Sofie en de Ketnetband bij ons op school (GO SHIL!)
Toon Hermans
Bob Benny
Bobby Prins
Conny en Danny Fabry
Eddy Mars
Eddy Smets en Letty Lanka
Jacky Lafon
John Terra
Laura Lynn
Lize Marke
Lucy Loes
Micha Marah
Mieke en Vader Abraham
Patrick Onzia
Phil Kevin
Tina Rosita
Wim Sonneveld
Greetje Kauffeld
Jannes
Jan Smit
Tony Bell
OPERETTE IS NIET OUBOLLIG
Wij houden de operette springlevend
04-10-2011
Operette "LES CLOCHES DE CORNEVILLE" 1877 van Robert Planquette
Op deze site kan je ook beschrijvingen vinden van Franse operettes, alhoewel deze operette soms gecatalogeerd wordt als "Opéra-Comique". Als introductie ziet U de openingsscène gespeeld door een Nederlands amateurgezelschap. De uitvoering is in het nederlands en voor een amateurgezelschap op hoog niveau! In deze openingsscène die zich afspeelt op de jaarmarkt, wordt er door de vrouwen volop geroddeld, waarop het hoofdpersonage, de vondelinge Serpolette (Marjolein in de Nederlandse opvoering) zich boos maakt en ook allerlei "nieuwtjes verspreidt over de aanwezige dames. Dat wordt haar niet in dank afgenomen!
(Jean) Robert Planquette (1848-1903 beide in Parijs) was een Frans operettecomponist. Hij componeerde een goede twintig operettes waarvan de vijfde , Les Cloches de Corneville, veruit de bekendste bleef. Robert studeerde aan het Conservatorium van ParijsZijn eerste werken waren melodïëen en marsen. Zo is bij velen zeker zijn mars "Sambre et Meuse " niet onbekend! Even opfrissen? Dan kan U ze hier beluisteren:
Ik herinner me mijn grootvader, die zelf in de fanfare Concordiavrienden van Kalfort speelde, nog zeggen: "Ik zal die mars van "Broekschijterij" nog eens spelen. En inderdaad, na twee minuten in het tussenstuk van de mars, placht hij altijd luid "Broekschijterij, Broekschijterij" mee te zingen! Zelf was Planquette een tenor met een aangename stem en vanaf zijn jeugdjaren zong hij reeds liedjes en opera aria's in concertcafés, zichzelf begeleidend op de piano. de meeste van zijn operettes zijn (bijna) vergeten, maar dat kan niet gezegd worden van Les Cloches de Corneville. Het is een "standaardoperette" geworden die geldt als één van de belangrijkste en bekendste Franse operettes. Het tekstboek is van de hand van een gepensioneerde commissaris van de politie, Charles Gabet, die samen met de co-schrijver Clairville het libretto eerst hadden aangeboden aan Hervé, een befaamd operettecomponist en rivaal van Offenbach. Maar Hervé wilde teveel veranderingen aanbrengen aan het verhaal, dus kwam het bij Planquette terecht. het succes verspreidde zich naar Engeland en Amerika en ook in Duitsland en Oostenrijk werd de operette overal opgevoerd. Hier ziet U een tweede stuk uit de Nederlandse vertaling uit 1988 door de amateur operette-vereniging H.O.V Heiloo. Marjomein, abusievelijk tot gravin gebombardeerd, zingt, om de dorpsbewoners gunstig te stemmen, het Ciderlied.
De korte inhoud van deze operette ontleende ik aan de site van Sir John van Kesteren, de Nederlandse tenor: Eerste bedrijf; De bevolking van het Normandische stadje Corneville maakt zich gereed voor de grote jaarmarkt. Marjolein hoopt zich daar als dienstmeisje te verhuren. Zij is als vondeling in Corneville gekomen en geadopteerd door de pachter Gaspard. Deze heeft ook een tweede dochter geadopteerd, Germaine, waarvan men zegt dat zij zal trouwen met de baljuw. Germaine is door een visser, Grenicheux genaamd, uit zee gered. Althans dit beweert hij. Zij heeft hem dan ook beloofd om met hem te trouwen. Grenicheux houdt haar aan die belofte. Henri, de nu nog onbekende zoon van de Markies van Corneville verschijnt ten tonele. Hij heeft vele malen rondgezwalkt op zee en komt eindelijk zijn geboorteplaats weer bezoeken. Germaine vertelt hem, dat wanneer de klokken van het kasteel weer gaan luiden, de rechtmatige eigenaar in Corneville zal zijn aangekomen. Henri raakt zeer onder de indruk van haar. Intussen heeft men Germaine betrapt met Grenicheux. Een rel volgt en de baljuw verliest zijn pruik en zijn bruid. Grenicheux besluit zich te verhuren als koetsier, terwijl germaine als dienstmeisje een baantje probeert te krijgen.
Tweede bedrijf; In het slot van Corneville proberen Henri en zijn manschappen het raadsel van de spoken op te lossen. In zijn gezelschap bevinden zich Germaine, Marjolein, Grenicheux en de baljuw, aan wie Henri zijn ware persoon bekend maakt: Markies van Corneville. Henri ontrafelt het geheim van de spoken en ontdekt tevens een map met oude documenten, waarin een geboorteakte van een Gravin van Lucenay te vinden is. Marjolein denkt dat zij de dochter van de graaf is. Henri hoort het verhaal over de redding van Germaine. Hij weet zeker, dat hij, en niet Grenicheux de redder van Germaine is. Grenicheux wordt aangewezen om het spook op te wachten. Als Gaspard verschijnt om zijn dagelijkse spookceremonie op te voeren wordt hij betrapt door de overigen. Hij schrikt enorm; vooral doordat de klokken gaan luiden.
Derde bedrijf; In het park van het kasteel vieren de bewoners feest. Als Gaspard verschijnt, heeft men medelijden met hem om zijn verschrikte toestand. Marjolein dient zich aan als gravin en wil het kasteel van de markies kopen, terwijl Grenicheux zich opgeroepen heeft als haar knecht. Het ciderlied laat blijken dat Marjolein toch maar een eenvoudige boerenmeid is gebleven. Grenicheux moet bekennen dat niet hij, maar Henri Germaine uit zee heeft gered. gaspard verteld dat Germaine de verloren dochter van de Graaf van Lucenay is. En zo is voor het kasteel van Corneville haar rechtmatige vrouwe teruggevonden. Tot slot nog een prachtige opname van het orgel "DE LOTUSFLUIT" met de hoogtepunten uit de operette in een even knap arrangement van Frans Baum