Ik heb vandaag weer grenzen verlegd.
Ik ben bosbessen gaan plukken.
Maar ik werd wel aan het handje gehouden door een geoefende en ervaren bosbessenplukster want anders zou ik niet eens geweten hebben waar te zoeken.
Ook werd niet op voorhand gezegd dat ik er met een fiets naartoe zou moeten rijden...
Stel je voor, ik op een fiets... Fietsen, dat is geleden sinds mijn plechtige communie... of daaromtrent!
Maar alles verliep vlot. Het gezegde dat je fietsen niet verleert, klopt dus... Wat wiebelachtig in het begin maar na enkele tientallen meter en na een keer bijna vallen... Ik ben er geraakt zonder interventie van de wegenwacht en ook terug. Zonder kleerscheuren.
Ik zal er maar onmiddellijk aan toevoegen dat mijn kuiten en mijn dijspieren nu dringend aan revisie toe zijn... Om over mijn rug maar te zwijgen, maar dat had niets met die fiets te maken.
De bessen die we geplukt hebben zijn de inheemse, de "echte" bosbessen, want de bessen die in de winkel verkocht wordt zijn "blauwbessen" en dikwijls worden die gewoon "blauwe bessen" genoemd. Dat is natuurlijk verwarrend. Het verschil zit in het feit dat de "blauwbes" ingevoerd werd uit de Verenigde Staten. Daar is die blauwe bes inheems en reeds gekend is sinds de prehistorie. Het is pas in 1908 dat de uiteindelijke versie van de blauwbes zoals we ze nu kennen in cultuur gebracht werd.
De inheemse bosbessen die wij hier vinden worden dikwijls " myrtille" genoemd. Dat is zo te horen de Franse naam, en die naam leeft nog altijd voort.
Deze inheemse bosbes (Vaccinium myrtillus) is een vaste plant uit de heidefamilie. De bessen groeien aan lage struikjes van zo een 20 tot 60 cm hoog. Het zijn deze lage struikjes die de oorzaak zijn van mijn geradbraakte rug... begrijp je?!
De bosbes is te vinden tot de maand juli in schaduwrijke bossen op een schrale kalkarme, zure grond. Daarom vindt men ze niet overal. Op een zanderige heidebodem of in zure niet te donkere bossen heb je de meeste kans.
Om de bessen te plukken wordt soms een soort grove kam gebruikt waarmee de bessen van de stuikjes geritst kunnen worden. Maar echt veel helpen zal die kam niet doen want de echte bosbes groeit niet al te overvloedig en de bessen moeten bijna stuk per stuk geplukt worden. Om de "blauwbes" te plukken zal die kam wel nuttig zijn ... denk ik toch, want ook dat heb ik nog nooit gedaan... Maar vermits men nooit te oud is om te leren?
Als indicatie; we hebben met twee gedurende twee uur geplukt om uiteindelijk ongeveer 1.400 gram bessen bij mekaar te plukken. Mijn garagist rekent veertig euro per uur, dus de bessen laten plukken door je garagist is geen goede oplossing.
Maar de voldoening die je hebt na het zelf plukken is dan ook onbetaalbaar!
De inheemse bosbes is diep blauwpaars gekleurd, ook het binnenste van de bes, de pulp. Door het plukken van bosbessen krijg je daardoor mooi roodpaars gekleurde vingers en dito lippen als je er te veel van opgesnoept hebt... Ontkennen dat je bosbessen gegeten hebt is dus moeilijk! Maar fluiten tijdens het plukken voorkomt het te veel opeten.
De rode kleur verdwijnt wel vlot als je de handen afveegt of wast met de uitvinding van mijnheer Claude-Louis Berthollet, die in het dorpje Javelle, het bleekwater uitvond. Daarna stinken je handen dan naar javel. Je moet zelf maar weten wat je verkiest.
De blauwe bes of blauwbes, is een Amerikaanse gekweekte variëteit van de bosbes (Vaccinium corymbosum). De blauwbessen worden later rijp dan de bosbes en zijn vooral veel dikker, tot een doormeter van een centimeter en zelfs meer. De vruchtpulp is niet blauw gekleurd maar is kleurloos, dus geen paarse vingers en lippen na het eten van deze bessen. Verder kunnen ze gebruikt worden voor dezelfde doeleinden als de inheemse bosbes.
Beide bessen zijn ook verwant aan de ‘veenbessen’. De veenbessen, zowel de wilde vorm als de gekweekte versie, zijn rood gekleurd en rijpen pas zeer laat. Ze worden vooral gebruikt als begeleiding bij wildgerechten en heten dan dikwijls "airelles", zoals in het Frans. Preiselbeeren zeggen de Duitsers. Veenbessen worden ook verwerkt tot sap met een geneeskrachtige werking. Goed voor de nieren en blaas, wordt beweerd. De gekweekte veenbessen of "cranberry's" zijn rond de eindejaarsfeesten in alle supermarkten te vinden.
Dan zijn er nog de "vossenbessen" maar ik denk dat die in België niet voorkomen. In Nederland wel, dacht ik. Deze vossenbessen wordt vooral gebruikt in Scandinavische landen.
Als je eens in de Ikea komt, daar worden bokaaltjes vossenbesjam en vossenbesjes op sap verkocht.
Beide soorten blauwe bosbessen bezitten een zeer hoog gehalte aan vitamine C en bij mijn weten hebben ze het hoogste gehalte aan vitamine A van alle vruchten... Goed voor het gezichtsvermogen. Ze helpen zo tegen nachtblindheid maar ook tegen diarree.
Ook bevatten de bosbessen een zeer hoog gehalte aan anti-oxydanten. Deze anti-oxydantia beschermen het menselijk immuniteitsysteem en zo ook tegen kanker.
Een kilo van de zelfgeplukte bessen zit reeds in de diepvriezer te wachten tot ik weet wat ik er zal mee aanvangen.
De overblijvende 400 gram is reeds veranderd in twee bokalen confituur.
Ik heb hiervoor de speciale confituursuiker gebruikt want blauwe bessen bevatten (zeer) weinig pectine uit zichzelf. Zij hebben een beetje extra ondersteuning nodig. ( Een BH voor confituur?)
Vierhonderd gram bessen, toch maar eerst wassen, en goed uit laten uitdruipen, mengen met tweehonderd gram confituursuiker (1:2) en na vijf minuten goed roerend koken verkrijg je twee bokaaltjes donkere, paarse, confituur en nog een restje om onmiddellijk van te proeven.
Om de smaak wat op te peppen en de verdikking van de confituur te garanderen een citroensap toevoegen op het einde van de kooktijd en een paar seconden laten meekoken.
Een andere mogelijkheid als je veel geduld hebt is om een bessenjenever te maken.
Blauwbessen op jenever
Was ongeveer 350 gr bessen. Doe ze in een pot en voeg 150 gr suiker toe. Giet er 500 ml jenever van 30° op. Schroef het deksel goed vast en zet de pot in de zon. Regelmatig schudden tot de suiker geheel opgelost is. Daarna 3 maanden laten rusten in de kelder. Geniet met mate van deze lekkernij! Genieten met maten kan ook!
Volgend recept kan perfect met bosbessen uit de diepvriezer;
Pannenkoeken met blauwbessen
250 g bloem
1 theelepel bakpoeder
1 snuifje zout
70 g suiker
2 eieren
80 g gesmolten boter
3 dl melk
300 g blauwbesssen
Alles goed mengen, de bessen als laatste.
Langzaam bakken in een pan met boter.
Lekker met bloemsuiker, slagroom of roomijs.
Deze pannenkoekjes zijn zeer geliefd in de Verenigde Staten en worden daar gegeten als ontbijt.
Aardbeiensmoothie met blauwbessen
Voor twee grote glazen.
150g aardbeien, zonder kroontjes
75g blauwbessen
1.2dl magere yoghurt
0.7dl melk
Doe alle ingrediënten in een blender. Mix de bessen in 1 minuut glad.
Giet de smoothie in een glas, versier met een takje munt, en serveer direct.
Bosbessentaart
Zo zie je hier een bosbessentaart... Die heb ik niet gemaakt. Die stond reeds klaar... en was zeer lekker. Met zeer weinig suiker en een heel kruimelig deeg! Daarom heet het ook "kruimeldeeg" of "brokkeldeeg"!
Voor het deeg meng je ;
250 gram bloem
125 gram harde boter
50 gram suiker
1 eierdooier en indien nodig een lekje water
... in een keukenmachine. Je kan ook snel mengen met de vingertoppen. Het deeg mag amper aan mekaar plakken, dan blijft het zeer bros.
Laat het deeg een half uurtje rusten in de koelkast.
Bedek de bodem van een taartvorm met een plak uitgerold deeg en zorg ervoor dat er geen gaten in zitten. Bedek met een vel boterpapier en giet hierin een laag witte bonen. (Blind bakken)
Dit voorbakken kan een twintigtal minuutjes duren bij 180 °C. Neem dan het papier en de bonen weg en vul op met de gewassen en droge bessen en bak nog tien minuten verder. Bestrooi met een hoeveelheid poedersuiker naar keuze.
Verder kunnen de bessen verwerkt worden in muffins, sorbets en als versiering op kleine gebakjes of taartjes.
En nu maar hopen dat ik morgen niet al te stijf zal zijn... Amai mijne rug!
|