Iedereen die mij een beetje kent weet dat ik een geweldige afkeer heb van alles wat ook maar iets met geiten te maken heeft.
Het gevolg van een jeugdtrauma!
Neen, dank u, ik heb geen psychiatrische hulp nodig...
Ik haat geiten en hun aanverwante winkel zoals geitenkaas, geitenvlees en vooral geitenmelk, yuk…
Half Vlaanderen weet wat de oorzaak is maar voor de onwetenden zal ik nog eens herhalen, ik lijd aan 'caprafobie'…
Mijn grootmoeder hield geiten!
Als oudste en braafste jongen mocht ik elke morgen, na de toen nog verplichte dagelijkse mis, naar grootmoeder… en haar zeven geitjes, de melk gaan ophalen, die mocht ik dan in twee melkstoopjes, van die aluminium krengen, hangend aan het stuur van mijn fiets naar huis brengen.
De stoopjes klotsten dan tegen het frame van mijn fiets en de druppels melk spatten in het rond, over mijn (blote) knieën en kleren, met als gevolg dat ik voor de rest van de dag naar de geit stonk !
De melk werd dan bij koeienmelk gegoten en die ging, gelukkig maar, naar de melkerij. (De melkfabriek)
Sindsdien haat ik geiten hartsgrondig!
Tijdens mijn Spaanse periode had een "kennis" ons, mijn vrouw en ikzelf, uitgenodigd om naar een restaurantje te gaan bekend voor zijn lekkere stoofpot van“cabrita”, zijnde een Spaans geitje. Het was de bedoeling om mijn afkeer voor geit te overwinnen. Op het laatste ogenblik belde de "kennis" af, hij kon niet mee wegens een of andere reden en stelde voor dat wij twee alleen zouden gaan, de tafel was gereserveerd.
Terwijl we in het restaurant “cabrita” zaten te eten heeft hij, de boef, de juwelen van mijn vrouw gepikt ! Dat hebben we natuurlijk pas later ontdekt!
Dat was toen mijn eerste poging om te leren eten zoals de grote mensen, een poging om een stukje geit te proeven. En inderdaad, toen het was lekker! Mals vlees in een saus gestoofd… Buiten etend, zittend onder de moerbeiboom, in de stralende Spaanse zon die de wijn rood deed sprankelen… en dan smaakt alles.
De slager in de Antwerpse Chinese wijk, bekend voor zijn orgaanvlees zoals hij zelf op zijn website zegt, verkoopt geitenvlees. Dat wist ik. Ik had er zelfs al eens vlees van de geit gekocht, maar niet voor mij…!
Vandaag, 1 februari, 2015 moet er een programmeerfout in mijn genen een kortsluiting veroorzaakt hebben in mijn hersens want ik ben naar die slagerij geweest met als enige doel; geitenvlees kopen voor mijn hoogsteigen consumptie!
In de koeltoog lag er genoeg keuze; geitenbouten, geitenschouders, geitenvlees zonder naam en geitenstoofvlees… De mooiste stukjes, volgens mij toch, de koteletjes, lagen verdomme uitgestald naast de lamskoteletten wat mij bijna deed besluiten om toch maar lamskoteletjes te nemen… maar ik heb volhard in de boosheid en zonder aarzelen drie geitenkoteletten gevraagd! (Ook nog ossenstaarten, gerookt spek en varkenslever… De winter kan nog lang duren.)
Opvallend was de donkerrode kleur van het vlees. Niet bruinrood zoals andere vleessoorten. Er was een redelijk dun randje wit vet rond de koteletjes, maar dat hoort zo vermoed ik.
Voor de prijs moest ik het niet laten, ongeveer tien euro per kilo, voor de koteletjes! De andere stukken waren goedkoper.
Terwijl ik in de winkel op mijn beurt wachtte, vroeg ik mij af waar dit geitenvlees zou vandaan komen. Van "De Polle" uit Kasterlee? Zijn uitgemolken geiten moeten toch weg? Ergens uit Frankrijk? Daar worden rond Pasen altijd piepjonge geitjes verkocht als goedkoop surrogaat voor een paaslam. De geitjes liggen daar dan naast de konijnen en de kippen in de koeling…
Maar ik heb zo een zwaar vermoeden dat dit geitenvlees uit Nederland komt. Vorig jaar, dacht ik, was er een uitzending op TV over jonge geitenbokjes waar men in Nederland geen blijf mee weet. Dat was in het programma van Wouter Klootwijk; de Wilde keuken!
De geitenbokken zijn in Nederland geen geitenbokken, maar zondebokken geworden. Men weet niet wat ermee te doen! Alleen geiten (vr) geven melk, bokken geven geen melk, die geven katoen! ( En ze stinken en lusten af en toe groene blaadjes)
Onderstaande cursieve tekst die de uitzending op TV inleidt is van Wouter Klootwijk:. …
Wat vegetariërs niet willen weten; eten ze geitenkaas, dan is er ook bok. Wat moeten we met de bok? Alle - bijna alle - geitenbokken van Nederland gaan naar de katholieken van Barcelona. Maar veel dichter bij huis, in De wilde keuken wordt er saté van gemaakt. Want je moet het weten als je kaas eet. Daarvoor zijn duizend bokjes geboren.
De bokjes, die niemand wil eten, en een verliespost vormen voor de kweker, worden geëxporteerd naar Spanje, misschien ook naar Frankrijk… en onderweg blijven er mogelijk ook wel enkele hangen in België?!
Maar het vlees van echt jonge geitjes is bijna wit. Het geitenvlees dat ik gekocht heb was donkerrood. Ik zal eens navraag doen!
Bij het terug keren naar huis, in de tram, had ik de indruk dat de Marokkaan zittend voor mij, me een paar keer met onderzoekende blik aankeek…
Wat zou ik nu aanvangen met de geitenkoteletjes?
Ik zou ze heel gewoon grillen, enkel gekruid met wat peper en zout. Dit om de smaak niet te verbasteren…
Als saus maakte ik een soort Provençaalse saus, maar dan werkelijk een basic versie. Een in reepjes gesneden dikke ui een beetje glazig gestoofd in olijfolie, daar een julienne, reepjes dus, van zoete rode puntpaprika bij en een tomaat in blokjes. Nog een paar teentjes geplette knoflook, een blaadje laurier, een stevige geut witte wijn, peper en zout, deksel op de pan en sudderen maar.
Als aardappeltjes had ik nog "corne de gatte" aardappelen liggen en die moesten weg voor ze weer scheuten van tien centimeter lang zouden krijgen.
"Corne de gatte" zijn oorspronkelijke Belgische aardappelen ergens uit de streek rond Phillippeville dacht ik. Corne de gatte betekent 'geitenhoorn', in het Waals 'quen di gatte'. Een laat, zeer oud aardappelras, langwerpig, gekromd, met roze schil en bulten, zeer vastkokend met uitstekende smaak. Ook moeilijk om te schillen want ettelijke ogen in de aardappelen laten zwarte puntjes na. Ook heerlijk om een aardappelsalade te maken.
Met een kommetje goed gevulde vissoep om te beginnen en een chocolademousse(je) erna, was dat weeral een menu van wel vijfhonderd kilocalorieën te veel…
Het vlees heb ik gewoon gegrild, de groente-saus stond klaar en de gekookte aardappeltjes heb ik nog even op de gril een kleurtje gegeven.
Dan de ultieme test! Eerst zeer argwanend een klein stukje vlees van het eerste koteletje gesneden. Ik koos het stukje filet als eerste proevertje. En? Tot mijn verbazing proefde ik de walgelijke geitensmaak niet.
Dit was best eetbaar… maar toen bij het proeven van het tweede hapje vlees, gesneden aan de andere kant van het T-vormig beentje; taai was dat, gewoon taai, schoenzool zoals men het soms plastisch uitdrukt… Gelukkig heb ik een nieuw vals gebit, maar het was werken hoor…!
Toen realiseerde ik mij dat ik nog nooit ergens recepten voor geitenkoteletjes of dergelijke gelezen had. Wel recepten voor stoofpotjes en saté, heel dikwijls recepten van Indonesische oorsprong.
"Saté kambing", had een goedmenende Nederlander mij eens verteld. Saté kambing is een Javaans satégerecht met geitenlamsvlees (kambing is Indonesisch voor geit). Het vlees voor de saté kambing wordt, in tegenstelling tot andere satégerechten, niet gemarineerd of gekookt. Het rauwe vlees wordt direct geroosterd, waarna het wordt geserveerd met witte rijst en zoete ketjapsaus. (Wikipedia)
Misschien eens proberen een volgende keer.
Of rendang!? Ook een Oosters recept, oorspronkelijk uit Maleisië, dat tegenwoordig overal in Indonesië en in Maleisië gegeten wordt. Het lijkt een soort curry te zijn, maar het is geen curry…
De rendang lijkt mij wel wat! Een goed scherpe curry zodat je van de rest niks meer proeft …! Dat zal voor een volgende poging zijn en daar zal ik ook ander vlees voor gebruiken, een geitenboutje of een schoudertje… dat hopelijk malser zal zijn.
In mijn receptenbestanden zit een grote hoeveelheid authentieke Indonesische recepten waar ik bijna nooit in kijk…
Nu heb ik eens gezocht naar "rendang". Dit prachtige recept kwam te voorschijn:
Rendang (Padangse kost)
½ kattie vleesch,
3 stuks kemiries,
1 vingerlengte koenir,
3 schijfjes laos,
5 stuks roode uien,
6 stuks roode lomboks,
daon kelampes (roekoeroekoe),
daon koenir,
1 vingerlengte sereh,
santen van 1 klapper,
djeroeksap en zout naar smaak.
Bereiding: Het vleesch in vierkante stukjes snijden. De boemboes heel fijn oelek en fruiten in 2 eetlepels klapperolie. Voeg nu de santen, het vleesch en de andere ingrediënten erin en laat alles koken, tot de olie eruit komt.
Vooral de "roekoeroekoe" geeft me zo al zin om er aan te beginnen. Maar eerst moet de ingrediëntenlijst vertaald worden want of de taal nu Javaans, Chinees of Latijn is… 't zal zoekwerk worden. (Alhoewel zo moeilijk is het niet; Wikipedia helpt je wel!)
Het recept blijkt uit een boek te komen gedrukt in 1939 maar waarvan de eerste druk verscheen in 1927. (Ik heb het in PDF versie)
Voorwoord bij den 7en druk
Deze druk is geheel ongewijzigd.
Batavia-C., December 1939
Nog even verder blijkt de uitgave reeds een de negende druk te zijn maar die is ook ongewijzigd… Gewoon ten titel van informatie!
Tenslotte; ik heb eens een jong geitje gekregen. Een cadeau mag men niet weigeren, niewaar?
Ik wou het geitje, dat nu de mijne was, toch even thuis tonen aan mijn vrouw, wetende dat ik er op staande voet terug mee buiten zou vliegen… en toen heeft dat rotbeest van schrik op het tapijt gepist!
Dag tapijt!
Ondertussen heb ik al gevonden wat de "roekoe roekoe" is: een kruiderij die ook "heilige basilicum" genoemd wordt.
|