Ik ben Gisela Altruye, kantdocente en al 35 jaar bezeten van Kant. In 1979 ben ik gestart met kantgroep "Terug naar 't kantkussen" en tot op de dag van vandaag zijn er nog altijd dames die reeds komen van in het begin.
Zoeken in blog
Gezien in Ieper
E-mail mij
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
Chantilly Lace
Spaanse kantkussens in het Begijnhof van Diest
In Spanje is men gek op kantklossen en hun creativiteit kent geen grenzen!!
"de klantklosster" van Sveltlana Pavlickova, bekeken door de ogen van Hilde. Eigenlijk is Hilde wel een stukje "kunstenaar" want zonder al te veel technische bagage klost ze in het verre Turkije toch mooie kantwerken.
Kant-dames zijn niet alleen bedrijvig met de klosjes, ook als ze in "de pen "kruipen ontstaan er leuke nieuwjaarswensen zoals deze van Rita, één van de cursisten uit Eeklo.
Moge 2009 voor jou en je familie :
Verrassend zijn als moderne kant
Speels als Milanese kant
Poëtisch als Duchesse
Gevarieerd als Binche
Dynamisch als wild klossen
Kortom, moge het een verrijkend, boeiend kantjaar worden !
Mijn kerstwens reikt tot over de grens. Voldoende geluk zonder al te veel druk. Tevreden met het heden en kijk niet té vaak terug naar 't verleden. Leef van dag tot dag met veel plezier en op tijd een lach.
Herwig Verleyen woont in Brugge en werkte daar als ambtenaar.
Hij debuteerde als dichter in 1970 met de dichtbundel Met open handen.
Hij schreef aforismen, grafschriften voor overleden kinderen en haiku's en publiceerde boekjes en brochures over Karel van Wijnendaele (Wielerleven en Vlaamse beweging, 1975), Omer Karel de Laey (dichter en flamingant, 1977), de dichter Paul Snoek, Raf Seys (de bezieler van de jaarlijkse 'Zwijgende Voettochten door het Slagveld van de Peene' in Frans-Vlaanderen), de muzikant Jean 'Toots' Thielemans en Anne Frank.
Zijn boek Omtrent Anne Frank (1993) werd door de Oostenrijkse nazi-vervolger Simon Wiesenthal geprezen.
Zoals ik in het vorige bericht vermeldde zijn de panelen versierd met een Haiku.
4 Haikus zijn anoniem, de andere zijn van dichter Herwig Verleyen.
Wat is een Haiku ?
Haiku's zijn van oorsprong Japanse gedichten. Een haiku bestaat uit 17 lettergrepen, verdeeld over drie regels: de eerste regel vijf lettergrepen, de tweede zeven en de laatste weer vijf lettergrepen. Maar ook hier kent men "dichterlijke vrijheid" zodat het aantal lettergrepen enigzins afwijkt. Haiku's gaan meestal over de natuur en worden vaak per seizoen gerangschikt.
Metershoge panden, beschreven met een Haiku, sieren het geheel.
Een kantwerk van Agnes Estur-Carpentier.
Citytrip
De opgave was een kantwerk ontwerpen naar het stratenplan van Brugge. Agnes is zeker in het opzet geslaagd.
Detail :
Bij het eerste ontwerp zag ik ergens een pareltje en ik vroeg mij af of het soms een dauwdruppel was. Agnes vertelde mij dat het een verwijzing is naar het adres van één van de dames uit de groep !
Martine Bruggeman aan het woord en alle ogen gericht op ...
Prachtige kantontwerpen in een sfeervolle omgeving.
Proficiat aan de dames van Kant-Act en Martine Bruggeman voor de eigentijdse kantwerken gemaakt met nieuwe materialen en dit alles overgoten met een prachtige presentatie !
Er was volk veel volk en hoezeer ik ook mijn best gedaan heb, ik kon geen enkel negatieve noot bespeuren.
Diegenen die ook eens
De andere kant van Kant
willen ontdekken kunnen nog tot 25 januari 2009 terecht in
Aldemir Martins (1922 - 2006) is een Braziliaans kunstenaar die wel erg gebeten was van kantklossters want zoals jullie zien heeft hij verschillende afbeeldingen gemaakt.
Ik vind het prachtige werken en zou er best eentje willen,
Het speldenkussen is een onmisbaar attribuut van iedere kantklosster.
Beginnelingen plaatsen vaak een doosje met spelden op hun kussen en het resultaat laat niet lang op zich wachten het doosje schuift van het kussen en alle spelden liggen op de grond !!
Spelden oprapen is dan een vervelend karweitje en meestal neemt men dan zijn toevlucht tot de magneet. Dat gaat inderdaad vlugger maar nadien klitten de spelden aan elkaar
De enige, echte oplossing is dus een speldenkussen, niet té groot maar ook niet té klein.
In Hamont-Achel heeft men de oplossing gevonden !
Een speldenkussen dat naast het kantkussen geplaatst wordt en waar je een massa spelden op kunt steken maar geef mij toch maar het traditionele kussentje !
Spreek je over de kettingsteek, dan wordt deze uitgevoerd: in het Nederlands met de haak-naald in het Frans laiguille-crochet in het Engels hooked-needle in het Duits haken-nadeln
Spreek je over Lierse kantgeschiedenis, dan begint deze volgens historische logica bij de familie Timmermans.
Lierse kant is uniek en niet na te maken door naald- of kloskant. Lierse kant heeft een zeer eigen stijl in tekening en in uitwerking. Lierse kant verhoogt in waarde naargelang de motieven en siergronden. Lierse kant is de enige overblijvende tulekant in België. Lierse kant is universeel aanvaard als kant.
Eerst wordt de tule stevig gespannen op een kant - raam. Dan wordt een ontwerp op de tule getekend. Vervolgens gebruikt men draad om die manueel, met de haak - naald op de tule in te werken volgens het patroon. Met de haak - naald worden kettingsteken lineair in de mazen van de tule gebrocheerd ingewerkt. De siergronden worden geïncrusteerd en uitgeteld waardoor ze een directe binding hebben met de structuur van de tule. Schaduwen en perspectief worden verkregen door te werken met verschillende draaddiktes en door de speling van de trekkracht van de hand op de draad.
is een unicum binnen de kantwereld: het is geen kloskant, maar tulekant. Met een haakje worden kettingsteken in verschillende diktes katoen op tule geborduurd. Dit geeft dan schaduweffecten.
Naast deze kant werd Lier ook wereldbekend met het perleren.
Pareltjes en pailletten worden met kettingsteken op tule geborduurd om zo luxueuze handtassen en avondjurken te creëren.
Vandaag is Lierse kant een vrijetijdsbesteding, nog altijd onderwezen in de Lierse Academie voor Schone Kunsten. Oud-leerlingen beoefenen hun hobby met passie in verschillende kantverenigingen in en rondom het begijnhof.
Hij ontwierp als eerste in Europa de Cornely-borduursels op angora feestpulls. De firma werkte als eerste in België met de Zangs-borduurmachines voor plumetis, applikaties en madeiraborduursels.
Later hadden ze als eerste ook de Cornely-automaten en de grote Japanse 12-kop Tajima met naalden en produceerden ze als eerste de macramé overgooiers in dikke gebreide koord.
Met het bedrijf Paaps Embroidery maakte hij het borduur-, parel- en paillettenwerk van Lier wereldberoemd.
Hij verdiende dan ook zijn pluimen door zijn technische uitvindingen, originele ontwerpen en vernieuwende ideën op het vlak van dat borduur-, parel-en paillettenwerk.
Ondertussen is hij kunstenaar en zakenman op rust. Gelukkig zijn de meest waardevolle van de machines en materialen in de ateliers gebleven zodat hij, als petekind van Felix Timmermans, in het bezit is van een belangrijk cultureel erfgoed.
Na het St. Gummarus College studeerde hij 2 jaar muziek aan het Lemmensinstituut en daarna aan het conservatorium.
In het borduuratelier van zijn ouders leerde hij de kunst van het borduren en het parelwerken. Al van zijn 17 jaar ontwierp hij de Lierse beparelde handtassen of beaded bags en toebehoren. Hij tekende patronen voor geperleerde kleedjes en voor de fijne macramés op gebreide jersey pulls.
Rond 1977 nam hij, samen met zijn vrouw, het borduur-en parelwerkbedrijf Paaps-Timmermans volledig van zijn moeder over. De zaak werd voortgezet onder de naam Paaps Embroidery.
Na de 1ste wereldoorlog werd de productie van borduursels, parel- en paillettenwerk en de zwaarder bewerkte paarlen handtassen hervat. Een hoogtepunt was de volledig beparelde Charleston kleedjes, gedragen vóór de crisisjaren van 1930.
Direct na de 2de wereldoorlog ging de aandacht vooral naar de prachtige beparelde handtassen of beaded bags, met sloten als een sierraad bewerkt. Voor het eerst verwerkte men ook borduursels en perlages voor confectie, breigoed en haute couture. Dit ging door tot de crisis van 1965, waarbij de verkoop van de beaded bags werd beëindigd. De firma Paaps Embroidery heeft de productie nog meer dan 35 jaar voortgezet met Cornely, perlages en vanaf 1976 alle borduurtechnieken met de computergestuurde automaten tot 1998.
Al de afgebeelde Lierse kant was te zien op de tentoonstelling in Hamont-Achel.
De twee belangrijkste Lierse bijzonderheden waren uiteindelijk het machinale Cornelywerk op tule, met de hand bestuurd en met de hand ingevuld met siersteken, met pareltjes en passementen. Daarnaast was er ook het Lierse macramé of etsborduursel, eveneens vervaardigd met de Cornely, maar dan op thermogaze. Rond 1890 werd de productie van geborduurde kledij en sluiers opgevoerd. In die tijd waren ook de beparelde handtassen al in trek, net zoals de applieken en galons in parels en paillet voor grote hoeden en hoepelrokken. Er werden tot begin jaren 1900 allerhande creaties verwerkt voor de mode.
Detail van een tasje met pailletten en pareltjes.
Voor de zes zusters van Felix Timmermans samen, waren in Lier vele honderden thuiswerksters aan de slag. De grote export was toen bestemd voor Amerika, Londen en Parijs.
Vanaf 1850 zien we dan de haaknaald op het toneel verschijnen, wat voor Lier van bijzonder groot belang zal zijn. Tussen 1866 en zijn sterfdatum 1874, is Antoon Timmermans koopman in kanten, zodat hij eveneens de opkomst van de Cornely-borduurmachine en het parelwerk te Lier heeft meegemaakt.
Het ei van Columbus kwam er in Lier rond 1880, met de omschakeling van maar liefst 3000 Lierse kantwerksters naar parelwerksters. Een omschakeling die vrij vlot is verlopen aangezien de parels met dezelfde techniek en met dezelfde haaknaald verwerkt konden worden.
Cornely machine,
Cornely machine van het merk Singer. Met deze handgestuurde machine kan je perfect kant maken op een tulestructuur. Hoe ouder de machine, hoe moeilijker het wordt om het machinale van het handwerk te onderscheiden.
Toen Heathcoat rond 1810 in Engeland, de mechanisch geweven tule uitvond, kon Karel Timmermans daar al spoedig mee van profiteren. Waarschijnlijk werden er immers al van in de beginperiode kleine hoeveelheden van deze belangrijke uitvinding over het kanaal gesmokkeld. Hij ging zich interesseren voor de nieuwe tuletechniek met de naald, maar de juiste datum waarop hij begonnen is met doorstopkant in Lier hebben we niet. Als conscrit en gewetensbezwaarde tegen de Franse bezetting weigerde hij een burgerlijk huwelijk aan te gaan. Ook in de officiële patentregisters staat hij niet opgeschreven, zodat in het stadsregister geen sporen van het startpunt van de doorstopkant te vinden zijn. Van zijn zoon, Antoon Timmermans, weten we dat hij in 1842 wel genoteerd staat als omlopende kramer in kantwaren en dat hij een kantschool zou hebben opgericht.
In de troebele tijden van de Franse revolutie is Karel Alexander Jozef Timmermans (1777-1837), overgrootvader van Felix Timmermans en afkomstig van Mechelen, zich in Lier komen vestigen. Volgens de overlevering zou hij op die manier de Mechelse kantstijl tot binnen de Lierse omwallingen hebben gebracht. Hij bevond zich dan ook in een bevoorrechte positie. Zijn vader was wever , wat een bijzonder ambacht was in die periode en zijn moeder was een Mechelse kloskantwerkster.
Op de tentoonstelling in Hamont-Achel was er heel wat mooie Lierse kant te zien. Dat was voor mij de aanleiding om eens te grasduinen in de geschiedenis van deze kantsoort.
BRUGGE - Nog tot 1maart 2009 tonen vijf Brugse locaties wat jonge kunstenaars anno 2008 uitrichten met kant en vooral kantpatronen. Het resultaat is een boeiende mix van hedendaagse kunst, mode en design, verspreid over een aantal musea en buitenlocaties.
Een felle en gesmaakte modeshow in het Concertgebouw, met creaties van Vlaamse en Nederlandse modeontwerpers, bezorgde Kantlijnen een hippe start. Kant heeft immers een wat stoffig en kneuterig imago en daar wil Brugge iets aan doen. Kant als inspiratievorm is de jongste jaren erg in trek bij overwegend jonge kunstenaars en ontwerpers die zich laten inspireren door de vaak zeer complexe kantpatronen. Twee Nederlandse ontwerpers, Hanneke Kamphuis en Hedwig Van Onna, werden naar Brugge gehaald om een kunstproject te organiseren waarin oud en nieuw in kant met elkaar geconfronteerd worden.
'De nieuwe generatie ontwerpers vindt dat decoratie opnieuw een rol mag spelen en zelfs functioneel kan zijn. Er is vandaag ook steeds meer belangstelling voor oude handwerktechnieken en ambachten. Die leiden vandaag een heel nieuw leven. Wij vinden het erg interessant om te zien hoe de verschillende disciplines daarmee omgaan', zeggen de twee ontwerpers.
Aanklikken om te vergroten.
foto's Michel Vanneuville
'Voor ons is de stof natuurlijk relevant, maar we hanteren ook nieuwe technieken en materialen. Zo brengen we kant in verband met muziek en licht. In het Hospitaalmuseum (Oud Sint-Jan) zijn muziek en lichtinstallaties te horen en te zien van Rudolf Nottrot en Tamar Frank. Twee andere ontwerpers, Joop en Jeroen Verhoeven, werken met ijzerdraad. Hun ontwerpen worden wereldwijd afgenomen door architecten. In Brugge weven ze een soort hekwerk rondom de Sint-Janhuysmolen en de Koeleweymolen op de Vesten.
KANT-ACT toont een frisse en vernieuwende kijk op kant : vlakke en ruimtelijke objecten, naar eigen ontwerp en origineel qua vormgeving, materie en presentatie, verrassend transparante en subtiele kant, gerealiseerd in de traditionele kloskanttechniek..
Van 11 november 2008 tot 1 maart 2009 zullen overal in de stad, zowel binnen als buiten, kunstwerken, designobjecten en modeontwerpen opduiken die met kant verband houden. Ze gaan een dialoog aan met de oude gebouwen, grachten en straten, met de historische collectie kant van de musea.
Dahlia
Kantlijnen betekent vier maanden lang actuele kunst, design en mode in de hele stad, een ambitieus project waarmee Brugge opnieuw zijn andere kant toont.
Steeds meer hedendaagse ontwerpers en kunstenaars gebruiken onbeschroomd kanten motieven en patronen. Ze ontdekken de schoonheid van kant, de rijkdom van zijn transparante lijnenspel, het gelijktijdige ontstaan van ornament en constructie. Met nieuwe technieken en materialen geven ze kant nieuwe betekenissen.
Loveheart
"Kant krijgt een plaats in de hedendaagse cultuur".
Kantmotieven en patronen duiken tegenwoordig bij de meest uiteenlopende actuele ontwerpen op. In dit project gaat historisch kant de dialoog aan met hedendaagse kunst, design en mode. Op heel wat binnen- en buitenlocaties in Brugge worden tal van objecten en installaties verwant met kant tentoongesteld.
Steeds meer kunstenaars en ontwerpers ontdekken de nieuwe mogelijkheden van het transparante lijnenspel. Brugge, een schatkamer van traditionele kant, wordt vanaf 11 november 2008 tot 1 maart 2009 de kraamkamer voor deze eigentijdse kant. Met Kantlijnen toont de hele stad vier maanden lang zijn andere kant, een feest van actuele kunst, design en mode.
Abenberg, gelegen in de Duitse deelstaat Beieren, heeft een interessant Kantmuseum.
Een overzichtelijke tentoonstelling toont verschillende kantsoorten, kant in goud- en zilverdraad, liturgische gewaden, staalboeken, volledig handgekloste avondkledij enz.
Speciaal is echter dat de bezoeker zelf kan experimenteren met klosjes.
Men kan zelfs het geluid van werkende klosjes beluisteren !
Grote trekpleister is ook de mechanische kantklosmachine.
Evenals in Marche en Famenne was er ook in Gembloux een delegatie die dit fijne knoopwerk demonstreerde.
Dit soort macramé kennen wij niet, hier werkt men met veel grover garen en men gebruikt geen kussen. Alhoewel macramé geen echte kant is spreekt men bij dit fijne werk van :
FINGER LACE
en dat mag gerust vergeleken worden met kant.
Groot was mijn verbazing toen ik bij ingave Macramé op Google, dit gedicht van Marion Steur vond :
macramé weg te gooien vezels vormen het touw je moest eens weten hoe makkelijk je kunt ontsnappen
je knipt mazen in het net wat eruit valt verknoop je tot houvast dat leg je weg voor later tijden om nooit meer te gebruiken
te weten dat het bestaat en vooral dat jij het was die het gat maakte het net vervormde tot uitzicht voor de achterblijvers
Marion Steur: Ik schilder met woorden, soms met kleur en het liefst in combinatie .
Telkens ik naar dit kantwerk kijk, denk ik aan zon oerdeftige Engelse dame. Ik ben dan ook in de wolken met deze Limerick :
Een deftige dame uit Londen, Verloor tijdens een boottocht twee ponden, Ze zei: "O, James, Spring gauw in de Thames," Zelfs de butler is niet teruggevonden.
Op de Internationale kanttento in Gembloux, zondag, viel mijn oog op de stand van Mevr.Ginette Fievet met haar mooie keramiek.
Ik was meteen weg van één van de beeldjes en haalde mijn geldbeugel al boven maar oh wee, het allerlaatste klosstertje werd juist voor mijn neus verkocht!!!
Van pech gesproken !!!
Het is nu afwachten tot een volgende tentoonstelling waar ze aanwezig zal zijn. Ik heb mijn lesje echter geleerd ik ga in het vervolg de eerste dag.
Bij de dames van kantclub De Margrietjes uit Zemst ontdekte ik dat men kant en in te naaien stof, samen kan verwerken.
De stof wordt op maat gesneden en afgewerkt met een siersteek of zigzag. Stof op de prikking leggen en telkens de binnenkant van het kantwerk aanhaken.
Als het kantwerk af is,is het ook meteen ingenaaid!!!
"Angelo Musicus" Kloskant van katoen en gouddraad. Ontwerp : Bruna Valentini Uitvoering: Bruna Valentini en Lorella Simoncelli
Zoals overal in Europa moest ook de Italiaanse kant, zowel kloskant als naaldkant, aan succes inboeten.
De bekende kantscholen, de school van gravin Maria Pasolini Ponti in Ravenna en de kantschool van Forlì moesten de deuren sluiten.
Pas in 1982 kwam de heropleving met Bruna Valentini en Lorella Simoncelli te Meldola.
Zij klossten vooral kerkelijke taferelen, eigen aan de Italiaanse cultuur, met hoogstaande technische vaardigheid en enthousiasme.
Kantklossen was niet louter een ambacht maar door creativiteit en technische vaardigheid werd dit ambacht
Kunst!
"Kroning van de Maagd." Kantwerk in veelkleurige zijde (polychrome), goud en zilver. Naar een werk van Jacopo Cambi (1366) Uitvoering : Angela Mambellli
Kant op weg naar de moderne stijl. (vervolg op Gebroken wit)
Over haar eigen stijlvorm zei Leni Matthaei ooit :
Het is begrijpelijk dat de vrije ontwikkeling van de oude kantkloskunst zich in Duitsland voltrok, daar hier elke gebondenheid aan de traditie ontbrak. De nieuwe stijl is vanuit introspectie tot stand gekomen en vandaar bezielde vormgeving. Hij heeft een eigen, toekomstgericht vormenspel. Hij is de schepping van een kunstenaar die nieuwe technieken hanteert.
In Duitsland daarentegen bestond er tot die periode geen eigen stijl met een specifieke voorgeschiedenis. Kanthandelaars die van de nieuwe mode op de hoogte waren, gaven modeltekenaars de opdracht om gelijkaardige ontwerpen te maken. Deze zogenaamde Jugendstil ontwerpen werden door Duitse kantklossters uitgewerkt.
Het was vooral de Duitse Leni Matthaei die rond 1900, met eigen vormen als uitdrukking van een nieuwe stijlperceptie, de weg wees voor de Duitse kantproductie waardoor zij beschouwd wordt als
De moeder van de Duitse kantkunst!
Haar inspiratie haalde zij uit de Jugendstil, grafische ontwerpen en de bouwkunst.
Haar creaties kunnen niet worden ondergebracht in een of ander isme door hun veelzijdigheid.
Als thema koos zij natuurmotieven en vormen en ze gaf haar creaties namen als Koraal, Slakken, Waterdruppels, Stroom, Leven
"Brich mich nicht 2008" Gabriele Grohmann Deutschland
Kant op weg naar de moderne stijl
Jugendstil
Jugendstil richt zich vooral tot de natuur. Speels, schilderachtig, elegant en deze kant valt op door een samenbrengen van vlakken. De ontwerpen vertonen vooral ronde, gesloten bloesemvormen. Lange stengels buigen en slingeren zich rond de vlakken om ze af te grenzen.
De Wiener Werkstätte, opgericht in 1903, had als doel :
De vernieuwing van het begrip Kunst als discipline.
Er ontstond een nauwe samenwerking met de Weense kunstvakschool.
In de Wiener Werkstätte streefde men naar kwaliteit en perfectie in de artistieke expressie. Men maakte ontwerpen voor meubels, behang, keramiek, juwelen, kant en naaiwerk.
Vanaf 1900 werd Jugendstil onderwezen in de kunstvakscholen.
"Global Population" Het werk symboliseert het samenleven van blanke en niet blanke bevolkingsgroepen,witte en gebroken witte figuren, in een beperkte ruimte : de aarde (witte zandbodem) Ans Peters
Kant op weg naar de moderne stijl De Jugendstilwas geboren!!
De Jugendstil zorgde voor een radicale stijlwisseling, wars van historische motieven en invloeden. Natuurlijke vormen en sierlijke motieven waren toonaangevend voor deze kantstijl.
Deze kant uit Oostenrijk gaf blijk van een perfecte artistieke opleiding en werd een commercieel succes. Aan de in 1868 opgerichte Kunstvakschool kregen kantklossters en naaisters een vervolmakingscursus en er werden ook leerkrachten Kant opgeleid.
Er was ook een tekencursus aan verbonden om ontwerpers op te leiden die zorgden voor nieuwe modellenen een kunstzinnige ontwikkeling van kant.
"Doppelt und dreifach gebrochenes Weiss" Heike Pfennig Deutschland
Kant op weg naar de moderne stijl
Op de wereldtentoonstelling van 1900 in Parijs, stelde Oostenrijk een totaal nieuwe stijl voor die verschilde van de stijl in traditionele kantlanden zoals België, Italië of Frankrijk. Hij wekte niet alleen bewondering maar was meteen ook een stap vooruit in de moderniteit. Het ging daarbij niet meer om Kant als louter ambachtelijke arbeid
Kant werd werkelijk Kunst !
Bron : Catalogus van de tentoonstelling Gebroken Wit
Vijfendertig kunstenaars uit de drie landen, namen de uitdaging aan en realiseerden een individueel kunstwerk gebaseerd op de eeuwenoude techniek van het kantklossen.
Daar waar KANT vroeger meestal ontworpen werd door personen die niet konden klossen, zijn de hedendaagse kantkunstenaars naast ontwerpers, ook de uitvoerders van het kunstwerk.
Hun kennis van techniek en materiaal vertaalt zich in de hedendaagse creaties die niets meer te maken hebben met het zuivere ambacht maar alles met het KUNSTAMBACHT !
Deze internationale contacten resulteerden in een samenwerking tussen :
Kant in Vlaanderen België
Forum Alte Spitze Duitsland
Landelijke Organisatie Kant Kunst Nederland
Samen realiseerden ze een grensoverschrijdend project rond Kant en Design :
Gebroken Wit
Een selectie kunstenaars uit de drie landen, kreeg als opdracht een eigentijds kunstwerk te realiseren in de traditionele kleur van het klassieke kantwerk namelijk :
Wit
Nuancen zoals pastel, parelmoer en gebroken wit waren toegelaten. In de keuze van het gebruikte materiaal was de kunstenaar volkomen vrij.
Gebroken wit Door de hedendaagse communicatiemiddelen, zoals bijvoorbeeld internet, komen kantliefhebbers nog meer met elkaar in contact en worden er ideeën uitgewisseld, technieken besproken, nieuw materiaal ontdekt
Ieder jaar worden er internationale congressen en tentoonstellingen georganiseerd waarop kantkunstenaars, kantklossters en kantliefhebbers elkaar ontmoeten.
Kant maakt al eeuwenlang deel uit van het Europese erfgoed.
Over waar en hoe kant is ontstaan heeft men altijd geen zekerheid maar het is een feit dat naaldkant zowel als kloskant, een belangrijke handelswaarde hadden en dat Kant steeds aanwezig was in het modebeeld door de eeuwen heen.
Dankzij culturele uitwisselingen en tentoonstellingen tussen de verschillende Europese landen, ontstond er een wisseling van stijlinvloeden en gebruikte materialen.
Op het einde van de jaren 80 was de toestand van Halas kant weer kritiek.
Na de politieke hervormingen, in 1989, stichtte de stad Kiskunhalas de Halas Lace Foundationmet als voornaamste doel de Halas kant nieuw leven in te blazen en de traditie te bewaren.
Belangrijke activiteiten van de stichting:
De oprichting van een standbeeld ter ere van Arpád Dékáni en Mária Markovits en de inventarisatie van ontwerpen, documenten en kant van het Lace house".
In 1953 werd het Lace house gerestaureerd en gemoderniseerd.
Ondanks de belangstelling van pers en opdrachten uit Engeland en Zwitserland, bleef het rendement onvoldoende.
Met Expo 58 begon een periode van internationale tentoonstellingen waar Halas kant gepromoot werd.
Maar nog kon het Lace housezijn kantwerksters niet voldoende werk verschaffen. Het leerlingenaantal verminderde zienderogen en in 1964 werd er geen kant meer onderwezen.
De tweede helft van vorige eeuw zag men in dat de ontwerpen aan vernieuwing toe waren. Alhoewel de klassieke tekeningen met herten, pelikanen en dansende koppeltjes, nog steeds uitgewerkt werden ontwierpen Béla Molnár en Lily Nagy Kálózi hoogstaande moderne naaldkanten.
Met het uitbreken van WO II kon het Lace house zijn gewone werkzaamheden niet verder zetten door een gebrek aan opdrachten. Men maakte voornamelijk wapenschilden, tafelkleden en kleinere kantwerkjes.
In 1942 sloot het Lace house zijn deur maar de kantwerksters zetten hun activiteiten thuis verder.
Ondanks beschadiging aan het gebouw en de diefstal van het materiaal, hervatte het Lace house na de oorlog zijn activiteiten.
Door de deelname aan de Internationale Herfst Tentoonstelling in Boedapest (1949) kregen ze weer prestigieuze opdrachten.
Onder andere een tafelkleed met een diameter van 150 cm als verjaardagsgeschenk voor Stalin.
Een tafelkleed met een diameter van 80 cm voor de 60ste verjaardag van dictator Mátyás Rákosi (1892-1971).
Gedurende de depressie in de jaren 30, nam de burgermeester van Kiskunhalas de kant onder zijn bescherming.
Hij organiseerde culturele projecten en verzorgde de public relations waardoor de belangstelling voor Halas kant, zowel in Hongarije als in het buitenland, groeide.
Om de unieke techniek te beschermen kreeg moest, vanaf 1934, ieder kantontwerp een handelsmerk bevatten namelijk 3 vissen die terug te vinden zijn in het wapenschild van Kiskunhalas.
In 1935 werd onder de auspiciën van het ministerie van handel en de stad Kiskunhalas een Kant Huis gesticht waar de kantwerksters, die voorheen alleen thuis werkten, verenigd werden onder één dak.
Halas kant kreeg een internationale merknaam :
Uitmuntend handwerk van eenvoudige Hongaarse vrouwen !
In 1911 nam Antal Par, verbonden aan de Academie van toegepaste Kunsten, de artistieke leiding over. Zijn ontwerpen geleken sterk op die van Dékani.
Ontwerp van Antal Par
Na de eerste wereld oorlog zat de Halas kant in een ware impasse !! Antal Par keerde terug uit het krijgsgevangenkamp maar ondertussen had Ernö Stepanek de het artistieke gedeelte voor zijn rekening genomen en Margit Pongrácz startte in de werkgroep.
Ernö Stefanek
was de beste ontwerper in de periode 1920 1930.
Hij tekende taferelen zoals bijvoorbeeld een fluitspelende herder of sprookjesfiguren.
Hij is ook bekend voor het ontwerpen van wapenschilden. Zon kantwerk was een gegeerd relatiegeschenk tussen de twee wereldoorlogen.
Halas kant was van in het begin belangrijk voor de Hongaarse volkskunst en klederdracht. De huidige werkgroep is dat na meer dan 100 jaar, nog altijd !!
Daar waar Arpad Dékani instond voor de ontwerpen , werd de werkgroep geleid door de in Kinkunhals geboren Maria Markovits. Zij was een begenadigd borduurster.
Aanvankelijk gebruikte men ongebleekt vlas en was de kant tamelijk grof.
Maar de ontwerpen van Dékani werden uitgewerkt gekleurde draad en ook met metaaldraad.
Ontwerpen van Dékani uit 1903, in gekleurd garen en metaaldraad.
De bakermat van de Halas kant was het landelijk stadje Kiskunhalas, zon 130 km ten zuiden van Boedapest.
De eerste ontwerpen van deze naaldkant werden uitgewerkt door de vaardige handen van zijn moeder en haar vriendinnen.
Tussen 1902 en 1906 werden alle patronen door Dékani ontworpen. Het waren vooral traditionele motieven die men terugvindt in de Hongaarse klederdracht : Duiven, pauwen, herten, bloemen.
Mutsen met een boord van Halas kant.
De Halas kant behaalde de ene prijs na de andere op internationale tentoonstellingen.
In 1906 werd Arpad Dékani overgeplaatst naar Boedapest waar hij de leiding kreeg over de nationale kantnijverheid.
Waaierblad uit 1903 naar een ontwerp van Arpad Dékani.
Toen ik in Marche en Famenne deze Hongaarse Heer en dame ontmoette, wist ik niets af van naaldkant uit Kiskunhalas.
Ik kreeg meteen een uitgebreid verslag in perfect Engels en na wat opzoekwerk op internet heb ik ontdekt dat het echt de moeite is om enkele berichten aan te wijden. Morgen het vervolg...
Zij vertelde mij dat er een project gestart wordt waarbij vrouwen uit de verschillende lidstaten van de EU, een wandtapijt gaan maken waarin alle handwerktechnieken aanwezig zijn. Dit wandtapijt wordt geschonken aan de voorzitter van het Europees parlement en zal worden opgehangen in de zetel te Brussel.
Zij vroeg of ik er ook aan wilde meewerken, hetgeen ik zeker wil doen. Afwachten dus tot ik bericht krijg.
Kussentje voor trouwringen ! In de boord zie je een koppel met langs weerskanten klavertjes 4 als geluksbrengers.
Het werk van de Franse kunstenaar Pierre Varenne ziet er op het eerste zicht tamelijk eenvoudig uit maar als je zijn kantwerk beter bekijkt bemerk je meteen dat er een hele studie aan vooraf ging.
In Marche was hij bezig aan een zeer origineel kantwerk!
Iedereen kent ze wel, die vierkante speeltjes met daarin blokjes die moeten verschoven worden om de juiste afbeelding te krijgen.
Wel, Pierre was bijna klaar met dit werk en het staat nu al op zijn website !! Proficiat, Pierre!!
Deze zomer was het dikwijls bar slecht weer voor de ballonvaarders maar ik was alleszins in de wolken met deze luchtballon van de Academie van Marche en Famenne !!!
De Camargue is een moerasgebied in de Zuid - Franse Rhone - delta.
Toeristisch gezien is de streek vooral bekend vanwege zijn wilde paarden en flamingos.
Het is een waterrijk gebied met veel meren, lagunes, moerassen en grasland.
Maar het is ook belangrijk voor de wijnbouw, de rijstteelt en de winning van zout.
Maar wat heeft dit alles met kant te maken ?????
Toen ik in Marche vol verwondering de kantwerken van mevr. Bonniol bekeek, vroeg ik mij af waarmee die kant bewerkt was.
Mijn eerste gedacht was SUIKER !
Het deed mij denken aan witte kandijsuiker op draad.
Proef maar eens, zei de echtgenoot van mevr. Bonniol, en waarlijk het was ZOUT !!
Na het uitwerken van haar ontwerpen hangt deze dame haar kant in het zoute water van de Camargue. Na 2 dagen haalt ze het er uit en de kant is gekristalliseerd.
Internationale kantdagen in Marche-en-Famenne : Kant-Act
Kant-Act
Martine Bruggeman doceert tevens kunst- en kantgeschiedenis in het Kantcentrum te Brugge en heeft verschillende publicaties op haar naam staan. Ze geeft er eveneens cursussen over ontwerpen van hedendaagse kant.
In 1997 kreeg ze te Brugge de titel Cultuurvrouw van het jaar.
Martine Bruggeman geeft ook lezingen in binnen- en buitenland en verzorgt in verschillende kunst- en kanttijdschriften regelmatig bijdragen over het creëren van kant of over een aspect van de kantgeschiedenis.
Voor meer informatie over cursussen, workshops, kantontwerpen, lezingen kan u steeds mailen naar martine.bruggeman@belgacom.net
De afgebeelde kanten zijn ontwerpen van dames die deel uitmaken van de groep.
Deze beelden behoren weer tot het verleden ! De vakantie is voorbij. Femke, Ferre en Tibo gaan naar school in Verrebroek. Mileen, Ywein en Linde zijn vertrokken naar Abu Dhabi en gaan daar naar de Canadese school.
De rust is weergekeerd maar de herinneringen blijven. Er is er ééntje die echt van de stilte geniet en dat is onze poes, Gebuurke, die een heel verlof een beetje dépri was door al die kinderdrukte!!
Internationale kantdagen in Marche-en-Famenne : Kant-Act
De moderne kantwerken van Kant-Act vielen in de smaak!!
Proficiat aan Martine Bruggeman en de hele groep voor de mooie, verzorgde en originele ontwerpen !
Martine Bruggeman geeft artistieke vorming in de Stedelijke Academie voor Schone Kunsten te Brugge en aan het St.-Andreaslyceum te Sint-Kruis. Ze exposeert regelmatig met papier-, aquarel- en vooral acrylcreaties in binnen- en buitenland en behaalde diverse prijzen en onderscheidingen.
Van 1996 tot 2000 leidde ze het kantatelier in de Brugse Musea dat zich toelegde op vernieuwing in kant, gekoppeld aan research. Nu leidt ze het atelier Kant-Act dat garant staat voor nieuwe vormgeving in kant en dat gelocaliseerd is in de Kamer van Retorika te Sint-Michiels.
Claudette Bouvot, je weet wel van de site Blonde de Caen, is de vriendelijkheid zelve. Ik had toch enkele vragen ivm Polychroomwerk en ik kreeg de gepaste uitleg zonder probleem. Zij had ook leuke klosjes op haar kussen o.a. eentje met muzieknoten. Het was het laatste dat ze bij had en heeft het van haar kussen genomen om het mij te verkopen. Logisch, zul je denken, maar het is wel een beetje speciaal want het klosje is getekend met haar naam.
Met Rosanne van de schitterende website : http://www.dentellieres.com/ had ik een leuke babbel. Zij wees mij op een kantwerkje aan de muur met de vraag of ik wist waarmee het geklost was. Inderdaad Rosanne heeft haar haar laten knippen en dat haar gebruikt om dit kantwerkje te maken !! Je moet er maar opkomen !!!
Als een jongen een oogje had op een kantwerkster, gaf hij haar een klos met twee ringen en een ingewerkt babyklosje.
Dat was een symbolisch gebaar!
Twee ringen als symbool van het huwelijk en met het babyklosje gaf hij te kennen dat hij kinderen wilde met haar.
Hij legde die klos op het kussen van zijn uitverkorene. Als ook zij hem zag zitten brak ze één van de ringen en legde de klos weer op haar kussen. Als hij dan de klos meenam waren ze verloofd !!!
demonstreerde en maakte piepkleine klosjes. Het kleinste, nummer 1, was precies een mier, zo miniem. Natuurlijk kun je daar niet mee klossen maar het was wel een unicum.
Iva Proskova is een Praagse kantkunstenares die al verschillende keren te gast geweest is in Belgische kantcentra. Ze heeft een aparte stijl, sober maar technisch volmaakt! Haar prachtige kantwerken zijn zeer herkenbaar.
Het is niet de eerste keer dat ik werk van haar op mijn blog plaats. Klik op "Archief" en 12/2006 en daar zie je verschillende van haar vroegere werken.
De gordijnen die in Groningen tentoon gesteld werden waren ook in Brugge te zien maar het mooiste vond ik de poppen en dieren : speels, kunstig, sierlijk en kleurrijk!!!
Jana Frajkorova is een uiterst gedreven artieste, afkomstig uit het Slowaakse stadje Presov. Na haar schooljaren in de school van Solivar , een stadsdeel van Presov waar volgens een Slowaakse legende de kant van Solna Baña ontstond, behaalde ze een graduaat wiskunde aan de pedagogische faculteit van UPJS te Presov. Dit diploma is volgens haar de basis van alle technieken.
Haar moeder en grootmoeder waren fervente kantklossters en reeds op 10-jarige leeftijd ging Jana naar de kantschool.
Als jong meisje begon ze zelf te ontwerpen en ze nam aan verschillende wedstrijden voor jonge ontwerpers deel. Met succes !!
Zij groeide uit tot een vrijgevochten en experimentele kunstenares wiens leven gevuld is met ontwerpen, technisch tekenen, onderwijzen en experimenteren met de meest uiteenlopende materialen zoals koper, metaaldraad, agaat, zijde
Op de kantdagen in Brugge toont ze ons haar laatste creaties met koper en metaaldraad.
een bekende Sloveense schoenenontwerpster, brengt haar kunstige creaties onder de naam A.Viryent op de markt. De naam is ontleend aan haar grootvader, Rado Viryent, een prominente figuur van Franse origine. Ondanks dat ze weinig vrije tijd heeft, is ze toch een enthousiaste salsa danseres. Maar schoenen ontwerpen is haar levenswerk en ze maakt dan ook fantastische creaties.
Haar grote voorbeeld is de Italiaanse ontwerper Salvatore Ferragamo en ze heeft reeds meer dan één keer zijn autobiografie Shoemaker of dreams, gelezen.
Schoenen met Idrija kant en Swarovski kristal. De hakken zijn gedompeld in 24 karaat goud !!!
Zoals ieder jaar gaan de Brugse kantdagen door op 14-15-16 en 17 augustus. Voor wie een uitstap naar Brugge voorziet tijdens deze periode is het altijd meegenomen om in Huisbrouwerij De Halve Maan, Walplein 26 te Brugge, de kant tentoonstelling te bezoeken. Het is géén tentoonstelling van Brugs bloemwerk, verschillende kantclubs en ook buitenlandse gasten stellen hun werk tentoon.
Een tip : Proef eens een BRUGSE ZOT in huisbrouwerij De Halve Maan !! Echt lekker !!
Stilaan veranderden de techniek en de ontwerpen. Men gebruikte fijnere draad en het kantwerk werd kwalitatief beter. Om aan de vraag te voldoen werd in 1876 een kantschool opgericht waar kantwerksters een professionele opleiding kregen in het vervaardigen van de typische
Idrija kant = Idrijska čipka .
De school bestaat nog altijd en heeft in 2006 haar 130 jarig bestaan gevierd !!
Oorspronkelijk werd kant gemaakt als bron van inkomen maar toen op het einde van de 19de eeuw de eerste kantwinkels hun intrede deden, werd Idrija kant een vermaard handelsproduct.
De eerste kant werd geklost met dik vlasgaren en was van mindere kwaliteit, hij was bestemd voor huishoudelijk gebruik, geestelijken en welgestelde boeren.
Het museum in Idrija heeft een prachtige kantcollectie.
Alle oma's en opa's kennen het liedje van Lief, klein konijntje en Christine heeft de daad bij het woord gevoegd en er eentje geklost voor kleinzoon Boris !
Het paard van Christine Voor de manen gebruikte Christine garen van verschillende dikte. Niet altijd gemakkelijk om te verwerken maar het werk krijgt meer diepte.
Er was eens een paard uit Keulen, Die kreeg op een dag een veulen. Het paard werd oud, Het veulen werd stout. Het ging met zijn moeder zeulen.
Dat de Tsjechische kantklossters een voorliefde hebben voor moderne en monumentale kantwerken staat buiten kijf maar deze creaties, technisch perfect en kleurrijk, vormen een wanordelijk geheel.
Waarvoor ze dienen ????
Als gordijn, als hor ik zou het niet weten maar ik vind er niks aan.
Dit leuke verhaal las ik op : www.berthi.web-log.nl Berthi gaf mij de toelating om het op mijn blog te plaatsen.
Maurits
'De groep Amsterdam van het jaar 1983-87 van de Nederlandse Kantopleiding die nog steeds bij elkaar komen, had bedacht om een pop aan te kleden naar een oud schilderij. Er was een plaatje van een schilderij met daarop een klein kindje met een mooie jurk met schort voor en een mutsje met hoed. Alles voorzien van verschillende soorten vlechtkanten die vooral in de zestiende eeuw populair waren. Dit werd een mooi plaatje gevonden, verder was er niets van bekend. Een vage herinnering, misschien wel in het tijdschrift Spiegel Historiael. Op zoek in de bibliotheek naar oude jaargangen van Spiegel Historiael. Na heel wat ingebonden jaargangen te hebben doorzocht werd de juiste gevonden: 17e jaargang nr.10, oktober 1982 (zie foto). Nu wisten we dat het een jongetje was en zijn naam was Maurits deHéraugièresmet de leeftijd van twee jaar (1595). Een schilderij van Adrian van der Linde uit een particuliere collectie. Dit schilderij heeft op diverse tentoonstellingen gehangen als voorbeeld van de colfstok en het leren balletje. De tentoonstelling had als titel COLF-KOLF-GOLF met als ondertitel Van middeleeuws volksspel tot moderne sport. Het plaatje zeer goed bekeken, patronen van de kanten getekend, en geschikte stoffen uitgezocht. Nu nog een geschikte pop. Dat formaat was moeilijk te krijgen. Een van de deelnemers had de boterbonnetjes gespaard van Goudas Glorie en daar was een dergelijke grote pop voor te krijgen. De pop paste precies bij het doel. IJverig getekend, geklost en genaaid. Om Maurits te vervoeren werd een kistje en een hoedendoos gemaakt. Ook ging Maurits een keer op reis met de trein, de conducteurs waren erg benieuwd. "Wat zit er in dat houten kistje?" "Ons jongetje," werd er geantwoord. "Willen jullie hem zien?" En daar stond Maurits te pronken in het gangpad en de hele coupé genoot mee.
Nu is Maurits te bewonderen vlak naast het schilderij van Koningin Emma, tot eind september op de tentoonstelling Kant - Hoofdzaak op Borg Verhildersum te Leens.'
Kolven was een van de meest beoefende buitenspelen van de Middeleeuwen en de volkssport van de zeventiende eeuw. Het spel gespeeld met stok en bal, werd door zowel volwassenen als kinderen beoefend, maar in de regel speelden deze het niet met elkaar. De essentie van het spel was meestal om in zo min mogelijk slagen met de bal een vastgestelde baan af te leggen, op straat, op een veld of in de winter op het ijs.
Er was er eens een koebeest en Er was eens een kikker. De kikvors was een dikzak, maar De koe was nog veel dikker.
En weet je wat de kikvors zei? "Straks ben ik net zo dik als jij! Let maar eens op wat of ik doe. Strakjes ben ik de grootste. Boe!"
Toe ging de kikker blazen, Hij blies en blies voor tien. Hij blies zich zo groot als een suikerpot, En zo groot als een soepterrien. Hij blies zich zo groot als een kolenfornuis. 't Was angstig om te zien. Hij was bijna zo groot als je moeders dressoir, Toen barste de kikvors uit elkaar!!'
Zo is het met de kikker Van Kudelstaart geschied. En als je het niet geloven wilt, Geloof je het maar niet.
l'Organisation Internationale de la Dentelle au Fuseau et à l'Aiguille",
in het Engels
"The International Bobbin Lace Needle en Organisatie".
Deze wereldwijde organisatie promoot kant in al zijn facetten.
Ze werd opgericht in 1982 en is wettelijk geregistreerd in Frankrijk.
There are over 2100 male and female members.Er zijn meer dan 2100 mannelijke en vrouwelijke leden. Some of them make LACE, some collect it, some study it. Sommigenmaken kant,anderen bestuderen kant, anderen verzamelen alles wat met kant te maken heeft maar ieder van hen is een
Kantliefhebster
De leden komen uit 30 verschillende landen wereldwijd :
Argentina, Austria, Australia, Belgium, Canada, Czech Republic, Denmark, Estonia, Finland, France, Germany, Greece, Hungary, India, Ireland, Israel, Italy, Japan, Latvia, Malta, The Netherlands, Norway, Slovakia, Slovenia, South Africa, Spain, Sweden, Switzerland, United Kingdom, USA.
Aan het congres in Bad Pyrmont was een wedstrijd verbonden met als thema :
Africa
Hier enkele van de ingezonden werken.
Meer dan 70 kantwerken werden geselecteerd. De meeste werken waren van Duitse kantklossters maar er waren ook inzendingen uit Finland, Rusland, Tsjechië, Nederland, Frankrijk
Kantklossen is sinds de 16e eeuw in Duitsland bekend.
Het Ertsgebergte, de Harz, het Frankenwoud, de Schwabische Alpen, de Oberpfalz, Brandenburg, Sleeswijk-Holstein, Liebenau (bij Hannover) en Abenberg (bij Neurenberg) waren Duitse kantkloscentra en zijn het voor een deel nu nog.
In 1983 werd het Deutsche Klöppelverband e.V. opgericht. De vereniging bestaat uit meer dan 4.000 leden. (stand: april 2003). Het doel van de vereniging is het oude ambacht kantklossen landelijk te conserveren, te onderzoeken en te bevorderen.
Om dit doel te bereiken organiseert het Deutsche Klöppelverband verschillende cursussen, geeft een tijdschrift (Mitgliederzeitschrift "Die Spitze") voor leden uit, publiceert vakliteratuur en schrijft één keer per jaar een wedstrijd uit. Om dit te bereiken zijn vijf werkgroepen gevormd, namelijk: opleiding, geschiedenis, redactie (Redaktion), techniek (Technik) en wedstrijd.
Hoogtepunt van de activiteiten van het Deutsche Klöppelverband is het jaarlijkse kantkloscongres. Verder doet het Deutsche Klöppelverband moeite nationale bijeenkomsten en tentoonstellingen te organiseren, te bevorderen en te coördineren en de samenwerking op het internationale vlak, in het bijzonder met OIDFA
Organisation Internationale de la Dentelle au Fuseau et à l'Aiguille
te ontwikkelen.
Het Deutsche Klöppelverband heeft een kantoor in Übach-Pahlenberg, dat van maandag tot vrijdag van 8.00 - 12.00 uur geopend is. Daar bevindt zich ook de kantverzameling van de vereniging en een bibliotheek met meer dan 1300 boeken en tijdschriften.
"26. Deutscher Klöppelkongress" in Neumarkt in der Oberpfalz von 28.03.2008 - 30.03.2008
Er waait een frisse en vernieuwende wind doorheen het kantgebeuren want naast de klassieke kanten worden er meer en meer moderne creaties tentoongesteld.
Ik kreeg vandaag een email van Marina uit Rio de Janeiro. Op haar blog vond ik dit mooie prentje. Wil je meer weten over deze Braziliaanse dame, breng dan even een bezoekje aan haar blog.
Op dit ogenblik is het hier " de zoete inval " !!! Er zijn 5 van de 6 kleinkinderen op verlof dus blijft er weinig tijd over om te internetten, te klossen en te bloggen.
Vandaag zijn Bob, Aleydis, Mileen, Ywein en Linde terug in België na een verblijf van 11 maand in de Verenigde Arabische Emiraten.
Wij zijn hen deze morgen gaan afhalen in Zaventem want ze hebben zoveel bagage bij dat het niet in één auto kon.
Het was een blij weerzien want het is ondertussen weeral 3 maand geleden dat we hen gezien hebben. Voor de tweeling, Mileen en Ywein, was het geen probleem maar Linde, die nu 18 maand is, was toch weer een beetje vervreemd.
Na een tijdje ging het prima en nu zijn Ywein en Linde bij ons op verlof en Mileen is bij de oma in Brugge. Zo kunnen Bob en Aleydis eens uitrusten want het is tenslotte een vermoeiende reis met 3 kinderen.
Hoelang Bob blijft staat nog niet vast maar Aleydis en de kindjes blijven tot september.
Het wordt dus een drukke periode en misschien komen kantklossen en bloggen wel op een laag pitje te staan.
Het is inderdaad een zeldzaam iets... heren die zich aan het kantklossen wagen maar ze kunnen gegarandeerd op heel wat belangstelling rekenen
Zo te zien aan beide "kantklossers" is de kunst van het klossen toch een tikkeltje ingewikkeld en misschien moeten ze wel hulp van de "kantklossters" inroepen !!
En als we deze heer mogen geloven, heeft hij er zelfs zijn beroep van gemaakt...
Kort na de eerste wereldoorlog is men in de Denderstreek begonnen met het maken van Point dAlost.
De manier van werken voor deze kantsoort is dezelfde als voor het maken van Princesse-kant. Typisch is dat een special lint gebruikt worden; dit bandje heeft aan twee zijden een trekdraad en volgt een zeer eigenaardige patroonlijn, de welke men soms ook terugvindt in de oude Milanese kanten.
Omdat het lint zo smal is, verandert men niet van trekdraad als men van richting wil veranderen. Het lintje wordt gewoon geplooid om de tekening verder te kunnen volgen.
Het strikken van de motieven en de lintjes op de tulle gebeurt op dezelfde manier als bij Princesse kant, maar enkel in het midden van het bandje, net omdat het zo smal is.
In grotere stukken ziet men dat er in grotere, open vlakken een sierdraad door de tulle geweven wordt, de tekening is steeds zeer rechtlijnig.
Point dAlost is commerciëel nooit een succes geweest, ondanks de toch zeer rijke motieven die terug te vinden zijn.
Battenberg kant is een eenvoudige lintjeskant die enorm populair was in de jaren 30 en 40 van de vorige eeuw.
De gebruikte linten zijn dichter geweven en strakker dan diegene waarmee men Princessekant maakt.
Bij oude Battenberg kant moest het lint gefronst worden om mooie krommingen te krijgen. De nieuwe linten hebben langs de buitenkant een draad waarmee het lint perfect in de juiste vorm wordt getrokken.
is vooral een huis-industrie. In 1993 wordt deze kantsoort nog uitgeven door een 15-tal kantfabrikanten uit de Denderstreek.
Het patroon wordt getekend op kristalpapier. Daarna worden de patroonlijnen doorgeprikt. Dit moeder-patroon wordt op een ander papier gelegd, bij voorkeur bruin en poreus papier zoals bijvoorbeeld Zweedse kraft. Met een vod, doordrenkt van een verdunde zwarte drukinkt, wrijft men over de hele tekening, op die manier dringt de inkt enkel door de gaatjes en komt op het bruine papier een patroon in stippels te voorschijn.
Princessekant wordt gemaakt met een vijftal verschillende linten, waarmee de diverse motieven, meestal bloemen en guirlandes, worden samengesteld. Dikwijls zijn de motieven imitaties van patronen uit Duchessekant en uit de Brusselse applicatiekanten
Princesse-kant wordt in de volksmond veelal Strikwerk genoemd.
Voorbeelden van linten om Princessekant en andere lintjeskanten te maken.
Als voorproefje op de "Point d' Alost" krijg je een beetje uitleg over de "Princessekant" die nu nog vervaardigd wordt in de Denderstreek en het "Land van Aalst".
Princesse kant
is een kantsoort die nu nog gemaakt wordt in de Denderstreek. Het is een techniek waarbij gebruik gemaakt wordt van machinaal geweven lintjes en tule.Er komt dus geen klos aan te pas !!!
De lintjes zijn van een meer fijne structuur dan diegene die gebruikt worden voor Renaissance-kant. Zij worden speciaal voor deze kantsoort geweven. De tule wordt met een striksteek vastgemaakt op de onderliggende motieven
Princessekant is vooral een huis-industrie.
Renaissance kant of Lintjeskant te koop in vele Brugse kantwinkels. Ook geweldig populair in de jaren '70 en '80 want dan kon je bij elke vrouwenvereniging lessen in "Lintjeskant " volgen.
In Eeklo heb ik een groep dames die al 24 jaar kantles volgen!!! Je kunt je wel inbeelden dat deze "anciens" er niet voor terugdeinzen moeilijke patronen uit te klossen. Tegenwoordig valt de Milanese kant in de smaak. De volgende afbeeldingen zijn details uit een prachtig kantwerk, geklost met zeer fijne zijde. Het is een werk van mevr. Gudrun De Coninck en ik moet zeggen... ik ben fier omdat ik haar heb leren klossen!!!
Mijn laatste werkstuk is deze Lotusbloem in Milanese kant.
De lotus heeft in het hindoeïsme en het boeddhisme grote betekenis. Doordat de bloem uit zijn eigen wortelstok lijkt te ontstaan symboliseert hij goddelijke geboorte en zuiverheid. De lotus is het attribuut van de bodhisattva Guanyin (Avalokiteshvara). Ook de hindoe-god Vishnu wordt meestal afgebeeld met een lotusbloem. Godinnen voorgesteld als goedgunstige partner van een god houden vaak een lotus vast. Godheden, boeddha's en bodhisattva's staan of zitten meestal op een lotustroon: een voetstuk in de vorm van een open lotusbloem
Als kabouters zouden bestaan Waar zouden ze dan naartoe gaan Zouden ze lezen in de kabouter-krant? Zouden ze wonen in kabouter-land? Zouden ze namen hebben net als wij? Staan ze bij de kabouter-super ook in de rij? Ik zou wel alles van kabouters willen weten... Zelfs, wat ze op zondag-morgen eten Mocht jij ooit een kabouter zijn tegengekomen.. Dan hoop ik, dat je wel een foto hebt genomen!!
Is hij niet prachtig, deze kanten kabouter??
Als afsluiting van de reportage uit Evergem-Belzele krijgen jullie hem van mij kado!!
Zoals vorig jaar ga ik samen met een paar dames uit de kantgroep van Eeklo, vandaag en morgen, klossen in de oude Lembeekse pastorie. Ik heb een kleine tento opgesteld zodat bezoekers toch een idee krijgen wat Kant in zijn mars heeft.
Willem en Clothilde zijn kinderloos gebleven maar Maria Werkers, dochter van Leo en Leontine, nam in 1949 de kanthandel over en heeft die voortgezet tot midden de jaren zestig van vorige eeuw.
Driebloemer = drie motieven per el
Het boek
Echte Kanten en Borduurwerken
van Trees van Iersel-Ruygers,
verhaalt ons de geschiedenis van de familie Werkers-Lockefeer. Diegenen die er in geïnteresseerd zijn verwijs ik naar het boek.
De tentoonstelling belicht de kanthandel van de families
Werkers en Lockefeer van de jaren 1880 tot 1965.
De moeder van Leo en Willem Werkers baatte een winkel voor Echte kanten, mutsen en tule, manufacturen en modeartikelen uit in het Nederlandse Tholen. Leo en Willem kochten de kant in België en kwamen zo in contact met de gezusters Lockefeer uit Kieldrecht, in het Land van Beveren-Waas.
Dit resulteerde in een dubbel huwelijk :
Leo en LeontineWillem en Clothilde
Zo ontstond
Fabriek van echte kanten en borduurwerken
van de gebroeders Werkers-Lockefeer te Kieldrecht.
in het Nederlandse Veere. Als de tentoonstelling even mooi en interessant is als het boek, keer ik vanavond als een "tevreden" mens naar huis.
De publicatie Echte Kanten en Borduurwerken, verschijnt half maart 2008, bij de opening van de gelijknamige tentoonstelling in het Museum De Schotse Huizen te Veere.
In het Land van Beveren-Waas, gelegen in Oost-Vlaanderen in België, bestond van 1850 tot 1965 een bloeiende kanthandel. Deze was van groot belang voor de levering van kanten voor de Nederlandse streekdrachten. In de periode tot 1900 was Beveren het centrum voor de kanthandel, na de eeuwwisseling is dit verschoven naar Kieldrecht. Van 1880 tot 1965 waren de Gebroeders Werkers-Lockefeer te Kieldrecht de belangrijkste handelaren in kant. De drie generaties Werkers-Lockefeer hebben een uniek archief achter gelaten. De bestudering van het archief en de vele contacten met Maria Werkers, hebben geleid tot de publicatie over het werk van deze kantuitgeversfamilie.
De publicatie Echte Kanten en Borduurwerken is rijk geïllustreerd met foto's. Patronen voor geborduurde tule en prikkingen voor kloskant afkomstig van de Gebroeders Werkers-Lockefeer zijn hierin opgenomen. De uitgave bevat 120 paginas en is tijdens de expositie in het museum te koop.
Het is geen kant zoals wij die meestal in gedachten hebben. De Braziliaanse kant weerspiegelt het kleurrijke, speelse, Zuid-Amerikaanse karakter van de bevolking.
Door het veelvuldig gebruik van veelkleurige kunstslagen ontstaan er als het ware kleine bloemmotiefjes.
Kleine kokosnoten en zaden die gebruikt worden voor het vervaardigen van klosjes.
Het stokje van de klos wordt in de kleine, groene kokosnoot gestoken en als de kokosnoot droogt, hecht het stokje zich stevig vast. Lijm is niet nodig!!
Kant werd naar Brazilië gebracht door vissersvrouwen uit Portugal, Madeira en de Azoren. Zij vestigden zich langs de Braziliaanse noordoost kust en op het zuidelijke eiland Santa Catarina.
Nog altijd wordt er kant geklost door vissersvrouwen of zoals men zegt :
Na mijn bezoek aan de kanttentoonstelling in s Gravenmoer, in maart, ben ik ook in gang geschoten en heb verschillende volwerkjes uitgewerkt. Het was geen moeilijke opgave maar met die schuine halve slag was het toch opletten geblazen!!
Opvallend is wel dat de passementwerkster in het museum van Kasaab (Oman) er eenvoudiger uitziet dan diegene in het museum van
Dubai!! Oman behoort niet tot de Arabische Emiraten en de bevolking is er ook niet zo welstellend.
De passementwerkster in Dubai heeft een kleed aan dat mooi versierd is met passementwerk. Hier zien we goed waarvoor het werk gebruikt wordt.
Het kussen wordt gedraaid naar gelang de vordering van het werk. Met de dunne lintjes maakt men allerlei halsversieringen en manchetten.
Verder valt het ook op dat de staander waarop het kussen ligt, in Kasaab eenvoudig en functioneel is terwijl in Dubai de staander overdadig versierd is.
Na een aangenaam verblijf van 14 dagen in Ras al Khaimah, zijn we toch blij weer thuis te zijn!!
Ook al is het hier koud, regent het op tijd en stond, voorspelt men lichte vorst er gaat niets boven de eigen stek.
In de musea van Dubai en Kasaab ( Oman) heb ik wel fotos kunnen nemen van het passementkussen, dat ik eerder beschreef, maar veel uitleg heb ik niet gekregen.
Volgende foto's zijn genomen in het museum van Kasaab in het bovenste topje van Oman.
Naar het schijnt wordt er in een onooglijk dorp in de bergen van Oman, nog passementwerk gemaakt. Misschien heb ik toch een beetje geluk want de secretaresse van mijn zoon is van Oman. Als ze terug is uit verlof zal hij bij haar inlichtingen inwinnen.
Het probleem in de musea is, dat de bewakers Indiërs zijn of Pakistani die niets afweten van tradities of oorsprong van de tentoongestelde dingen. Daar kwam nog bij dat de giftshop gesloten was omdat het vrijdag was en dan is het in moslimlanden weekend.
Vandaag is het onze laatste dag in Ras al Khaimah, één van de Arabische Emiraten! Om 2 uur vannacht vertrekken we vanuit Dubai richting Wenen, 1 uur wachten en dan vertrekt het vliegtuig naar Brussel. Morgenvoormiddag zijn we, als 't God belieft, terug thuis. We hebben een leuke tijd doorgebracht met onze zoon, schoondochter en de kindjes. Veel uitstappen gemaakt, veel gezien en genoten van zon en zee!!
Zoals je misschien al gemerkt hebt, is het even stil op mijn blog. Nog een tiental dagen geduld en we vliegen er weer in want ... ook bloggen kan vermoeiend zijn !!
Alhoewel het weer het laat afweten, laten we het toch niet aan ons hart komen want Pasen is het feest van vrede, vreugde en ...lekkere chocolade eieren!
De vis maakt vaak zijn misbaren. Want na het kuitschieten En bijgevolg ook het paren, Ligt ie vliegensvlug, zonder Wedervaren, Per express,zo pervers marktvers Tussen geurende gerechten en blaren. Tot zijn eigen onwetende ontsteltenis. En bij onbewuste ontstentenis: Met veel koud gevoel voor drama en Gemis Op een lekkere feestelijke gastendis. Gaar en klaar Voor al die vadsige mensenkwieten. Het wordt pas erbarmelijk slecht Wanneer hij ons verlaat als Meeneemgerecht...
In helder water veel te zien visjes oh zoveel niet te geloven misschien ik probeer ze te tellen dat gaat helemaal fout want ben ik bij de honderd zijn ze allemaal stout ze zwemmen door en voor elkaar het zijn er wel een miljoen ze zwemmen notabene in een school en houden niet eens hun fatsoen
Eén van de blikvangers was deze prachtige hoed met bijpassend handtasje en handschoenen uitgevoerd in s Gravenmoerse kant. Een creatie van mevr. Ina Blaas.
Morgen bezoek ik de kanttento in 's Gravenmoer. Het is wel een hele trip, 133 km enkele reis, maar ik ben razend benieuwd naar de kantwerken van kantkring " Molenwiekje". 't Molenwiekje viert met deze kanttento haar 25-jarig jubileum!!
Aansluitend bij het vorige bericht ivm een antimakassar.
Wikipedia geeft de volgende verklaring :
Een antimakassar is een kleedje dat in de tweede helft van de 19e eeuw en het begin van de 20e eeuw vaak op het met het hoofd in aanraking komende deel van met stof beklede banken en stoelen werd gelegd, om deze te beschermen tegen de makassarolie, die door mannen vaak overvloedig in het haar werd gesmeerd. De kleedjes waren vaak gehaakt en meestal wit van kleur.
Makassarolie was een in de omgeving van de Indonesische stad Makassargeproduceerde welriekende plantaardige olie (vervaardigd uit vruchten van de koesambi- of kesambi-boom (Schleichera trijuga)), die destijds veel gebruikt werd om het kapsel goed in vorm te houden.
Maar door het gebrek aan afzetmogelijkheden werden er weinig grote stukken gemaakt. Uitzondering is de zwarte voile bestemd voor H.M.Koningin Sofie.
Het leerlingen aantal bleef dalen, de financiële toestand bleef slecht
De kantschool had weinig vooruitzichten.
De deelname aan een Engelse tentoonstelling , in 1864, wierp enig licht in de duisternis! Er werden verschillende stukken uit voorraad verkocht en de kranten gaven de kantschool positieve recensies.
Doch het was maar een druppel op een hete plaat en in 1864 kende de school een dieptepunt. Bijna geen leerlingen meer en daarom kon men geen bestellingen meer aannemen.
Hilde, uit het zonnige Turkije, is ook bezeten van kantklossen!! Geloof het of niet...maar het is pas van verleden week geleden dat ik het patroontje doorgestuurd heb en zondag kreeg ik het resultaat al in mijn mailbox!!
Ondanks dit internationale succes werd het steeds moeilijker om de afgewerkte stukken verkocht te krijgen zodat de voorraad als maar groter werd. De financiële toestand was zorgwekkend en toen men in 1864 het tienjarig bestaan van de kantschool vierde was er weinig reden tot vreugde.
Het aantal leerlingen was gedaald tot 36 en in 1864 waren de uitgaven groter dan de ontvangsten die voornamelijk uit giften bestonden.
Teneinde de grote voorraad kant te verminderen werd er een loterij gehouden die een daverend succes was!!
Toch werden er nog nieuwe kantsoorten aangeleerd en daarvoor deed men beroep op ervaren, Belgische kantwerksters.
In 1860 behaalde de kantschool een zilveren medaille op een Nijverheids tentoonstelling in Haarlem. Als beloning mochten de kinderen op reis naar Brugge.
Het Rijksmuseum te Amsterdam bezit De staalkaart van kanten uit de Sluise school. Die geeft een overzicht van de verschillende kantsoorten die er vervaardigd werden.
We herkennen Duchesse kant, Mechelse kant, Valenciennes kant, Point d Alençon, Guipure, Vlaanderse kant, Parijse kant, Tule kant
Kort gezegd :
Er was praktisch geen kantsoort die hier niet werd geklost !
In 1860 nam de Sluise kantschool met succes deel aan de wereldtentoonstelling te Londen.
Volgens verslagen uit die tijd, konden de ingezonden werken wedijveren met de Belgische kanten en de kantschool van Sluis kreeg dan ook een eervolle vermelding !!
Daarom stuurde de directrice een verzoek aan het Bestuur van het departement Sluis, meer bepaald aan de Vereniging tot Nut van het Algemeen, waarin zij melding maakte van het bestaan van de school. Tevens dringt zij er aan op ondersteuning en instandhouding van de kantschool.
Het is evenwel niet geweten of er aan dit verzoek gevolg werd gegeven.
Toch heeft de secretaris van deze vereniging, de heer J.F. Van Dale, in 1857 de vergadering geadviseerd het gedane verzoek ter kennisgeving op te nemen en ook de jaarverslagen van de kantschool in de bibliotheek te bewaren.
Volgens de secretaris moest de bewaarschool toegankelijk zijn voor allekinderen.
In 1859 heeft de vereniging zelf de kantschool en de bewaarschool overgenomen en werd er na deze vermelding in de notulen van het Nutsdepartement ,niet meer over de kantschool gesproken.
Uit het archief blijkt dat er in 1857 vier leraressen aan de kantschool verbonden waren.
FOTO's : 2 Kantwerken van José van Pamelen-Hagenaars, uit haar boek "Duchesse kant".
Niet alle heil komt van boven in dit geval komt de hulp uit Beveren!!!
In het bericht van 8 februari vroeg ik mij af wat nu eigenlijk de bedoeling is van dat kussen met bobijntjes uit het museum van Oman.
Vandaag kreeg ik een brief van een kantkennis uit Beveren die een tipje van de sluier heeft opgelicht!
Het kussen dient om passementen te maken.
Ik ben dus weer op internet gaan grasduinen met dit resultaat :
Een passement is een boordsel, garneersel, koord, sierband ook tressen en badges op uniforms.
Inderdaad, de schoonmoeder van mijn zoon zegt dat er een fijnlint aan het kussen hing. Dit lintje wordt verwerkt in de badges waarmee de Omaanse uniformen versierd zijn.
Hier enkele voorbeelden.
Opmerkelijk is de afbeelding van een palmblad dat dikwijls voorkomt.
Daardoor wordt dit passementwerk Palm lace genoemd!
De school werd opgericht met de volgende doelstelling :
De kantnijverheid tot ontwikkeling brengen De armoede lenigen De bedelarij weren
De kantschool werd een succes!!!
Ongeveer 100 meisjes kregen gratis les van een Belgische kantklosster uit het naburige Westkapelle.
Zoals in alle kantscholen kregen de meisjes ook hier onderricht in naaien, breien en algemene ontwikkeling.
Spijtig genoeg waren er ook veel arme kinderen die de kantschool onmogelijk konden bezoeken omdat ze op broertjes of zusjes moesten passen terwijl hun ouders op het land werkten.
Dit probleem werd opgelost door de oprichting van een heuse bewaarschool!!
De aankoop van het lokaal, de inrichting en het loon van de dame die voor de opvang zorgde, vergde veel geld. Daarom werden de kanten die in de kantschool gemaakt werden, te koop aangeboden.
Uit de archieven blijkt echter dat de verkoop onvoldoende geld opleverde om het gestelde doel te bereiken.
In 1854 richtte het echtpaar Renier-Van Willes samen met enkele andere notabele dames, nog een kantschool op in Sluis.
Mevrouw Renier nam de leiding van de kantschool op zich.
Het schoolbestuur zond, op hun kosten, een meisje uit Sluis naar Brugge om zich te bekwamen in het kantklossen met als enig doel die kennis door te geven in de Sluise kantwerkschool.
Z. M. Koning Willem III subsidieerde de school en H. M. Koningin Sofie der Nederlanden was de beschermvrouw.
Het motto van de kantwerkschool was :
Doe wel en zie niet om !!
De mogelijkheid bestaat dat de school van Kaatje van Siszen ook nog bestond en dat er dus sprake was van enige rivaliteit maar dit is enkel een veronderstelling.
Daarom wil ik eerst een woordje uitleg geven over het ontstaan van de "Kantwerkschool" te Sluis in Zeeuws-Vlaanderen.
Voor de scheiding der Nederlanden hadden de Noordelijke Nederlanden geen eigen kanttraditie. Vrijwel alle kant was afkomstig uit de Zuidelijke Nederlanden met name Brugge, Antwerpen, Beveren-Waas, Brussel
Na de scheiding in 1830 wilde men ook in Nederland een eigen kantproductie opzetten als teken van onafhankelijkheid tov België.
Er werden verschillende kantscholen opgericht onder leiding van uit België afkomstige kantleraressen.
Ook in het Zeeuws-Vlaamse Sluis was er zon kantschool onder leiding van de Belgische Kaatje van Siszen.
Kaatje, die eigenlijk Francisca van Belle heette, was gehuwd was met een
Nederlandse schoorsteenveger Jacobus Franciscus Huygens..
Voor ik was wat ik nu ben traag ondanks veel voetjes vele ben ik daarvan kwijt en beweeg me zacht en zoetjes een zuchtje wind gelijk muziek verplaatst mij zonder hinder dan zeg ik zachtjes ,,dank o Heer,, nu kan ik dansen, ik ben een vlinder
Bij het bericht van 26 januari,Opendeurdagen bij Bart en Francis, staat een foto waarop heel veel klosjes te zien zijn. Klik deze eens aan om te vergroten.
Vandaag toon ik waarvoor al die klosjes dienen!
Zoals je kunt zien gaat de "kantverslaving" bij sommige kantklossters wel erg ver!!
In het begin van de 20ste eeuw werden er geen mutsenkanten meer geklost.
Er ontstonden de zogenaamde nakanten.
Deze waren smaller en andere kantsoorten beïnvloedden de traditionele patronen.
Rond deze tijd richtte men diverse kantscholen op, om het kantklossen meer onder de aandacht te brengen.
De eerste kantschool in 's Gravenmoer was
het Kantkloske".
Mejuffrouw Waalberg kreeg hier de leiding. Alle meisjes vanaf twaalf jaar die voldoende kennis hadden van lezen, rekenen en schrijven hadden toegang tot de school. Men leerde er Torchon (stropkant), Cluny, Duchesse en Valenciennes kanten. In 1918 kreeg de school de naam "Brabantia" en tien jaar later sloot de school zich aan bij
"Het Molenwiekje" uit Noord-Holland.
Deze vereniging gaf ook les in Elburg, Goes en Voorne-Putten. Het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog zorgde dat er een einde kwam aan het kantwerk in 's Gravenmoer.
In 1983 is in 's Gravenmoer kantkring "Het Molenwiekje" opgericht. Tot op heden zijn er nog maandelijks bijeenkomsten van deze kantkring waarop de leden klossen en ervaringen uitwisselen.
De specifieke motieven van de s Gravenmoerse kant vinden hun oorsprong in de leefomgeving van de kantwerksters.
Bijvoorbeeld :
§. Het molenwiekje : patroon dat gebruikt werd door kantwerksters
uit een molenaarsfamilie
§.Het bootje : typisch patroon voor de vissersfamilies
§.Het boompje : geklost door de families van fruittelers.
§.De knipschaar : een strook kant wordt op de knipschaar doorgeknipt
§.Het perkinneke : wordt aan de buitenkant gewerkt met een rij blokjes ernaast
De motieven worden in linnenslag of schuine halve slag geklost maar de combinatie van schuine halve slag en deze bijzondere motieven, geven ons de 's Gravenmoerse kant!!
De minder draagkrachtige bevolking van de Zeeuwse en Zuid-Hollandse eilanden, droeg een keuvel die afgeboord was met rechte, katoenen stroken s Gravenmoerse kant, ook wel Pietekant genoemd.
De meer begoede vrouwen droegen een muts die afgezet was met de Beverse kant die veel duurder was. Daarom zie je ook de meeste keuvels met deze tulekant. In mijn geboortedorp Beveren-Waas werd er volop kant geklost voor de Hollandse keuvels.
Na alle lieve wensen voor een gelukkig nieuw jaar, na mooie kanten kerstversiering en antieke poppen is het nu weer tijd om serieus verder te bloggen.
Ik neem de draad weer op want over
s Gravenmoerse kant
(zie 18 december 2007)
is nog het één en ander te vertellen, !
Een keuvel,
ook wel sluiermuts genoemd is een onderdeel van de streekdracht van de Zuid-Hollandse eilanden. De kanten werden voornamelijk in het dorpje 's Gravenmoer (Noord-Brabant) gemaakt en met de boot naar de Zuid-Hollandse eilanden vervoerd en daar werd de keuvel verder in elkaar gezet.
De keuvel bestaat uit de volgende onderdelen:
Het bolletje. Het bolletje wordt gemaakt van katoen tule waarop men diverse motieven borduurt. Het bolletje wordt geborduurd met DMC a broder 25 of 30. Enkele namen van de motieven voor het bolletje zijn: het Cornelenpootje, Schoentje, Rozenknopje en Molen. Op onderstaande foto's ziet u links het bolletje en op de rechterfoto het bolletje in het midden met de strook tule en daaraan, de buitenste rand, de gekloste strook kant.
Met dank aan Kantkring Het Molenwiekje te s Gravenmoer;
De antieke poppen uit vorige berichten hebben allemaal kledij die versierd is met machinale kant maar ik heb toch een pop gevonden met handgekloste kant.
Dank aan de eigenares die zo vriendelijk is om de fotos ter beschikking te stellen.
Het kantklossen was ook hier een echte huisnijverheid. Meisjes leerden al op jonge leeftijd kantklossen. In 1819 waren er in s Gravenmoer 90 vrouwen en 60 meisjes die kant werkten. Op zon relatief kleine populatie, 2200 inwoners geteld in 2004, was dat een groot percentage zodat er geen huis was waar niet geklost werd.
Turfschepen namen de kant mee naar o.a. de Zuid-Hollandse eilanden en werd daar verkocht.
Maar ook in s Gravenmoer sloeg de kantdepressie toe en einde 19de eeuw bleven er in het dorp nog amper 50 kantwerksters over.
Uit een onderzoek in 1914 blijkt, dat ze voor een el,ongeveer 70 cm, 12 tot 16 uur nodig hadden.
s Gravenmoer staat in de kantwereld voornamelijk bekend om de mutsenkanten die in de 19e eeuw gemaakt zijn.
Er zijn al heel veel kantsoorten en locaties de revue gepasseerd maar onze noorderburen waren nog niet van de partij.
Daar komt verandering in dank zij de medewerking van
kantkloskring Het Molenwiekje uit s Gravenmoer.
De geschiedenis van het kantklossen in s Gravenmoer
s Gravenmoer is een dorp in de gemeente Dongen, in de Nederlandse provincie Noord-Brabant.
Rond 1365 is het dorp 's Gravenmoer ontstaan op de plaats waar graaf Floris V een aantal moeren (moerassen) liet ontginnen door Steven van Waalwijk. De turf die in dit gebied werd gestoken, werd met aken of geubels vervoerd. Eeuwen lang was dit de voornaamste bron van inkomsten. In de 17e eeuw was er al kantwerk in 's Gravenmoer. Een van de bekendste motieven uit de 's Gravenmoerse kant is dan ook het bootje.
Tijdens de Tachtigjarige oorlog (1568-1648) is er een groot deel van het archief verloren gegaan. In 1672 werd het dorp geteisterd door de grote brand maar toch zijn er enkele archiefstukken gespaard gebleven waaruit blijkt dat er toen inderdaad al kant geklost werd.
Omdat ik dit gedicht zo mooi vind plaats ik het nog eens in zijn geheel. Een engel met een pop
er wordt al druk gerepeteerd voor 't kinderkerstfeest van de kerk de rollen zijn secuur verdeeld is ieder jaar een heidens werk elk meisje wil Maria zijn steeds weer de vraag wie Jozef wordt engelen, herders geen gebrek daarvan zijn bijna nooit te kort
alle kinderen spelen mee alleen de kleine Lisa niet zit met haar babypop op schoot aan de kant met stil verdriet wat zou ze graag een engel zijn met vleugels en een mooi wit kleed maar Lisa is wat zwakbegaafd men is bang dat ze haar tekst vergeet
bij 't repeteren komt ze trouw één van de juffen heeft het door ze pakt het meisje met haar pop en zet haar in het engelenkoor ze krijgt twee vleugels en een kleed ze heeft geen teksten, geen refrein de boodschap die voor Lisa geldt: alleen een mooie engel zijn
op Kerstdag zit de zaal bomvol als de gordijnen open gaan wordt 't kerstverhaal zo echt gespeeld, de mensen klappen, ze gaan staan de kinderen worden voorgesteld ze buigen diep van groot tot klein ineens roept engel Lisa luid: en mijn pop mocht Jezus zijn
Een berichtje in mijn gastenboek doet altijd plezier maar liefst geen buttons van meer dan 40.000 KB want die vertragen het blog !
Omdat ik hen zo mooi vind !!!!
Thomas Woolner
Camino 2005
De voettocht van mijn man, Theo, naar Santiago de Compostela wordt stap na stap beschreven op zijn blog !! Interesse ? Kijk dan naar : http://blog.seniorennet.be/camino2005