In een dubbele eclips
draait ze twee keer
als in een flits
rond de aarde en weer.
Vliegt dan in een gewelfde boog
naar de hemel omhoog.
Scheert onder de melkweg door,
in schitterend lichtivoor,
naar Jupiter en draait dan
langdurig en oplettend
rond Venus!
Vertraagt haar tempo,
niet meer zo crescendo,
en glijdt naar de heuvel.
Maar schiet dan plotseling,
in bijna lichtsnelheid,
door alle tijd,
naar omhoog,
weer de hemel in!
Om bij Saturnus
even te verpozen
en doet of ze zich neerzet.
om plots weer, steeds verder,
onvermoeid,
in flitsende,
zacht afgeronde bewegingen
van Oost naar West
te gaan verschuiven
als op een watervlak.
Nooit kalm of stil
of op haar gemak!
Zo stel ik mij de weg voor
van een vlieg,
zo snel, zo vlug en zo dartel en rap,
rond de brandende lamp onder de lampekap!
(augustus 1999)
|