moekeontour trekt er op uit op zoek naar het ware Griekenland
29-07-2006
Een drukke warme dag
29/07/2006 We trekken verder naar het zuidelijk puntje van het schiereiland, Kaap Paliodrion. De weg loopt langs de oostkust, ook heel toeristisch met kleine badplaatjes en vakantiedorpen. Het is zaterdag en vele weekend- toeristen zijn op de baan. Van Kalithea tot Neo Moudania is het file rijden, voor degene die in Kassandra wat alkoeling zoeken. Voor ons ligt de weg open naar Sithonia, de tweede vinger van Chalkidika. Het is zeer warm daarom besluiten we reeds in de namiddag halt te houden in Psakoudia. Voorbij het dorpje met de winkeltjes en restaurantjes ligt een groot lang strand waar het zeer rustig is. We vinden daar een plekje naast een boom. Vlug ons badpak aan en het water in, lekker fris en Amber kan mee, want er is niemand op het strand.
28/07/2006 Wat een soep!!! We willen van Agia Triada langs de kust naar het eerste schiereiland Kassandra rijden, maar in het dorp staan geen enkele wegwijzers. Enkele straten zijn opgebroken en de andere brengen ons zelfs weeral tot aan een kazerne. Volgens René heb ik een zwak voor kazernes. Wanneer ik draai passeert ons een legertruck met soldaten, die ons toewuiven. Ze zullen zich ook wel afvragen wat wij hier komen zoeken. Na veel gesakker komen we uit in Neo Kallikrateia op de juiste baan en dan gaat het richting Neo Moudania, de toegangspoort tot Kassandra. In Kalithea begint een rondweg van 80km, langs de oostkust naar het puntje Loutra en van daaruit naar de westkust. Aan het strand van Posidi houden we halt om hier te overnachten. Het is hier nog rustig, maar morgen zal het wel anders zijn, dan begint het weekend.
27/07/2006 Onze route brengt ons van Paralia Katerini naar Vergina. Daar zijn in 1977 de koningsgraven ontdekt door de Griekse archeoloog Andronicos. Het gaat om een grote tumulus met een doormeter van 110m en hoogte van 12m. Van in het begin was er een vermoeden dat hier de koning Philippus II met zijn vrouw en kleinzoon, zoon van Alexander de Grote, begraven werd. Twee van de drie Macedonische Tombes waren nog volledig intact. De twee tombes waren met zware marmeren deuren afgesloten. Bij het openen van tombe I vond men een antichamber met een witte marmeren sarcofaag en verschillende zilveren kannen. Aan de volgende deur stond een gouden pijlenhouder met vele gouden pijlpunten. Dit was ,zoals later bleek, de grafkamer van Philippus II. Volgens de ontdekker moet het een moment van verstomming zijn geweest.Stel je voor, je komt op een plaats dat 2300 jaar gesloten is geweest en nu voor je ogen geopend wordt. In het midden van deze kamer stond ook een marmeren sarcofaag. Toen ze het deksel van de sarcofaag openden zag men een prachtig gouden "larnax". Een urne waar de beenderen van de overledene in bewaard werd. Op het deksel staat de Macedonische ster met 16 punten afgebeeld. Daardoor was men zeker dat men hier een koninklijk graf had ontdekt. In de larnax lag een goud-purperen doek, goed bewaard, met de beenderen van de koning. Daarop een prachtige gouden "lauwerkrans" van eikenbladeren en eikels. Deze krans is in één woord prachtig. Zo een vakmanschap uit de 3de eeuw v. Ch. is ongeloofelijk. De marmeren sarcofaag van de antichamber bevatte ook een gouden "larnax", maar met 12 punten, waarin de beenderen van zijn vrouw, ze veronderstellen een zeker Cleopatra, samen met een prachtige gouden diadeem en gouden halsband in een goud-purperen doek,begraven werd. Op een kleine afstand van de 1ste tombe bevindt zich de 2de tombe,waarin AlexanderIV, zoon van Alexander de Grote en Roxana, in een kleine zilveren urne. begraven werd. Na zoveel pracht stappen we naar de archeologische site met het paleis van Palatitsia met zijn mooie grote mozaïek. In het theater werd koning Philippus II vermoord in 336 v Ch. tijdens de huwelijksplechtigheid van zijn dochter met de koning van Epirus. Na ons bezoek aan de site, nemen we de autostrade naar Thessaloniki. We rijden de ring rond de stad op, richting vliegveld naar Agia Triada. Ik neem een afslag, maar kom zo in een kazerne terecht. De wacht kijkt verwonderd naar ons en ik rij vlug achteruit. De volgende afslag brengt ons naar het strand. Hier staan we vlak bij de zee achter de kazerne, dus goed bewaakt.
26/07/2006 Na de verkwikkende rustdag, vervolgen we onze reis naar de volgende archeologische site, nl die van Dion. In 1928 begon men pas met de site op te graven onder de Vice-Voorzitter van de universiteit van Thessaloniki. Hij veronderstelde dat hier de belangrijkste site van heel Grieks- Macédonië begraven was. Zijn belangrijkste vondst was een tombe van voor de 4de eeuw v. Ch. We dachten dat de site niet groot was maar we komen bedrogen uit. Het geheel wordt door een baan in twee delen gedeeld. Het rechtse gedeelte omvat het museum, de tempels van Demeter, Isis en Zeus, het theater en het stadion, het linkse gedeelte is in feite de eigenlijke stad. Daar hebben vroeger een 15.000 mensen gewoond. Dat is zo groot als Aartselaar. De omringende muren zijn bijna blootgelegd, maar buiten een groot gedeelte aan de hoofdstraat en enkele zijstraten, moet er nog veel uitgegraven worden. Wat we nu kunnen bezichtigen van de stad is de villa van Dionysos, de grote baden, een basilica en vele residenties. Op verschillende plaatsen zie je de archeologen aan het werk. We moeten hier binnen een paar jaren nog eens terug komen, denk ik. Aan de overkant liggen de fundamenten van de tempel van Isis in het moeras verzonken. Het is dan ook een geliefd plekje voor de kikkers. Hier offerde Alexander de Grote vele dieren aan de goden voor hij naar Persië vertrok. Wij hebben niets te offeren of te vragen, dus rijden we maar verder naar het noorden. Voor Katerini neem ik de afslag naar het strand. Hier in Paralia Katerini staan we nu vlak aan de zee.
25/07/2006 Het was gisterenavond gezellig aan het haventje. Er liep veel volk op straat en het was een drukke gezellige boel. Al bij al hebben we heel goed geslapen. Ik ga op zoek naar een kapper. Het wordt tijd dat mijn haar geknipt wordt. In de hoofdstraat vind ik een kapper en ik mag direkt plaats nemen in een stoel. René wandelt met Amber verder door het dorpje. Hier lopen meer toeristen rond dan in al de vorige dorpjes, die we gepasseerd zijn. Na mij is het René zijn beurt om zijn haar te laten knippen. Hij is vlugger gesteld dan mij maar hij heeft dan ook minder haar dan ik hé. We slenteren nog wat door de wandelstraatjes en gaan iets drinken op een terrasje. Het is nog warm en Amber laat zich in een goot met water plat op haar buikje vallen. Een vrouw, die de oprit aan het afspuiten is, doet teken met haar lans en na onze knik maakt ze heel haar lijf nat. Amber geniet en laat het goed doen. Het is al laat wanneer we terug aan de mobilhome zijn. In de verte zien we het Olympusgebergte liggen in de nevel. We hopen dat we de Olympus berg morgen in al zijn glorie kunnen bewonderen.
24/07/2006 Wat zijn ze prachtig, die kloosters gebouwd boven op de rotsen.Het zijn de belangrijkste kloosters na die van het schiereiland Athos. In de loop der jaren zijn er 24 kloosters gebouwd. Nu zijn er nog een zevental maar 6 zijn te bezoeken, zoals de Agios Nikolaos, het Roussanou, de Agia Triada, de Agios Stéfanos, het Varlaam en het Groot Metéoron, dat het hoogste is gelegen op 415m. Tot begin vorige eeuw kon men ze alleen bezoeken langs een touwladder of mandjeslift. Later werden trappen uitgehakt in de rotsen en bruggen gebouwd. De meest bezochte zijn de kloosters Varlaam en Metéoron. Het is voor ons te warm om zoveel trappen te doen, daarom bekijken we de kloosters vanop de baan. Dat is al spectaculair genoeg, want hoe men dat materiaal tot op de rotsen gekregen heeft, is echt een vraagteken. En dan zo gebouwd, ze staan pal op het nipperke van de rand van de rots. Aan het Varlaam klooster zie je de oude hut waar de katrol aan hangt om de mensen of materiaal naar boven te trekken. Er staan vele auto's met Hongaarse en Roemeense nummerplaten. Strange, het is de eerste keer dat we auto's van die landen tegenkomen. In de namiddag vervolgen we onze route terug richting kust, langs de Tempe-kloof. Hier moest Apollo gedurende 9 jaren boete doen, om dan terug naar Delphi te gaan. Het is een smalle kloof, die de rivier Pinios tussen het Ossa-gebergte en het bergmassief van Olympus, heeft uitgeschuurd. Het is 8 km lang en aan de grond 60m breed. Bij de uitgang van de kloof begint de weg naar Macédonië. Wij rijden naar de kust tot Platamonas. We staan nu aan de haven op het einde van de weg.
23/07/2006 We blijven hier nog een dagje staan. René doet de was en ik poets de mobilhome van binnen en van buiten. Daarna neem ik een duik in het zwembad en ik laat me opdrogen op een ligbed. Terwijl lees ik nog wat over de Metéora-kloosters om morgen goed geïnformeerd voor de dag te komen. Het is hier de gewoonte dat de buren gratis gebruik mogen maken van het zwembad. Iets waar vooral op zondag, zoals vandaag, gebruik van wordt gemaakt. Het is dus druk, maar gezellig.
22/07/2006 We hebben een rustige nacht gehad. Na een bezoek aan de bakker en de beenhouwer vervolgen we onze route door het Pilion-gebied. Hier staan overal fruitbomen en vooral kastanjebomen. We rijden langs een smal bochtig baantje van Makrirahi naar Zagora, maar dit baantje is niets vergeleken met het baantje van Zagora naar Makrinitsa. We zouden hier halt houden maar we vinden nergens een plaats om te parkeren. Dit bergdorp heeft steile straten en is een geklasseerd monument. Daarom is ieder plekje bezet en zijn we verplicht verder te trekken zonder het dorpje te bezichtigen. Het gaat in dalende lijn naar Volos, waar we het Pilion-schiereiland verlaten. We nemen de "New Red Road" door de vlakte van het drooggelegde Karla-meer. Hier zien we de koepels en kerktorens waarop de ooievaars hun nesten gemaakt hebben. Larisa is een lelijk volgebouwde stad, die we snel voorbij rijden. Aan een rondpunt neem ik de afslag naar Trikala . Dan gaat het in rechte lijn naar Kalambaka en het prachtige Metéora-gebied. Achter Trikala duiken de bergen plots op. Het zijn conglomeraten, rolstenen die door de natuur zijn verenigd en door erosie gescheurd en gepolijst zijn. Zo staan er een 1000tal rotstorens. Aan de rand van de Tessalische vlakte, welke vroeger een binnenzee was, rijzen de rotsen tot 400m omhoog. We zoeken de camping "International" op want hier zijn faceliteiten voor mobilhomes. We staan nu aan het zwembad. We gaan de watertank reinigen en daar de berg vuile was zich heeft opgehoogd moet er dringend gewassen worden. Morgen gaan we de prachtige kloosters van Metéora bezichtigen.
21/07/2006 We nemen met spijt in ons hart afscheid van Kala Nera. Onze route brengt ons naar het zuiden van het schiereiland. We rijden door de bergen voorbij Argalasti en in Horto volgen we de kustlijn. Het is hier prachtig. Met de bergen links en de blauwe zee, die beneden rechts van ons ligt, rijden we door het gebied dat door de boeken zo uitbundig wordt geroemd. En inderdaad ze hebben gelijk het is hier mooi en rustig. Ondanks de pracht komen hier niet veel toeristen. We zijn als het ware alleen op de baan. Zo komen we aan in Agia Kiriaki, een droom van een Grieks vissersdorp. We willen hier overnachten aan de haven, maar het dorp is zo klein, aan de kleine haven staan enkele auto's en zo is de parking al volzet. Ik kan met veel moeite draaien en rij terug het dorpje uit. Spijtig maar niet getreurd, we zoeken verder in het dorpje Platanias. Het is hier hetzelfde, smalle straatjes, geen plaats om te parkeren. We zijn wel verplicht terug te keren naar Argalasti. Enkele kms later neem ik de afslag naar Neochori. Vanaf hier gaat het weer langs smalle bochtige baantjes door de bergen, met soms prachtige vergezichten op de Egeïsche Zee. In Tsangarada rijden we naar Beach Miloptamos maar hier mogen we niet blijven overnachten. Dus terug en dan rechts naar Agios Ioannis en Agios Dimitrios. In Ioannis vinden we een parking voor het dorp. Hier kunnen we wel blijven overnachten.
20/07/2006 Om 8h s'morgens lig ik in het water. Het is heerlijk. Thuis kunnen ze dat niet geloven, ons moeke die zo graag in het water ligt. Na het bad smaakt het ontbijt eens zo goed.We beslissen om nog een dag te blijven staan. We gaan wel wandelen en de omgeving verkennen. We stappen langs het water maar na een 2km kunnen we niet verder. Dan nemen we de straat en zo komen we op de hoofdbaan. Hier op de hoek is een supermarkt. René gaat er tomaten en brood kopen voor ons middagmaal. We moeten een brief posten maar we kunnen nergens een brievenbus vinden. In Kala Nera komen niet veel buitenlanders, alle accommodatie is vooral op Grieken voorzien. Dat zie je aan de terrasjes en restaurants, maar als je, zoals wij liever met plaatselijke inwoners kennismaakt, geeft dat niet. We zetten ons in de rieten stoeltjes en bestellen een koffie en een pintje. Tot onze verwondering moeten we 6euro neertellen. En wij denken dat Griekenland goedkoop is. We laten het ons wel goed smaken. Terug thuis (de mobilhome) trekken we ons zwemtenue aan en nemen een plons in het water. Er is niemand op het strand dus laten we Amber vrij loslopen en kan ze ook genieten van het frisse water. Ik kan het tot vervelens toe schrijven maar dit land heeft mijn hart gestolen.Ik voel mij hier zo goed en tevreden. Ik zou zelfs zeggen gelukkig. Het is alsof ik hier herleef. Alleen mis ik hier wel mijn kinderen, mijn kleinkinderen en mijn beste vriendin Omaha. Spijtig dat we niet kunnen blijven maar we komen zeker terug naar Kala Nera.
19/07/2006 We brengen hulde aan Leonidas, de Spartaanse koning, omdat hij zijn naam heeft gegeven aan die bekende lekkernijen. Hij heeft in 476 v.Ch. gevochten met 1400 Grieken tegen 2 miljoen Perzen. Door verraad van een Griek, verliezen ze de slag en sterft hun koning. Later kunnen de Grieken de Perzen toch verslagen in Plalatées. Rechtover de tumulus, waar de gesneuvelden begraven liggen, staat het bronzen beeld van Leonidas, afgebeeld in zijn strijduniform met speer en schild. Twee stenen beelden vervolmaken het geheel tot meerdere glorie van Leonidas. We vervolgen onze reis en rijden naar de Pillion, met als hoofdstad Volos. Dit is de vierde grootste stad van Griekenland. We rijden van Volos door naar het zuiden. Daar komen we uit in Kala Nera, een klein badplaatsje en we vinden een goed plekje vlak aan zee. René gaat op zoek naar een kapper en ik zet mij buiten in het zonnetje. Hij komt terug, heeft geen kapper gevonden, maar wel speciale sloefkes om mee in het water te gaan. Ik pas ze direkt en ga ze uitproberen. Ho, dat stapt gemakkelijker over de keiën en ik moet niet meer oppassen voor zeeëgels.
Overnachten in Arkitsa, aan de overkant van Loutra Edipsou
18/07/2006 We staan helemaal alleen op het strand. Gisterenavond moet iedereen dan toch vertrokken zijn. Na een douche vertrekken we naar Haldiki. Daar gaat het over de brug en langs de autostrade rijden we naar Lamia. Dit is een grote stad, die we links laten liggen en we kiezen het badplaatsje Arkitsa als overnachtings plaats. Hier legt de ferry komende van Loutra Edipsou aan. We wandelen langs het strandje tot aan de vuurtoren. Daar kan Amber zich wat verfrissen want op het strand mag ze niet op. We staan hier vlak naast een sportveld en een speeltuin. Er is een kraantje waar we water kunnen tanken. s'Avonds komt de jeugd hun kunde laten zien op voetbal gebied en zij hebben er pret in dat ik voor hen supporter.
17/07/2006 Ik heb zeer goed geslapen. René vertelt dat deze morgen vele vissersboten zijn aangekomen en ik heb niets gehoord. We zijn terug op weg en houden halt in Loutra Edipsou, dit is een groter badplaatsje en we gaan wat winkelen. René koopt er twee rode T-shirts, want ik vind dat hij iets roods moet dragen, dan zie je hem beter staan op de foto's. Ik ga op zoek naar een kapper. want mijn haar moet dringend geknipt worden. In heel het dorp is er maar één en ze heeft vandaag geen tijd om mijn haar te knippen. Het is eigenaardig maar kappers vind je niet veel in Griekenland. Ik zal nog wat moeten wachten. We besluiten terug naar Kria Vrisi te rijden om te overnachten. We staan op hetzelfde plekje, vlak naast het gras. Vandaag is er meer wind, daarom dat het strand er verlaten bij ligt. In de late namiddag wordt het windstil en komen de zonnekloppers weer te voorschijn. Ze brengen weer wat leven op het strand. Enkele jongeren stellen hun tentje op en zoeken hout om een vuurtje aan te steken. Na een tiental minuten ruiken we de geur van gebraden vis. Het water komt ons in de mond en doet René besluiten om ook maar al de aardappeltjes te schillen en ons eten klaar te maken. Wanneer de meeste mensen vertrokken zijn, blijven wij achter samen met de kampeerders. Het is al vrij laat als ze hun vuurtje doven en in hun tentje kruipen. René wandelt nog een eindje rond met Amber en ik kruip al ons bed in. Het zal deze nacht stil zijn, met alleen het ruisen van de zee.