Ik ben Gisela Altruye, kantdocente en al 35 jaar bezeten van Kant. In 1979 ben ik gestart met kantgroep "Terug naar 't kantkussen" en tot op de dag van vandaag zijn er nog altijd dames die reeds komen van in het begin.
Zoeken in blog
Gezien in Ieper
E-mail mij
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
Chantilly Lace
Spaanse kantkussens in het Begijnhof van Diest
In Spanje is men gek op kantklossen en hun creativiteit kent geen grenzen!!
"de klantklosster" van Sveltlana Pavlickova, bekeken door de ogen van Hilde. Eigenlijk is Hilde wel een stukje "kunstenaar" want zonder al te veel technische bagage klost ze in het verre Turkije toch mooie kantwerken.
Om in de eindejaarssfeer te blijven, laat ik de berichten over Turnhout even rusten. Na nieuwjaar "vliegen we er terug in" met nieuwtjes en weetjes over KANT.
Ik vraag mij af hoeveel de kantwerkster aan zon stuk verdiende maar het leeuwenaandeel was natuurlijk voor de kanthandelaar die voor het patroon en het materiaal zorgde.
Ter gelegenheid van de tentoonstelling is er ook een boek uitgegeven :
Van speldengrond tot Turnhoutse kant
In dit werk wordt de evolutie van het kantwerk vanuit zijn oorsprong in het 17de eeuwseAntwerpen tot in Turnhout gevolgd. Specialisten zoals Nora Andries en Lieve Vroom belichten uitvoerig de kanttechnieken en lichttten ze toe met technische tekeningen en foto's.
Er wordt tevens aandacht geschonken aan de opleiding in kantscholen, de volkskunde en tradities rond het plastische taalgebruik van de kantwerkster.
Dit boek is een prachtig en interessant naslagwerk !
Het boek is uitgegeven door Taxandria in samenwerking met Tram 41.
Mevr. Nora Andries weet echt "alles" van Turnhoutse kant en vond in menig kantliefhebster een luisterend oor.
De kanttentoonstelling in Turnhout is afgelopen. De afwezigen hadden ongelijk !!!
Ik ben meer dan 30 jaar met kant bezig maar ik heb nog nooit zo'n prachtige collectie Parijse kant samen gezien.
Het Taxandriamuseum is een pareltje en een bezoek meer dan waard. In iedere kamer was er kant te bewonderen, sfeervol en smaakvol voorgesteld. Gedekte tafels met tafelkleden in Parijse kant... Echt te veel om op te noemen.
Kantwerkster 1926
Charles Vander Velpen (1874-1937)
Leerling van Louis Tytgadt aan de academie te Gent;
Adjudant van de gevangenis te Turnhout.
Vanaf morgen geef ik een overzicht van al dat moois.
Ria Demeyere is een specialiste op het gebied van hedendaagse kant. Op de tentoonstelling waren verschillende kantwerken te zien die getuigen van haar creativiteit en perfectie.
Zij is ook lid van KANT-ACT, de groep onder leiding van Martine Bruggeman.
Arenys de Mar ligt, zoals de naam het zegt, aan de zee en is de buur van Arenys de Munt. Ook hier viert het kantklossen hoogtij. Net zoals in l'Arboç is de jaarlijkse festa een waar "kantgebeuren". Ikzelf ben er nog niet geweest maar het verslag van vrienden heeft mij doen watertanden en ik daarom staat een reis naar Arenys op mijn verlanglijstje.
Blonde uit het "Museu Arenys de Mar" dat een prachtige kantcollectie bezit.
Op de website van het kantcentrum Brugge staat een petitie om te ondertekenen voor het behoud van het kantcentrum
Het is van groot belang dat zoveel mogelijk mensen dit ondertekenen.
Het Kantcentrum Brugge moet blijven!
We hebben uw steun nodig!
Aan u de keuze:
Er loopt op initiatief van onze kantleraressen een petitie om duidelijk te maken dat de vzw Kantcentrum moet open blijven, met meer steun van de lokale, provinciale en Vlaamse overheden. Teken deze petitie hier voor het behoud van:
het nog enig resterend kantmuseum te Brugge,
uitzonderlijke kantkennis,
een uniek uithangbord van kant in binnen- en buitenland.
We zoeken 50 bedrijfsleiders die elk 1.000 EUR aan het Kantcentrum Brugge wensen toe te vertrouwen. Hiertegenover staat ons engagement om het Kantcentrum als de wereldwijde referentie voor handgemaakte kant in stand te houden. Als dank bieden we u hiervoor een uniek kantwerkstukje uit fijn Brugs bloemwerk. Ook volgt een vermelding van uw bedrijf in een speciaal hiervoor ontworpen brochure.
Steunfonds
Ook anderen die het Kantcentrum Brugge genegen zijn kunnen ons financieel ondersteunen. Wie meer dan 25 EUR schenkt, bezorgen we een uniek klosje als aandenken voor de steun.
Schrijf dus vandaag nog een bijdrage over naar onze bankrekening met nummer 001-4680359-88 (IBAN: BE56 0014 6803 5988 - BIC: GEBABEBB - BNP Paribas Fortis)
Vlakbij het museum van lArboç is er nu nog een Escola de Puntaires, een kantschool die in 1941 werd opgericht.
Hier wordt kant aangeleerd volgens de aloude technieken en tradities van vakbekwaamheid en verfijning waaraan l Arboç zijn reputatie dankt !
Er wordt echter weinig ingegaan op nieuwe stromingen zoals de hedendaagse kantwerken die men in de overige landen van Europa ziet maar toch komt ook hier een lichte kentering in het kantgebeuren.
In Catalonië heerst een uitgesproken en hecht nationaal Catalaans" gevoel!
Hoe raar het voor sommigen ook mag klinken, wij moeten vaststellen dat er in Spanje op het vlak van cultureel erfgoed nooit sprake is geweest van enig nationaal bewustzijn.
Spanje
stond en staat nog steeds voor een complex aan staten :
Eén vorst maar verschillende staatjes die elk hun eigen karakter hebben behouden.
In de 16de en 17de eeuw werd kant doelbewust verbannen omdat het een embleem was van ziekelijke decadentie, buitensporige luxe, als uiting van een al te extravagante train de vie.
De Catalanen hebben daar echter nooit gehoor aan willen geven.
Deze ongehoorzaamheid hebben ze moeten bekopen in 1640, wanneer hun openlijke opstand tegen koning Filips IV met veel bloedvergieten de kop werd ingedrukt.
Volgens E. Van Cauwenberghe in het tijdschrift Filum :
Volgens E. Van Cauwenberghe in het tijdschrift Filum :
De kantwerksters van lArboç blijven tot de verbeelding spreken. Zij worden in Catalonië nog altijd aanzien en geëerd als de meest bekwame en de meest artistieke. Zij vinden, volgens kenners, niet eens hun gelijke en ze zijn zich daarvan ongetwijfeld van bewust!
Dit heeft zo zowel zijn positieve als zijn negatieve gevolgen. Een meer gebureaucratiseerde samenleving, zoals van ons, zou hen allicht maar weinig of geen kansen meer bieden.
Daar worden zij nog gesponsord door een brede schare Catalanen.
Om verschillende redenen laten die geen gelegenheid onbenut om de
Tijdens de Fira worden er reuzenpoppen het dorp rond gedragen. Er is enerzijds de Llúcia uit 1827, godin van het licht.
anderzijds is er de reuzin gegantona Teresa,
die model staat voor de plaatselijke kantklosster Teresina Urpí.
LArboç geniet een uitzonderlijke faam inzake kloskant. Allerhande technieken en materialen worden gebruikt. De vraag naar kloskant is hier nog groot. Men klost vaandels, lingerie, tafellopers, bedlinnen, gordijnen kortom alles wat bruikbaar is en waar vraag naar is.
De "Fira" brengt een hulde aan de eeuwenoude traditie van het kantklossen. Elk jaar opnieuw vormen de "trobades", ontmoetingen, tussen de duizenden kantklossters het hoogtepunt van de Fira. Vanuit alle windstreken van het Iberisch Schiereiland komen de kantklossters hun kennis uitwisselen.
De Fira de Santa Llùcia (jaarmarkt) gaat terug tot in de 14de eeuw.
Tot 1970 stond ze volledig in het teken van verkoop van vee en artisanale landbouwproducten.
Later is het louter agrarisch karakter verloren gegaan naarmate de sociaal-economische verhoudingen in het dorp gewijzigd werden.
Vandaag de dag is de Fira de Santa Llùcia nog altijd één van de belangrijkste festiviteiten in de Penedès maar de manifestatie staat nu meer dan ooit in het teken van de kantkunde als cultuurgegeven.
Vast staat dat er in de 18de eeuw al kant geklost werd in lArboç maar sommigen spreken van een vroeger tijdstip.
Einde 19de , begin 20ste eeuw bereikten de plaatselijke puntaireshet toppunt van artisanale en artistieke verfijning. Hun kantwerken getuigden van een uiterst delicate en luisterrijke verfijning waardoor lArboç op economisch gebied een bloeiperiode kende.
Tussen 1880 en 1911 floreerde in Catalonië het modernisme, dit was een Catalaanse variant op de Jugendstil en Art Nouveau.
Het nieuws zal wel intussen wel in heel België en Nederland doorgedrongen zijn dat het kantcentrum dicht moet!
Het is nu dus ook afgelopen met ons tijdschrift kant ( nr. 4 van dit jaar is toch ook betaald) De kantdagen in augustus enz...... De zomercursussen..... De workshops.... De tentoonstellingen.......enz.
Eigenlijk mag dat kantcertum niet dicht gaan vinden wij, maar kunnen wij er iets aan doen?
Als alle kantwerksters en liefhebbers van België en Nederland de krachten zouden bundelen kunnen wij dan niets bereiken?
Misschien kunnen we ons eens laten horen bij bvb de stad Brugge of de provincie West-Vlaanderen ....
Kunnen we samen iets ondernemen? Als iedereen eens even meedenkt vinden we misschien wel een manier om iets te forceren..... Samen staan we toch sterk !
als zelfs in Brugge kant niet beschouwd wordt als erfgoed, waar dan wel.
In Lier hebben we dezelfde problemen om Lierse kant te doen aanvaarden door de stad.
Er was een kantkamertje in het Timmermans-Opsomerhuis, maar nu is het een vuil magazijn! Om een nieuwe kantflyer uit te geven vanuit de toeristische dienst zijn jàààààren nodig, alhoewel er genoeg (kosteloze vrijwillige) gegadigden zijn om die folder voor de stad te schrijven. Het vvv-kantoor van de toeristische dienst stuurt de mensen wandelen die vragen naar kantkringen die die dag demonstraties geven. Onze nieuwe reuzin Grimmara, in Lierse kant gemaakt, kon niet vlug genoeg verdwijnen voor het publiek. En dat voor de tweede maal, want jaren ervoor was hetzelfde gebeurd met een reus gemaakt door een kantgroep. Enz. enz.
Wat we allen tesamen kunnen doen is onze plaatselijke steden of verantwoordelijken belegeren met materiaal om dit erfgoed niet verloren te laten gaan. En dat kan zonder veel geld. Enkel de goede wil en vooral een goede samenwerking tussen overheid en de talloze vrijwilligers (kantsters) levert als plaats en ruimte om ons werk aan het publiek kenbaar te maken.
Voorbeelden van samenwerking: gratis tentoonstellingsruimte, op de websites van de overheid voldoende ruimte voor kant, veel meer aandacht van de toeristische diensten. Dat lokt talloze groepen naar de kant. Ik sta er steeds versteld van hoeveel mensen (mannen en vrouwen) interesse tonen voor de fabricage van kant. In het kleine stadje Lier heb ik al van alle continenten mensen op bezoek gehad. Alleen de overheid zelf heb ik nog nooit, maar dan ook nooit gezien.
Kant is altijd een job voor arme mensen geweest. En waarschijnlijk zijn we geen sant in eigen land.
Daarom dat we meer aandacht moeten eisen van onze toeristische diensten en gemeentebesturen. Zonder daarom veel geld maar wel veel meer aandacht nodig te krijgen.
Gedurende de 19de eeuw behoorden deze Catalaanse blondes tot de meest begeerde ter wereld. Men gebruikte ze ondermeer voor de mantillas, het traditionele attribuut van de Spaanse vrouwen.
Gaandeweg werden de handgekloste mantillas vervangen door een veel goedkopere broderie op tule.
CATALAANSE BLONDE
Met de komst van de machinale kant werd handgemaakte kant eerder een zeldzaam en veel te duur luxeartikel.
Maar tot op vandaag bleef het kantklossen levendig in de stadjes Almagro (Castilië-La Mancha), in Camariñas (Galicië), langsheen de hele Catalaanse kuststreek en niet in het minst in de Catalaanse hoofdstad Barcelona.
In de 18de eeuw deden de Bourbons pogingen om de kantindustrie te doen heropleven. De meeste originele patronen waren verloren gegaan, daarom werd de Spaanse stijl door de Franse vervangen.
In de 18de eeuw nam Catalonië het initiatief inzake kantproductie en groeide zo uit tot één van de voornaamste kantcentra van Spanje.
Wij wisten al een hele tijd dat het Brugse kantcentrum, in de Balstraat, in slechte papieren zat maar nu is het officieel :
Het kantcentrum is in vereffening !!!!!
Dit is een slechte zaak voor de stad Brugge die hiermee een toeristische trekpleister verliest.
Tevens een zwarte dag voor de vele kantklossters, cursisten en leraressen die met weemoed terugdenken aan de gezellige sfeer en de verbondenheid "in kant". De 3 jaar durende opleiding tot kantlerares was één van de aangenaamste periodes in mijn leven.
Misschien moeten we wel, gewapend met klossen en kussen, onze opwachting maken bij de Brugse burgemeester om dit Brugse cultuurpatrimonium te behouden.
Catalonië kan vanaf de 16de eeuw bogen op een rijk kantverleden.
Kloskant = puntes de coixi, was de meest populaire kantsoort en daarnaast kende men ook naaldkant = Punta Catalana, die sterk verwant was aan de Reticella Italiana.
Door de soberheidspolitiek van de Spaanse Habsburgers werd de ontwikkeling van de kantproductie sterk afgeremd. Onder de regering van Filips II (1555) werd het dragen en produceren van kant zelfs verboden, net zoals in vele andere Europese landen.
Doch deze verbodsbepalingen werden door de smokkelhandel teniet gedaan.
Van 14 november 2009, tot 28 februari 2010, organiseert Kant in Vlaanderen de tentoonstellingswandeling
Kantroute 2009 Sint-Truiden
waarbij op zes locaties in Sint-Truiden kanten te bewonderen zijn. De locaties bevinden zich in het centrum van de stad en zijn op wandelafstand van elkaar gelegen.
Voor dit project werkt Kant in Vlaanderen samen met verschillende partners:
·Kantsite Ursulinen: KantelinK: atelier voor hedendaagse kant onder leiding van Juliana Swinnen
·Politiehuis : Centrum voor Volwassenenonderwijs Vrije LeergangenLimburg Genk
·Museum van de Vlaamse Minderbroeders: Betty Cuykx kunstenares
·Schatkamer van de Onze-Lieve-Vrouwekerk : selectie topstukken in oude kant uit het eigen archief
·Abdijsite: Kant in Vlaanderen vzw - werken van het project Gebroken wit - hedendaagse kant
De tentoonstellingen zijn geopend op zaterdag en zondag van 14.00 tot 17.00 uur en zijn gratis te bezoeken.Gesloten op 19, 20,26,27 december 2009, 2 en 3 januari 2010.
Voor diegenen die geïnteresseerd zijn in KANT is deze kantroute een "must".
Dank zij de zusters Ursulinen is Sint-Truiden jaren lang de bakermat geweest van kant in Vlaanderen en België. ( zie archief)
In 2008 is het voormalige Refugiehuis van de zusters Ursulinen in erfpacht genomen door de stad Sint-Truiden met de bedoeling er een kantcentrum van te maken.
Daar waar het huidige klooster plaats zal maken voor een bouwproject met een gemengde functie, diensten-handel-wonen, blijft het Refugiehuis in zijn oorspronkelijke toestand bewaard.
De VZW Vereniging van zusters Ursulinen heeft het voor een periode van 50 jaar in erfpacht gegeven aan de stad Sint-Truiden tegen de jaarlijkse betaling van 50 euro.
De stad Sint-Truiden geeft op haar beurt een gedeelte van het gebouw in erfpacht aan de VZW Kant in Vlaanderen en de VZW Museum Vlaamse Minderbroeders voor één symbolische euro!
Cartoonist Dré Mathijs heeft voor deze gelegenheid deze leuke cartoon getekend. Burgemeester Ludwig Vandenhove zet zijn eerste stappen in het kantklossen onder het toeziend oog van een zuster.
Het is een computerprogramma van de Duitse Petra Pönisch met een overzichtelijke handleiding in het Nederlands.
Het gaat natuurlijk niet in één, twee, drie maar na een tijdje oefenen heb ik toch al enkele prikkingen kunnen maken en ik heb ze uitgeklost in de techniek van de s Gravenmoerse kant.
Maar een tijdje geleden zag ik op een kanttentoonstelling, een Franse heer die kant ontwierp via de computer. Ik haalde mijn beste Frans (?) boven en kreeg alle inlichtingen betreffende
KNIPLING,
een computerprogramma voor het ontwerpen van kant.
Het ontwerpen van kant is een tijdrovende bezigheid.
Bij moderne kantwerken is men vrijer qua afmetingen en draaddikte maar dat wil niet zeggen dat modern kantwerk ontstaat met kunst- en vliegwerk! Neen, er gaat altijd een studie aan vooraf om van het kantwerk een evenwichtig geheel te maken.
Het ontwerp van een klassieke kant, zoals Vlaanderse kant, Stropkant, Parijse kant enz , is aan strenge regels gebonden. Om een prikking te maken gebruikt men millimeterpapier. De puntjes waarop de spelden worden gestoken, moeten met grote precisie op de juiste afstand geplaatst worden.
Hoe mooier de prikking, hoe mooier het kantwerk.
Als je de prikking van deze Beverse kant ziet kun je je wel voorstellen dat het een precisiewerk is.
Ieder detail wordt met uiterste zorg behandeld, kunstenaars zijn enorm trots op dit witte goud zoals men porselein noemt.
Over MOGA porselein zegt men :
Het is zo delicaat als Limoges (Frankrijk), meer gesofisticeerd dan Belleek (Ierland), zo geliefd als Meissen (Duitsland) en even populair als Herend (Hongarije).
Op het gebied van porselein is Roemenië wereldberoemd.
De bakermat van het Roemeense porselein ligt in Transylvanië, dank zij de oude Europese adel die hier thuishoorde.
De tradities en het vakmanschap van Alfold, uit Hongarije, en Rosenthal, uit Duitsland, werden verder gezet in de oude citadel van Klausenburg (Cluj) door de Roemeense familie Moga.
Porseleinfabriek Moga is de eerste private porseleinfabriek in Roemenië. Het was vroeger onmogelijk om een private fabriek op te richten en het is door de inzet, de toewijding en de passie van de familie Moga, dat in 1990 deze fabriek werd gesticht.
Maar wat heeft dit alles met kant te maken ?
In principe niets, ware het niet dat de Moga fabriek gespecialiseerd is in
In de achtiende eeuw schreef William Cowper, dit gedicht als ode aan de meer dan 10.000 kantwerksters van Dowton en omgeving.
Lace maker (Kantwerkster)
Yon cottager, who weaves at her own door, Pillow and bobbins all her little store; Content though mean, and cheerful if not gay, Shuffling her threads about the livelong day, Just earns a scanty pittance, and at night Lies down secure, her heart and pocket light.
Om het kussen te dragen legt men het op een grote, vierkante lap stof. De tegenover elkaar liggende hoeken worden geknoopt en zo krijgt men als het ware een tas om het kussen te transporteren.
De klosjes zijn 8 cm lang, recht, puntvormig en met een korte nek (waar het garen op gewonden wordt). In tegenstelling tot de gewone Engelse klossen worden de Downton klossen niet verzwaard met een geparelde ring( zie archief).
De vroegere klosjes werden met de hand gesneden uit plaatselijk hout zoals hout van fruitbomen, taxus, eik Ze werden versierd met blaadjes, takken, hartjes, vissen enz. Deze inscripties werden ingekleurd met rode of zwarte was.
Dowton kant wordt geklost met de zelfkant aan de linker zijde, zoals bij ons, in tegenstelling tot de andere Engelse kanten waarvan de zelfkant rechts gewerkt wordt.
Er werden hoofdzakelijk boorden en tussenzetsels geklost. De fijne stropkanten uit Downton werden gekenmerkt door het veelvuldig gebruik van waaiers.
Voor Donton kant gebruikt men als kussen een dikke rol, gevuld met stro en overtrokken met (meestal) blauw linnen. Het kussen moet heel hard gevuld zijn, anders blijven de spelden niet steken.
Het kussen wordt op de schoot gelegd of op een standaard.
Het is onmogelijk te achterhalen welke kanten er in de 17de en 18de eeuw in Salisbury werden geklost.
Prikkingen uit de 19de eeuw tonen aan dat er naast tulekant ook Bedfordshire, Honiton, stropkant en Russische kant vervaardigd werd.
De patronen die begin de 20ste eeuw door de Downton Lace Industry (een commerciële organisatie) overgenomen werden, zijn allen genummerd, 550 in totaal. De gekloste stalen werden op een zijden lint genaaid, zodat de klant kon kiezen. Deze zijden linten hadden dezelfde functie als het staalboek van bij ons.
De patronen werden geprikt op oude documenten of perkament gemaakt van schapen- of koeienhuid en ze werden voorzien van een geklost staaltje.
Kantreizen, tentoonstellingen, boeken als t maar Kant is !!
Hoewel ik denk dat Kant nog weinig geheimen heeft voor mij, ben ik telkens verbaasd als ik een voor mij onbekende kantsoort ontdek.
Dit is het geval met Downton kant.
In Filum 2 van 2009 staat de geschiedenis van deze kantsoort.
Downton kant :
een minder bekende Engelse kant
Het zuiden van Engeland heeft een lange kanttraditie.
In de bakstenen huisjes met rieten dak, werd door honderden vrouwen kant geklost. Toen in 1910 de interesse in kant zodanig was afgenomen, kon men met klossen niet meer in het levensonderhoud voorzien. Daarom startte men in Downton een huisindustrie, een commerciële onderneming, waar plaatselijke vrouwen kant maakten om wat bij te verdienen.
Deze onderneming bestond tot 1960 maar tot op de dag van vandaag zorgen enthousiaste kantwerksters er voor dat dit traditionele ambacht bewaard blijft.
De basis van de Roemeense lacé kant is een gehaakt, tamelijk plat koord dat gemakkelijk de krommingen van een patroon volgt.
Gekloste of geweven linten moeten in de hoek gevouwen worden wat niet zon mooi resultaat geeft.
Het motief wordt op een dun stuk papier getekend en dit wordt met rijgsteken vastgenaaid op een stoffen ondergrond, juist zoals bij naaldkant.
Het gehaakte koord wordt met kleine steekjes vastgezet op het patroon. Om het werkstuk een bepaald reliëf te geven worden koorden van verschillende dikten gebruikt.
Wanneer de omtrek van het motief volledig met het koord is afgewerkt, verbindt men op plaatsen waar de koorden elkaar raken, deze met kleine, onzichtbare steekjes.
De open ruimten tussen het koord vult men dan op met spijltjes, naaldkant of naaldweefsel..
Kenmerkend aan de Roemeense kant is de enorme variëteit van de vullingen. Bepaalde technieken worden doorgegeven van moeder op dochter.
Wanneer alle open ruimten opgevuld zijn en alle koord met elkaar verbonden, kunnen de rijgdraden verwijderd worden. Ze worden aan de achterkant losgeknipt en het kantwerk komt los van zijn ondergrond.
Roemeense kant werd traditioneel gebruikt als decoratie en niet als versiering van de kledij. Waarschijnlijk komt het omdat het een stugge en dikke kantsoort is door het gebruik van de gehaakte banden.
Tafelkleden, lopers, ingelijste wanddecoraties, kerstversiering, kussens zijn de meest voorkomende toepassingen.
Roemeense lacé kant met "petit point" motiefje in 't midden.
Na WO II, toen Roemenië tot het Oostblok ging behoren, werd de productie van Roemeense lacé kant georganiseerd in coöperatieven. De kant werd verkocht in speciale winkels, in toeristische centra, waar men alleen met buitenlandse valuta kon betalen.
Na de val van Ceausescu zijn productie en kanthandel geheel vrij.
Tijdens een rondreis door Roemenië kom je talrijke kantwerksters tegen met hun eigen standje aan een toeristisch trekpleister.
Rond de vorige eeuwwisseling werd Point-lacé kant erg populair in Europa. Toen was Transylvanië een onderdeel van de Oostenrijks-Hongaarse dubbelmonarchie. Volgens sommigen kwam de techniek van de Roemeense lacékant uit Frankrijk via Hongarije in Transylvanië terecht. Dat zou best kunnen want in Roemenië noemde men vroeger de lacé kant ook wel "LACETTE".
In Roemenië zelf werden nog tot in de jaren '60 en '70 patroonboeken uitgegeven Via Roemeense uitwijkelingen kende deze kantsoort een ware bloeiperiode in de Verenigde Staten van Amerika.
In Transylvanië maakt men nu nog een gemengde kant, een soort lintkant ook wel Point-Lacé genoemd.
Bij de lintkant uit onze streken maakt men gebruik van mechanisch geweven linten (banden). Hiermee vormt men een patroon dat nadien wordt opgevuld met naaldkantsteken. Zie Princessekant.
De basis van de Roemeense lacé-kant zijn gehaakte, katoenen banden waardoor de kant wat meer reliëf krijgt.
Bij Roemeense Point-Lacé gebeurt de vlakvulling meestal met een speciale naaldweef techniek en soms ook met naaldkantsteken zoals bij ons.
Voorbeeld van opvultechnieken :
Links naaldweefsel , typisch voor Roemeense lacé kant.
Rechts naaldkant vulling, de zogenaamde Brusselse steek, die met één draad gemaakt wordt.
De "gaitan" is een gekloste band die vooral gebruikt werd om de winterkledij van de mannen te versieren. Volgens de geschriften leefden er honderden gezinnen van de productie van deze banden. Spijtig genoeg is er weinig over te vinden, alleen deze foto uit het museum van volkskunde te Brasov. Hierop is een vrouw afgebeeld die gaitan aan het maken is. Het kussen ligt op haar schoot en ze werkt met grote klossen. Dat duidt op het gebruik van dik garen. We zien ook dat de vrouw in armoedige omstandigheden leeft, ze zit met blote voeten op een aarden vloer, in een armtierig interieur.
Deze huisnijverheid is momenteel volledig verdwenen en de gekloste linten zijn vervangen door gehaakte of mehanische banden.
Sinds 1 januari 2007 maakt Roemenië deel uit van de Europese Unie.
In de loop der eeuwen heeft Roemenië een grote verscheidenheid aan culturen en culturele invloeden ondergaan en dat is de reden dat het land rijk is aan regionale klederdrachten.
Naast prachtig en kleurrijk borduurwerk zijn de klederdrachten ook versierd met kant.
Toch zijn er in Roemenië weinig sporen van kantcentra en kantproductie te vinden.
Uitzondering hierop is een randgemeente, ten noorden van Brasov in het district Transylvanië waar de "GAITAN" gemaakt werd.
De porseleinkaarten geven dus een waaier van interessante informatie aan wie ze nauwkeurig bestudeert en eens de andere kant van kant wil zien.
Opvallend is wel dat alle kaarten in het Frans zijn. Men spreekt altijd van dentelles alhoewel de meeste kaarten verwijzen naar Vlaamse kanthandelaars uit Gent, Brugge, Ieper
Ondertussen zijn er ongeveer 150 jaar verlopen en nu pronkt iedereen met een business card.
Maar als ik kijk naar de creatieve decoraties op deze ouderwetse adreskaartjes kan ik een vleugje nostalgie niet wegcijferen !
In de 19de eeuw waren Brussel en Brugge belangrijk voor de kantproductie : Point de Gaze,Brugse en Brusselse Duchesse waren en zijn nog steeds wereldberoemde kantsoorten.
Ook Geraardsbergen waar de ragfijne Chantillykant geklost werd, kende rond deze periode een hoogtepunt.
Het lag dus voor de hand dat ook kanthandelaars porseleinkaarten lieten drukken.
Voor deze hoofdzakelijk in België gebruikte methode was een schitterende toekomst weggelegd tot bleek dat loodwit(basisch loodcarbonaat), het kleurpigment om het karton glanzend wit te maken, zéér giftig was voor de drukkers !!
Prikkelbaarheid, hoofdpijn, beven, geheugenverlies, stuipen, coma zijn maar enkele symptomen die arbeiders kregen als ze veel met loodwit werkten. Na een kwarteeuw werd het gebruik van dit pigment verboden.
Groot was mijn verbazing toen ik het laatste nummer van FILUM, het tijdschrift van Kant in Vlaanderen, doorbladerde.
Jan Goffa is een levensgenieter en een dromer in de vrije uren. Op gedichtendag 2007 verscheen zijn eerste dichtbundel "Ongerept" Op gedichtendag 2008 werd hij stadsdichter voor de stad Sint-Truiden. Op gedichtendag 2009 verscheen de bundel "Haspengoud".
Naar aanleiding van een babbel ter afronding van de Erfgoeddag 2009, concentreerde hij zich met genoegen op het thema "kantklossen".
Ik was aangenaam verrast door het gedicht :
Het kanten sonnet
garen, getwijnd tot guldendraad, kruisigt zich klossend op het kussen tot Vlaamse linnenslag of lussen tot stof voor een gewijd gewaad
uit zijde die zich naadloos spint wordt vlijtig dure kant geweven geknoopt, gepaard, gespoeld, gedreven tot openluchtjes of tot lint
bezield gaan zij verwoed te keer speldend van Binche tot Kortenbos zigzaggend, trossend, op en neer
geen ogenblik laat het hen los zodat hun man vanavond weer bedeesd toegeeft : "ik ben de klos !"
Jan Goffa
Jan Goffa heeft onder het pseudoniem ARAMIS, een blog op seniorennet :
Een mens is altijd geneigd om, op een tentoonstelling, eens stiekem de tentoon gestelde werken te betasten. Daarom ligt of staat er steevast een bordje bij :
NIET AANRAKEN AUB
Maar in het Duitse Emden hing aan deze piramide het bord :
AANRAKEN AUB
Met grijpgrage vingers kon men de textuur van de verschillende werken beter beoordelen.
Een compositie waarin diverse materialen zijn verwerkt.
Dit boek wordt uitgegeven door TAXANDRIA, Koninklijke Geschied- en Oudheidkundige Kring van de Antwerpse Kempen v.z.w. In samenwerking met TRAM 41.
Vier eeuwen geschiedenis hebben ontegensprekelijk hun stempel gedrukt op de Turnhoutse kant. In de loop van de tijd evolueerden tekeningen en technieken. Bij vorige uitgaven van Taxandria werd de nadruk gelegd op de geschiedenis en het economisch belang van de kantnijverheid.
In dit werk wordt de evolutie van het kantwerk vanuit zijn oorsprong in het 17de eeuwse Antwerpen tot in Turnhout gevolgd
Door specialisten Nora Andries en Lieve Vroom.
Bron : folder Van speldengrond tot Turnhoutse kant "
Na het intermezzo van de moderne kant wil ik toch nog eens terugkomen op die prachtige mutsen van de Duitse dames.
Deze dame is bezig aan de achterkant van een muts. Ze gebruikt slechts 5 parapluklosjes (speciaal voor het werken met metaaldraad) en met het bobijntje gouddraad weeft ze als het ware rond de klosjes. De dikke, witte draad dient voor de stevigheid van de kant.
Ik had het zelf nog nooit gezien maar deze mutsen, heel anders van vormgeving dan diegene die wij kennen, zijn stuk voor stuk prachtige staaltjes van kant.
Bij het bekijken van mijn kantarchief kwam ik dit leuke bierviltje tegen. Het is waarschijnlijk ééntje uit een reeks, ik weet niet meer van wie ik het gekregen heb maar ik ben de edele schenker dankbaar !!
Beverse kanten voor Hollandse mutsen voorzien zijn van zoveel vierkante kunstslagen ?
Kunstslagen, Dutse (Duitse) slagen, geven niet alleen de kant een rijker uitzicht maar ze hadden vooral tot doel om het stijfsel beter vast te houden voor de vormgeving van de muts !
Bron : boek Beverse kant van M.Guisiana, N.Pauwels, S.C.Barry
Donkere luchten en windvlagen. Laten de zomer zacht vervagen. De bladeren gaan reeds over, tot verkleuren. Het loslaten, moet gebeuren. Zodat de kringloop, van het bestaan. Voort kan gaan.
Met de regelmaat van een klok krijg ik van Hilde, uit Turkije, fotos doorgestuurd van de kantwerken die zij ginder op haar eentje uitwerkt. Is er een probleempje, dan help ik haar zo goed als kan via email, maar zoals je ziet trekt ze heel goed haar plan.
Het eerste van de 4 seizoenen, uitgeklost in kleur
Lente
De warme gloed op mijn gezicht. Mijn haren die zachtjes bewegen in de wind. Het landschap baadt in het licht. De vogels fluiten. rustig wandelend tussen de bomen, enkel genieten van het moment. En ik voel me zo gelukkig zo blij. alle zorgen zijn vergeten voor even.
De Elzas is de kleinste regio van Frankrijk, bestaande uit de departementen Bas-Rhin in het Noorden en Haut-Rhin in het Zuiden. Het is gelegen tussen de Rijn en de Vogezen, grenzend aan Duitsland en Zwitserland. 8.270 km² groot heeft het 1,7 miljoen inwoners. De grootste stad is Straatsburg. Ook al is de officiële taal het Frans, de omgangstaal is het Elzassisch, een Duits dialect.
Katoenen klederdracht met burgerlijke snit van rond 1840. Het origineel werd aangetroffen op een boerderij in Hacksta en werd op hoogtijdagen gedragen met tule schort en sjaal. Van de Upplandsdracht bestaan diverse varianten, zowel in katoen als in wol. Bij de dracht hoort een mutsje in verschillende kleuren met gekantkloste rand.
Muts met die typische Zweedse stropkant waar altijd één of meerdere sierdraden in verwerkt zijn.
Ikzelf ben enkele keren in Zweden geweest en weet dat in de provincie Dalarna de meeste tradities bewaard zijn gebleven.
Wat mij opvalt is de eenvoud van de Zweedse mutsen, zonder franje, sober, een beetje saai
Op internet vond ik de volgende informatie :
Nationaldräkt (Nationale dracht)
Nationaldräkt (Nationale dracht)
Aan het eind van de vorige eeuw was het mode om het lijfje van vrouwen zo strak mogelijk in te snoeren. Het ademhalen was vaak niet zo eenvoudig en in streken waar men veel buiten werkte, was dit een extra probleem. Bovendien had men in grote steden geen eigen streekdracht. Ook voor mensen uit het buitenland was een klederdracht moeilijk.
Om deze problemen op te lossen, ontwierp Märta Jörgensson in 1903 een algemene klederdracht voor Zweden. Hoewel deze eerst rood met groen was, zijn de blauw/gele kleuren nu eigenlijk de enige waarin de Zwedendracht wordt uitgevoerd. Blauw en geel zijn de nationale kleuren van Zweden, zelfs de verkeersborden die een scherpe bocht aangeven, zijn in Zweden blauw met geel. Ook de vlag is blauw met een geel kruis.
De stof van de dracht is katoen en komt uit de grootste linnenweverij in Zweden: die van Horred. De lange jurk is blauw. Het voorkleed is geel met een rand met geborduurde margrieten. Margrieten zijn de provinciebloem van de zuidelijkste provincie Skåne. Er is ook nog een witte hoofddracht bij. Koningin Silvia van Zweden wordt vaak in deze dracht afgebeeld. Voor ongehuwden is er een zogenaamde meisjesring, die zij in het haar kunnen dragen.
De mannendracht is pas veel later ontstaan, namelijk in 1982. Het vest is ook gemaakt door de linnenweverij in Horred. De broek is van wol.
Op een kantreis zo'n 25 jaar geleden naar het toenmalige Tsjechoslovakije,is mij verteld dat een Vlaamse edeldame die gehuwd was met een Slovaakse edelman, het kantklossen heeft aangeleerd aan haar hofdames.
Dat is de reden dat men in Slovaakse musea zoveel tulekant (uit het Land van Beveren ?) terugvindt.
Men kan niet zijn hele leven met dezelfde muts rondlopen ... In Slovakije heeft men er iets op gevonden. Voor de muts worden verschillende randen geklost. Zo verwisselt men regelmatig van kant en krijgt de muts een ander uitzicht !!
Al deze mutsen zijn kunstwerkjes op zich maar toch lijkt het mij dat "muts en kant" twee aparte stukken zijn die niet altijd bij elkaar passen. Als men deze vergelijkt met de Hollandse mutsen, dan zie je dat bij onze Noorderburen "muts en kant" één geheel vormen.
Amorfati (van het gelijknamige blog), één van mijn vaste bezoekers, stuurde mij deze link :
Zeynep Sever als 'kantklosmadammeke' naar Miss Universe.
Ontwerper Nicky Vankets stuurt Miss België Zeynep Sever als "Brugs kantklosmadammeke" naar de verkiezing van Miss Universe op 23 augustus op de Bahama's.
"Wij hebben geen echte nationale klederdracht", zegt Vankets, "daarom hebben Zeynep en ik samen beslist om Brugge neer te zetten. Een kantklosmadammeke dus, maar een op een sexy manier."
Zeynep kwam haar nationale jurk, plus een glamoureuze avondjurk, passen in Beverlo, ten huize Nicky Vankets. Als avondjurk toverde de ontwerper een turquoise jurk met "heel veel bling bling" uit zijn hoed. "Ze zijn beiden supermooi geworden", reageert Zeynep. "Ik ben heel content."
Miss Universe wordt dit jaar verkozen op de Bahama's. Zeynep Sever zal samen met de mooiste vrouwen ter wereld logeren in het Atlantis Resort op Paradise Island.
Ondanks alle verhuisperikelen heb ik toch een dagje vrij genomen om de tentoonstelling
Goedgemutst
in Temse te bezoeken.
Dank zij kantschool Artofil kunnen we de rijke verzameling mutsen van Marianne Stang en Anneliese Wienands bewonderen.
Mutsen uit Zwitserland
Zoals de meesten onder ons, ken ik de Hollandse mutsen met Beverse kant, Franse mutsen uit Bretagne en Normandië, mutsen uit Slovakije enz. maar nog nooit heb ik zon grote verscheidenheid aan mutsen samen gezien.
Ik moet even forfait geven want mijn moeke (85 jaar)verhuist naar een appartement en het is dus verven en behangen geblazen. Mijn kussen staat voorlopig aan de kant en ook mijn blog krijgt een adempauze.
Ondanks alle vernieuwingen, moderne technieken, prachtige ontwerpen ... is en blijft BINCHE een kant om U tegen te zeggen. Het is dan ook niet voor niets dat hij "tovenaressekant" wordt genoemd.
Enkele sfeerbeelden uit de kerk. Niet gemakkelijk om mooie foto's te nemen omdat het te donker was maar je krijgt toch een idee van de tentoongestelde werken.
Eén van de mooiste hoeden die ik al gezien heb !
Naar deze linten kon je kijken en blijven kijken want de verscheidenheid in slagen en variaties was enorm !!!
vriendschap is verdraagzaamheid samenspannen zonder spijt Verliefdheid is een warme storm plots verlangen zonder norm Gevoel is een vlinder die zweeft en een aangename rilling geeft Liefde is een gevoel dat groeit en alle dagen mooier bloeit
Verschillende kantklossters uit Frankrijk en België hebben, op vraag van Rosanna, meegewerkt om dit project te verwezenlijken en ik moet toegeven dat ik fier ben op het resultaat !!!
Honiton kant, kant met afgeknoopte draden, is familie van onze Duchessekant.
Deze kantsoort was het paradepaardje van het Engelse Devonshire.
Deze kraag is een perfect voorbeeld van recyclage. De oorspronkelijke kraag dateert van de 18de eeuw maar de goede delen werden in de 19de eeuw hergebruikt om een nieuwe kraag samen te stellen.
Marie-Antoinette (2de helft van de 18de eeuw) en haar vriendin La Princesse de Laballe brachten de zwarte Chantilly kant in de mode.
Tot de Franse revolutie produceerden de kantwerksters van de stad Chantilly alle zwarte kant voor de adel.
Met het uitbreken van de revolutie stopte de productie omdat vele kantwerksters werden geëxecuteerd omdat ze de adel gediend hadden !!!
Vanaf 1830 werd er in het Normandische Bayeux weer Chantilyy geklost.
De heropleving kwam er onder de regering van Napoleon III. (Second Empire 1852-1870)
Keizerin Eugénie, van Spaanse origine engehuwd met Napoleon III, was gek op zwarte kant en onder haar impuls werd de productie terug gestart in de Belgische steden Enghien en vooral in Geraardsbergen.
De kant was van uitstekende kwaliteit en de ontwerpen prachtig.
Gedurende de oorlog, werden commissies opgericht die opdracht gaven tot het vervaardigen van oorlogskant.
Het garen, dat schaars was, werd door de commissieleden aangekocht, de kantwerksters werden betaald voor hun werk en hadden zo toch een beetje inkomen gedurende de oorlog.
De afgewerkte kanten werden per boot, door het Rode Kruis, meegestuurd naar de USA waar ze werden verkocht ten voordele van de oorlogsslachtoffers en getroffen gezinnen.
In het prachtige stadhuis van Cabourg waren collectiestukken oude Chantilly kant te bezichtigen. Naast de "koninklijke toiletten" stonden er ook enkele moderne creaties.
Nu viel het mij op dat het kussen uit Estland véél eenvoudiger is dan de Franse kussens uit de Alpen. Ik moest even glimlachen met dat plastieken mandje waar het kussen in rust!!
Ook de klosjes zijn "fantasieloos" maar dit doet niet af aan het feit dat het werk van Olga technisch perfect is !
Mevrouw Gudrun Borck met heel, speciale naaldkant.
Zo iets had ik nog nooit gezien. Zij ontwerpt met hart en ziel en haar creaties stralen perfectie uit !
Het was een inspirerende "kantbabbel".
Ook altijd leuk als tijdens het gesprek blijkt dat men wederzijdse "kant kennissen" heeft. Gudrun heeft nog cursus gevolgd bij wijlen Irma Boone in Zele.
Er was niet alleen de traditionele kant te zien maar ook prachtig borduurwerk.
De heer Manuel Rodriguez borduurt volgens de techniek van de Lierse kant. Hij verwerkt parels, pailletten, stukjes zijde, tule, half edelstenen of Swarowski kristallen en bekomt zo een schitterend resultaat. Zijn werken zijn bestemd voor de "Haute Couture" !!!
De kant waarop gewerkt wordt is de achterzijde en hij was zo vriendelijk om het werk eens om te draaien zodat ik het resultaat kon zien.
Plioirs : plankjes om de geklosste meterkant rond te winden zodat de kant proper blijft en niet kreukt.
Deze plankjes zijn typisch voor het Centraal Massief.
In plaats van een "staander" te gebruiken, kan men het kussen ook in een mandje leggen. Dit is natuurlijk veel goedkoper dan zo'n kunstig, uitgesneden staander.
Onze kantkussens zijn gebruiksvriendelijk, onze klosjes liggen goed in de hand. Maar als je deze Franse klossen en kussen ziet
Dan is ons kantgerief Saai !!
Op de stand van het Franse Queyras waren echte kunstwerkjes van houtsnijwerk te zien. De klosjes zijn echte juweeltjes maar wij zouden er niet gemakkelijk mee werken. Ze zijn té zwaar, té grof en nemen té veel plaats in op het kussen. Wij werken gewoonlijk met een groter aantal klossen dan zij en ze klossen ook op een totaal andere manier.
Hun kantjes zijn smal en er wordt dikwijls zonder prikking gewerkt.
Gisteren om 4u45 zijn we vertrokken naar Cabourg in Frankrijk.
Rencontre Internationale
Dentelle et Broderie
Het was natuurlijk wel een hele trip, zon 475 km enkel, maar een bezeten kantliefhebster moet het er voor over hebben. Het was prachtig weer en langs mooie Franse dorpjes is het aangenaam rijden.
sAvonds rond 22 uur waren we terug thuis, beladen met een schat aan fotos, nagenietend van de kantsfeer.
Kant in Vlaanderen vzw heeft met het stadsbestuur en de zusters het engagement aangegaan om in deze locatie, die Kantsite Ursulinen werd gedoopt, een levendige ontmoetingsplaats rond Kant tot stand te brengen, met een culturele uitstraling voor heel Vlaanderen en tot ver over de grenzen.
Kant in Vlaanderen zal daarbij nauw samenwerken met het Museum van de Vlaamse Minderbroeders.
De zusters Ursulinen dragen de kant nog altijd een warm hart toe en ze hopen dat het kantpatrimonium, dat ze gedurende verschillende decennia opgebouwd hebben, in hun klooster zou bewaard blijven en dat het kantonderricht er zou geconcentreerd worden.
Burgemeester Ludwig Vandenhove en het stadsbestuur van Sint-Truiden, bleven niet ongevoelig voor de wens van de zusters en deelden de zorg voor het behoud van een eeuwenoude kanttraditie in Sint-Truiden.
Vele inwoners van Sint-Truiden herinneren zich nog de heropleving van het kantklossen in dejaren 70 van vorige eeuw.
Twee religieuzen van Sint-Truiden, de zusters Jacqueline en Clémence, volgden van 1962 tot 1964, de normaalcursus kant te Brugge.
Het verzameld werk van beide zusters is te zien in het plaatselijke museum.
Dank zij Erfgoeddag en Kant in Vlaanderen heb ik deze prachtige kantverzameling kunnen bewonderen en fotograferen maar een bezoek aan de kantsite is een aanbeveling waard.
Bij het overlopen van alle verzoekschriften (archieven) komt men tot de slotsom dat Sint-Truiden omstreeks 1800 vrij belangrijk was voor de kantnijverheid en de kanthandel. Luidens een rapport van 26 maart 1802 telde Sint-Truiden ongeveer 800 kantwerksters.
Het garen, gebruikt bij het vervaardigen van de kantwerken was afkomstig uit Frans-Vlaanderen, maar werd te Antwerpen,
s Gravenbrakel en Zinnik aangekocht.
Jaarlijks werd er te Sint-Truiden ongeveer 12000 el goede kant vervaardigd. Een goede kantwerkster verdiende 50 tot 60 centiemen per dag.
Kant uit Sint-Truiden vond een afzetgebied in Holland en op de markt in Frankfurt.
Dergelijke verzoekschriften waren schering en inslag tegen het einde van de 18de eeuw.
Toch werden heel wat kantscholen geopend zonder de vereiste toelating van de abt. Bovendien waren er ook meesteressen die met hun leerlingen niet meer naar de zondagse catechismuslessen gingen. Daarom vaardigde abt Remigius Mattaer (+1789) op 29 november 1788 een reglement uit dat door het onderwijzend personeel en door de leerlingen moest worden nageleefd. Van december 1788 tot Maart 1789 vroegen 15 kantscholen een aanvraag om hun school te erkennen.
Nog een ander verzoekschrift werd gericht aan Prelaat Jozef van Herck (+ 1780), abt van Sint-Truiden.
Deze keer schrijft Anna Clercx :
dat sy nu al over eenige jaren het kanten werck oft spellewerck gedaen heeft ende sich int selve soodanig geperfectionert heeft (sonder sigh te willen flatteren), dat sy in staet is on selve bij publieke schole de jonckheijt te instrueeren.
Tevens vroeg zij de vereiste machtiging om de kantwerkschool te mogen voortzetten:
dat sy den geseyden stiel by publieke schole magh exerceren, leerlingen engageren ende met de selve dan gewonelycken Cathechismus frequenteren.
De "komkommertijd" is voorbij !!! Vanaf morgen volgen de kanttentoonstellingen elkaar op en ik ben al reuze benieuwd naar al die nieuwe ontwerpen die ik te zien zal krijgen. Dus lieve bezoekers, nog even geduld, de foto's komen er aan.
Morgen rij ik richting Temse.
24 en 25 april 2009
TEMSE (B)
Watermolen, Wilfordkaai 23 9140
Erfgoeddag UIT VRIENDSCHAP van kantschool ARTOFIL.
Tentoonstelling met werkjes van kinderen uit verschillende landen: Italië, Malta, Slovenië en onze
Kantschool Artofil. Demonstratie door kinderen en kinderen die graag een slagje willen proberen
kunnen dat.
Openingsuren: zaterdag en zondag van 10.00 tot 18.00 uur of op afspraak voor groepen.
Eens het kantwerk klaar is, wordt het ondergedompeld in een oplossing van water en stijfsel. Het blijft er één nacht in.
De volgende dag haalt men het werk uit de stijfsel-water oplossing, centrifugeert het en legt het omgekeerd op een zachte molton. Na enkele uren drogen wordt het werk gestreken met een klein, oud strijkijzer. Door goed te drukken op de molton ondergrond krijgt het kantwerk dat speciale reliëf, typisch voor Orvieto kant.
Merletto di Orvieto wordt gemaakt met een hele fijne haaknaald en katoen garen nummer 120 150 voor de siermotieven. Voor de grond gebruikt men bij voorkeur nummer 200.
Tegenwoordig is dit fijne garen quasi onvindbaar in Italië want de standaart productie eindigt bij nummer 100.
Alle katoen garens zijn niet geschikt. Als het garen onvoldoende getwijnd is, laat het resultaat te wensen over.
De term Merletto is van middeleeuwse origine. Het is een afleiding van het woord merli : Kantelen, architecturale sierelementen
Kant van Orvieto is een puur vrouwelijke aangelegenheid vanaf het ontwerp tot het eindresultaat.
Vroeger had iedere kantwerkster haar specialiteit maar vandaag spreken we over groepswerk. De uitvoering van ronden, tanden, netwerk en siermotieven worden geassembleerd door een kantwerkster die verantwoordelijk is voor de afwerking.
Individuele kantwerksters staan natuurlijk zelf in voor hun afgewerkt kantwerk.
Onder impuls van dames uit de lokale aristocratie werd, in 1907, een patronale vereniging gesticht : "ARS WATENA" die tot doel had de productie van kanten en guipures te ontwikkelen en te bevorderen.
De motieven moesten verwijzen naar de versieringen van de kathedraal van Orvieto.
Klimop, acanthus, wingerd, etherische bloemen, personages en dieren alles terug te vinden in de bas-reliëfs van de gevel van de 14de eeuwse kathedraal.
In de nauwe en kronkelende straatjes van de oude stad Orvieto, zaten vrouwen tijdens hun vrije ogenblikken, voor hun deur, kant te maken. Orvieto-kant is een fijne, luchtige kant die ze met grote bedrevenheid en vakbekwaamheid vervaardigden.
Welgestelde burgers waren bezorgd om de steeds stijgende ellende en armoede van de lagere bevolkingsklasse. Daarom boden ze de armen een textiel kunstvorm aan die gebaseerd was op de techniek van de Ierse kant
=
Iers haakwerk.
Hiermee konden vrouwen een bijkomend inkomen verwerven.
Een gedichtje van een kind dat nog tijd heeft om even te dromen
Pasen is om van te dromen
Pasen is om van te dromen, er liggen eitjes in de bomen. Hier en daar één op de grond, paaseieren, overal in het rond! De paasklokken hebben het druk. Oei, daar is een paasei stuk. Zijn er nog dingen op die dag soms? Ah ja, Jezus is dan ook bij ons! De paashaas komt dan ook die dag, 'k hoop dat hij ook paaseitjes verstoppen mag. Maar ach, ze doen het werk zo graag, op een dag zoals vandaag. Dus Pasen is om van te dromen, wachten tot ze nog eens komen!
Hondschoote is bekend van de slag bij Hondschoote,die hier in 1793 werd geleverd tussen soldaten van de jonge Franse republiek en een in Vlaanderen verzamelde strijdmacht. De geallieerden, bestaande uit troepen van de Engelse koning en Oostenrijkers, werden verslagen en zo was het voortbestaan van de Franse republiek gered.
Op 28 en 29 maart was er een kanttentoonstelling in Hondschoote, Frankrijk. Ik was er graag bij geweest maar de 3 kindjes van Bob en Aleydis waren op weekend verlof
Gelukkig zijn er altijd goede kantvriendinnen die mij verslag uitbrengen en de nodige fotos maken.
Bedankt dames, zo kunnen heel wat kantliefhebsters mee genieten!!
Mevrouw Lieve Devriendt droeg het volgende gedicht op aan haar docente mevrouw Juliana Swinnen. Mevrouw Swinnen stopte in februari 2008 haar activiteiten als docente aan de Haspengouwse Academie voor Beeldende Kunsten te Sint-Truiden.
In Marche en Famenne, zie archief 5 september 2008, heb ik kennis gemaakt met de Italiaanse Rosalba Niccoli (héél fijne macramé ofwel " Finger Lace " ) en groot was mijn verbazing om haar in Marcinelle terug te zien.
Ze was vergezeld van Juliana, een Italiaanse die in Brussel woont.
De stand er naast was een dame uit Orvietto,Loretta Lovisa.
Er werd wat over en weer gebabbeld!!!! Die Italiaanse dames kunnen er wat van maar gelukkig sprekenRosalba en Juliana Frans want anders zou het een Babylonische spraakverwarring geworden zijn.
Aan de tentoonstelling was een wedstrijd verbonden.
De werken moesten een link zijn naar
het zwarte goud,
steenkool waarmee de streek beroemd en berucht werd.
Denk maar aan de mijnramp van Marcinelle in 1956.
Op 8 augustus 1956 wordt het Waalse stadje Marcinelle getroffen door een catastrofe. Een op los geraakt kolenwagentje veroorzaakt kortsluiting, waardoor diep onder de grond brand uitbreekt. De ingesloten mijnwerkers kunnen geen kant meer op. Na twee weken zoeken brengt een Italiaanse reddingswerker het rampzalige nieuws: Tutti cadaveri, allemaal lijken. Alle 262 vermiste mijnwerkers zijn omgekomen, onder hen 136 Italiaanse gastarbeiders.
Werk van Hélène Jacobs Astle dat de eerste prijs behaalde.
De tentoonstelling op zich vond ik niet denderend maar het was de eerste keer dat mevrouw Mucci dit organiseerde en daarom alleen al verdient zij een pluim.
De laatste tijd ben ik natuurlijk al verwend met prachtige tentoonstellingen en misschien wordt "een mens" wat té kieskeurig.
Hilde, je weet wel mijn kantkennis uit Turkije en trouwe blog bezoekster, laat zich soms inspireren door hetgeen ze hier leest. Kantklossen kan men met allerlei materialen en dat heeft zij letterlijk genomen. Het ene konijn is met breiwol geklost en voor het andere heeft ze gewoon linnengaren gebruikt.
Hetzelfde patroon. Een heel verschillend resultaat !!
Naast de "super-klassieke" naaldkant, waar ik een geweldige bewondering voor heb, waren er ook werken met een ietwat moderne uitwerking.
Het werk is minder zwaar, kleurrijk en oogt "fris". Toch kijk ik uit naar nieuwe ontwerpen, technieken en materialen die naaldkant een eigentijdse "look" geven zoals dat in de kloskant het geval is.
De prachtige hoeden en kokette tailleurs, de kanten lingerie, waarmee de Antwerpse vrouw van de prille twintigste eeuw over de straat paradeerde, was niet zelden gekocht in één van deze warenhuizen naar Parijs' model. Het gewone werkvolk moest zich, zoals gewoonlijk, beperken tot het platdrukken van de neus tegen de uitstalramen. Van de twee warenhuizen blijft nog maar bitter weinig over.
Jullie zullen het al gemerkt hebben ... de laatste dagen is het stil op mijn blog. De reden : BUIKGRIEP !!! Ik ben echt ziek en lig bijna de hele dag in bed. Hopelijk wordt het morgen beter en kan ik er weer tegenaan.
't Vingerhoedskruid : Grasduinen in de geschiedenis 3
Nu was de jongedame voldoende onderlegd om haar linnengoed te merken. Dat was noodzakelijk omdat het wasgoed, na het wassen, op een gemeenschappelijk bleekveld werd gelegd.
Zonnestralen zorgden er voor dat grauw linnen weer wit werd. Het wasgoed werd verschillende keren met water besprenkeld om het bleekproces te herhalen.
Oefenstukjes
Lingerie van vroeger, al of niet versierd met kant.
't Vingerhoedskruid : Grasduinen in de geschiedenis 2
Er werd begonnen met de stokletters waarvan de I de eenvoudigste is. Door toevoeging van enkele kruisjes konden ook de letters H, N, M, L, J, E, P, B, R, K en D gemaakt worden.
Dan waren de schuine letters aan de beurt : A, V, W, X, Y en Z.
Daarna volgden de ronde letters : U, C, G, O, Q en S
Na de cijfers van 1 tot 9 en ook de 0 borduurde het meisje haar naam, het jaartal, soms haar woonplaats en de merklap was klaar!
't Vingerhoedskruid : Grasduinen in de geschiedenis 1
Grasduinen in de geschiedenis 1
Vroeger speelde de linnenkast een belangrijke rol in het leven van huisvrouwen en jonge meisjes.
Een meisje met een mooi verzorgde en goed gevulde uitzet gold als een goede partij.
Het linnengoed werd getekend met een in kruisjessteek geborduurd merkje bestaande uit de initialen van de eigenares. Het bijbehorende cijfer gaf het aantal aanwezige stukken aan van dit bepaald item.
Merklap
De meisjes oefenden verschillende boorden op een lap. Later volgden de letters, opklimmend in moeilijkheidsgraad.
Meisjes die een beroeps- of lerarenopleiding volgden, oefenden op kleine lapjes die ze daarna vastnaaiden op stevig karton. Soms werden deze kartonnetjes ingebonden en bleven ze bewaard als album.
Iedere "handwerkfanaat" heeft wel eens gehoord van de tentoonstellingen die
t Vingerhoedskruid
jaarlijks organiseert in
Zilvermuseum Sterckshof
te Deurne, Antwerpen.
Deze keer was het een nostalgische tentoonstelling met als thema:
Handwerken op school
De volgende dagen wandel ik met jullie door deze leerrijke en verzorgde tento en diegene die er niet genoeg van krijgen kunnen nog altijd terecht in Zilvermuseum Sterckshof tot 22 februari 2009.
Dan bestaat er geen evenknie, fladderen vlinders van binnen zo verliefd naar buiten compleet van mijn zinnen wil ik naar je fluiten tot jouw warme hart de zinnen van 't mijne tart.
WAT IS KANT ? "Kant" is een op zichzelf bestaand, opengewerkt weefsel, vervaardigd door de kantwerkster met klossen (= kloskant) of met de naald (= naaldkant).
Ter verduidelijking
* Kant is een op zichzelf bestaand weefsel ! Er is dus geen onderstof ter bewerking nodig. In die ruime zin zou men filetwerk, haakwerk, frivolité en breiwerk dus ook kant kunnen noemen maar men spreekt enkel over "kant" wanneer het werk gemaakt is met klosjes of met de naald. * Ook Lierse kant wordt " kant " genoemd alhoewel er toch gebruik gemaakt wordt van een onderstof namelijk mechanisch geweven tule. Hier spreekt men van Lierse haak - naaldkant. * Kant moet handwerk zijn, machinaal vervaardigde kant wordt ook wel kant genoemd omdat het uitermate goed gelijkt op echte kant. Uitzonderingen zijn de zgn. gemengde kanten, zoals applicatiekant en lintkant waarvan ofwel de grond ofwel het lint machinaal worden vervaardigd.
Hoewel we de waaier niet meer tot onze outfit rekenen, behoort hij nog steeds tot één van de geliefde kantwerken van de klossters en is hij op iedere tento vertegenwoordigd.
Pools kantkussen van hetzelfde type als dat van het standbeeld.
Eigenlijk is dit een slecht voorbeeld want als je met wit garen werkt op een witte ondergrond heb je minder controle op de gewerkte kant en eventuele fouten zie je té laat. Het is aan te raden om een ondergrond te gebruiken die donkerder is dan het garen waarmee men klost. Daarom kleven we blauwe, matte plastiek op het patroon. Mat omdat blinkende plastiek teveel weerkaatst als er met licht wordt gewerkt.
Kantklossen is een belangrijk deel van mijn leven. Ik kan er mijn creativiteit in kwijt.
Door steeds te zoeken naar nieuwe mogelijkheden in techniek, vorm en materialen blijft het een uitdaging om nieuwe werkstukken te ontwerpen en uit te klossen.
Sinds de 16de eeuw wordt er kant geklost in het Duitse Erzgebergte.
Volgens de archieven werd er in 1770 al kant gewerkt in Abenberg, in de deelstaat Beieren. Vermoedelijk hebben de nonnen van het klooster Mariënburg de burgers leren klossen.
Oorspronkelijk gebruikte men linnen draad maar midden 19de eeuw specialiseerde men zich in het klossen van goud- en zilverkant.
Gedurende de wintermaanden werd er duchtig geklost door vrouwen zowel als mannen.
Na WOI kwam ook hier een eind aan de jarenlange kanttraditie.
In het museum van Abenberg zijn er een aantal vitrines met prachtige goudkanten te zien.
Typisch voor Abenberg waren de waspopjes, bekleed met goudkant.
Bij mooi weer zitten de buurvrouwen buiten op straat driftig te handwerken en te kwebbelen. Het is een vrolijk gezicht en het levert ze ook nog wat op. In Goreme is er een vriendin van mijn vrouw op het idee gekomen de doekjes maar achterwege te laten en van de kralen randjes kettinkjes te maken. Geen gek idee, de meeste toeristen willen niet echt een hoofddoekje kopen.
De vrouwen in het straatje naar boven doen hun uiterste best om zoveel mogelijk handwerkjes te maken. Er komen steeds meer bussen toeristen langs die door ons dorp lopen, meestal maar een half uurtje. De gidsen laten ze liever de winkels zien met tapijten of sieraden. Bij verkoop krijgen ze commissie. En Hassebei geeft geen commissie.
Hassebei maakt mooie randjes rondom haar hoofddoekjes. De doekjes kopen ze kant-en-klaar, hun handwerk zit hem in de versiering. Haar overbuurvrouw maakt ook hoofddoekjes met kralen randjes maar ook gebreide schoentjes met glittertjes. Vooral die met de enkelband zijn heel elegant.
Surfen op het net bracht mij deze informatie over Turkse naaldkant.
Op 17 juni 2008 plaatst Paul Broekman dit artikel in de Nederlandse Volkskrant :
Onze oude buurvrouw Hassebei vraagt ons, als de elektriciteit
opnemer langs is geweest, of wij in Ürgüp haar rekening willen betalen. Dat doen we. Haar rekening komt zelden boven de tien lira per drie maanden uit. Vorige week bood ze ons in ruil voor de acht lira die ze toen betalen moest een van haar handwerkjes aan. Een hoofddoekje met een rand van gevlochten kraaltjes.
Ze gebruiken meestal zeer slecht bij elkaar passende kleuren, maar het werk mag er zijn. Ik stuur je in bijlage enkele foto's. Je kan ze eigenlijk zelf vinden als je in Google zoekt op : 'igne oyasi' en dan op afbeelding drukt, dan kijk je maar naar wat je zelf mooi vindt. Nesrin heeft me beloofd om me een studie te bezorgen over de Turkse naaldkant. Ik wacht af, en zodra ik het heb ... heb jij het ook.
Hilde, mijn kantcorrespondente uit Turkije schrijft mij het volgende :
Ik wist dat er in Turkije naaldkant gemaakt werd, maar ... mijn Turks is nog steeds heel primair. Vandaag echter ontmoette ik Nesrin, een Turkse vrouw die in Nederland woont en Turkse naaldkant (hartstochtelijk) verzamelt. De traditie van naaldkant zou begonnen zijn langs de 'zijderoute' die dwars door Turkije loopt ... en de kant werd dus in vroegere tijden met zijde vervaardigd. In de steden langs die route wordt heden ten dage nog naaldkant gemaakt, maar ... zijde is ondertussen te duur geworden en werd er spijtig genoeg overgeschakeld op synthetisch.
Een kijkje in de studio van Yvonne Scheele-Kerkhof van Lacestudio Paragon aan de Canadalaan in Apeldoorn is indrukwekkend en inspirerend. Net zoals haar kantwerk, trouwens.
Maar bovendien heeft ze een totaal eigen stijl ontworpen. Door het werk van haar man kwam ze in Singapore terecht. Daar wilde ze in eerste instantie helemaal geen kant maken, maar ze werd gegrepen door de oosterse cultuur waarin werkelijk elke afbeelding een betekenis heeft. En haast als vanzelf maakten haar vingers een verbinding tussen de oude kanttechnieken en de oosterse motieven. Juist dat maakt haar tot een kunstenaar en juist dat is ook wat zij haar leerlingen in de vele workshops probeert mee te geven: ,,Gebruik de basistechniek en geef vervolgens een eigen interpretatie, dat mag." Dat is ook waarom het kant maken veel meer is geworden dan een hobby.
Bron : Dé Weekkrant van 25 februari 2008;
Bedforshire lace
Laatste boek van mevr. Yvonne Scheele-Kerkhof. Verzorgde uitgave met prachtige kantontwerpen.
Een kijkje op haar website : http://www.lacestudio-paragon.com
APELDOORN In eerste instantie raakte ze gefascineerd door mooie houten stokjes die ze in een etalage zag liggen, in Engeland. Het bleken klosjes te zijn voor het kantklossen. Ze verdiepte zich in dit ambacht, volgde cursussen en is nu een internationale bekendheid op het gebied van kant maken. Liever spreekt ze van kantmaaksters dan kantklossters. Het laatste is meer hobby, het eerste is vooral het ambacht. Ze geeft workshops in haar huis in Apeldoorn en verzorgt internationale kantweken.
In Maarn heb ik kennis gemaakt met een kant dame waar ik grote bewondering voor heb :
mevr.Yvonne Scheele-Kerkhof,
ontwerpster, kantdocent en auteur
Floral Bedfordshire is de jongste van de Engelse traditionele kantsoorten, ze is ontstaan uit de Maltese kant zoals die op de wereldtentoonstelling van 1851getoond werd. De kant vertoont natuurlijke, vloeiende lijnen en heeft een prachtige, beeldende manier van uitwerken. De bloemen en bladeren in de ontwerpen zijn, door de structuur in het kantwerk, herkenbaar.
Ik ben Gisela Altruye, geboren op 2 december 1946 te Beveren-Waas.
Getrouwd met Theo Michta . Na mijn studies aan de Rijksnormaalschool te St-Niklaas, heb ik 9 jaar les gegeven aan de Rijksmiddelbare school in Hamme.
Nu " De Veerman".
Dankzij de beroepsbezigheden van mijn echtgenoot zijn we in het Meetjesland beland .
Ik heb 2 zonen, Stefan en Bob, 2 lieve schoondochters, Sabine en Aleydis en 6 kleinkinderen. Dat is heel leuk en meestal ook heel druk. Femke is 12 jaar, Ferre 10 jaar, Tibo 7 jaar en de tweeling Mileen & Ywein, 4 jaar en Linde 2 jaar.
Op 27 augustus 2007 zijn Bob en Aleydis, met de drie kinderen, vertokken naar de Emiraten. Zij zullen 1 jaar verblijven in Ras al Khaimah.
Een berichtje in mijn gastenboek doet altijd plezier maar liefst geen buttons van meer dan 40.000 KB want die vertragen het blog !
Omdat ik hen zo mooi vind !!!!
Thomas Woolner
Camino 2005
De voettocht van mijn man, Theo, naar Santiago de Compostela wordt stap na stap beschreven op zijn blog !! Interesse ? Kijk dan naar : http://blog.seniorennet.be/camino2005