De Doos
Reflecties ten tijde van pandemie
16-03-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Reflecties ten tijde van pandemie - deel 2

Deel 2

CRISISSEN

Covid-19 heeft bruusk de wereld geschokt en ons tegelijkertijd anders dan voorheen leren kijken naar een aantal crisissen, waarin onze samenleving zich op dat moment reeds bevond.

Deze pandemie heeft ons hevig geraakt door de gelijktijdigheid van het onverenigbare. Alles wordt gelijktijdig zichtbaar en vecht om een plaats in de genetwerkte communicatie wereldwijd. We zijn in een universum van opzichtige contrasten en polarisatie binnengevallen. We beleven een soort systeemwedloop en een strijd om mensbeeld, zelfbeschikkingsidealen en levensbeschouwing. Dat gebeurt in een spanningsveld tussen nationaal egoïsme, globale solidariteit, vrijheid, zekerheid, gerichtheid op de mens, economisch vernuft en koel rendementsdenken. Ze is ook een test voor de liberale democratieën. Die strijd en test kunnen pas echt beoordeeld worden na volledige indijking van de pandemie en nadat alle brokstukken die de pandemie heeft achtergelaten op economisch en menselijk vlak zijn opgeruimd. Het zijn de alomtegenwoordige zichtbaarheid van verschillen en de gelijktijdigheid van onverenigbaarheden die elke overhaaste beoordeling van de crisis bemoeilijken.[1]

Welke andere crisissen bestonden er al vóór corona? Er zijn er tal van.

De multiculturele naoorlogse orde met haar wereldorganisaties blijkt slechts een schaduw, deels vervallen door de desinteresse van de grote landen en gedeeltelijk moedwillig verstoord door een man in het Witte Huis. De internationale gemeenschap slaagt er niet in oorlogen en conflicten te beslechten waardoor deze blijven smeulen. Een gevolg is dat verdrijving, vlucht en omzwerving op alle continenten zorgt voor migratiestromen en steeds nieuwe menselijke tragediën.

De kapitalistische economie en consumptie lijken in een fase van verval te zijn beland. De kloof tussen arm en rijk, niet-elite en elite wordt breder en dieper. Sociaal onrecht zit in elke vezel van onze maatschappij.

Het internet en zijn platforms, artificiële intelligentie, algoritmes, digitalisering, automatisering, robotisering … ontplooien, niettegenstaande de vele voordelen die eraan verbonden zijn, een ontbindende kracht die zich diep in de samenleving invreet.

De wetenschappelijke en technologische vooruitgang heeft zich ontkoppeld van de morele vooruitgang.

Het milieu wordt zienderogen verwoest en de klimaatverandering wordt onvoldoende ernstig genomen.

De klassieke democratie heeft het moeilijk. De traditionele politieke systemen komen onder druk te staan. Het populisme zet zijn stempel op politiek en maatschappij. Bewegingen zijn in opmars.

En tot slot: Het vertrouwen in de waarheid heeft een flinke deuk gekregen en termen als ‘fake news’, ‘post truth’ ‘alternative facts’ en complotdenkers worden gemeengoed. De gevolgen daarvan zijn ingrijpend en bedreigend.

Daarenboven dringen een aantal van hogergenoemde factoren, met stip het internet en het kapitalisme, tot diep door in ons taalgebruik. Macht heeft taal maar taal heeft ook macht.[2];[3];[4]

Telkens als crisissen zich voltrekken stelt zich de vraag of na de crisis de normaliteit terugkomt, of dat ze zal resulteren in fundamentele veranderingen. Onheilsprofeten noemen elke crisis ‘existentieel’. Anderen dromen van een historisch keerpunt en van leereffecten. Alles zal beter worden, een nieuw begin dient zich aan. Andere willen zo snel mogelijk terug tot de orde van de dag overgaan.

Winston Churchill, een Brits politicus van de ‘Conservative Party’ en premier van het Verenigd Koninkrijk van 1940 tot 1945 en van 1951 tot 1955, geloofde erin dat crisissen ook voordelen kunnen hebben. Een van zijn bekende uitspraken luidde: “Never waste a good crisis”. Hij gaf daarmee aan dat de Verenigde Naties nooit hadden bestaan indien er niet de 2de Wereldoorlog, een minder leuke periode, aan was voorafgegaan.

Een variante op die spreuk is: “Never allow a crisis to go to waste”, een uitdrukking om te zeggen dat men in crisistijd snel actie moet nemen desgevallend met middelen andere dan de gangbare.

Volgens Ivan Krastev, een Bulgaars filosoof en politicoloog, veranderen crisissen zoals epidemieën en pandemieën de wereld niet, maar leren ze ons wel de waarheid over onze maatschappij. We zien wat we voorheen niet konden zien. Na afloop van crisissen hebben we altijd gedaan alsof de wereld de oude is gebleven. We hebben nooit een diagnose gemaakt van de eerdere aandoeningen van het systeem. We hebben aan de gang zijnde crisissen altijd beschouwd als een banale voortzetting van vorige crisissen. We zien enkel dat wat we gewend zijn.[5]

We kunnen er echter niet omheen dat omwentelingen effectief plaatsvinden, het collectief denken verandert, meningen en waarden die door de leden van een samenleving worden gedeeld verdwijnen en worden vervangen door nieuwe (paradigma shift). Af en toe is er nood aan een nieuwe dieptestructuur voor ons denken en handelen die beter past bij de nieuwe uitdagingen. Wellicht gebeurt dat volgens een slingerbeweging zoals van hoop op openheid, vrijheid en zelfrealisatie, naar verlangen naar orde, zekerheid en inperking, en terug, wat meer van het ene, wat minder van het andere, over en weer.

Het is hier zeker op zijn plaats even te blijven stilstaan bij de coronapandemie zelf, al is het duidelijk dat corona, of Covid-19, niet het onderwerp is van dit gelegenheidsgeschrift.

Vooreerst is het wellicht niet onbelangrijk vast te stellen dat de coronacrisis zich voor een groot deel voltrekt in een wereld gekarakteriseerd door het trumpisme – genoemd naar een Amerikaanse president die als lijfspreuken had ‘America first’ en ‘Stop the steal’– en de brexit – of het proces van uittreden van het Verenigd Koninkrijk uit de EU, met als slogan ‘take back control.’ Beide trends laten diepe sporen na in onze samenleving, vooral op het vlak van waarheid en leugen.

De coronacrisis heeft zich gepresenteerd als een onmiddellijke bedreiging, voor allen zonder onderscheid van rang of stand, als een direct gevaar voor het eigen leven en dat van de eigen familieleden en vrienden. Ze sluit perfect aan bij de angstreflexen en waarnemingspatronen van de mensen. Zonder onderscheid van rang of stand, is eerder relatief, omdat het mattheuseffect speelt, genoemd naar een vers uit het mattheusevangelie: ‘Aan hem die heeft, zal gegeven worden’. Nemen we de gezondheidszorg. Wie al onderliggende medische problemen heeft, wordt zwaarder getroffen. Voor andere aandoeningen dan Covid-19 wordt de zorg vaak uitgesteld. Ook in andere domeinen speelt hetzelfde effect. Corona maakt velen werkloos, maar hoger geschoolden worden minder getroffen. Vervangingsinkomens aan werknemers en zelfstandigen die werk en inkomen verloren hebben, houdt hen even uit de armoede, maar ze moeten op de duur toch naar het OCMW en de voedselbanken. Leerlingen met een leerachterstand bevinden zich het meest in de gezinnen onderaan de sociale ladder. Afstandsonderwijs is voor deze jongeren niet evident en betaalde bijlessen is zeker geen optie. Die verdomde Mattheus![6]

Met deze pandemie zijn we in een kwaadaardige situatie terechtgekomen: destructief, zonder genade, grenzeloos. De pandemie is globaal (geglobaliseerd?) en toch vindt de wereld geen gemeenschappelijk antwoord. Eigenlijk zou ze een aandrijver voor globalisering moeten zijn.[7]

Toch beleven we hoe adembenemend beweeglijk en eigenlijk snel mensen veranderingsbereid kunnen zijn, al geldt dat niet voor allen. De staat heeft ook geprobeerd in deze crisis de idee ‘dreigende catastrofe’ te verbinden met de idee van een nieuw ‘wij’, dat niet staat voor getemd egoïsme, maar wel voor voorzichtigheid, derving, verdraagzaamheid, solidariteit.[8];[9]

Het is ook doorgedrongen dat een pandemie aanpakken niet kan zonder een actieve overheid, los van het feit of die als democratisch of dictatoriaal geldt.[10] Dat neemt het wantrouwen niet weg dat mensen – terecht of onterecht - hebben tegenover maatregelen van de overheid die genomen worden in naam van de bestrijding van catastrofes of crisissen en die dan beschouwd worden als uitholling van de democratie, niet-proportioneel of heimelijke toe-eigening van meer macht.

In dat verband kunnen we ons twee dingen afvragen. Wat als het land niet op slot was gegaan? Hoe groot zou de ravage dan zijn geweest? En wat als we allemaal – zonder uitzondering – plichtsbewust en volhardend alle maatregelen zouden nageleefd hebben? Hoe lang zou de pandemie dan geduurd hebben? Het zijn twee (alternatieve) scenario’s, waarvan we de resultaten alleen maar kunnen gissen.[11]

Zal de coronacrisis veel veranderen in de wereld? Het zal vermoedelijk vele decennia duren vooraleer het duidelijk wordt of er in 2020 iets heel groots en bepalends is gebeurd en of 2020 een belangrijk keerpunt zal zijn. De pandemie kan geduid worden als een ‘memento mori’: ‘denk aan je zwakte, denk eraan te moeten sterven’. De schijnbare zekerheden worden in twijfel getrokken, maar op de lange termijn volgt er niets beslissends. De geschiedenis is altijd het vertrek naar het onbekende, maar tot nu toe zijn epidemieën altijd beantwoord met onderdrukken en vergeten. Ze veranderen de houding en de mentaliteit van de mensen niet.[12]

Covid-19 kondigt echter zeer waarschijnlijk toch een historisch moment aan, waarin de constante zorg voor de gezondheid een nieuw belangrijk element wordt van het heden. Van nu af aan geldt: ‘na de pandemie is vóór de pandemie’. We krijgen er een constante angst bij, namelijk die voor dodelijke virussen. Iets onzichtbaars zoals een pandemie heeft de zwakheden van ons systeem zichtbaar gemaakt. We weten hoe vatbaar de mensheid geworden is voor nieuwe ziektes en hoe belangrijk hygiënemaatregelen zijn. Virussen en pandemieën dwingen ons dan ook tot nederigheid.[13];[14]

Virussen en pandemieën zijn waarschuwingsschoten van de natuur.

We kennen onze plaats niet meer. We hebben dringend behoefte aan een realistischer zelfbeeld. De natuur kan zonder ons, wij kunnen niet zonder de natuur.

Velen denken buiten en boven de natuur te staan en dat ze naar eigen goeddunken de natuur kunnen gebruiken en veranderen, voor ons eigen welzijn. Daar zal een prijs voor betaald moeten worden. Het mateloze geloof in het eigen kunnen maakt dat we het niet nodig vinden om onze levensstijl fundamenteel te wijzigen, in de illusie dat de problemen die er nu zijn, straks als sneeuw voor de zon zullen verdwijnen op grond van nog te ontwikkelen technologieën. Wat de deskundigen, biologen en klimaatwetenschappers, al geruime tijd naar voor schuiven, ontkennen we en we maken het zelfs verdacht. Wij zijn de heersers van de wereld, de blik trots voorwaarts gericht. Wie ons tegenspreekt, is dom of onwetend, leve de vooruitgang! Zo’n ernstige afwijking op het vlak van zelfkennis heeft in de psychiatrie verschillende benamingen gekregen:  megalomanie, psychopathie, narcisme, telkens met de vermelding dat deze stoornis nauwelijks te behandelen valt.[15];[16]

Crisissen met nog grotere risico’s voor de mensheid dan de coronapandemie, en die moeilijker te vatten zijn, zoals de klimaatverandering, vormen de grote uitdaging voor de moderne wereld. Dat impliceert dat we ons voorstellings- en reactievermogen radicaal moeten verruimen. Corona heeft ons geleerd hoe slecht we voorbereid zijn op echte schokken. Covid-19 is slechts een kleine voorbode van wat we kunnen verwachten eens de klimaatverandering op kruissnelheid komt.[17]

Al voor de derde keer leiden een epidemie en een klimaatverschuiving tot een zingevingscrisis, schrijft Tom Hannes, boeddhistisch meditatieleraar, theatermaker en coach, in een krantenartikel. Het gaat over de Atheense pest uit de vijfde eeuw voor onze jaartelling, de veertiende-eeuwse epidemie die Europa murw sloeg en de huidige  coronapandemie van 2020-2021. Telkens ging het om de combinatie van een epidemie en een klimaatverschuiving.

Zowel overheden als burgers zullen moeten inzien dat we moeten afstappen van de idee dat alles draait rond de redding van onze eigenliefde, onze individuele vrijheid, onze winstgroei en het halsstarrig weigeren om in te zien dat we niet langer centraal staan en moeten overgaan tot een zingeving gebaseerd op complexe interacties met al wat en wie we op deze planeet delen. We zijn een onderdeel van een groter geheel, dat geregeerd wordt door wetmatigheden en toeval die ons grotendeels overstijgen. Het zal moed en geduld vergen en heel veel schakelwerk om dat inzicht te bewerkstellingen.[18][19]

Dat na corona of Covid-19 de wereld er plots anders en beter zal uitzien, is niet waarschijnlijk. Als de nood het hoogst is, is de redding nabij, zegt het spreekwoord. Bij geluk van leven zullen we dat aan de lijve kunnen ondervinden. Al weet niemand hoe dat verhaal zich zal voltrekken. Na neergang volgt euforie, om dan weer plaats te maken voor neergang. De geschiedenis herhaalt zich of komen er steeds nieuwe variaties op wat voorafgaat? Voor het overige is het menselijk brein de enige grote machine die verhalen uitvindt. En verhalen kunnen alleen maar plaatsmaken voor… nieuwe verhalen.[20]

Dat brengt ons tot het echte thema van dit geschrift: wat leert de pandemie ons over in het bijzonder ‘waarheid, vrijheid, gelijkheid, waardigheid, rechtvaardigheid’ en dat gerelateerd aan de tegenstellingen links-rechts, boven-onder (elite-volk en/of volk/staat) en individu-gemeenschap?

[1] Der Spiegel – Heft 14/28.3.2020 – “Die verletzliche Zivilisation”. Von Bernhard Pörsen.

[2] Der Spiegel – Heft 17/18.4.2020 – “Am Anfang war das Virus”. Von Ullrich Fichtner.

[3] Der Spiegel – Heft 32/1.8.2020 – “Das Virus ist ein Warnschuss der Natur”.  Spiegel-Gespräch met dem Pilosophen Markus Gabriel. Von Susanne Beyer

[4] De Standaard – 21 en 22 maart 2015 – “Bent U burger, druk 1. Hoe de taal van de economie de politieke betrokkenheid smoort”. Door Marc Reynebeau

[5] Der Spiegel – Heft 27/27.6.2020 – “Wir sehen, was wir vorher nicht sehen konnten”. Spiegel-Gespräch mit dem Philosophen Ivan Krastev. Von Lothar Gorris.

[6] De Standaard – 28 januari 2021 – “Mattheus blijft doorwerken tijdens de pandemie”. Door Guy Tegenbos.

[7] Der Spiegel – Heft 27/27.6.2020 – “Wir sehen, was wir vorher nicht sehen konnten”. Von Lothar Gorris.

[8] Der Spiegel - Heft 14/28.3.2020 – “Die verletzliche Zivilisation”. Von Bernhard Pörksen.

[9] Der Spiegel – Heft 16/11.4.2020 – “Die Stunde des offenen Herzens”. Von Elke Schmitter.

[10] De Standaard – 15 oktober 2020 – “Het is nuofficieel: het neoliberalisme is dood”. Door John Vandaele.

[11] De Standaard – 5 maart 2021 – “Fantasieloze verontwaardiging” – Door Jelle Dehaen.

[12] Der Spiegel – Heft 3/16.1.2021 - “Epidemien locken die bösen Kräfte hervor”. Von Lothar Gorris.

[13] Der Spiegel – Heft 17/18.4.2020 – “Am Anfang war das Virus”. Von Ullrich Fichtner.

[14] Der Spiegel – Heft 32/1.8.2020 – “Das Virus ist ein Warnschuss der Natur”. Von Suzanne Beyer.

[15] Der Spiegel – Heft 32/1.8.2020 – “Das Virus ist ein Warnschuss der Natur”. Von Suzanne Beyer.

[16] De Standaard – 14 december 2020 – “We kennen onze plaats niet meer”. Door Paul Verhaeghe.

[17] Der Spiegel – Heft 14/28.3.2020 – “Die verletzliche Zivilisation”. Von Bernhnard Pöksen.

[18] De Standaard – 21 en 22 november 2020 – “Tijden van nobele verwarring”. Door Tom Hannes.

[19] De Standaard – 14 december 2020 – “We kennen onze plaats niet meer”. Door Paul Verhaeghe.

[20] Der Spiegel – Heft 13/21.3.2020 – “Yuval und die Neandertaler”. Von Lothar Gorris.

Het volgend deel draagt als titel 'Reflecties'.

“Misschien hebben we veel te lang geloofd dat we niet kwetsbaar zijn, dat alles altijd sneller, hoger en verder gaat.

Dat is een vergissing.” Frank-Walter Steinmeier, Bondspresident Duitsland

16-03-2021 om 09:13 geschreven door Danny Vonken

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
15-03-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Reflecties ten tijde van pandemie - deel 1

Deel 1

VOORWOORD

Na mijn beroepsloopbaan ben ik als ‘gepensioneerde met veel tijd’ vrij vlug begonnen met het schrijven, in eigen beheer, van drie boekjes die gerelateerd zijn aan mijn laatste jaren als stafmedewerker en projectleider bij de gemeentelijke overheid. In 2012 verscheen het boek “Vonken”, een managementnovelle over verandering en organisatieontwikkeling en datzelfde jaar “Organisatiebeheersing – Ontwikkeling naar maturiteit”, dat handelt over de organisatie van lokale en provinciale overheden. Een jaar later volgde dan tot slot het boekje “ViertaktFOCUSmanagement”, dat handvatten aanreikt om anders, en zonder kladderadatsch tot gevolg, om te gaan met strategie, organisatie, processen en prestatiemeting, en bijgevolg ook met het bezweren van crisistijd.

Uit de proloog van “Vonken”, neem ik volgend stukje over:

“Een oude schoendoos, daar begon het mee.

Een politicus vertelde in een interview op televisie dat hij een oude schoendoos gebruikte om daar losse aantekeningen in te stoppen over alles wat hem op bepaalde momenten belangrijk leek. En telkens de doos vol zat, had hij stof voor een boek. …

… Deze tactiek zag ik onmiddellijk zitten en al vrij vlug legde ik beslag op een schoendoos en begon ik zinnetjes te verzamelen. Die doos stond daar, ergens bovenop een hoge kast. Soms stak ik kleine notities in mijn doos, maar vervolgens verloor ik de schoendoos uit het oog. Toen ik de doos toch nog eens in het vizier kreeg, besefte ik dat de tijd rijp was om mijn inspanningen te verhogen. Tegelijkertijd drong het tot me door dat ik eigenlijk al jaren bezig was een boek voor te bereiden. Ik had mijn kijk-, luister- en voelsprieten uitgezet. Alleen had ik de informatie die ik op diverse wijzen verzameld had nog niet gebundeld en met mekaar in verband gebracht. Toen die klus voor een deel geklaard was, volgde vrij vlug mijn besluit om met het echte schrijfwerk te beginnen.”

Met dit gelegenheidsgeschrift verliep het eigenlijk gelijkaardig. Enkele jaren geleden nam ik een abonnement op het Duitse tijdschrift Der Spiegel. Alle weken een 130-tal bladzijden actueel nieuws over Duitsland en de rest van de wereld in mijn brievenbus. Eigenlijk las ik dat tijdschrift voorheen al sporadisch. Daar ik al geruime tijd artikels bijhield uit de krant De Standaard, waarop ik naar schatting toch al een 40-tal jaren geabonneerd ben, besloot ik de lijn door te trekken en ook de naar mijn mening meest interessante artikels uit Der Spiegel te bundelen in fardes. Op dat ogenblik wist ik: ‘Daar ga ik vroeg of laat iets mee doen’.

Toen ik op een doordeweekse dag voor mijn boekenkast stond en mijn blik viel op een boek dat ik met veel plezier en interesse gelezen had, kreeg ik een eerste prikkel. Het gaat om het boek “Een naoorlogse achtbaan – Europa 1950-2017” van Ian Kerkshaw. Dat boek beschrijft de Europese geschiedenis vanaf 1950 - mijn geboortejaar - en op die manier het werelddecor waarbinnen mijn leven zich heeft afgespeeld. Geschiedenis lezen die jezelf hebt meegemaakt – hedendaagse geschiedenis -  is op zijn minst een speciale ervaring, waarbij in elk geval de vraag zich opdringt: “Hoe juist is het beeld dat ik hiermee krijg?“.

In zijn monumentaal werk “Kulturgeschichte der Neuzeit”, uitgegeven in 1927, houdt de Oostenrijkse cultuurhistoricus Egon Friedell vast aan de idee dat tijdgenoten nooit een historische gebeurtenis als geheel kunnen zien, zij bekijken die altijd in stukjes[1].

Volgens historicus Volker Reinhart is het een fundamentele menselijke behoefte om de geschiedenis te structureren. Zodat we begrijpen waar we vandaan komen en ons superieur voelen ten opzichte van het verleden. We structureren het verhaal om betekenis te geven aan ons eigen verhaal en leven. Wat het heden betreft wordt zingeving zelden bereikt. De geschiedenis is geen leraar van het leven, ze biedt geen conclusies voor de toekomst.[2]

En toen kwam er onverwachts en ongezien het virus corona of Covid-19 en deze pandemie bezorgde me een tweede prikkel. Want speciaal aan zulke crisissen is, dat ze vaak ontwikkelingen en problemen scherp stellen waar we in normale tijden niet of veel minder oog voor hebben. Alhoewel had ik al geruime tijd de perceptie dat er iets fundamenteels aan de hand was in onze samenleving, met een breuklijn tot gevolg. Breuklijn – een begrip uit de sociologie – staat voor een verdeeldheid in de samenleving die ontstaat uit conflicten. Die conflicten kunnen al achter ons liggen en zelfs geheel of gedeeltelijk opgelost zijn; toch blijft er een breuklijn bestaan. De breuklijn waaraan ik denk, heeft te maken met onze veranderende houding ten opzichte van waarheid en leugen.

Komen we bij de titel van dit geschrift. De doos staat voor de tactiek hierboven beschreven. Daarenboven heeft een doos zes zijden, waarvan er zich telkens twee regelrecht tegenover elkaar bevinden. Dat past perfect in de benadering die ik gekozen heb voor deze publicatie: links tegenover rechts, boven tegenover onder (waarbij boven slaat op elite en/of staat, en onder voor volk en/of burgers), en individu tegenover gemeenschap. De doos wordt gevuld met ideeën over waarheid, gelijkheid, vrijheid, waardigheid.

Het woord reflecties in de subtitel duidt op nadenken en zich bezinnen over en geeft ook aan dat de bedoeling van dit gelegenheidsgeschrift er niet in bestaat te beïnvloeden (‘influencen’) of te overreden.

Tot slot wens ik nog even stil te staan bij het tekstmateriaal waardoor ik mij heb laten inspireren bij het schrijven. Het zijn in overgrote mate tijdschriften- en krantenartikelen, naast enkele boeken. Daarbij ben ik mij bewust van de vraag: “Hoe betrouwbaar is de informatie die vermeld staat in de geschreven pers?”. In dat verband moet ik aanstippen dat ik een redelijk – maar niet blind - vertrouwen heb in de mainstraim media. En door middel van vergelijking, gezond verstand en buikgevoel, kan men een zekere mate van fact checking bereiken. Voor de goede orde heb ik, telkens waar het aangewezen is, aangegeven uit welk artikel ik de ideeën in kwestie geput heb en heb ik dat continu gedaan in verband met de geraadpleegde boeken. Dat er geen echt brononderzoek gedaan is, speelt eigenlijk weinig rol. Het schrijven van dit geschrift is namelijk niks meer dan een denkoefening, gekruid met een vleugje (semi-) filosofische, sociologische en politicologische pistes; nadenken om de dingen beter te begrijpen en te kunnen plaatsen.

[1] Der Spiegel – Heft 17/18.4.2020 – “Am Anfang war das Virus”. Von Ullrich Fichtner.

[2] Der Spiegel – Heft 3 / 16.1.2021 – “Epidemien locken die bösen Kräfte hervor”. Von Lothar Gorris.

Volgend deel is gewijd aan Crisissen.

15-03-2021 om 13:30 geschreven door Danny Vonken

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
14-03-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Reflecties ten tijde van pandemie

Op 13 maart 2021 heb ik, wat ik noem, een gelegenheidsgeschrift van iets meer dan 100 bladzijden afgerond. Dat geschrift draagt de naam: “De Doos” – Reflecties ten tijde van pandemie”. Daarin maak ik bespiegelingen over één jaar corona of Covid-19.

De inhoudsopgave is als volgt:

*Voorwoord

*Crisissen

*Reflecties

  • Crisissen reiken een spiegel aan
  • In wat voor een wereld zijn we verzeild geraakt?

-Het primaat van de economie

-Democratie

-Digitalisering

-Waarheid

Journalistiek

Fake news en alternatieve feiten

Complottheorieën

Populisme

Extremisme

-Rechtvaardigheid

‘The righteous mind’

‘Theorie des kommunikativen Handelns’

*Overzicht

*Nawoord

In mijn volgende blogs zal ik deeltje per deeltje opnemen.

Interesse? Kijk dan uit naar mijn volgende bijdrage. Wanneer die komt? Hou het in de gaten!

14-03-2021 om 11:31 geschreven door Danny Vonken

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
13-03-2021
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Corona en veerkracht of resiliƫntie

 

Er wordt veel geschreven over de aan de gang zijnde pandemie.

Een interessante bijdrage las ik in het Duitse tijdsschrift Der Spiegel, nummer 10 van 6 maart 2021.

Volgens Andreas Reckwitz, socioloog aan de Humboldt-Universiteit in Duitsland, zou resiliëntie een sleutelwoord kunnen worden in het postcorona-tijdperk, zelfs voor de politiek in de 21e eeuw als geheel. Samenlevingen moeten veerkrachtiger en elastischer worden.

Individuen moeten aan hun psyche werken om resiliëntie te krijgen, en de staat moet daartoe een kader voor de samenleving bieden. Veerkracht en elasticiteit gaan over weerstandsvermogen, het vermogen om voorbereid en opgewassen te zijn op en tegen ongewenste, soms schokkende gebeurtenissen.

De afgelopen tien jaar zijn samenlevingen herhaaldelijk geconfronteerd met crisissen: de financiële crisis, de migratiecrisis, herhaalde terroristische aanslagen en, als permanente stressfactor, de klimaatcrisis. Op het gebied van resiliëntie heeft de psychologie het voortouw genomen. Therapie en begeleiding bij burn-outziekten hebben sinds de jaren negentig resiliëntie ontdekt als een sleutelbegrip voor crisispreventie op de lange termijn.

De term resiliëntie komt uit de natuurkunde, meer precies uit de materiaalkunde. Hiermee wordt de eigenschap bedoeld van het lichaam om na een vervorming onbeschadigd zijn weg terug te vinden naar zijn oorspronkelijke staat. Na een boks op de bal, neemt de bal zijn oorspronkelijke ronde vorm terug aan. De psychologie heeft het begrip overgenomen en vindt het een belangrijk doel om resiliëntie aan te kweken, te trainen, om zo bijvoorbeeld de emoties te controleren of de eigen machteloosheid te overwinnen.

Ook de staat zou zich het begrip kunnen eigen maken en meer inzetten op het vermijden van en het strijdvaardig omgaan met het ongewenste. De overheid moet binnen die context overschakelen van een positieve naar een negatieve politiek. De klemtoon daarbij ligt op het steeds lessen trekken uit crisissen en catastrofes, preventie, risicobeheersing én de samenleving harden.

Een paradigmaverschuiving naar een beleid van veerkracht in de 21e eeuw zou een verstandige daad zijn. In plaats van op korte termijn de laatste rampen achterna te hollen, onderkent men realistisch de risico's en probeert men daaruit passende langetermijnstrategieën te ontwikkelen. Dat is een teken van opgroeien in de samenleving. Gevaar daarbij is dat men te veel focust op het negatieve en het positieve onvoldoende veronachtzaamt.

Een metafoor maakt dat duidelijk. Het beleid van veerkracht en preventie kan mikken op een noodzakelijke veiligheidsinfrastructuur en een steunbeen bieden. Maar dat is geen doel op zich, er moet ruimte blijven voor het vrije been. Voor een beleid dat verder gaat dan het minimaliseren van risico's, een beleid met positieve doelen zoals sociale verbetering, of ze nu in de richting van autonomie, welvaart, gerechtigheid of duurzaamheid gaan.

Een belangrijke bezorgdheid en opdracht van de politiek in de moderne tijd!

13-03-2021 om 00:00 geschreven door Danny Vonken

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)


Inhoud blog
  • Coronadoden
  • Protest is permeabel
  • Recht op idiotie
  • Vrij zijn
  • Complexe problemen
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Archief per week
  • 21/02-27/02 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 27/12-02/01 2022
  • 20/12-26/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 08/11-14/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 28/06-04/07 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!