Sofie en de Ketnetband bij ons op school (GO SHIL!)
Toon Hermans
Bob Benny
Bobby Prins
Conny en Danny Fabry
Eddy Mars
Eddy Smets en Letty Lanka
Jacky Lafon
John Terra
Laura Lynn
Lize Marke
Lucy Loes
Micha Marah
Mieke en Vader Abraham
Patrick Onzia
Phil Kevin
Tina Rosita
Wim Sonneveld
Greetje Kauffeld
Jannes
Jan Smit
Tony Bell
OPERETTE IS NIET OUBOLLIG
Wij houden de operette springlevend
15-10-2011
WAAR KAN U DE BESPROKEN OPERETTES BELUISTEREN?
Beste Blogbezoekers, De meeste besproken operettes kan U beluisteren via mijn MULTIPLY account. U kan deze vinden via de volgende link: http://bertiepepper.multiply.com/music
Operette "LA ROUTE FLEURIE" 1952 van Francis Lopez
"La Route Fleurie" is een operette van twee actes, voor het eerst gespeeld in 1952.
FRANCIS LOPEZ HOES CD
Francis Lopez (Montbéliard 1916 - Parijs 1995). Lopez is een Bask van geboorte en voor 1939 was er eigenlijk weinig dat zou aangeven dat hij een muzikale toekomst tegemoet ging. Hij studeerde eerst aan het Lyceum van Pau en daarna studeerde hij aan de universiteit van Parijs waar hij als tandarts afstudeerde. In 1939 wordt hij onder de wapens geroepen (hij had immers de Franse nationaliteit gekozen) en het is daar dat hij voor zijn medesoldaten zijn eerste composities makt voor een kerstshow. In 1940 keert hij geblesseerd naar huis maar hij blijft wel comopsities maken. Hij leert zanger André Dassary en orkestleider Raymond Legrand kennen. Met Legrand en Lucienne Delyle wint hij met het liedje "Refrain Sauvage" de "Grand Prix du Dique" in 1942
Vanaf dan rijgt Lopez het ene succes aan het andere! Met bekende uitvoerders als Lucienne Delyle, Maurice Chevalier, Léo Marjane, Tino Rossi en de nog onbekende George Guétary zat hij gebeiteld. Uit 1943 hoort U Robin des Bois met als zanger Georges Guétary.
Bij zijn "tour de chants" probeert hij zelfs van tijd tot tijd zelf de tekst bij zijn muziek te schrijven, zoals bij deze "Heureux comme un Roi"
De gloriejaren van Lopez situeren zich tussen 1949 en 1970. Zijn eerste operette in 1945, naar een libretto van Raymond Vincy en met Luis Mariano als de nieuwe vedette, "La Belle de Cadix" wordt een overweldigend succes. Dit trio zou nog een aantal successen maken in de operettewereld, die hier later misschien nog wel aan bod komen. In 1952 schrijft Raymond Vincy de operette "La Route Fleurie". Het verhaal van deze operette begint reeds einde jaren 40. een Canadees doet het ongelooflijke voorstel aan Lopez om in één maand tijd een operette te schrijven voor 20.000 dollar. Hij zet zich aan het werk met Vincy en na een maand leveren ze de operette "Monsieur Si Bémol" af. ze wordt met groot succes opgevoerd in Québec. Wanneer in 1952 Georges Guétary terugkeert uit de Verenigde Staten, waar hij de film "An American in Paris" had opgenomen (muziek van Georges Gerschwin), vraagt de directie van het ABC theater in Parijs hem de hoofdrol te spelen in een nieuwe operette van Lopez en Vincy.
De operette "Monsieur Si Bémol" werd herwerkt tot "La Route Fleurie" en de rol van Monsieur Si Bémol werd opgesplitst in die van een jonge "jeune premier" (Georges Guétary) en een vrolijke komische knaap, Raphaël. Voor deze rol wilde Lopez absoluut de jonge Normandiër Bourvil, die na enkele kleine succesjes met liedjes als "les Crayons" en "A Bicyclette" helemaal was weggedeemsterd en zelfs op punt stond van te stoppen.
De directeurs van het ABC wilden eigenlijk niet in zee met Bourvil omdat ze het een gevaarlijk idee vonden om iemand een hoofdrol te geven die weinig succesvol was. Maar Lopez hield voet bij stuk en er werd een compromis gemaakt: Bourvil kreeg de rol, maar als hij zou uitgefloten worden door het publiek zou hij vervangen worden. Voor de vrouwelijke hoofdrol, Lorette, werd beroep gedaan op Nini Cordy, Die lopez had zien optreden in Brussel. Bij het tekenen van het contract veranderde zij haar naam in Annie Cordy. Hier hoort en ziet U haar samen met Luis Mariano:
Deze operette wijkt enigszins af van de klassieke operette van Lopez: het scenario is in die mate gestoffeerd dat het zelfs overeind zou blijven zonder muziek. De operette werd reeds meer dan 1500 keer opgevoerd en ze staat nog regelmatig op het programma van operettegezelschappen. Ook heeft Lopez zijn Spaanse muziekinvloeden laten varen en zit er veel meer karakteristieke Parijse muziek in. Het verhaaltje draait rond enerzijds een operette in de operette en anderzijds drie liefdesgeschiedenissen die naar het einde toe natuurlijk gunstig evolueren. Maar het blijft toch de muziek die het belangrijkste is . Daarom een aantal liedjes uit de operette op een rijtje:
Leo Fall (Olomouc 1873 - Wenen 1925) had van bij het begin van zijn muziekcarrière weinig succes. Hij probeerde het eerste met een opera, maar dat was een flop. Zijn eerste operette uit 1905 "Der Rebell" was ook al geen hoogvlieger, maar met zijn tweede operette "Der Fidele Bauer" uit 1907 ging het de betere kant uit!
Uit deze operette zingt Fritz Wunderlich de mooie aria "O frag mich nicht":
Toen in 1907 ook "Die Dollarprinzessin" een hit werd, begon Fall al te denken dat "Der Rebell" misschien toch niet zo'n flop was! Er volgde nog "Die Geschiedene Frau" in 1908 en "Brüderlein Fein" in 1909 waaruit hier een extract tijdens een huisconcert.
En luister maar eens hoe deze "Brüterlein Fein" klinkt op de nachttrein van Dallas naar Grapevine:
Na nog enkele operetteprobeersels, kwam dan in 1912 de kangverwachte bewerking van "Der Rebell" op de scène in het Nieuwe Theater in de Zoo van Berlijn. De titel was veranderd in "Der Liebe Augustin" en in Londen ging de herwerkte versie op het toneel onder de naam "Princess Caprice". Speciaal voor deze versie componeerde Fall er nog vier nieuwe nummers bij. Het verhaal heeft niet zoveel om het lijf: Een pianoleraar Augustin Hofer is verliefd op zijn leerlinge Prinses Helene, terwijl Anna, de dochter van Helene's kamerdienaar, verliefd is op vorst Nicola. de librettisten Bernauer en Welisch toveren op het eind een deus ex machina uit hun hoed: Helene en Anna blijken met de geboorte verwisseld te zijn zodat twee huwelijken van gelijke stand kunnen plaatsvinden. Bekende nummers uit de operette zijn onder meer: Lass dir Zeit Wo steht denn das geschrieben? (Hieronder een mooie uitvoering van dit nummer)
Heut Nacht, nach acht En natuurlijk de wals- en operetteklassieker: Und der Himmel Hängt voller Geigen
Na deze operette kan Leo Fall zijn succes nog bestendigen met "Die Kaiserin" en "Die Rose von Stambul", beide uit 1916, "Madame Pompadour" uit 1922 een operette die ook in Engeland een mooi succes boekte! Zijn twee laatste operettes waren "Der süsse Kavalier" uit 1923 en "Jugend im Mai" uit 1926, uitgebracht een jaar na zijn dood.
Edmond Audran (1842 Lyon - 1902 Tierceville) was een Frans componist die zo'n 40 operettes schreef maar waarvan "La Mascotte" zeker de beste en de meest succesvolle was. Audran kreeg les aan de befaamde school "Ecole Niedermeyer" onder meer les van Camille Saint-Saens.
In 1859 won hij een eerste prijs in een compositiewedstrijd. Hij verhuist met zijn familie nar Marseille, maar zijn eerste operettes zijn echt geen succes. Het is pas wanneer hij bijna zijn "operettekostuum" over de haag had gesmeten, dat zijn eerste succes kwam: Henri Chivot bezorgt hem de tekst voor "Le Grand Mogol" (1877) en deze operette krijgt alle lof en wordt zestig keer opgevoerd, wat toendertijd veel was in de provinciestad Marseille.
Op deze 78-toerenplaat staan enkele mooie bewerkingen van Audran's operettes "Le Grand Mogol" en "La Mascotte"
In 1880 verschaft Chivot opnieuw een libretto en het zou meteen Audran's grootstse succes zijn: "La Mascotte" was geboren. Niet alleen in Parijs wordt het stuk opgevoerd, maar ook in Londen wordt de operette succesvol op de planken gebracht! Volgens de Encyclopedia Brittanica in 1911 was Audran één van de beste opvolgers van Jacques Offenbach. Hij bezat misschien niet dezelfde humor en ironie van een Offenbach, maar zijn muziek springt eruit dank zij haar elegantie en frisheid, iets wat de "opera bouffe" uit die tijd vaak mist. Nadien zou Audran het succes van "La Mascotte" alleen nog kunnen benaderen met "La Poupée" (1896). Nog een weetje: het Engelse woord "mascot" is volgens het woordenboek rechtstreeks afkomstig uit de operette "La Mascotte". Waarover gaat het verhaal: Act 1: Op de boerderij van de kleine boer Rocco, stelt Rocco vast dat hij lijdt aan een vreselijke ziekte: hij vindt namelijk dat hij alle pech van de wereld over hem krijgt. Pippo, zijn schaapherder, denkt dat een mascotte, door de hemel gezonden, wonderen kan doen;
De oudste broer van Rocco, stuurt hem als "mascotte" zijn kalkoenhoudster, Bettina. Maar het is de schaapherder Pippo die, welliswaar platonisch, verliefd wordt op Bettina. Er volgt het hilarische duet van de kalkoenen en de schapen (Le duo des dindons et moutons).
Maar driewerf helaas! Laurent XVII, prins van Piombino, heeft dezelfde aandoening dan Rocco: niets waar hij aan begint, lijkt te lukken. Hij heeft gehoord van de "mascottegaven" van Bettina en zakt met zijn dochter Fiametta af naar de boerenhofstee van Rocco. Daar eist hij Bettina op en neemt haar mee naar zijn paleis. Act 2 In het kasteel heeft Bettina heimwee naar haar dorp
Prins Laurent wil Rocco troosten door hem zijn kamerheer te maken. Sinds Bettina op het kasteel gaat, loopt alles op wieltjes en gaat het Laurent voor de wind. Hij hoopt zelfs Bettina aan hem te kunnen binden door met haar te trouwen. Maar Picco, die op het kasteel is aangekomen, vermomd als hansworst, tracht dit te voorkomen door op zijn beurt de dochter van Laurent, Fiametta, het hof te maken. Met hulp van Fritellini, Prins van Pisa, vluchten Picco en Bettina uit het kasteel naar het kasteel van Fritellini. Voor de finale van act 2 zingt Bettina nog "Het Lied van de Kapitein"
In act 3 komen alle actoren bij elkaar in een Italiaanse herberg in het hertogdom¨Pisa. Sinds het vertrek van Bettina, heeft Prins Laurent weer alle tegenslag van de wereld. In een orlog met Prins Fritellini, moet Laurent het onderspit delven. Maar Pippo en bettina huwen, Fritellini trouwt met de dochter van Laurent, die zijn kasteel terugkrijgt en Rocco krijgt zijn boerderij terug. Eind goed, al goed!
Operette/zarzuela "LA GENERALA" 1912 van Amadeo Vives
Volgens wikipedia moeten we "La Generala" catalogeren onder de operettes van Amadeo Vives, maar in Spanje zal men er al gauw een "zarzuela" van maken. Een zarzuela kan je het best omschrijven als een Spaanse lichte opera en leunt dus eigenlijk sterk aan bij de operette, maar meestal mist de zarzuela wel de Weense zwierigheid en zijn er veel Spaanse, muzikale invloeden te bemerken.
Ook al heeft deze zarzuela een Engelse setting, toch leunt hij muzikaal erg aan bij zijn Weense broertje, de operette! Het libretto is van Guillermo Perrin en Miguel de Palacios. Deze laatste zorgde steeds voor de serieuze en weemoedige noot terwijl Perrin grappig en origineel was! Hun "operettewerk" was zeer wisselend van kwaliteit en dat zorgde ervoor dat de twee librettisten niet altijd au sérieux werden genomen.
Guillermo Perrin Miguel de Palacios
Wat je van Perrin en Palacios wel kan zeggen is dat ze met relatief weinig materiaal en plot, steeds een verhaal konden maken waarmee de componist (in dit geval Vives heel wat kanten uit kon! Ook zijn het de librettisten die het dichtst aanleunen bij de Weense libretto's! Al bij al is "La Generala" een eerder wollige operette geworden waarbij een aantal "landelijke liefdesaffaires" zich afspelen in het Edwardiaanse England. Vives slaagt er wel in, alhoewel niet altijd even consistent, muziek af te leveren die charmant en opzwepend is. Het was Vives' eerste avondvullende operette en alhoewel er niet echt veel Spaans temperament inzit, bezit de operette wel de komische noot die veel van de andere "zarzuelas grandes" missen. Kortom, de hoogtepunten van deze operette zouden niet misstaan in een Weense operette. U hoort nu de tenor Alfredo Kraus met de aria "Salida del Principe" uit act 1 waarin hij als Prins Pio zijn vader, Koning Cirilo II van Molavia, beloofd om met een rijke erfgename te trouwen, zodat de benarde financiële positie van de koninklijke familie kan opgekrikt worden:
Het idee is om Prins Pio te koppelen aan Prinses Olga, dochter van Koning Clodomiro van Espartanopia, vriend van Koning Cirilo. Daarvoor zouden ze vragen aan Generaal Tocateca om zijn prachtige kasteel te mogen lenen om de ontmoeting in te laten plaats vinden. Terwijl zingt zijn vrouw Berta het Lied van de Harlekijn, en dat maakt haar echtgenoot generaal Tocateca zo goed gezind dat hij zijn kasteel uitleent.
Pio ontmoet op het kasteel Berta en herkent in haar zijn jeugdliefde. Ze zingen het mooie duet "Mi Dulce Sueño de adolescente":
Berta (La Generala) ontdekt dat Prins Pio meer voelt voor haar dan voor Prinses Olga, die zeer ongelukkig is. Berta besluit een geheime afspraak te maken met Pio, maar olga in haar plaats te sturen. De twee koningen gaan met Berta in een komisch trio het lied "Señora Señora" zingen waarin het misverstand dat Berta een avonturierster is, niet wordt weggewerkt!
De koningen vertellen alles aan Tocateca die zijn vrouw gaat bespieden. Hij ziet echter alleen dat in een mooie slotscène alles goed komt en Pio en Olga in elkaars armen vallen.
Tot slot een mooie intro op deze operette met wat uitleg over een uitvoering in Parijs. Echt de moeite om eens te bekijken!