Een Belgisch bedrijf instaat voor de bescherming van het zitvlak van wielrenners?
ReSkin, zo heet een nieuw ontworpen stukje textiel, een product van het bedrijf BioRacer, een Belgisch topmerk voor rennerskledij. Reskin behoedt renners en wielertoeristen voor problemen aan het zitvlak. Deze klachten komen vooral voor in meerdaagse wedstrijden. Door verschillende weersomstandigheden (de ene dag snikheet, de andere dag hevige regenval,...) kan de huid zeer gevoelig geworden, en daardoor krijgen renners last van zitvlakproblemen zoals zweren en brandwonden.
BioRacer nam in 2005 contact op met de textielafdeling van de Hogeschool Gent en samen werd dit stukje spitstechnologie ontwikkeld. Het probleem, en ook de oplossing moest niet worden gezocht bij het zeem in de rennersbroek. Een zeem gaat dit probleem niet tegen want het vangt enkel druk op. Er moest een andere oplossing gevonden worden, die de wrijving op een afdoende manier kon voorkomen. De oplossing werd een bi-elastische pleister (rekbaar in de lengte en de breedte) die perfect op het lichaam aansluit en wrijving en blaren voorkomt.
ReSkin vormt een soort,,tweede huid'' voor het zitvlak van wielrenners. De uitvinding, die intussen gepatenteerd werd, is sinds 2005 in gebruik bij verscheidene profrenners en dit tot algehele tevredenheid. Het aantal "kwetsuren" aan het zitvlak is sterk verminderd omdat het rijcomfort aanzienlijk gestegen is.
"Je zou kunnen zeggen dat we hebben voortgeborduurd op het idee van de biefstuk in de wielerbroek - maar dan wel op een hoogtechnologische manier'', zegt onderzoeker Frank Godefroidt van de Hogeschool Gent. "Het probleem zit m immers in de wrijving tussen de huid en de broek. Die nemen we met de speciale ReSkin-stof, die op de huid van de wielrenners wordt vastgekleefd, weg. Daardoor hebben die renners geen last meer van wondjes aan hun zitvlak, die anders kunnen uitgroeien tot zweren, brandwonden en andere steenpuisten.''
Van Brest naar Baranovichi. Volg de route maar op de kaart. Akker en bos wisselen elkaar af. Hier en daar een dorp . Vogels en overstekend wild. De meeste auto's en vrachtwagens nemen de snelweg die maar een paar honderd meter naast onze E85 loopt. Dus hopelijk weinig verkeer.
De afstand tussen A moet identiek zijn aan de breedte van de naaf.
A = 121mm voor een naaf van een wegfiets, 5 versnellingen. A = 126mm voor een naaf van een wegfiets, 6 ou 7 versnellingen. A = 130mm voor een naaf van een wegfiets,7 , 8 , 9 ou 10 versnellingen. A = 135mm voor een naaf een van mountenbike, 8 ou 9 versnellingen. A = 140mm voor een naaf van een tandem.
Gisteren Zaterdag 20 Maart mijn eerste BRM gereden. Ongeveer 15 randonneurs aan de start voor 200 km fietsen in Frans Vlaanderen. Geen druppel regen en de strakke wind slechts enkele uren in het nadeel. Om 8 uur gestart en na de eerste kontrole zijn we met zen zessen samengebleven en aan een doenbaar tempo naar de aankomst gereden. Veel plat maar ook enkele pittege heuvels zorgden er voor dat het gemiddelde op 25 km/uur kwam. Wie een keertje wil meerijden kan dit op 10 April te Oostende. 200 km aan een rustig tempo(25/26km gemiddeld). Indien interesse mailtje sturen en we spreken af om gezamelijk te starten aan café De Ton te Raversijde(Oostende).
De kosten van de hotels in Belarus en Rusland moeten onmiddelijk en integraal betaald worden. Er zijn ook ongeveer 630 kosten voor de uitnodeging voor de visa in Rusland. Daarom graag een storting, voor einde maart, van 1.000 euro op rekening van Roland Hurtecant: IBAN:BE13 7370 2921 6039
BIC: KREDBEBB
aub vermelden je naam en adres, 2 de aanbetaling BM
Met glimmend rode wangen zingt Olga voor: 'Drink, drink en eet, het is zo goed voor je. Dan klinkt het hele gezelschap hard met de glaasjes zelf gestookte wodka (samogon) tegen elkaar en iedereen neemt een slok. Olga zingt verder, met wodkalichtjes in haar ogen: Maak je geen zorgen. We eten en drinken wanneer we dat willen.' Haar gekookte kip smaakt in allerlei lagen goddelijk, de bonensoep is koud ook lekker en de ingemaakte komkommer ziltzuur. We zitten met een man of tien in de echt niet zo grote keuken van Olga Matsukevich, een prominente inwoonster van Motol, een flink dorp zon 350 kilometer ten Zuid-Westen van Minsk, de hoofdstad van Wit-Rusland, oftewel Belarus. Olga is ook directeur van het plaatselijke museum, ze is een vrouw met aanzien en geeft ons een cursus borsjt maken, bonensoep op zijn Wit-Russisch, met veel paddenstoelen. En hoe je die paddenstoelen en andere zaken inmaakt, legt ze intussen ook uit. Je kunt zien dat Olga het heeft gemaakt. Haar keuken heeft echte tegels op de vloer en de enorme kachel, waar ook het brood in gebakken wordt, is versierd. Ze heeft me bij binnenkomst als eerste haar inpandige toilet laten zien, een teken van welstand. Olgas man heeft geholpen bij het schonen van Tsjernobyl, dat verdiende goed. Hij loopt nu verdwaasd rond, zijn huid heeft de kleur van een slecht schoongemaakte melkfles. Maar praat niet over Tsjernobyl, niet over president Loekasjenko en ook niet over de verdwenen Joodse medebewoners. Neem nog een slok wodka, ja?
Een voorontwerp van onze Brugge-Moskou truitjes. Door bemiddeling van Willy Goeteyn en de financiele hulp van Fietsen Godefroot kunnen de deelnemers van BM beschikken over 2 wielertuien. We betalen 30 voor de twee.
Wit-Rusland, onbekend en onbemind. Zo onbekend zelfs dat vele van het Wit-Russische bestaan niets afweten, of denken dat het gewoon een deeltje van Rusland is. Zo onbekend zelfs dat zelfs de fervente Oostblok-reiziger er zelden voet aan wal zet. Niet dat wij ons nu al tot een fervente Oostblokreiziger zouden kronen of dat we zelf slechts bij het voorbereiden van onze trip het bestaan van dit land leerden kennen, toch zijn we nu vastberaden om het mysterie Wit-Rusland/Belarus in eigenste persoon uit te gaan dokteren.
Allereerst de spectaculaire grensovergang. Wetende dat dit land onder het mom van de laatste dictatuur uit Europa een soort versterkt fort maal 100 is, gewapend met ons in Brussel afgehaalde visum en onze breedste glimlach alsook ons meest geduldige humeur, mag gezegd worden dat dit één van de meest spectaculaire overgangen was, juist omdat de grensovergang allesbehalve spectaculair was. Zelfs een beetje teleurgesteld mochten we al na een uurtje aanschuiven, een minuscule controle (opentrekken van deuren en koffer zou je zelfs geen controle kunnen noemen) en het afsluiten van een speciale Wit-Russische medische verzekering het magische land Wit-Rusland betreden. (alsof onze eigenste Europa Assistence verzekering niet de hele wereld covert alsof Wit-Rusland dus naar eigen zeggen niet tot de wereld behoort.)
Eerste indrukken: netjes, netjes, netjes! Alsof alle straatvegers, schooiers en Poolse poetsvrouwen hier elk uur een grondig kuisoffensief vereffenen. Alles is netjes! Geen papiertje op de grond, geen sprietje onkruid tussen de ordelijke roos-grijze tegeltjes, en tengevolge (of juist omdat) op elke straathoek een vuilbak.
Wat valt nog op: Lenin. Of beter: Lenin is terug, en deze keer is hij nog groter, nog trotser en nog uitgestrekter dan ooit. Elk uit de kluiten gewassen dorp en elke stad heeft hier datzelfde centrale roos-grijze plein met daarop een groter-dan-mensen Lenin op een enorme roosmarmeren sokkel, met liefst nog een tweetal oorlogsmonumenten en dito rode sterren in de buurt of een hamer-en-sikkeltje her en der neer gepland. Maar bijna tegelijkertijd dat we onze eerste Wit-Russische Lenin tegenkomen, passeert er ook een jongeheer met dreadlocks over het megalomane plein. U zegt: so what? Maar wij zeggen: uh!! Zelfs in de meest Westerse Oosterse Europese landen kwamen wij zelden tot nooit een dreadlock tegen, of deze bevond zich in het haar van een dronken bedelaar/toerist. Dus om in dit land dat dweept bij Rusland, vervlogen communistische tijden, anti-Westen, dictatuur, noem maar op, al na een uurtje rondwandelen een groepje skatende jongeren, rastas, gothics en wat heb je nog voor subculturen tegen het lijf te lopen? Daarvoor moet je echt ter plaatse komen kijken.
Vandaag een mooie trainingtocht afgewerkt. 140 km fietsen in ideale omstandigheden. Ideaal, eigenlijk niet. Ik had vergeten mijn kont in te smeren met een ferme klodder 'uierzalf'. Normaal smeer ik zalf als ik meer dan 100 kilometer fiets en ik smeer zelfs bij als ik tochten van 300 en of 400 kilometer onderneem. Ik koop de uierzalf in potten van 1 kg in een winkel te Sluis. Niet duur, slechts 5 euro per kilo.
De Pools/Russische grens ligt op de tijdgrens. We verzetten ons uurwerk een uur later. Van 13:00 uur is het opeens 14:00 uurgeworden. Aan de Pools / Wit-Russische grens hebben we er twee uren over gedaan om alle formaliteiten rond te krijgen. Je loopt van het ene bureautje naar het andere. Je moet een ziekteverzekering kopen, papiertjes invullen , laten afstempelen en vooral : de dubbeltjes goed bijhouden. Over onze bagage en de cadeaus werd hoegenaamd niet moeilijk gedaan
En dan arriveer je in Wit-Rusland. De andere wereld. Na de slechte wegen in Polen en de roekeloze kamikaze-chauffeurs, is het een zaligheid om over de kilometerslange, eenzame Wit-Russische wegen te rijden. Je komt er haast niemand tegen. Nu en dan rijd je door een dorpje en heel soms door een stadje. Daar hielden we dan nauwgezet onze snelheid in de gaten, want we waren verwittigd : de politie waakt. Wij vonden de natuur gewoonweg prachtig : eindeloze vergezichten met heel veel vennen of uitgestrekte bossen met vooral de beroemde berkenbomen. Het leek ons dat het licht in Wit-Rusland heel anders is dan bij ons. Zoals daar het zonlicht de witte stammetjes van de berkenbomen oplichtte, hadden we nog nooit gezien. En daarboven een strakblauwe hemel.
Ondertussen hadden we telefonisch contact met onze gastvrouw, want jawel, onze GSM bleek daar wonderwel te werken.
Dan stoppen we op het laatste station voor de grens in het plaatsje Terespol. Hier komt de Poolse douane aan boord om de paspoorten te controleren. De trein staat intussen op een groot, maar volledig vervallen spoorwegemplacement met oude watertorens voor de in deze streek inmiddels afgeschafte stoomlocomotieven. Aan de oostelijke horizon zijn de wachttorens van de grenspolitie zichtbaar. Daar begint de voormalige Sovjet Unie, tegenwoordig Wit-Rusland. Na een poosje wachten rijden we langzaam richting grens. Deze wordt al snel zichtbaar dankzij de wachttorens en de vele rijen dikke prikkeldraadversperringen aan de overkant van de Bug, die de grensrivier tussen Polen en Witrusland vormt. Eenmaal over de rivier rijden we een tijdje langs de muren en prikkeldraadhekken, waarmee tientallen jaren de bevolking binnen de grenzen gehouden is. Ik durf bijna geen foto te maken als ik de zwaargewapende grenswachten zie patrouilleren. De trein stopt op een rangeerterrein in niemandsland en krijgt bezoek van de Russische douane. Ik ben benieuwd wat mij te wachten staat. Zou het nog net als vroeger gaan? Dan zouden ze een aardige klus hebben aan deze tot de nok toe volgestouwde trein. Het valt gelukkig mee. De jonge douanebeambte bladert rustig mijn paspoort door op zoek naar compromitterende visa, waarop hij mijn visum teruggeeft met nieuwe stempels en zowaar één van de foto's die ik voor het verkrijgen van het visum naar de Russische ambassade had gestuurd. We komen in het eerste Russische station aan. Het station van de stad Brest. De mensen hebben allemaal karrenvrachten bagage bij zich. Gewoon forenzenverkeer lijkt hier niet te bestaan. Het valt mij wel op dat de mensen er goed uitzien en modern gekleed gaan. Dit is waarschijnlijk het welvarendste deel van het voormalige Sovjet-Rijk. Al snel komt de trein met een rukje weer in beweging. Hij rijdt achteruit richting grens. De elektrische locomotief uit Polen heeft plaats gemaakt voor een donkergroene diesellocomotief van de Russische spoorwegen. Deze brengt ons naar een gebouw waar de wielstellen van de wagons verwisseld zullen worden. Dit in verband met de iets grotere spoorbreedte in Rusland. Het verwisselen van de wielen - ook de koppelingen worden verwisseld maar dat is een stuk eenvoudiger - kost nogal wat tijd. De wagons worden ontkoppeld en omhoog gevijzeld waarop aan een staalkabel de wielstellen eronder vandaan getrokken worden. Vervolgens arriveren de nieuwe wielstellen, waarop de hele handel weer kan zakken. Dan volgt het opnieuw aaneenkoppelen van de wagons, zodat weer de oorspronkelijke trein ontstaat. Boven de ramen, aan de wand van het wielengebouw is het woord vrede in vele talen afgebeeld. Niet in het Nederlands overigens. De opschriften zijn treffend, want van het gebouw heeft toch zeker ook een symbolische betekenis. De afwijkende spoorbreedte is indertijd ingevoerd om een militaire invasie over spoor te bemoeilijken. Een soort vredesoperatie dus, als je ver doordenkt. De koppelingen zijn verwisseld omdat in Duitsland en Polen niet met het Russische systeem van stugge koppelingen gereden mag worden. In West-Europa staan treinwagons verend met elkaar in verbinding, hetgeen het comfort zeker ten goede komt. In Rusland - en overigens ook in China - hebben de treinstellen stugge koppelingen die weliswaar goedkoop in onderhoud zijn, maar die bij elke snelheidsverandering de hele trein door elkaar laten schudden. Inmiddels is het bijna kwart voor vijf. Dreunend en schuddend sukkelen we weer terug naar het station van Brest, waar heel kort gestopt wordt. Na het aankoppelen van een elektrische locomotief zet de trein zich in beweging en wordt de reis voortgezet. Moskou is nog ver. Als alles volgens plan verloopt hebben we nog zo'n negentien uur treinen voor de boeg. Wit-Rusland (Bela Russkaya) glijdt voorbij. We zijn vijf over vijf vertrokken vanaf het grensstation. Witrusland lijkt aanvankelijk wat op Nederland. Eindeloze groene vlakten met grazende zwart/witte koeien. Alleen groeien er meer berkenbomen. Een ander verschil is de dakbedekking. Vrijwel alle huizen hebben hier een dak van golfplaten. Dat zal wel meer economische dan architectonische motieven hebben. Opmerkelijk is weer de eenheid in verscheidenheid voor wat auto's betreft. Alleen hebben de Poolse Fiatjes 126 nu plaats gemaakt voor de aloude en vertrouwde Lada. Ruslands volkswagentje. Bebouwing is erg schaars in deze contreien. Heel af en toe een boerderij. De dorpen liggen hier al kilometers uit elkaar, terwijl dit nog een redelijk dicht bevolkt gedeelte van het GOS is. De schaarse huizen doen Scandinavisch aan.
VanSiedlce naar de grenspost vanTerespol is het ongeveer 90 kilometer ver. Het parcours is zacht glooiend landbouwgebied met hier en daar een dorp of woongemeenschap. Het ganse trajekt wordt verreden op weg 698 tot aan Terespol. De perselen zijn versnipperd in kleine stukken in tegenstelling met de grote stukken landbouwgrond van de kolchozen die we de dagen erna zullen ontdekken. Of het lang zal duren aan de beide grensposten weet ik niet. Sommigen beweren dat het met de fiets geen groot probleem is maar een bende van 20 personen en een begeleidende camionette is iets anders. Nu, we hebben alle tijd, we moeten die dag maar 100 kilometer overbruggen.
Het gaat in Belarus economisch wat beter, maar op het platteland is er geen vooruitgang. De mensen leven er nog steeds uitzichtloos, allemaal even arm. Wel worden er kleine stenenhuisjes gebouwd in de dorpen, zodat de jeugd niet naar de grote stad trekt maar er blijft wonen en als er werk is blijft werken. In de grote stad heerst veel verborgen armoede omdat er ook geen werk is.
We moeten in Belarus met Belarussische roebels betalen waarvan de waarde steeds verschillend is zoals bv in april 2003 was 1 Euro 2150 roebel, en in april 2007 was 1 Euro 2910 roebel, en op 3 november 2007 was 1 Euro 3100 roebel. U kunt nu zien dat alles voor de mensen erg duur wordt, een winterjas kost ± 100.00 een paar goede schoenen ± 50.00.
De arbeiders verdienen ±310.000 roebel ( 100.00) en een leraar op school ±600.000 roebel.
Hierbij een lijst met de dagelijkse boodschappen (prijzen van februari 2008):
Bloem 1 kg
2200-3000 roebel
Eieren (10 st.)
2800-4000 roebel
Bruin brood
1200-2500 roebel
Varkensvlees 1 kg
15000-18000 roebel
Wit brood
2300-4000 roebel
Rundvlees 1 kg
13000-17000 roebel
Macaroni 1 kg
2300-3800 roebel
Kaas 1 kg
10610- 12760 roebel
Suiker 1 kg
1980-2400 roebel
Rijst 1 kg
2400-3000 roebel
Melk 1 liter
1040-2500 roebel
Boter 200 gr
1910-2320 roebel
Aardappels 1 kg
1000 roebel
Wortelen 1 kg
900-1200 roebel
Uien 1 kg
1500-1700 roebel
Sla-olie 1 liter
5130-5600 roebel
De oudere mensen die een pensioen hebben ( tussen de 200.000 en de 300.000 roebel ) betalen ongeveer de helft voor woonlasten.
Verkopers aan de snelweg in Belarus
De mensen in de dorpen hebben zelf een tuin bij huis en verbouwen veel aardappels en diverse soorten kool. De mensen in de grote steden die geen tuin hebben moeten alles kopen en hebben het zeer moeilijk, er is dan ook veel verborgen armoede.
Van warchouw tot Siedlce is het maar 110 kilometer. Meestal vlak en weinig bewoond. Het verlaten van de Poolse hoofdstad zal tijd vragen. Drukke grote wegen met veel kruispunten zullen de nodige konsentratie vragen. Siedlce is een redelijk grote stad van 77.000 inwoners.
Altijd voldoende drinken bij lange fietstochten. Normale fietstemperaturen vragen om zo een twee liter per dag, maar als het erg warm en lastig is durf ik tot vijf liter vocht innemen. Bij een kortere randonneursrit(200 km) neem ik twee 3/4 liter drinkbussen mee. De ene gevuld met plat water uit de fles of van de kraan en de andere gevuld met sportdrank of water met extra mineralen en suikers. In dat geval een mix van trage en snelle suikers. Bij zeer warm weer en lastig parcours gebruik ik een bidon voor sportdrank en een Camelback met twee liter water aan boord. Gezien dat we normaal om de drie uur stoppen voor een kontrolestempel, meestal in een café of winkel, kunnen we dan onze drankvoorraad aanvullen. Tijdens onze trip naar Moskou zullen we regelmatig bevoorraad worden door 'Guus' onze chauffeur. In Polen en de beide Ruslanden zullen we best geen kraantjeswater drinken. Naar het schijnt zit er veel chloor in en smaakt het niet lekker. Nu en dan enkele pakken bronwater aankopen in de plaatselijke winkels zal nuttig zijn.