deed mij plots beseffen hoezeer onze manier van leven is veranderd. Familie en sociaal leven zijn op vele plaatsen grotendeels weggevallen. Eenoudergezinnen, gezinnen met één kind, de vele alleenstaanden, zijn niet bevorderlijk voor een ‘rijk’ familieleven. Waar staat de deur trouwens nog uitnodigend open? Aan nieuwe woningen zie ik van langsom  meer dat er onmiddellijk een hekken wordt geplaatst met een poort die alleen met een cijfercode kan worden geopend. Spontaan binnenspringen voor een koffietje en een babbel? Vergeet het!

     In deze tijden waarin alles snel moet gaan,  moet het leven in detail worden uitgetekend. In de hoofden een duidelijk en ideaal plaatje voor carrière, huwelijk (of samenwonen), kinderen, Wanneer met één ‘onderdeel’ van het zorgvuldig uitgetekende plan iets fout loopt, is men verloren. Weg is de droom. Het leven mislukt.  Dat het leven niet altijd verloopt zoals men het in gedachten heeft, is iets waar amper nog rekening mee wordt gehouden.

     De vier belangrijkste onderdelen van een gezond geestelijk leven, zijnde ‘aanvaarding’ (van tegenslagen), respect, familie en sociaal leven ontbreken voor een groot stuk in deze snelle smartphonetijden.

    Maar er is toch hoop in deze bange Coronatijden. Ik zie in mijn straat de laatste jaren meer en meer bankjes verschijnen in de voortuinen waar op zomerse dagen buren wat komen bijpraten. Terug een eerste aanzet tot meer sociaal contact?

     Dat is dan op zich misschien weer slecht nieuws voor therapeuten allerhande.

    Blogaholic

    31-01-2024, 00:00 Geschreven door Blogaholic
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Nieuws en actualiteit
    Archief per week
  • 18/03-24/03 2024
  • 04/03-10/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 29/01-04/02 2024

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek
  • Vriend,
  • Goedemorgen
  • Goedemiddag

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     

    Foto


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!