26/06/2006 We moeten ons bezoek aan de Turkse vesting uitstellen want het is gesloten. We reizen verder naar het zuiden voorbij Methoni naar Koroni. Ik rij tot het oude stadje, maar de weg is te smal, dan maar terug naar boven en daar naast een camping kan ik parkeren. Te voet gaat het dan naar Koroni, een stadje met een Venetiaanse vesting. Het stadje zelf ligt onder de vesting tegen de berghelling. We wandelen door de smalle steegjes naar boven. In de vesting zelf staan nog huisjes, welke bewoont zijn , en een klooster. René stapt het klooster binnen en gaat tot op het terras. Er is niemand te zien, stil en vredig ligt het hier. We slenteren rustig terug en een meisje, die de bloemen water geeft, spuit ons Amber nat, wat ze natuurlijk lekker vindt. Aan de haven mag ze van ons nog zwemmen in het water. Na de middag vervolgen we onze weg richting Kalamata. Dit is een grote stad, welke we links laten liggen. We volgen de kustweg en rijden door kleine dorpjes, zoals Paralla Vergas, Avia en Akrogiali. In Kitries hoog boven de zee vinden we een plekje, waar we kunnen overnachten. We hebben nu een slaapkamer met zeezicht. Van hier boven kun je kms ver over de zee kijken. Spijtig dat nergens een wegje is dat ons naar het water leidt. Een lekker fris bad zou wel deugd doen.
25/06/2006 We rijden eventjes terug naar boven, naar het stadje Hora. Daar staat het museum met de archeologische vondsten uit het Nestor paleleis. We kunnen hier 2850 wijnbekers bewonderen. Misschien dat ze toen al de gewoonte hadden om het servies achter hun rug stuk te gooien. Op enkele fresco's kan je de klederdracht zien. Ze droegen korte kleedjes, soms met een tekening en aan hun voeten hadden ze fijne schoentjes met veters rond hun benen. Er staan honden op afgebeeld met hoge poten, lange dunne staart en een lang slank lijf, zoals een greyhond. Het moet een prachtig paleis zijn geweest, met mooie vloeren en geschilderde muren. Na het bezoek aan het museum rijden we verder naar Pylos, een stadje dat gelegen is aan de zuidelijke ingang van de baai van Navarino. Aan de haven vinden we een grote parking, waar we kunnen overnachten. Het is nog vroeg in de namiddag en we wandelen naar het centrum van het stadje. Het oude gedeelte heeft vele smalle straatjes met restaurantjes en winkeltjes, Het is gezellig slenteren en daar krijg je natuurlijk dorst van. Dus zoeken we een mooi terrasje op. Na de innerlijke mens versterkt te hebben wandelen we verder naar het centrale plein, dat uitgeeft op de haven. Hier staat een gedenkteken dat herinnert aan de zeeslag van 27 oktober 1827. Bij kalme zee kan men hier de Turkse scheepswrakken zien. Het stadje wordt gedomineerd door twee burchten, een Turkse en een Venetiaanse. We besluiten morgen de Turkse vesting te gaan bezoeken.
24/06/2006 Volgens ons wandelboekje, Sunflower wegwijzer door de Zuidelijke Peloponnesos, is er een prachtige wandeling te doen naar een waterval. We nemen de afslag naar Shinolaka en komen op een zandweg uit. Vanaf hier gaan we te voet verder. Na een fikse wandeling horen we water en Amber schiet als een pijl vooruit. Tegen dat wij zelf het water bereikt hebben komt ze ons al nat tegemoet. Nu is de waterval niet wat wij er van verwacht hadden. Ik denk dat we ergens een verkeerde afslag genomen hebben. Het geeft niet we hebben toch onze beentjes kunnen strekken. Vanavond gaan we op het strand van Romanos staan. Hier is een grote parking waar nog enkele mobilhomes staan. We gaan met ons drietjes nog een plons nemen en dan lekker in het zonnetje zitten.
Van het Nestor paleis, de Myceense tombe tot camping Navarone
23/06/2006 Het paleis van Nestor staat op ons lijstje om te bezoeken. In de "Odyssee" van Homerus bezoekt Telemachos het paleis en wordt door Nestors dochter in bad gezet en gewassen. Ik hoop voor Telemachos dat het een mooi meisje was. Het paleis moet een pracht geweest zijn met mooie schilderingen. Toen het in 1200 v Ch. afgebrand is, werd er veel verwoest maar ook veel bewaard, zoals de vele Lineair B-schrift kleitabletten die door het vuur gebakken zijn en waar men uit opgemaakt heeft dat er toen reeds handel werd gedreven met het eiland Kreta. Iets verder ligt een Myceense tombe, een koepelgraf, waarin 17 graven werden gevonden. In de namiddag rijden we verder naar camping Navarone in Gialova. Het vuile wasgoed stapelt zich weer op en ook de watertank is bijna leeg. De camping is gelegen aan de baai van Navarino, waar in 425 v Ch. een troep Spartanen een gevecht tegen een Atheense overmacht verloor en in 1827 versloegen Britse-Franse-Russische troepen de Osmaanse-Egytische vloot. Wij staan op enkele meters van de zee. Vanop het strand hebben we een prachtig zicht op de baai.
22/06/2006 Het is deze nacht stil geweest, we hoorden alleen het water van de rivier. We vullen onze watertank en flessen met het frisse water uit het kraantje aan het kerkje. We bedanken de monniken voor hun gastvrijheid en rijden verder. We gaan vandaag op zoek naar de best bewaarde tempel van Apollo Epikoureios. Daarvoor moeten we door de bergen naar het stadje Andritsena. Dit is een typisch bergstadje met houten huizen en smalle straatjes. We moeten de wegwijzer naar Vasses volgen. Na enkele kilometers zien we op een hoge rots, vele kms verwijderd van de bewoonde wereld het zeil waaronder de tempel van Vasses bewaard wordt. Sinds 1987 wordt de tempel tegen regen en wind beschermd. Met een goed resultaat zoals we zelf hebben kunnen vaststellen. Er hangt een foto uit 1908 van de tempel zoals de archeologen hem toen gevonden hebben. Deze tempel werd gebouwd door de Figalianen, als dank omdat ze gespaard bleven van de pest. Vasses is een van de best bewaarde tempels in Griekenland. Hij is ouder dan het Parthenon en werd in 425 v.Ch. voltooid.De tempel zou nog meer indruk maken als ze volledig is gerestaureerd. Vanop deze plek heb je een prachtig uitzicht over heel de omgeving. We staan hier op een hoogte van 1131m. We vervolgen onze weg naar de kust en voorbij Kyparissia nemen we de weg naar Agrillis. Ik zie een wegwijzer naar Beach Stomio. Na enkele smalle baantjes, langs de olijfbomen komen we aan een grote parking. Hier kunnen we blijven overnachten. We wachten tot de Grieken het strand verlaten hebben, zodat we Amber kunnen meenemen als we het water in gaan. Het is nog warm en het is heerlijk liggen in het frisse water. Ik zoek een stok en zwaai hem in de zee, allez dat is de bedoeling want hij komt op enkele centimeters voor René terecht. Oei, ik zal René maar laten gooien want anders kan Amber nooit de stok apporteren. Ik wou nog even vermelden dat de baantjes een verschrikking zijn, ze zijn wel gebetonneerd, maar om de 10m werd er een gleuf in gekapt van enkele centimeters diepte om een waterslang in te leggen, daarna wordt ze of wel open gelaten of slecht opgevuld. Het is dus een ware verschrikking om daarover te rijden. Ik moet regelmatig stoppen en voorzichtig er over rijden, dat is na een tijdje wel vermoeiend.
21/06/2006 Volgens de kaart moeten we tot Stemnitsa rijden en voor het stadje een baantje naar rechts nemen. Dat gaat steil naar beneden maar na veel bochtjes komen we uit aan een klein kerkje. Hier kunnen we blijven staan. Dan gaat het te voet naar het klooster Agios Ioannis Prodromos, gesticht in 1167 waar de monniken iconen schilderen. De kamers zijn uitgehouwen in de rotsen en ze hangen als zwaluwnesten tegen de bergen gedrukt. We mogen het klooster binnen maar René moet een lange broek over zijn short trekken en ik moet een lange rok en bloes met lange mouwen aantrekken. Het elegant zie ik er niet uit met lange rok en wandelschoenen. Als ik op de trappen loop struikel ik al over de lange rok. Bovenaan de trap zie je een mooie oude schildering op de rotsen. Ik kijk wat rond maar verder durf ik niet te gaan. Het is hier een mannenwereld en ik weet niet of wij, vrouwen hier zo welkom zijn. René gaat verder tot in de kamers van de monniken. Daar krijgt hij een tasje Griekse koffie aangeboden. Er staan veel iconen, welke ze verkopen om in hun onderhoud te kunnen voorzien. René koopt er eentje om in de mobilhome te zetten. We wandelen verder naar het volgende klooster dat aan de andere kant van de vallei ligt. Dit is de Moni tou Filosofou, dat in 963 werd gesticht. Heel de wandeling heeft toch een 4 uren geduurd en we zijn dan ook blij de mobilhome terug te zien staan. We nemen een glas en een flesje wijn mee naar het terras achter het kerkje en van hier uit hebben we een prachtig uitzicht op de kloof van de Lousios. Hier maken we kennis met een Vlaams koppel uit Mortsel. Zij komen reeds vele jaren naar Griekenland. Ze komen met het vliegtuig, huren een auto en doorkruisen de verschillende streken. Van hun kunnen we nog wat inlichtingen bekomen over de plaatsen die echt de moeite waard zijn om te bezoeken. We besluiten hier te overnachten.
20/06/2006 We rijden vandaag de bergen in richting Dimitsana. De weg slingert tussen de bergen door en af en toe komen we door kleine dorpjes. Soms moeten we de buitenspiegels toeklappen want anders kom ik er niet door. Overal hebben we wel veel toeschouwers. Vooral de oudere, welke op een stoel voor een oud cafétje zitten, vragen zich stellig af wat we hier te zoeken hebben. We passeren Langadia, een van de grotere dorpen en zo belanden we in Karkalou. Over de brug neem ik de weg rechts, maar later blijkt dat ik de weg links had moeten nemen. We komen op een smal baantje, maar nog altijd asfalt. We rijden door Lykouresis, Psari en plots wordt het een grintweg. René zoekt op de kaart en wijst een weg aan naar links. Enkele meters verder rijden we in de brousse, een zandweg met stenen en struiken. Waar zijn we nu terecht gekomen? Een beetje verder twijfel ik of het naar links of rechts is en plots komt er een Griek met een oud Volkswagenbusje naast ons staan. Hij doet teken dat links niet gaat, stapt uit en komt op de kaart zien waar we naar toe moeten. René wijst Dimitsana aan en hij doet teken om hem te volgen. Het is als of we met de mobilhome de Rallye van Cyprus rijden. Daar ik achter hem rij waait het stof omhoog en zie ik bijna niets. Plots stopt hij en wijst naar een grote slang, die over de weg kruipt. Wat een groot beest. Na het intermezzo gaat het weer in rallye stijl verder tot in het dorpje Raftis. Daar stopt hij en wijst ons verder de weg. Gelukkig het is terug een asfaltbaantje. We bedanken hem en vriendelijk legt hij zijn hand op zijn hart, dat is al de tweede keer dat iemand dat gebaar doet, als om te zeggen dat hij het graag gedaan heeft. De Grieken zijn geweldig vriendelijk voor ons. Langs de dorpjes Melissopetra en Zatourna komen we in Dimitsana uit. Iets voorbij het dorpje vinden we een parking langs de baan. We staan hier prachtig met zicht op heel de vallei. Wat een dag, maar René zegt dat ik niet moet klagen want dat ik rij met een lach op mijn gezicht en ik moet bekennen dat ik graag over zo'n zandwegjes rij.
19/06/2006 Vandaag komt de Romeinse kant van de site aan de beurt. Zoals de villa van Nero, die bij een bezoek van de keizer aan het heiligdom, werd gebouwd. Hij wou niet bij het "gewone volk" logeren. Wat hier vooral opvalt is dat ze reeds gebruik maakten van terra-cotta afvoerbuizen. In één van de Romeinse villa's zien we een privé-badkamer. Verder ligt er een "hotel" voor de atleten en de Vips. Daar achter ligt de werkplaats van Pheidias, de maker van het standbeeld van Zeus. In dit atelier werd later een Byzantijnse baseliek gebouwd. Tegen de middag zijn we rond met ons bezoek en op het terrasje aan de ingang zetten we ons in de schaduw. Het stalletje met boeken trekt mij aan en ik koop een boek over de Peleponnesos. Hierin staan verschillende reisroutes die we kunnen volgen en ook veel gegevens over plaatsen welke niet in onze boeken staan. Zo ik heb weer wat om te lezen en daar we hier nog een nachtje blijven begin ik eraan.
18/06/2006 We staan vandaag vroeg op. Terwijl we ontbijten zien we al een hele horde mensen naar de ingang gaan. Iets later staan wij ook klaar om onze onder te dompelen in een portie Oudheid. We nemen een duo-ticket voor de site en het museum samen. Eerst stappen we naar de site en met veel enthousiasme storten we ons tussen de ruïnes. Het is formidabel wat ze zo een 3000 jaar geleden verwezenlijkt hebben. Zoals de tempel van Zeus, waarvan de zuilen een hoogte van 12m hadden en daarop stond nog een fronton met beelden van 2m hoog. We lopen door de site en alles wordt grondig gelezen en gefotografeerd. In de tempel van Hera wordt om de 4 jaar de Olympische Vlam aangestoken om ze dan naar het land, waar de Olympische Spelen plaats hebben, te brengen. De ingang van het stadion was vroeger overdekt en de start- en finishdrempels liggen er nog steeds. Hier zaten een 40.000 mannen te kijken naar de atleten. Alleen mannen, want de atleten beoefenden hun sport naakt. Wanneer we bijna de helft van de site gezien hebben is het gedaan met foto's nemen. De batterijen zijn leeg. We besluiten dan maar naar de mobilhome terug te keren en deze namiddag het museum te bezichtigen. De rest van de site moet dan maar tot morgen wachten. We eten als middagmaal beiden een groot stuk meloen. Dat is lekker verfrissend met zo een warme temperatuur. René gaat met Amber even buiten en dan gaat het richting museum. Daar is het lekker fris. Er zijn een tiental zalen, waarvan enkele met heel grote beelden. Het schijnt dat het beeld van Zeus, dat in de tempel stond, een hoogte had van 12m en gemaakt was van hout, belegd met goud voor de kleding en ivoor voor de onbedekte delen. Het werd in het jaar 400 n. Ch. naar Constantinopel verhuisd, waar het door een brand werd vernield. We staan versteld hoe de beeldhouwers zo verfijnd de plooien van de kleding weergeven in het witte marmer. Het marmer is afkomstig van het eiland Paros. Zo is de Venus van Milo en de Niké van Samothraki beide uit Parisch marmer gemaakt. Na een dikke 3 uren komen we uit het museum met een echt Oudheid-hoofd. Daarom gaan we naar het nieuwe Olympia om wat te bekomen. Er zijn veel boekenwinkels, dat valt wel op en raar maar waar we vinden hier een Vlaamse krant. Die wordt van voor naar achter uitgepluisd op een terrasje. Ik drink een raki en René een myrtos, dat is een Grieks biertje. Tevreden wandelen we terug naar de mobilhome. De temperatuur is nu aangenaam en tot laat in de avond staat ons deur open. Amber geniet ervan en blijft buiten liggen tot we haar binnen roepen om de gaan slapen.
17/06/2006 Op de heuvel van het nabije dorp, Kastro ligt het kasteel Chlemoutsi. Het werd gebouwd door Geoffroi I Villehardouin in 1223. Vele delen ervan zijn reeds gerestaureerd en aan andere zijn ze nog bezig. Alleen de Turken hebben in 1800 veranderingen aangebracht zoals een moskee in het midden van de vesting gebouwd. Na ons bezoek aan de burcht trekken we verder tot voorbij Pyrgos. Daar nemen we de weg naar Olympia, de eerste grote archeologische site welke we gaan bezoeken. Zo op het eerste gezicht lijkt het wel de moeite, maar we moeten eerst een parking vinden. Aan de kassa sturen ze ons terug de brug over, maar ik vind dat we hier te centraal staan, dus verder op zoek en aan de parking van de autobussen, naar beneden daar is een grote parking waar we rustig kunnen overnachten. Iets verder ligt de toegang tot het Archeologisch museum. Dat kan niet beter.
16/06/2006 Wat een dag!! We worden wakker gemaakt door veel lawaai. Ik kijk door het raam en zie een grote vrachtwagen de parking op rijden gevolgd door vele tractors. Deze zijn volgeladen met watermeloenen. De vrachtwagen wordt hier geladen en vertrekt dan. Zo is het heel de dag een komen en gaan van vrachtwagens en tractors. Hier gaan vele meloenen van hand tot hand. René gaat vragen of we geen meloen kunnen kopen en hij komt met een groot exemplaar terug. Amaai, wat een meloen. Daar kunnen we wel enkele dagen van eten. Na ons zien we nog vele mensen naar de vrachtwagen stappen en zij komen ieder met hun armen vol meloen terug. Verser kun je ze niet kopen en lekker dat ze is, zoet en sappig. Zelfs Amber lust watermeloen en zij krijgt op haar part in haar kom. Wanneer ze alles binnen heeft gespeeld trekt ze een vragende snuit, maar te veel is niet goed. Straks eten we wat als dessert.
15/06/2006 In Messolongi gaan we op zoek naar de post om zegels te kopen. In het postkantoor vragen we hoe ze "België" noemen in het Grieks. Niemand begrijpt ons en heel het kantoor staat op zijn kop. Tot er iemand binnen komt die een woordje Duits spreekt. Blijkt dat het "Belgio" is. Zo dat weten we nu ook weer. Nu weten we wat we op de kaartjes moeten schrijven. Dan rijden we door naar Antirio over de nieuwe hangbrug, welke Midden-Griekenland met Peloponnesos verbindt. We moeten 16.20 euro betalen, maar rondrijden kost nog veel meer. Vanop de autostrade zien we Patras liggen, wat een grote stad. Veel te groot voor ons, wij houden daar niet zo van. We rijden door tot Lechena en daar nemen we de weg naar de kust. In Loutra Kyllinis aan het strand vinden we een plek waar nog andere mobilhomes staan. Er staan 4 Duitsers, 1 Fransman en 1 Oostenrijker. Ene van die Duitsers heeft een Rotweiller "Adolf" genaamd. Wat een naam voor een hond hé. Amber vindt hem anders wel tof om mee te spelen. Gelukkig, want Adolf loopt hier los en komt aan de deur een bezoekje brengen en dan zijn ze allebei weg voor een robbertje lopen.
15/06/2006 Onze buren begonnen reeds bij het ochtendgloren vrolijk naar elkaar teroepen en tussen door hoorden we een kristallen lach van een kindje. Je ziet dat deze mensen ondanks hun armoede gelukkig zijn. Na een uurtje is alle ingepakt en vertrekken ze .......?? Wie weet naar waar. Wij blijven nog wat luirikken maar de zon nodigd ons om maar vlug opte staan. Na een smakkelijk ontbijt, vertrekken we naar het kleine visserdorpje Alikes Tourlidas. Van uit Messolongi loopt een dijk tot het dorpje. In de verte zien we de mooie paalwoningen staan. Vroeger werden ze allemaal bewoond door vissers, maar nu zijn er vele in ander handen overgegaan en worden nu gebruikt als buitenverblijf. Aan ieder huisje zie je prachtig bloemen in verschillende kleuren. Het kerkje is het bezoeken waard, het heeft een prachtige fresco van goudkleurige mozaïkken gemaakt. We wandelen rustig langs de huisjes en worden hier en daar begroet met "Jasas". Voor we verder rijden gaan we nog op zoek naar een postkantoor om postzegels te kopen. In Messolongi vinden we er . Nu kunnen we onze kaartjes versturen naar familie en vrienden. Naar Diny en kindjes heb ik een brief geschreven. De kinderen krijgen graag post en Yannick leest dan voor.
14/05/2006 We nemen afscheid van de Duitsers. Zij vertrekken naar huis en wij toeren voort. We gaan op zoek naar een plaats om te lozen en water te tanken. In Mitikas vinden we een camping, waar we voor 2 euro een volledige sanitaire stop kunnen doen. Fris en proper rijden we verder langs de prachtige kustweg. Langs de baan kom je dikwijls kleine stenen of ijzeren kapelletjes tegen. Er is bijna geen verkeer, dus kan ik gerust stoppen om een foto te maken van eentje. We passeren Neochori en Etoliko, kleine stadjes en stoppen in Messolongi, de stad waar de Britse dichter Lord Byron gestorven is. Hij heeft hier zelfs een standbeeld en een muzeum, maar wij gaan op zoek naar de haven om te overnachten. De parking aan de haven is enorm groot. We parkeren ons en na een tijdje krijgen we buren. Enkele Grieken komen met hun busjes aan en parkeren zich naast ons. De deur wordt geopend en heel de familie klautert er uit. Dan laden ze heel hun hebben en houden uit, wat natuurlijk niet zoveel is. Hier leven hele gezinnen in zo een busje wonen. Het zijn heel vriendelijke mensen, die ons toewuiven. De mannen steken een vuur aan met wat takken en de jonge vrouwen doen de was. De oudere vrouwen zorgen voor het eten en de kindjes lopen rond en spelen met elkaar. Als het donker wordt, worden de muziekinstrumenten boven gehaald en wij krijgen prachtige muziek te horen. We zitten muisstil te luisteren. Er heerst zo een magische sfeer dat vele gevoelens wakker maakt. Deze mensen zijn echt uitzonderlijk, we hebben zo een respekt voor hen dat we zelfs geen foto durven nemen. Rond 23h is het plots gedaan. Alles wordt opgeruimd en iedereen gaat slapen. Het is een gek zicht al die schoentjes op het dak van de busjes te zien staan. Ook voor ons is het tijd om onder de wol te kruipen. Het was een mooie avond om nooit te vergeten.
13/06/2006 De Belgen zijn deze morgen vroeg vertrokken. We maken kennis met de Duitsers. Ze komen uit Mainz, een stad aan de Rijn. We wisselen enkele adressen uit van staanplaatsen in de Peloponnesos. Volgens hun is dat de mooiste streek van Griekenland. We zullen zien. Na ons praatje gaan we het dorpje bezoeken. Van ver zien we de burcht van Vonitsa al staan. We wandelen tot aan de haven en klimmen dan langs het geasfalteerd straatje naar boven. We passeren een mooi Orthodox kerkje. Wanneer we verder gaan zien we dat we een verkeerde weg zijn ingeslagen. We moesten feitelijk aan de haven een trap naar boven nemen. Na een wandeling door de bossen komen we toch aan de Venetiaanse burcht. Van hier hebben we een prachtig uitzicht op de baai en op Vonitsa zelf.