Lut De Rudder

22-11-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De nieuwe coöperatie
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Sedert wanneer is het begrip ‘economische crisis’ een vast item op het nieuws geworden? Hoe dikwijls heeft men het in datzelfde nieuws over reorganisatie, afslanking, afdankingen, faillissementen? Er horen cijfers bij: zoveel banen verdwijnen maar men weet nog niet zeker in welk land, zoveel jobs staan op het spel met als zoethouder: geen naakte ontslagen. Tot dan dicht bij ons bed het bericht de wereld ingestuurd wordt: Ford Genk gaat dicht. Vakbonden vechten voor een behoorlijke afscheidspremie. Maar wat met de ondernemingen die ook de weg van sluiting gaan, waar geen vakbond kan onderhandelen? Cijfers verwijzen naar concrete mensen. Je zal maar een geviseerde werknemer zijn.

 

En alles gebeurt boven je hoofd, je krijgt geen zicht op wat er zich achter de schermen afspeelt. Er vallen woorden als ‘globalisering’, banken die te hoge winsten najagen en risico’s nemen met het behoedzaam gespaarde geld van de kleine man of vrouw. Moedeloos word je, vooral als er dan nog een CEO of volksvertegenwoordiger een hallucinante ontslagvergoeding opeist, terwijl de ontslagen werknemer hoopt zijn huis te kunnen blijven afbetalen en probeert een nieuwe job te vinden.

 

Om moedeloos van te worden.

 

Dan verschijnt het boek: ‘De nieuwe coöperatie’. Het gaat over projecten van mensen die het wel zien zitten, die de handen in elkaar slaan en samen willen werken aan een betere samenleving, die niet moedeloos bij de pakken blijven neerzitten. Er is een alternatief, een uitweg uit de crisis: de coöperatie. Projecten die een antwoord en uitweg bieden op menselijke ellende die men onder neutrale cijfers en statistieken tracht te verdoezelen.

 

Een coöperatie, wat is dat? Er is geen eenduidig antwoord op te geven, een catechismus van ‘de coöperatie’ bestaat niet. Elke coöperatie heeft een eigen vormgeving, legt eigen accenten.

 

Walter Lotens (moraalfilosoof en ex-leraar zedenleer) maakt in dit boek ‘ een kritische zoektocht in tijd en ruimte naar inspirerende projecten, via interviews met enthousiaste ondernemers en wetenschappelijke onderzoekers, maar ook via historische en geografische excursies’.

 

Eerst en vooral probeert de schrijver het begrip (of moeten we spreken over het werkwoord) ‘coöperatie’ te omschrijven. Hij haalt de schrijver van het voorwoord aan, Rik Pinxten: ‘voor die gemeenschappelijke, minder tot niet-kapitalistische initiatieven die we nu overal zien opduiken: de zogenaamde sociale economie, de Oxfam- en de kringloopwinkels, de groepsaankopen van energie, de biowinkels en netwerken, de ruilsystemen die overal ontstaan.’ (p. 16)

 

Hij neemt ons mee voor een stukje geschiedenis van de coöperatieve actie: ‘in het voetspoor van 28 Engelse wevers (…) die in 1844 de Vereniging de Rechtvaardige Pioniers van Rochdale oprichtten en met een eerste kleine coöperatieve winkel begonnen. Zij worden beschouwd als de founding fathers van de coöperatieve beweging zoals ze vorm gekregen heeft in Europa, de Verenigde Staten en Canada, en stilaan ook in andere landen ingang vindt.’(p. 33). Vaak zal hij terugverwijzen naar deze pioniers.

 

Coöperaties vinden we overal. Veelal zijn ze een antwoord op armoede, verpaupering, mensonterende situaties. Een antwoord dat vanuit de concrete mensen geformuleerd, gerealiseerd en gedragen wordt. De kracht van ‘neen’ zeggen tegen overmacht en van daaruit het eigen (over)leven zelf in handen nemen.

 

Walter Lotens start zijn ontmoetingen in België, vooral Antwerpen: Apache, de Roma, Rataplan, De Wrikker, de Krikker, Ecopower, Elcker-Ik, Terre en Autre Terre, De Wereld Morgen en de Groene Waterman. Hij reist verder de wereld rond. Telkens laat hij de lezer kennislaken met een concreet project, vaak heel verschillend van werking: van vorming tot ecologie, van ontmoetingsplaats in een sociaal problematische buurt tot de moderne media, van aardappelenverkoop tot het bankwezen, van het ‘Bruto Nationaal Geluk van Bhutan’ tot een plaatselijke buurtmunt. Tevens probeert hij de waarden waarvoor deze acties staan te verwoorden: de mens centraal, wederkerigheid, solidariteit, democratie, behoud of scheppen van werkgelegenheid, een fatsoenlijke spanning tussen laagste en hoogste inkomen. De schrijver is geïnteresseerd in het proces dat de opbouw van zo’n project doorloopt. Waar staat de concrete mens in het geheel? Soms bekruipt me het gevoel dat de jaren’68 weer aan bod zijn. De projecten hebben echter een vaste voet in de samenleving en zijn geen vage utopieën. Omdat er door en voor mensen gewerkt wordt, zijn die projecten geen ‘perfecte’ aflevering van de oorspronkelijke idee, vaak zijn pragmatische aanpassingen noodzakelijk. Toch overleven die coöperaties de crisis, ook met behoud van banen: zo wil men in bepaalde projecten liever allemaal wat minder verdienen dan iemand te ontslaan.

 

Wanneer de projecten bij ons beschreven en geëvalueerd zijn, trekt de schrijver naar Griekenland, Spanje, Canada … om uiteindelijk in Zuid-Amerika te belanden, waar de coöperaties a.h.w. ingebakken zijn in de cultuur van de volkeren.

 

Sommige projecten zijn heel kleinschalig, andere zoals Ecopower breiden hun terrein steeds verder uit. Vrouwen spelen vaak een voorname rol in een coöperatie. Coöperatief werken is revolutionair werken, alleen: ‘Een revolutie is in de eerste plaats een proces in het bewustzijn van mensen. En dat vraagt tijd. We moeten echter de tijd tijd geven.’(p.172)

 

Walter Lotens is een geëngageerd schrijver, maar blijft kritisch het aanbod evalueren. Niet alles wat zich als (juridische) coöperatie voordoet is dit ook. Een vloed van informatie komt op je af. Hij belicht de projecten vanuit verschillende standpunten: hoe transparant is de werking, komen politieke bijbedoeling binnen sluipen en is dit noodzakelijk negatief?

 

In een vlot leesbare, journalistieke stijl, geeft Walter Lotens verslag van de verschillende projecten. Het blijft boeien. Het is een boek van hoop en geloof in de zelfredzaamheid van de mens op voorwaarde dat men leert ‘samen’ werken, van droom over planning tot concrete uitvoering. Om met Bots te zingen die Walter Lotens bij het begin van zijn boek aanhaalt:

 

Dan zullen we werken zeven dagen lang

Dan zullen we werken voor elkaar

Dan is er werk voor iedereen

Dus werken we samen zeven dagen lang

Ja, werken we samen, niet alleen.

 

 


21-11-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Op de vleugels van de draak - Lieve Joris
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Lieve Joris (1953) is een Vlaamse schrijfster. Volgde, na wat rondtrekken, de School voor Journalistiek in Utrecht en schreef voor de Haagse Post, NRC en Avenue. In 1986 debuteerde ze met ‘De Golf’, een reisverslag. Er zouden nog meer reisverslagen volgen.

 

In ‘Op de vleugels van de draak’ reist ze naar het Oosten, beginnend met Dubai en verder naar China om uiteindelijk weer in haar geliefde Afrika te belanden. Ze reist op haar manier. Ze trekt op met vrienden die ze leerde of leert kennen, probeert zoveel mogelijk te logeren bij mensen ter plaatse om zo hun wereld vast te leggen. Ze doet dat in een taal die meesleept. Je krijgt bijna geen tijd om te ademen. De verhalen wervelen als een windhoos over je heen. Het is moeilijk het boek ter zijde te leggen, want het ene verhaal sleurt je mee naar het volgende.

 

Zo reist ze samen met Afrikanen naar China, bezoekt Chinezen die meestal ook ‘buiten’ het land geweest zijn, vooral in Afrika. De vrienden met wie ze optrekt zijn commerçanten, mannen en vrouwen. Door hun ogen en hun verhaal leren we kijken hoe een Afrikaan denkt over de Chinezen, de Chinezen over Afrika, maar ook hoe ze denken over hun eigen land.

 

Met veel respect stelt Lieve Joris het verhaal van haar gesprekspartners aanwezig. Daardoor maken we kennis met een andere samenleving, een andere cultuur. Toch is het culturele aanbod beperkt. In dit boek volgt ze handelaars: hoe ze inkopen doen, hun waren verschepen, hun waren aan de man brengen, hun hoop, hun verwachtingen. De schrijfster benadert met veel openheid het ‘anders’- zijn van haar gesprekspartners. Hoewel, vaak krijg je de indruk dingen te herkenen … en dat die herkenning bv. een periode betreft, die nog niet zo heel lang achter ons ligt.

 

Door de boeken die Moses las, beseft hij dat zijn ouders zowel slachtoffer als dader moeten zijn geweest. ‘Iedereen was bang in die periode, waardoor veel mensen ook slechte dingen deden.’ (p.148)

 

Mao was een slimme man, maar hij veroorzaakte de ene ramp na de andere. Een meewarige glimlach verschijnt om Shudi’s lippen. ‘Mijn vader bleef in hem geloven. Mao zelf was goed, zei hij, hij had alleen slechte raadgevers.’ (p.183)

 

‘Toch is het een probleem dat wij geen religie hebben,’ zegt hij, ‘geen heilige dagen, geen vrijdag zoals de moslims, geen zondag zoals de christenen – wij werken de hele week door. Amoreel zijn we, alleen geld en wetenschap tellen voor ons. Mensen hebben wel altaartjes voor hun voorouders, maar dat noem ik pragmatisch bijgeloof: ze dienen alleen om materiële gunsten te vragen.’ (p.103)

 

Vooroordelen zijn niet alleen hier bij ons werkzaam. Chinezen hebben hun opvattingen over Afrikanen en omgekeerd en wij, als westerlingen en vroegere kolonisatoren, gaan daarin niet vrijuit.

 

Zo stelt een van de Afrikaanse vrienden: ‘Vroeger waren alle Chinezen arm, zegt hij. Ze hadden niets te eten, ze aten elkaar op van de honger.’ (p.49)

 

‘Jazeker – westerse documentaires tonen ons alleen het arme China. Net zoals ze Afrika altijd van de slechtste kant laten zien.’ (p.77)

 

Wanneer de Chinese autoriteiten hem verwijten dat Afrikanen slecht of crimineel zijn, antwoordt Atta: jullie hebben in China gevangenissen. Wie zitten daarin, toch niet voornamelijk buitenlanders? Er zijn slechte Chinezen, net zoals er slechte Afrikanen zijn.’ (p.81)

 

Een Chinese student kwam eens naar hem toe en zei: ‘Het spijt me je dit te moeten vragen, maar klopt het dat jullie in Afrika in bomen leven en alleen kleren aantrekken om naar hiertoe te komen?’

(p. 132)

 

‘De Taiwanese bazen keken op ons neer,’ zegt Catherine. ‘In China aten de mensen gras, beweerden ze.’

‘En wij hoorden in China dat ze in Taiwan bananenschillen eten,’ pareerde Catherine. (p.237)

 

Tussendoor komt de harde werkelijkheid van een bepaalde vorm van kapitalisme te voorschijn. Ook dat klinkt niet onbekend.

 

De Taiwanese fabrieken in Newcastle waar Catherine over praatte, zijn intussen overgenomen door Chinezen, zegt ze. De situatie is er niet bepaald beter op geworden: de salarissen liggen ver onder het minimumloon en bazen sluiten de arbeiders op omdat ze vinden dat ze niet hard genoeg werken of buiten staan te niksen. ‘Laatst was er een brand in een fabriek waarbij arbeiders omkwamen omdat de deuren op slot waren,’ zegt ze. ‘De kranten spraken er schande van.

 

‘Veel Chinezen van zijn generatie beweren hier naar toe gekomen te zijn voor het avontuur,’ zegt hij, ’terwijl ze in feite de armoede ontvluchten, want zelfs een professor was schamel behuisd en zijn keuken bevond zich doorgaans buiten, terwijl het in de winter in grote delen van China bijtend koud is.’ (p.271)

 

Dorpelingen leggen volgens haar geld bijeen om een van hen naar Zuid-Afrika te sturen. Een dag na hun aankomst zitten ze al in een of ander winkeltje. Ze werken zeven dagen per week, kijken nooit tv en beginnen vanaf de eerste maand hun schuld af te betalen. Na een jaar of vijf hebben ze van uit Zuid-Afrika iets opgebouwd in China, waarna ze terugkeren en geld lenen aan de volgende dorpeling.

(p. 249)

 

Stilaan veroveren Chinezen Afrika, in het kielzog van de grote handelscontracten, vb. de bouw van autostrades of een ziekenhuis. Komen ze eerst mee als arbeiders bij die projecten, stilaan volgen de handelaars. Ze beginnen een soort winkel, heel klein. De Chinezen staan bekend als harde werkers en stilaan kunnen ze een plaats veroveren in de samenleving. Terugkeren naar het thuisland is vaak moeilijk: wie geproefd heeft van Afrika blijft door dit continent voor altijd aangetrokken.

 

Tussen de verhalen door komt de ‘grote wereld’ kijken, wat wij met één woord: mondialisering noemen. Hoe kleinschalig een individueel winkeltje (vb. een strijkplank met horloges) ook is, toch komt ‘de crisis’ ook daar een intrede doen

 

Ze bezocht de befaamde kopergordel en was verbaasd dat alle mijnen in handen zijn van buitenlanders: geen enkel bedrijf is Zambiaans. ‘Ik hoop dat er niet nog meer industrie komt, want nooit zag ik een hemel zo blauw en wolken zo wit als in Zambia.’ (p.224)

 

(Ridja – Kongo)

‘Jullie zitten echt midden in de mondialisering.’

‘Jullie toch ook?’

‘Nee, nee,’ glimlacht hij droevig,’ wij zijn het onderwerp van de mondialisering. Wij zijn het rendez-vous van het geven en nemen, zoals de Senegalese president Senghor het noemde, misgelopen - wij zijn aan de ontvangende kant gebleven.’ (p.287)

 

Wat dit boek zo boeiend maakt is, dat naast het individuele verhaal een sociaal verhaal verschijnt. Je wordt niet alleen geconfronteerd met een bepaald individu, maar ook met een samenleving die vaak doet opkijken. Inderdaad, zo kan men ook samenleven, vb. zonder banken en toch internationaal handel drijven. Kan dat? Blijkbaar wel.

 

Het is een boek om in één ruk uit te lezen … en wellicht nadien nog eens te lezen. Er wordt ons een wereld aangeboden die zo totaal anders is dan degene waarin wij ons ‘thuis’ voelen. Ik denk niet dat het de bedoeling van de schrijfster is om ons met een belerend vingertje die ander cultuur aan te prijzen, maar gewoon in een wervelende stijl en met een humoristische ondertoon, een wereld kenbaar te maken die anders maar evenwaardig is. Waardoor het besef ontstaat: we zijn met velen op deze grote aarde en iedere mens probeert van zijn leven iets waardevol te maken.

 

Een ideaal boek voor komende winterdagen.

 

 

 

 

 


20-11-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Brood willen we hebben
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Honger, sociale politiek en protest tijdens de Eerste Wereldoorlog in België

Auteur: Giselle Nath

 

Er zullen de komende maanden heel wat boeken verschijnen in verband met de Eerste Wereldoorlog (1914 – 1918), of ‘De Groote Oorlog’ zoals hij ook genoemd wordt. Volgend jaar is het honderd jaren geleden dat die begon. En die oorlog is niet zomaar aan ons voorbij gegaan.

 

Oorlog kent vele facetten: de grote principes, de slagvelden, wapens, politieke achtergrond … maar Giselle Nathe laat ons deze oorlog beleven vanuit de sociale geschiedenis: hoe beleefden concrete mensen deze vier jaren?

 

Mensen zijn verschillend, ook in oorlogstijd. Daarom neemt de auteur met de invalshoek van ’honger’ de geschiedenis onder de loep. Wie leed er honger, hoe werd er op gereageerd?

 

Om haar benadering begrijpelijk te maken, laat de schrijfster de lezer kennismaken met de situatie van 100 jaren terug. Dorp en stad zijn twee totaal verschillende werelden. In haar algemene bespreking toont ze dit al aan. Later, wanneer de concrete invulling aan bod komt, zal ze de theoretische omkadering invoelbaar maken door feiten, nagelaten in dagboeken, verhalen, officiële papieren en minder officiële humor.

 

Eerst en vooral: de arbeiders kenden niet dezelfde arbeidsomstandigheden als nu. Voor de arbeider was ook voor de oorlog geen rooskleurige toekomst weggelegd ‘… een gemiddelde levensduur hadden van 45 jaar. Dat was al een stuk beter dan de 39 jaar waarop men in 1843 mocht rekenen, maar toch. Een volop industrialiserende maatschappij is niet altijd vriendelijk voor de lichamen van het werkvolk.’ (p. 17)

 

Daarbij was er een kerk die, door haar morele opstelling, voor de armen gewoon wreed was, zoals de onderpastoor van Sint-Pieters-Buiten het stelde: ‘de armen droegen zelf schuld aan hun verloedering. Ze moesten heropgevoed worden, gestraft of tegen zichzelf beschermd. De onderpastoor van Sint-Pieters-Buiten repte met geen woord over uitbuitingslonen, huisjesmelkers of het feit dat arbeiders bijna niets konden sparen. (p.27)

 

Hoewel België als een democratie ontworpen was, was het een democratie van een ‘bezittende klasse’ en dit leidde tot een algemene staking (1913) onder het motto: één man, één stem (van de vrouw was nog geen sprake). De democratische eisen verzeilden in de koelkast toen de Duitsers binnen vielen, want andere problemen dienden zich aan. Het vaderland had eenheid nodig. Er werd honger geleden: ‘Voor stedelingen bestond de hoofdmaaltijd uit een bekertje soep en een sneetje brood. Het tijdperk van autonoom initiatief en politieke emancipatie eindigde met een nooit gezien vertoon van aalmoezenpolitiek en ontbering. Dat rijken broden uitdeelden en armen stilzwijgend hun hand moesten uitstrekken, was een pijnlijk maar zeer reëel anachronisme. (p.38)

 

Dan laat de auteur de politieke achtergrond oplichten: hoe raakte het zo noodzakelijke voedsel van buiten de grenzen tot bij de concrete mensen. Wie waren de actoren in dit politieke spel? We krijgen zicht op de rol van de Société Général en twee diplomaten: de Spaanse markies Van Villalobar en de Amerikaan Brand Whitlock. Commissies worden opgericht: de Commission for Relief in Belgium dat voor voedseltoevoer zorgt en Comité National de Secours et d’ Alimentation dat voor de concrete voedselverdeling zorgt. Het vraagt heel wat diplomatisch kunst- en vliegwerk om voedsel vanuit het buitenland in België te krijgen zonder dat het door de bezetter in beslag wordt genomen. Deze acties brengen de nodige spanningen met zich mee. Zo zijn er vaak conflicten tussen botsende ego’s van initiatiefnemers. Ook het verschil in visie op hulpverlening( het pragmatisch management- en efficiëntiegerichte van de Amerikanen tegenover de patronageopvattingen van de Belgen) zorgt voor wrijvingen. Het plaatselijk onbekend zijn met de regelgeving van het Centraal Comité en vooral doordat ‘…de lokale comités haast altijd op de hand van de heersende politici stonden. Bestaande conflicten tussen oppositie en bestuur werden heel snel uitgevochten in het lokale Hulp- en Voedingskomiteit.’ (p. 91) laten de hulpverlening vaak stroef verlopen.

 

Terzijde: in het bestuur van het centrale comités is geen enkele vrouw te bekennen. Wel zullen vrouwen naam maken op plaatselijk niveau.

 

De hulpverlening blijkt sterk klassengebonden. De armen kwamen terecht in soepkantines, de burgerij kon zich richten tot de ‘restaurants économiques’, waar de burgerij de drie gangenmaaltijd door een kelner geserveerd kreeg.

 

België was verdeeld ‘in Generalgouvernement (ook bekend als het Okkupationsgebiet) en een Etappengebiet, met steeds wisselende regels en bezettingstroepen’ (p.41). Het ‘Etappengebiet’ kreeg een veel zwaarder regime te verduren. Het is in dat gebied dat de auteur op zoek gaat naar twee verschillende vormen van samenleven: een dorp (Aartrijke) en een stad (Gent).

 

De interpretatie van wat gebeurt, verschilt volgens de sociale situatie van de bron. Een dagboek geschreven door een welstellend iemand, die voedsel ‘uitdeelt’ verschilt duidelijk van het verhaal van een toen dertienjarig meisje uit een arbeidersmilieu, dat voedsel ‘ontvangt’.

De reactie op de problemen is erg verschillend in beide gebieden. Aartrijke, een boerendorp, kent eigen overlevingsmechanismen. Gent, een industriestad met een groot aantal arbeiders, zoekt vooral via het ontwikkelen van arbeidsverenigingen en consumentencoöperaties oplossingen.

 

Het is een ongelooflijk boeiend boek omdat het zo inleefbaar is, zelfs al ligt de beschreven periode honderd jaar achter ons. Het laat zien dat oorlog meer is dan wapengekletter, veldslagen en heldendom. Oorlog is ook tekort, honger en dood door gebrek. Door het onderzoek te beperken tot twee plaatsen, Aartrijke en Gent, kan er ruimte genomen worden voor een meer diepgaand onderzoek wat een meer genuanceerde benadering toelaat. Daardoor wordt de ‘geschiedschrijving’ zeer levendig en herkenbaar.

 

Het boek leest heel vlot. Geen zware theorieën (hoewel de inleiding voldoende omkadering geeft) maar heel concrete feiten, waarbij je soms je eigen onmacht voelt opborrelen: zo oordeelt men toch niet over mensen, zo gaat men toch niet met mensen om?

 

Aanbevolen voor iedereen die graag wil kennismaken met de leefwereld van vroegere generaties die ‘De Groote Oorlog’  moesten overleven.

 

 

 


19-11-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kunst en Kado in Heist-op-den-Berg
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Vorig jaar namen Christel en ik voor de eerste keer deel aan de kerstmarkt ‘Kunst en Kado’ in Heist-op-den-Berg. Dat is zo meegevallen dat we ons dit jaar opnieuw inschreven. Later merkten we dat we daardoor de kunstmarkt van Gesigneerd in Tremelo aan ons moesten laten voorbijgaan, wegens op hetzelfde weekend. Jammer.

 

Voor wie geïnteresseerd is: Sonybel Studio’s – Impulsstraat 5, Heist-op-den-Berg.


18-11-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tentoonstellen in Danscentrum Aike Raes II
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Naast enkele doeken van mijn eindwerk schilderen, heb ik ook wat tekeningen meegebracht. Er zijn twee lange gangen waar kleinere werken goed tot hun recht komen.

 

Hier zullen mijn werken dan blijven hangen tot eind december. Dan komt Christel me aflossen.

 

Het is wel iets gemakkelijker een tentoonstelling af te breken … maar dan wacht thuis de opruimklus: alles naar de eerste verdieping waar ik een kamer heb om alles op te bergen. Die staat gewoon eivol. Voorlopig lukt het me om alle doeken en tekeningen een plaats te geven. Het is altijd zorgvuldig te werk gaan om niets te beschadigen … alleen die trappen vallen wat tegen. Daarom neem ik er mijn tijd voor. Na een paar dagen staat alles weer op zijn plaats … en ondertussen blijf ik verder tekenen.

 

Hierbij enkele tekenwerken van de tentoonstelling.


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
Klik op de afbeelding om de link te volgen

17-11-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tentoonstellen in Danscentrum Aike Raes I
Klik op de afbeelding om de link te volgen

De muren van het danscentrum worden gebruikt voor tentoonstellingen van (amateur) kunstenaars. Zowat een jaar terug besprak ik met Carlo dat ik de muren van het Danscentrum nog eens wou gebruiken om mijn eindwerk te tonen. En nu is het zo ver.

 

Een tentoonstelling vraagt toch altijd heel wat werk. Omdat ik gedurende de maanden augustus en september enkele van mijn werken had opgehangen in de hallen van de K.U.Leuven, waar de studenten zich inschrijven voor het nieuwe academische jaar, viel de voorbereiding nogal mee: alle schilderijen waren al voorzien van een draad waardoor ze konden bevestigd worden aan een haak om op te hangen. Ik liet de schilderijen ook in onze traphal hun verhuis naar het danscentrum afwachten. Dan is de hal wel volgestouwd, maar de doeken naar boven sleuren en ze een maand later weer naar beneden halen is nog minder te verkiezen.

 

De voorbereiding beperkte zich tot de schilderijen uitkiezen, veilig verpakken, een lijst maken met titel en prijs en de werken met glas nog eens oppoetsen. Dan richting Leuven naar het danscentrum.

 

Ik ben in de voormiddag gegaan, dan is het erg rustig in het danscentrum.

 

Toch leg je heel wat kilometers af eer alle werken hun plaats veroverd hebben. Maar ik ben erg tevreden. Ik vind mijn werken hier mooi tot hun recht komen: ze hebben ruimte. Soms is de belichting niet zo ideaal, maar in de ruimte waar de werken hangen wil men vooral een gezellige sfeer creëren voor de mensen die, terwijl ze wachten op hun (klein)kind(eren), iets drinken, een boek lezen of gewoon wat praten met elkaar.

 

Hier zie je enkele schilderijen die opgehangen zijn.


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
Klik op de afbeelding om de link te volgen

 


16-11-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nog een poging
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Ik probeer weer een ontwerp uit, zie foto hiernaast. Omdat ik nog even moet wachten voor de drukpers in de academie beschikbaar is (alleen woensdag- en donderdagavond) probeer ik thuis met een deegrol te drukken. Het lukt nog min of meer. Wel zie ik dat de randjes van de lijnen licht gekarteld zijn. Komt het door het uitsnijden of heb ik teveel inkt gebruikt? .

 

HetWellicht zou het beter geweest zijn mocht ik de ruimte buiten de vissen ook zwart gelaten hebben, nu komen de lijnen van de vissen niet helemaal tot hun recht. Anderzijds geeft wit ruimte aan het geheel. Maar het is zoals bij aquarel en beeldhouwen: wat weggehaald is kan er niet meer terug aangezet worden.

 

Toch ben ik blij met het resultaat. Nu de afdruk hernemen in de academie en kijken hoe de randen dan tevoorschijn komen.

 


15-11-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een tweede experiment
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Omdat ik snel doorwerk, kan ik nog een tweede ontwerp klaar krijgen tijdens de les. Ik voel hoe deze techniek me aanspreekt. Ik denk reeds aan invullen met kleuren, aan tekenen met kleuren. Ik weet dat ik thuis zal voort werken op deze manier.

 

Nu werk ik nog met vlakken, maar zou het alleen met lijnen ook kunnen?

 

Het is een vraag die je je niet alleen moet stellen, maar ook ‘doen’.

 

Feitelijk ben ik benieuwd naar mijn experimenteren: wie weet wat er te voorschijn komt.

 


14-11-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Met lange armen
Klik op de afbeelding om de link te volgen

We proberen iets nieuw uit in de tekenklas. Een groot vel tekenkarton (feitelijk overschotten uit een drukkerij) wordt op een tekenplank getapet en op een ezel gezet. We binden een schildersborstel aan een stuk bamboe van ruim een halve meter. Aangelengde Oost-Indische inkt in een potje … en we kunnen beginnen.

 

De bedoeling is vooral dat we leren ‘los’ werken. Nu de borstel omwille van de bamboestok ver van onze hand verwijderd is, waardoor onze arme a.h.w. verlengd wordt, zijn we verplicht onze angst om iets ‘verkeerd’ te doen, los te laten, te overwinnen. Daardoor ontstaat een soepele lijn, soms wat dikker, dan weer dunner uitgewerkt. De vlakken die ontstaan worden nadien opgevuld met verschillende verdunningen van Oost-Indische inkt, maar ergens moet er een wit vlak aanwezig zijn, zodat de verschillende waarden grijs en zwart zich kunnen afzetten tegen het wit.

 

We kunnen kiezen uit verschillende foto’s: bomen waar de wit-zwart verhouding tot vlakken gereduceerd zijn. Ik neem ook zo’n foto, maar na enkele penseelstreken ben ik niet meer te houden en ga mijn eigen gang. Deze manier van werken spreekt me enorm aan, ik ben nu eenmaal een lijntjesfreak.

 

Het vraagt wel enorme concentratie, maar daar is het voor mij uiteindelijk om te doen: me verliezen in het teken- of schilderwerk, alsof ik in het tekenblad of schilderdoek kruip. Nadien voelt het alsof ik op vakantie geweest ben. Ik ben dan wel moe, maar ik ga bij wijze van spreken al fluitend naar huis (ik zou wel willen fluiten, maar kan het niet, ondanks mijn opvoeding tussen vier broers).

 

Ik heb al plannen om deze manier van werken nog even verder te zetten. De catechismus moet even wijken voor dit spelen. En wanneer vind ik dan nog tijd voor de lino?

 

Ik moet mezelf aanmanen niet in paniek te raken. Steeds dat weerkerend probleem: het leven is zo boeiend dat één leven niet volstaat. Dus geen tijd verliezen en dag na dag de passie beleven die ik in mezelf ontdek. En ramen zemen … is dat zo noodzakelijk?


13-11-2013
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Drukken
Klik op de afbeelding om de link te volgen

 

Ik heb twee ontwerpen uitgesneden: een in lino en het andere in palight. Ik ben erg benieuwd wat dat gaat geven bij het afdrukken.

 

Voor mij zijn het ‘probeersels’. Ik weet dat ik veel moeite had met het snijden. Je kan ook wel wat ervaring gebruiken bij zo’n ambachtelijk werk en die ervaring moet zich nog opbouwen. Maar zonder ‘proberen’ kan je niet leren.

 

Natuurlijk denk ik aan wat ik later wil maken, o.a. kaartjes om mee te nemen naar de kerstmarkt die er aankomt. Maar ook: als ik nu eens een collage als achtergrond, of een aquarel als achtergrond, of … de ideeën overvallen me. En als ik nu eens iets met lijnen probeer, abstract … en in kleuren afdruk, en … ik denk dat ik al een jaar vol kan maken met te experimenteren met lino of palight druk.

 

In de academie wacht ik mijn beurt af: iemand is reeds vol overgave met de drukpers bezig. Zo krijg ik nog eens extra uitleg hoe de drukpers te gebruiken.

 

Feitelijk is drukken een vieze bedoening, gauw heb je een veeg die je niet wilde. Je moet het wel rustig aan doen … of letterlijk de plaat poetsen of je handen wassen als het nodig is. Ik weet dat over enkele weken de anderen met een andere opdracht zullen bezig zijn en dan krijg ik alle ruimte om mijn ‘drukken’ te gaan.

 

De eerste druk is een ‘waw’ ervaring … tot ik natuurlijk eens goed ga kijken, dan zie ik de fouten zich aanmelden. Een linosnede heeft toch wel een eigen taalgebruik. Toch ben ik blij: zo gaat het dus om lino’s te maken. Het is alsof een nieuwe weg zich aanbiedt. Ik wil daarin echt verder gaan: het grijpt. Dan weer de twijfel: zal ik het kunnen en dat op leeftijd? Doorzetten maar, in de overtuiging dat er zich morgen nog een dag aanbiedt. Wat kan je beter doen dan die invullen met iets nieuw, iets dat boeit, iets dat je als het ware ‘vraagt’ om gedaan te worden?




Inhoud blog
  • Voor er woorden komen
  • Voor er woorden komen
  • Voor er woorden komen
  • Voor er woorden komen
  • Voor er woorden komen
  • Voor er woorden komen
  • Voor er woorden komen
  • Voor er woorden komen
  • Voor er woorden komen
  • Voor er woorden komen
  • Voor er woorden komen
  • Voor er woorden komen
  • Gelaagdheid
  • Gelaagdheid
  • Gelaagdheid
  • Gelaagdheid
  • Gelaagdheid
  • Gelaagdheid
  • Gelaagdheid
  • Gelaagdheid
  • Gelaagdheid
  • Gelaagdheid
  • Gelaagdheid
  • Gelaagdheid
  • Tegendraadse patronen
  • Tegendraadse patronen
  • Tegendraadse patronen
  • Tegendraadse patronen
  • Tegendraadse patronen
  • Tegendraadse patronen
  • Tegendraadse patronen
  • Tegendraadse patronen
  • Tegendraadse patronen
  • Tegendraadse patronen
  • Tegendraadse patronen
  • Tegendraadse patronen
  • Tegendraadse patronen
  • Reeksen
  • Reeksen
  • Ode aan de vriendschap
  • Ode aan de vriendschap
  • Ode aan de vriendschap
  • Ode aan de vriendschap
  • Ode aan de vriendschap
  • De kersenboom
  • De kersenboom
  • De kersenboom
  • De kersenboom
  • De kersenboom
  • Afscheid
  • Afscheid
  • Afscheid
  • Tussen hemel en aarde
  • Tussen hemel en aarde
  • Tussen hemel en aarde
  • Tussen hemel en aarde
  • Tussen hemel en aarde
  • Tussen hemel en aarde
  • Tussen hemel en aarde
  • Vervreemding
  • Geometrische vormen IV
  • Geometrische vormen III
  • Vervreemding XI
  • Vervreemding X
  • Vervreemding IX
  • Vervreemding VIII
  • Vervreemding VII
  • Vervreemding VI
  • Vervreemding V
  • Vervreemding IV
  • Vervreemding III
  • Vervreemding II
  • Vervreemding I
  • Geometrische vormen II
  • Geometrische vormen I
  • experimenteren VII
  • experimenteren VI
  • experimenteren V
  • experimenteren IV
  • experimenteren III
  • experimenteren II
  • experimenteren I
  • Pandemie I
  • Laat me vergeten VII
  • Laat me vergeten VI
  • Laat me vergeten V
  • Laat me vergeten IV
  • Laat me vergeten III
  • Laat me vergeten II
  • Laat me vergeten I
  • Herinneringen IV
  • Herinneringen III
  • Herinneringen II
  • Herinneringen I
  • Tentoonstelling
  • Tentoonstelling in het atelier
  • Pandemie II
  • Ik zie ik zie wat jij niet ziet VIII
  • Ik zie ik zie wat jij niet ziet VII
  • Ik zie ik zie wat jij niet ziet VI
  • Ik zie ik zie wat jij niet ziet V
  • Ik zie ik zie wat jij niet ziet IV
  • Ik zie ik zie wat jij niet ziet III
  • Ik zie ik zie wat jij niet ziet II
  • Ik zie ik zie wat jij niet ziet I
  • Tussen hemel en aarde XIV
  • Tussen hemel en aarde XIII
  • Tussen hemel en aarde XII
  • Tussen hemel en aarde XI
  • Tussen hemel en aarde X
  • Tussen hemel en aarde IX
  • Tussen hemel en aarde VIII
  • Tussen hemel en aarde VII
  • Tussen hemel en aarde VI
  • Tussen hemel en aarde V
  • Tussen hemel en aarde IV
  • Tussen hemel en aarde III
  • Tussen hemel en aarde II
  • Tussen hemel en aarde I
  • Basisvormen XIII
  • Basisvormen XII
  • Basisvormen XI
  • Basisvormen X
  • Basisvormen X
  • Basisvormen IX
  • Basisvormen VIII
  • Basisvormen VII
  • Basisvormen VI
  • Basisvormen V
  • Basisvormen IV
  • Basisvormen III
  • Basisvormen II
  • Basisvormen I
  • Open de poort VI
  • Open de poort X
  • Open de poort IX
  • Open de poort VIII
  • Open de poort VII
  • Open de poort VI
  • Open de poort V
  • Open de poort IV
  • Open de poort III
  • Open de poort II
  • Open de poort I
  • Ode aan de vriendschap V
  • Ode aan de vriendschap IV
  • Ode aan de vriendschap III
  • Ode aan de vriendschap II
  • Ode aan de vriendschap I
  • Cirkel en vierkant XII
  • Cirkel en vierkant XI
  • Cirkel en vierkant X
  • Cirkel en vierkant IX
  • Cirkel en vierkant VIII
  • Cirkel en vierkant VII
  • Cirkel en vierkant VI
  • Cirkel en vierkant V
  • Cirkel en vierkant IV
  • Cirkel en vierkant III
  • Cirkel en vierkant II
  • Cirkel en vierkant I
  • Verborgen verhaal VI
  • Verborgen verhaal V
  • Verborgen verhaal IV
  • Verborgen verhaal III
  • Verborgen verhaal II
  • Verborgen verhaal I
  • Kleurenspel VII
  • Leren lezen en schrijven op de lagere school
  • Kleurenspel VI
  • Hinkelen
  • De kersenboom
  • Knikkerspel
  • Het oerwoud van het geheugen IV
  • Het oerwoud van het geheugen III
  • Het oerwoud van het geheugen II
  • Het oerwoud van het geheugen I
  • Kunstroute 2019
  • Verschillende werelden oproepen III
  • Verschillende werelden oproepen II
  • Verschillende werelden oproepen I
  • En dan maar kijken
  • Oefenhoekje
  • Hoe lang was het weer geleden?
  • Voorbereiding op de jury
  • Kleurenspel V
  • Kleurenspel IV
  • Kleurenspel III
  • Kleurenspel II
  • Kleurenspel I
  • Ruimte III
  • Ruimte II
  • Ruimte I
  • Met zwarte achtergrond VIII
  • Met zwarte achtergrond VII
  • Met zwarte achtergrond VI
  • Met zwarte achtergrond V
  • Genese van een lijn IV
  • Collage

    Archief per maand
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 06-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 09-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11--0001

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Blog als favoriet !

    Zoeken in blog




    Categorieën


    Foto


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!