Vorige
keer heb ik reeds geschreven dat ik ook nog een consommé gemaakt heb maar dat
de uitleg voor de week nadien zou zijn.
Die
week heeft dan zeer lang geduurd
Het leek wel behekst maar iedereen en allen,
( waar ik mee omga), hadden één of ander nodig!)
Nu
over de consommé.
Vorige
keer had ik een zeer sterke lekkere fond gemaakt. Wel een beetje toevallig. Ik
had nog eens pensen gemaakt maar over het recept daarvoor staat ongeveer alles
te lezen op een
andere blog. Eerst wordt een halve varkenskop, samen met wat extra vlees en
zwoerd gedurende een tweetal uur gekookt. Ik stopte er ook nog twee
varkenspootjes bij. Het kookvocht van deze kop en vlees gebruik ik later om de
pensen in gaar te maken. De smaak van dergelijk zeer sterke bouillon is prima
en het zou zonde zijn om die nadien weg te gooien.
Maar
de bouillon zag er uit als vies afwater want er waren tijdens het koken van de
pensen drie stuks open gebarsten. Een bloedworst mag niet koken maar mag
slechts verhit worden tot ten hoogste 85°Celsius. Ik had weer slecht opgelet en
de zaak te heet laten worden. Resultaat: drie pensen open gesprongen en de
zwarte losgekomen smurrie dreef nu rond in de bouillon. De smaak van de
bouillon werd er zeker niet slechter door.
In
onderstaand stukje heb ik geschreven hoe je een soort kroketjes kan maken van
bloedworst. Nu mag je één keer raden welke mijn basisgrondstof was om die
dingen te maken.
Tot
daar de bouillon. Koks spreken over een "fond". Eigenlijk is er
slecht een minimaal verschil tussen een
fond en een bouillon. Een fond wordt bepaald door de gebruikte grondstof.
Bruine
fond: gebakken beenderen. Blanke fond: gewoon kalfs- en rundbeenderen waarvan
de "bouillon" gemaakt wordt. Gevogeltefond: afval van kip of een oude
soepkip als basisgrondstof..! Mijn bouillon zou je dus een varkensfond kunnen
noemen.
Nu,
om die bouillon helder te maken wordt een trucje gebruikt. Men gebruikt hiervoor
een "clariffe", een woord dat in feite niet bestaat maar dat gerekend
moet worden tot de vakterminologie.
Dat
klaren kan zeer simpel gedaan worden.
Eerst
de bouillon door een zeef gieten en daarna ontvetten. Dit vet verwijderen kan zowel
koud als warm gebeuren. Warm wordt gewoon het vet er af geschept maar dat vergt
wel wat oefening om tot een aanvaardbaar resultaat te komen. Gemakkelijker is
het om de bouillon af te koelen in de koelkast en er dan het gestolde vet er af
te schrapen. Dit vet is zelfs nog bruikbaar als je echt op de zuinige toer
gaat. Om de groenten voor een eenvoudige soep in aan te stoven bijvoorbeeld.
Let op, dit vet spat omdat het vocht bevat!
Verwarm
de bouillon opnieuw tot ongeveer de temperatuur van een warm badje
! Zeker niet
kokend heet; alleen grote specialisten kunnen dat aan
Maak
nu een mengsel met gemalen rundvlees, fijn gesneden groenten en enkele eiwitten.
Theoretisch twee eiwitten per liter bouillon. Gebruik ongeveer 100 gram vlees per liter
bouillon. Stop hier nog wat kruiderij bij zoals tijm, laurier, peper,
peterseliesteeltjes, een kruidnagel.. wat je maar denkt dat lekker is. Voeg ook
voldoende zout bij indien nodig. Als je proeft weet je wel hoeveel
!
Voor
de groenten ben ik zelfs zeer lui geweest en in de supermarkt een zakje
gesneden soepgroenten gekocht
Er zaten zelfs uien, sojascheuten en rode
paprika's bij, maar dat mag. Doe er ook nog een lepel of een blikje
tomatenpuree bij, een lepel puree per liter. Voor de groenten gebruik je een
grote handvol groenten per liter bouillon.
Deze
hoeveelheden zijn echt niet kritisch.
Voeg
een schep lauwe bouillon bij dit alles. Je verkrijgt nu een vies rood papje dat
je best gewoon met de handen door mekaar mengt.
Voeg
nu de twee componenten samen; de lauwe bouillon en de "clariffe".
Zet
deze consommé in wording nu op een hoog vuur en roer af en toe. De eiwitten
kunnen aanbranden en dat geeft dan een vreselijke stank en dito smaak.
Het
belangrijkste punt dat je nu in 't oog moet houden is het moment waarop de
massa aan de kook gaat komen. Zet je vuur dan veel lager zodat er alleen een
zeer lichte borreling ontstaat.
Dat
is het..! Niet meer verder roeren, niets kan er nog aanbranden.
Laat
deze bouillon als het kan gedurende minstens een uur, zelfs twee uur trekken, amper
borrelend en zonder deksel.
Ondertussen
spoel je een keukenhanddoek uit in koud water. Kook daarna je keukenhanddoek in een pan met water gedurende enkele minuten
en spoel nog eens goed na in koud water. Dit moet je niet doen als je een consommé
met de smaak van Dash en wasverzachter wil
!
Onze
consommé, want de gewone (vieze) grijze bouillon is ondertussen een heldere consommé
aan het worden giet je na de nodige tijd door de uitgespoelde doek die in een
zeef ligt. De koek die overblijft is niet verder bruikbaar tenzij om aan Fido
te voeren.
En
daar is hij dan; een prachtige heldere consommé, vroeger de praal aan de
feesttafel of het "chique" banket. Helder of krachtig vleesnat noemde
men dat toen
Daarom de titel: op grootmoeders wijze.
Alhoewel
consommés worden nog wel gemaakt voor speciale gelegenheden. Tijdens een warme
zomerdag smaakt een ijskoude consommé ook zeer goed. Er moet dan wel sterker
gekruid worden want koud smaakt alles minder sterk!
Een
consommé moet ook altijd een garnituur bevatten, dat kan van alles zijn maar
liefst zeer weinig garnituur zodat het heldere aspect van de soep goed zichtbaar
blijft. Enkele blokjes tomaat en een scheutje sherry, stukjes kippenvlees en een
paar sprietjes vermicelli en wat
blaadjes kervel. Zoiets.. hou het simpel.
Nu
moet een mooie consommé een beetje bruin gekleurd zijn. Dit kan je bekomen door
enkele beenderen en groenten voor de bouillon eerst te bakken in de oven tot ze
donkerbruin zijn. De bruine kleur zal nu overgaan in de fond. Een ossenstaartsoep
bijvoorbeeld wordt zo gemaakt..!
Je
kan ook enkele druppels "Patrelle" toevoegen
Maar dat product moet
je eerst ergens vinden, er bestaan wel veel surrogaten maar ook die zijn niet
in de courante handel verkrijgbaar.
Op
de foto zie je de nog niet doorgezeefde consommé. Zo zie je ook hoe stevig de
koek moet zijn die zich vormt aan de oppervlakte. Ze kan de lepel dragen zonder
door te zakken. Hier heb ik wat Patrelle gebruikt als kleurmiddel.
Mijn
consommé staat nu in de diepvriezer te wachten tot er zich een gelegenheid voordoet
om eens een luxe soepke op tafel te brengen.
Je
hebt goed gelezen, in de fond zaten ook twee varkenspoten.
Normaal
haal ik de grootste beenderen uit de gekookte poten, paneer de pootjes dan en
bak ze in olie en serveer ze met een stevige lekkere zure vinaigrette met veel
gehakte groene kruiden en sjalot..
Ik
wilde eens wat anders doen. Ergens op het internet, ik weet niet meer waar,
stond een verhaal uit het Leuvense over varkenspoten, die zolang op de stoof
stonden tot zelfs de beenderen gaar worden
Vraagteken ?
Nu
in een oeroude versie van het kookboekje van "Den Belgischen Boerenbond",
later Den Boerinnenbond geworden, op
zoek naar een recept op grootmoeders wijze..!
Liefst
zes recepten waren er te vinden voor "Pooten en ooren".
Met
pruimen, met rozijnen, met alle twee of in tomatensaus.
Ik
koos voor de versie met de rozijnen.
Pooten en ooren.
4 pooten - 2 oren - 1/2 kg pruimen
- 1/2 kg rozijnen - een geutje azijn.
Eerste manier. - Pooten en ooren koken
en in kleine stukken snijden. Daarna stoven met een weinig water, pruimen en
rozijnen en een scheutje azijn : dat ontneemt den vetten smaak.
N.B. - De pruimen worden eerst in
koud water geweekt.
De pruimen kunnen vervangen worden
door 1 kg appelen, geschild en in schijven gesneden.
Bij
het laatste recept, het zesde worden zelfs champignons en madera gebruikt. Ook
de toevoeging van gehaktballetjes komt voor.
Enfin;
ik zou figuurlijk mijn "pooten" want ik had geen "ooren"
stoven volgens recept nummer één maar dan zonder pruimen want pruimen had ik op
dat moment niet in huis
Wel
heb ik er peper en zout en laurier bijgedaan.
De
poten hebben dan zeker nog een uur gestoofd maar in plaats van met een
"geutje" azijn met een volwassen scheut azijn!
Het
resultaat was een zoetzure bereiding, best lekker en de bereiding is absoluut
voor herhaling vatbaar.
Varkenspoten
zijn niet vet zoals velen denken. Wel bevatten ze enorm veel gelatine en dat
geeft dat speciale plakkerige mondgevoel dat de ene kan op prijs stellen en de
andere niet moet hebben.
|