Trein en bus, wandelen en weer, en van die hobby's meer
18-06-2010
Valkenswaard - Hamont (GR561)
GR561 (het
Kempen-Maaspad) verbindt Diest met Maastricht langs een uitstulping met
Valkenswaard als noordelijkste punt. Wij stappen vandaag van Valkenswaard naar
Hamont, iets meer dan 20 km. Het is - misschien verrassend - een onvervalste
boswandeling, met een hoog TWQ (68 %), want bijna altijd loop je over
onverharde boswegen en boswegjes. De ontwerpers hebben geopteerd voor een tracé
met veel hoeken en kanten, en dat is wijs, want ook lange rechte stukken bospad
kunnen na een tijdje vervelen. Dat is vandaag zeker niet het geval. Bovendien
ligt de Achelse Kluis (met trappistenbrouwerij en verbruikszaal) erg
strategisch, halfweg het traject, en ook pal op de Nederlands-Belgische grens.
Op Nederlands grondgebied loop je bijna voortdurend door het Leenderbos, in
Belgisch-Limburg nemen Beverbeekse en Haarterheide het over. Kluts daar af en
toe nog eens een ven tussen, en je hebt een aantrekkelijke daguitstap.
Voor de
spoorweghistorici: net buiten Valkenswaard kruisen we de historische lijn
Hasselt - Eindhoven; Valkenswaard was een tussenstation. De heropening van de
lijn Hasselt - Eindhoven lijkt me niet eens een slecht idee, al zal dan ook het
mooie paadje dat op de bedding van de oude lijn ligt, moeten verdwijnen. De
kans dat dit gebeurt is zo goed als nul; Hamont staat er dan misschien weer
beter voor: over de wederindienstneming van de lijn Neerpelt - Hamont - Weert
wordt al een tijdje gepraat, al zijn er wel meer van deze plannen die plots van
het ene moment op het andere in de prullenmand verdwijnen. Overigens zou het
voor ons vandaag heel wat gescheeld hebben, mochten we zowel heen- als
terugreis volledig per trein hebben kunnen afleggen.
Grensoverschrijdend
verkeer is vaak een probleem, en sinds de rechtstreekse verbinding Neerpelt -
Valkenswaard weggesnoeid is, ligt dat laatste stadje zeker niet dichterbij. Het
wordt dan ook een wat moeizame tocht, die alles bij elkaar toch vrij vlot
verloopt.
We gaan
eigenlijk voor de IR3105 van 7:19 in Halle, maar tegenwoordig heb je veel kans
dat je de vroegere trein nog kunt nemen. IR 3906 is met 7 minuten aangekondigd,
en dat klopt perfect. Het gaat vrij vlot tot Brussel-Zuid, zodat de vertraging
niet aangroeit. Blijkbaar is de toestand met de overtallige eersteklasrijtuigen
in dit M6-stel ook genormaliseerd.
In
Brussel-Zuid wordt het afwachten met hoeveel vertraging de IC naar Turnhout zal
vertrekken. Ze houden het een tijdje op 5 minuten, maar uiteindelijk zullen het
er 9 zijn; dat zou wel eens genoeg kunnen zijn om onze aansluiting in Lier in
het rijk van de illusies te doen belanden. Maar alles bij elkaar loopt het vrij
vlot: in Mechelen is de vertraging al tot 5 minuten geslonken. Vanaf Duffel
gaat het echter weer traag - Lier komt uiteindelijk in zicht met een 7-tal
minuten vertraging. Met een overstaptijd van 8 minuten is dat een van die
typische situaties waarin je knopen moet doorhakken. Toch in Lier overstappen,
en erop rekenen dat men de IR naar Neerpelt zoals voorzien achter onze IC laat
aantuffen, of maar meteen doorrijden tot Herentals. Op die momenten zou je
rechtstreeks met de TBG moeten kunnen communiceren, maar meer dan wat
aankondigingen hebben we van hem nog niet gehoord. Tot plots net voor Lier de
mededeling volgt dat reizigers voor Mol en Neerpelt beter kunnen blijven zitten
tot Herentals en daar overstappen, op hetzelfde spoor. Kijk, dat verdient nu de
prijs voor de meest efficiënte aankondiging van het jaar. Ik heb het niet zo
voor ellenlange opsommingen van stations waar de trein halt houdt of van aansluitingen in overstapstations, maar hier heb
je echt iets aan. Tussen Lier en Herentals krijgen we dan toch controle, en ik
feliciteer de TBG oprecht met zijn initiatief.
Van de
vertraging blijft overigens maar 2 minuten meer over in Herentals, dankzij de
wel echt ruime dienstregeling van deze IC's vanaf Lier. De overstap op de IR
naar Neerpelt is dan ook a piece of cake.
We komen stipt in Lommel aan, waar het even wachten is op de Nederlandse
buurtbus.
Je kunt hem
nog het beste omschrijven als een belbus met een vaste dienstregeling. Besparen
stond ook hier op het voorplan. In de bus lezen we trouwens dat het bijna
afgelopen is met het goedkope openbaar vervoer in dit deel van Nederland. Wij
kunnen nog mee met 2 dalurenkaartjes à 3.00 het stuk, die ook goed zijn voor
de aansluitende bus naar Valkenswaard.
Vlak bij de
loodsen van de Luykgestelse brandweer is een overstappunt ingericht. We mogen
van de chauffeur gerust nog even in zijn bus blijven wachten; de andere bus is
er nog niet. Daar kunnen sommige van onze chauffeurs, die maar liever de deuren
tot het laatste moment gesloten houden, nog wat van leren.
De
aansluitende bus is een echte bus. Voor ons Belgen valt het infoscherm nog het
meest op. Achtereenvolgens verschijnt informatie over de eerstvolgende halte, de
volgende halten, de aankomsttijd op het eindpunt (blijkbaar niet de
theoretische tijd, maar wel de tijd in functie van de eventuele vertraging).
Leuk allemaal, ook al omdat je tussendoor nog even naar jezelf kunt zwaaien
omdat ook videobeelden van de bewakingscamera's op het scherm verschijnen. Een
geraffineerde manier is dat, om je duidelijk te maken dat je in het oog gehouden
wordt. We bereiken Valkenswaard precies op tijd.
Voor de
terugrit is de planner van de TEC de enige die ons een (inderdaad snellere!)
verbinding voorstelt met de belbus uit Hamont naar Neerpelt. De Lijn houdt het
op een lange busreis met lijn 48 en overstap in Hasselt. Dat trekt ons wel aan,
zo'n doorsnede van Limburg van noord naar zuid. De chauffeur heeft blijkbaar niet
zoveel klanten die het hele traject afleggen: je hoort zijn verbazing! Bus 3866
is een Jonckheere Transit 2000, voor ons niet bepaald onbekend: zowat de helft
van onze ritten thuis wordt met dergelijke bussen uitgevoerd. De chauffeur
rijdt tamelijk gedecideerd, en dat is blijkbaar ook nodig om de voorziene
rittijd aan te houden. Vooral in het tweede deel van de rit heeft de bus
trouwens behoorlijk wat succes. Een kleine vertraging is het resultaat.
Van Hasselt
naar Brussel kunnen we ook met een overstap in Leuven, maar de tijdswinst weegt
niet op tegen het voordeel van een overstaploze terugrit, en dan nog in een
comfortabele en rustige ms 96. Dat we wat langer moeten wachten in Hasselt
nemen we er graag bij. De loketbediende licht even op als hij onze bestemming
(Halle) hoort, en vraagt of we het moeten gaan splitsen. De brave man begrijpt
evenmin als ik het belang van deze groteske kikkerpoel.
De rit
verloopt zonder problemen; in Brussel-Noord lijkt het er zelfs op dat we nog
meekunnen met de IR naar Geraardsbergen, maar in plaats van de duikbril staat
de IC naar Charleroi al te wachten op spoor 12. De IR staat zonder vertraging
aangekondigd op datzelfde spoor 12, maar dat kan natuurlijk niet. Hij zal
uiteindelijk met 10 minuten vertraging vertrekken, en dat zal de aanleiding
zijn voor het minuutje vertraging dat onze voorziene IR naar Binche zal oplopen
tussen Vorst en Halle.
Hacowa 100:
ik had het met een bang hart geprogrammeerd voor 6 juni, want met de huidige
generatie politici kun je maar beter rekening houden met verkiezingen in juni.
Het is niet makkelijk om iedereen aan een ministerpostje te helpen Maar
naarmate de week vorderde, kon je je beginnen af te vragen of men de
verkiezingen toch niet beter op 6 juni geplaatst had, want het KMI had niet
veel goeds in de aanbieding: zwoel, buien, onweer, rukwinden. En inderdaad, de
radarbeelden logen er niet om: vanuit het zuiden kwam onweer opzetten, met
regen, en het zag er naar uit dat die niet meteen zou ophouden. De timing was
alvast perfect: toen we in Acren uit de trein stapten, was het net begonnen, en
na enkele kilometers leek het erop dat de hemelsluizen flink open stonden en
dat de weergoden niet bepaald van plan waren om ze snel weer dicht te doen.
Heel ver rommelde de donder. En kijk, nog tijdens de pauze in het
Bezoekerscentrum van "De Rietbeemd" trok de regen weg en de lucht
open en konden we hopen op wat milder weer tijdens de rest van de tocht. Op een
buitje na zou dat ook zo uitkomen.
De tocht van
een goede 17 km lang bracht ons in 3 provincies en in 2 gewesten, en werd
grotendeels uitgetekend door de grote Meester die ook al de loop van de Mark
had uitgekiend. Want die was toch wel de leidraad in dit golvende landschap:
van Acren (want zo noemt de NMBS sinds mensenheugenis de halte van Deux-Acren,
al is de telegrafische afkorting FXA) kwamen we al snel aan de plaats waar de
Mark in de Dender dendert. Volgden enkele kilometers langs een erg slome Mark,
die blaasjes trok, want het regende. Even ging het dan weg uit de vallei, maar
voorbije Viane kozen we weer resoluut voor de Mark, stroomopwaarts. We gingen
uiteraard over onverharde wegen waar dat kon; dat er soms een stukje weg ontbreekt,
moet je er in deze streek van overijverige boeren bij nemen. Schoenen en
broeken zaten dan ook snel onder de modder, maar zoals iemand terecht opmerkte:
"Als het niet geregend had, zou dit mul geweest zijn." Zevenentwintig blijde gezichten zorgden voor
een extraatje in Café Paulana, vlak bij het toch wel speciale station van
Galmaarden. Ik had de eerste century van mijn leven gescoord.
De
verplaatsing:
Halle - Ath
1931 10:31 10:57 +4 (2106 - 52250)
Ath - Acren
4881 11:07 11:25 +1 (770)
Galmaarden
- Edingen 3117 17:47 17:57 stipt (229)
Edingen -
Halle 1917 18:19 18:29 (2150 - 52424)
De
commentaar:
Zoals wel
meer de laatste tijd, slaagt de IC naar Moeskroen er opnieuw in enkele minuten
vertraging bij elkaar te rijden: meestal gebeurt dat al in de rit náar
Schaarbeek, waar de keertijd niet volstaat om op tijd de terugrit te kunnen
aanvatten. Ook vandaag loopt de 1908 vertraging op tussen Tournai en Leuze, en
die wordt doorgespeeld naar onze 1931. Men houdt het bij 6 minuten, maar
uiteindelijk worden het er acht bij vertrek uit Halle. Ik zoek zekerheidshalve
toch maar even de TBG op, want 2 uur Ath zou net iets te veel van het goede
zijn (hoewel, met het voorspelde weer ) Ze verzekert
me dat de aansluiting verzekerd is.
(Dicteezinnetje.) Het gaat bovendien erg vlot tot Ath: 4 minuten vertraging
worden er afgereden, zodat de aansluiting ideaal wordt. Een onderstationschef
brengt ons op het goede spoor. Rode klevers ontbreken, zoals op de IC naar
Moeskroen (tenzij ze daar heel ver achteraan hingen) maar met de bezetting van
beide treinen is dat geen probleem. We verdubbelen het aantal zondagsreizigers
naar Acren Spijtig genoeg worden we niet geteld.
Voor de
terugreis zijn de rode stickers er wel: zowel in de niet echt drukke trein naar
Edingen, als in de IC naar Halle. In Edingen komt een onderstationschef ons melden
dat de gereserveerde plaatsen zich in het derde rijtuig bevinden. Dat is
correct, maar op de gereserveerde plaatsen bevinden zich ook reizigers; de bezetting
van deze trein ligt nl. erg hoog. Dat leidt altijd tot wat verbale
schermutselingen, maar uiteindelijk kunnen we bijna allemaal zitten, voor deze
korte rit langs de lijn van mijn jeugd. Ik schrijf hier wel eens vaker over het
probleem van tweedeklasreizigers in eerste klasse, maar je merkt het: het is
een ruimer probleem: ook plaatsreserveringen zijn er alleen nog voor de
administratie; geen mens die dit nog naleeft. De TBG houdt zich ver weg op de
achtergrond. Maar we komen stipt in Halle aan, en Hacowa 100 is geschiedenis.
En de ervaring leert dat het vooral de verregende wandelingen zijn die in het
geheugen blijven hangen; op dat vlak zit deze tocht dus goed.
Foto's die
ik genomen heb tijdens de verkenning (met het prille lentegroen én mul) vind je
hier: http://s62.photobucket.com/albums/h98/overweg13/wandelingen/acren%20-%20galmaarden%20hacowa%20100/
Het was nog
maar een goeie twee jaar geleden dat we laatst in Nassogne stapten, maar
vandaag staat het mooie Ardense stadje (?) alweer op het programma. Wie aan
langeafstandswandelen denkt, denkt natuurlijk meteen aan GR-paden, maar er
lopen hier wel meer trajecten in lijn, zoals de Transardense Route, die
bewegwijzerd is volgens de GR-principes, maar dan met geel-witte streepjes. In
de laatste Nederlandstalige uitgave (Roularta Books, 2009) werden enkele
luswandelingen op het traject van de Transardense toegevoegd, en zo stappen we
vandaag voor de vierde keer in Nassogne. De wandeling is net geen 14 km lang,
en behoorlijk bewegwijzerd met blauwe kruisjes. Over de kwaliteit van de
wandeling kan men het oneens zijn: met een TWQ van amper 28 % is het toch
duidelijk dat je erg veel asfalt moet volgen (en enkele korte stroken
hoofdweg), maar je kunt ongetwijfeld opperen dat zo'n asfaltbaan met nauwelijks
verkeer dwars door het bos ook tot de Trage wegen gerekend moet worden. Dan zou
deze wandeling veel hoger scoren, maar asfalt en straatbreedte, dat is een
verkeersweg, vind ik Toch valt de wandeling wel mee: het grootste deel loopt
door een aangenaam bos, met enkele klaterende beekjes als toemaat, en af en toe
kun je even uitkijken op een schitterend panorama. De brem staat volop in
bloei, en de vogels zorgen in deze eerste zomermaand nog altijd voor overtuigende
concerten.
De aangewezen trein om onze aansluiting te halen met de
2110 is de IR van 10:09, maar we zijn nog op tijd voor de 3759, weliswaar een
stoptrein. Van stel 690 is een buitendeur defect, en dat zorgt voor veel
beweging in eerste klasse. Het stel ziet er proper uit, zonder graffiti, maar
bij nader toezien zijn enkele ramen bewerkt met crassiti. Maar de rit verloopt
probleemloos.
IC 2110 zal het lang trouwens ook goed doen - de
maximumvertraging bedraagt 3 minuten (Ottignies) na een trage rit langs de
werven voor de aanleg van het derde en het vierde spoor. In Ciney vertrekken we
met nauwelijks 1 minuut vertraging, maar dan gebeurt het: in Haversin moeten we
wachten op een trein uit de tegenrichting, want tot Marloie zal het over
tegenspoor gaan. We staan wel 10 minuten stil: schuldige is IC 2133, die
blijkbaar in Arlon technische problemen gehad heeft, en nu met zo'n 25 minuten
vertraging rijdt. Probeer dit trouwens maar niet te checken op railtime, want
daar kennen ze deze trein alleen maar onder zijn internationale nummer: 296. Tussen
Haversin en Aye worden rotswanden gesaneerd, en dat is de reden voor de rit op
tegenspoor. In Marloie komen we aan met volle 10 minuten vertraging; in Jemelle
zijn het er al maar acht meer. Maar we hebben veel aansluitingstijd, en
eigenlijk is er dus geen reden tot klagen.
Klagen kan ik wel over mijn medereizigers: iemand probeert
zijn problemen van op afstand op te lossen, en dat resulteert in een 4-tal
gsm-gesprekken, maar dat is nog het minst van al. In Ottignies stapt een jong
koppel in, dat zich op het platform nestelt, en daarbij naar luidruchtige
muziek luistert, die nog het meest wegheeft van een parkinsonpatiënt die zijn
glas neerzet op een metalen tafel. Een TBG, laat ons hem MAN noemen, passeert
tot 2 maal toe, maar stoort zich blijkbaar niet aan de drukte. In zowat elk
station moet het duo ook zonodig een aantal trekjes aan een sigaret doen,
kortom, dit is het soort halve gebakkenen dat zich tegenwoordig niet langer
wegsteekt, maar juist luid en openlijk zijn plaats in de maatschappij opeist.
Het duurt tot een tweede TBG, laat ons haar VROUW noemen, langskomt en met een "Is
dat muziek?" rechtveert en het koppel tot de orde roept. Het lukt nog ook,
maar ondertussen zijn we Namur al een eindje voorbij.
Daar is ook een Nederlands koppel senioren ingestapt; hij
aarzelt nog even om in eerste te zitten, maar zij vindt dat dat geen kwaad kan.
Zo zitten ze dichter bij hun fietsen. Dat is zonder TBG MAN gerekend: eerst
worden ze naar tweede gestuurd, maar de echte koude douche moet nog komen. Ze
hebben wel biljetten voor hun fietsen aangekocht, maar die zijn volgens de TBG
alleen maar geldig voor treinen in het (Nederlandse) binnenverkeer. Reactie 1:
de loketbediende in Maastricht heeft hen verzekerd dat er geen probleem is.
Reactie 2: in de andere Belgische trein mocht het wel. Reactie 3: ik ga hier
zeker een brief over schrijven. Tegenreactie van de TBG: dat moet u zeker doen.
Geen zweem van ironie in zijn stem, hij zal het dus wel menen.
Ik ben niet zo op de hoogte van die Maastrichttoestanden,
maar volgens art. 7.1.3.4. van de Algemene Voorwaarden lijkt de mogelijkheid om
een fietskaart aan te kopen voor het Belgische net toch te bestaan. Ofwel heeft
de loketbediende zich vergist, ofwel heeft onze TBG zich vergist. Maar de
fietstocht wordt wel plots 10 EURO duurder.
Om in Nassogne te geraken hadden we in Marloie ook een
variant van lijn 1 (Marche - Bastogne) kunnen nemen, maar eigenlijk hadden we
de 40 minuten extra die we zo voor de wandeling kregen niet nodig, en dus wordt
het lijn 420 in Jemelle. Die heeft als eindpunt Nassogne; de meeste bussen
rijden na een lus via de watertoren in Nassogne meteen weer terug naar Jemelle
(of Aye). Vandaag rijdt ab5632-36 van Penning. Het is altijd prettig dat er
mensen zijn die tot op gevorderde leeftijd in Sinterklaas blijven geloven. Zo
ook een meereizende dame die naar het station van Forrières moet, en die vraagt
of ze een foldertje van deze lijn kan krijgen. Vermits in bussen van de TEC
bijna nooit foldertjes beschikbaar zijn, hoef ik het antwoord van de chauffeur
niet te geven.
Forrières Station is trouwens wel een raar geval: het is
een uitbreiding van amper 300 m, die maar enkele keren per dag wordt uitgevoerd
en die op zijn zachtst uitgedrukt redelijk zinloos is, gezien de korte afstand
en het totaal gebrek aan aansluitingen trein/bus in de ondertussen al lang
onbemande halte van Forrières. Tijd misschien om even door oude trein- en
busboekjes te struinen, op zoek naar een verklaring. In 1935 (en al jaren vroeger)
reed er een busdienst van de Post enkele keren per dag tussen Forrières en
Nassogne. De kans is groot dat met Forrières het station bedoeld werd. Later
werd de bediening van Nassogne in de spoorboekjes opgenomen onder de particuliere
busdiensten, en dat tot zeker 1970. Daarna komt Nassogne terecht in tabel 420, in
de lijst van de aanvullende busdiensten van de NMBS. Lijn 420 bestond toen al
een hele tijd, maar krijgt nu 2 terminussen: Awenne en Nassogne. De rest van
het verhaal is klassiek: overname door de NMVB in 1977, en sinds de
regionalisering van het OV in 1990 in handen van de TEC. Lijn 420 is nu een
lijn Nassogne - Aye geworden, waarvan een aantal ritten niet over de hele
afstand wordt verzekerd. Op zondag wordt er helemaal niet gereden.
Onderweg hoor ik nog hoe de chauffeur zich tegenover een
collega smalend uitlaat over het toeristische circuit langs het dorpje Ambly,
dat in de ogen van beide chauffeurs compleet nutteloos is. Tja, die prachtige
karikatuur van de chauffeur die in de bus opgehangen is (de karikatuur) is ook
compleet nutteloos, maar toch vind ik ze best het bekijken waard.
De terugrit verloopt volledig analoog. Gelukkig zijn wij er,
want deze terugrit van wat waarschijnlijk een schoolrit is geweest, heeft niet
bijster veel succes. Deze bus rijdt niet langs het station van Forrières.
In Jemelle is het even wachten, dus, maar in het zonnetje
op een rustig perron is het aangenaam toeven. De IC2116 komt met een 8-tal
minuten aan: het is toch wel een indrukwekkende trein, deze 13 met een lang
stel M6 erachter. In laatste positie hangt een rijtuig, met gele streep - het
is in dienst gekomen als tijdelijk tweedeklasrijtuig: de 2 op de flank is nog
net zo duidelijk als de 1 die er achteraf is overgekleefd. Om het echt
onbegrijpelijk te maken is dit rijtuig ook nog gedeclasseerd met een gele
sticker. Quo usque tandem abutere, NMBS, patientia nostra?
De reis aan boord van stel 523 (IC 2140) verloopt gelukkig
wel zoals elke treinreis zou moeten verlopen: rustig, stipt, met aangename tot
onopgemerkte medereizigers. We komen stipt in Brussel-Noord aan, zodat we nog
rustig naar spoor 12 kunnen stappen om daar IR 3142 te nemen. De trein heeft 3
minuten vertraging, ook nog bij het buitenrijden van Brussel-Zuid. In
Vorst-Zuid komen we net niet tot stilstand, en dat tot verbazing van enkele
reizigers die daar op het perron staan te wachten, maar het wordt tot Halle een
rit tegen sukkeltempo: 9 minuten vertraging zijn het resultaat. Ik kan niet
meteen uitdokteren wie deze keer de schuldige is: IC 1741 of CR 1591, maar het
valt toch opnieuw op hoe stroef alles tussen Brussel en Halle loopt, zelfs op
dit ogenschijnlijk rustige uur
GR IJzer is een recente realisatie en we dachten er
meteen op te springen, en in 2 "stappen" de Frans-Vlaamse trajecten
af te leggen, zodat we opnieuw van uit het eigen Belgenland konden opereren,
maar het moet gezegd: in vergelijking met Frans-Vlaanderen is het busaanbod in
onze eigen Ardennen nog frequent te noemen. Het zat er echt niet in om
bijvoorbeeld van Buysscheure naar Merckeghem of Ekelsbeke en verder naar
Roesbrugge te stappen. Want op een paar schoolbussen na is het openbaar vervoer
in die streken onbestaande. En helemaal de GR 130 teruglopen, die we nog maar
pas in de andere richting beëindigd hadden, zagen we ook niet meteen zitten, en
dus zal dit de minst gebruikte topogids ooit worden, voor een 23 km lange tocht
tussen Diksmuide en Nieuwpoort. Punt.
Interessante
punten zijn de Dodengang, het natuurreservaat van de Vicogneputten, heel
sporadische interessante voetwegen die het West-Vlaamse agriculturele geweld overleefd
hebben, en de aanloop naar Nieuwpoort, maar op meer dan een TWQ van 47 % kom ik
niet uit. Veel van die Trage Wegen zijn bovendien nog asfaltbaantjes van
twijfelachtig allooi langs de IJzer. Gelukkig liggen alle attractieve punten
vrij goed verspreid, zodat deze GR niet echt aan eentonigheid ten onder gaat.
We hopen IR
3706 van 7:46 te nemen, maar die wordt met een kwartier vertraging
aangekondigd. Lap, alweer M6'en in de problemen. 's Ochtends vroeg is er
volgens Railtime een seinstoring geweest in Halle, en dat heeft IR 3726 38
minuten vertraging gekost, maar met een keertijd van bijna een uur in Quévy,
kan dat niet het enige probleem zijn. Maar kom, P7574 is een bruikbaar
alternatief.
Die
vertrekt zelfs op tijd uit Halle; zoals dat tegenwoordig gaat is de vertraging
van de ene trein een voldoende argument om in een andere trein in eerste te
duiken met een tweedeklasbiljet, en ja hoor, de bezetting van rijtuig 53502
bedraagt +100%. De rit verloopt wel vlot, en we schuiven probleemloos
Brussel-Zuid binnen.
IR 3630
rijdt ook al met vertraging; die groeit van een initiële 7 minuten geleidelijk
aan, en bij vertrek uit Brussel-Zuid kunnen we 12 minuten optekenen. Zowat een
derde van deze solitaire break is gereserveerd, vooral voor korte, West-Vlaamse
trajecten. Net voor Gent-Sint-Pieters begint de TBG een eindeloze reeks
aansluitingen om te roepen. Zelfs de vertraging van de IC naar
Knokke-Blankenberge wordt gemeld, én de aansluitende trein terug naar Landen.
Voor wie nu pas zijn vergissing inziet, waarschijnlijk, en meteen terug naar
huis wil.
In Gent
horen en voelen we die typische knots die erop wijst dat we achteraan een 2de
stel gekoppeld worden. Van de vertraging blijft er, ondanks de koppeling, maar
3 minuten meer over. Toch zal het traject tussen Gent en Diksmuide niet echt
vlot verlopen: kijk maar eens hoe de vertraging opnieuw aangroeit: De Pinte +5
(werken), Deinze +6, Tielt +5, Lichtervelde +5 (een rit op tegenspoor tussen
Tielt en Lichtervelde veroorzaakt geen extra vertraging), Kortemark +6,
Diksmuide +7. En dan hebben we nog geluk, want deze trein zal uiteindelijk met
een vol kwartier in De Panne aankomen. In de trein zelf is het rustig: onder
het tiental reizigers 2 senioren, van elke kunne één. De dame lijkt zelfs een
treinkaart eerste klasse te voorschijn te toveren.
Voor de terugreis
kiezen we een rit met de kusttram tot Oostende. De tram zit voor zo'n 80 % vol,
en zo blijft de tramrit aangenaam. We zitten helemaal vooraan, meteen achter de
trambestuurder. In Westende zien we een rustige trambestuurder aan het werk,
die duidelijk weet hoe hij moet omgaan met een agressieve reiziger. Het is een
al wat ouder echtpaar, dat toch nog te jong lijkt te zijn om gratis te reizen.
Ze willen 2 biljetten naar Oostende, maar aan voorverkooptarief: iemand van De
Lijn heeft hem bevestigd dat dit kan als er uitzonderlijk geen biljetten aan
het loket verkocht kunnen worden. De trambestuurder zegt dat hij alleen biljetten
kan afleveren tegen het voertuigtarief. En dan begint de heer (de beer?) zich
op te winden: hij gaat geen boete betalen, omdat hij geen biljet heeft kunnen
kopen in voorverkoop. En nog eens het verhaaltje van de man van De Lijn. De
trambestuurder: dit is geen boete; ik kán u geen biljet tegen voorverkooptarief
verkopen. Hij weer: en ik betaal geen 6 EURO voor deze rit. De trambestuurder:
ja, dan moet ge uitstappen. Dat heeft de dame ondertussen al gedaan - zij
ergert zich duidelijk ook aan het gedrag van manlief. Ten slotte druipt hij af,
niet zonder laatste waarschuwing: hij kent iemand optministerie, dit zal een
staartje krijgen.
Onderweg
bewijst de bestuurder nog 2 keer dat hij een erg (klant)vriendelijk en
behulpzaam mens is. Ik zou graag voor hem getuigen, mocht dat staartje er toch
komen.
Het hele
incident heeft zeker 2 minuten geduurd, maar van de 3 minuten vertraging in
Nieuwpoort blijft in Oostende niets meer over. We kunnen rustig naar perron 7
stappen, waar de IC naar Eupen al een tijdje staat te wachten. In Brugge
wachten we 2 minuten op de aansluiting van de L uit Kortrijk, en er is echt wel
een handvol reizigers dat op die manier zijn trein nog haalt. Er is trouwens
weinig reden om zich zorgen te maken over deze vertraging: we rijden Gent alweer
2 minuten te vroeg binnen. Ook tussen Gent en Brussel-Zuid is het vooral zaak
om niet te snel te rijden, maar Brussel-Zuid raak je niet zo maar binnen. We
staan 5 minuten compleet stil, en zo komen we toch nog met 2 minuten vertraging
aan.
IR 3741
naar Quévy komt op tijd binnen, en het ziet ernaaruit dat we stipt in Halle
zullen arriveren. Om 20:04 zijn de deuren al dicht, maar bewegen doet de trein
niet. Vijf lange minuten: er gebeurt niets Dan volgt de mededeling dat we met
10 minuten vertraging zullen vertrekken wegens een technisch probleempje. Is
het de loc, zijn het de M6, is het een combinatie van de twee? Het probleempje
lijkt een probleem te zijn, en in een 2de mededeling wordt nu al een
vertrekuur rond 20:30 voorspeld.
We stappen
dan maar opnieuw uit, zoals flink wat andere reizigers. Wij en enkele anderen
stappen naar de CR naar Geraardsbergen, flink wat meer kiezen voor de IC naar
Quiévrain. De CR heeft maar een 3-tal minuten vertraging. Het is stel 223; op
de flank staat nu een lang Europees nummer. Benieuwd hoe lang die zichtbaar
zullen blijven in dit landje waar graffitispuiters vrij spel hebben.
Drie
minuten vertraging: we verlaten Brussel-Zuid om 20:29, net zoals de IR naar
Quévy die dus hersteld lijkt te zijn. Verkeerd gegokt, dus, want de IR zal
ongetwijfeld voorrang krijgen, ook al omdat de CR over de tragere en langere 96
A gaat. Maar nee hoor, de fly-over in Vorst is een ideale observatieplek en de
IR staat alweer stil, om ons voor te laten. Logisch is dit niet, maar het kan
wel positief zijn voor de vertragingsstatistieken. Die IR zou sowieso met
vertraging blijven rijden, de CR slaagt er nu zelfs in een minuutje vertraging
in te halen. Mocht de IR voorrang gekregen hebben, dan was er een reële kans
dat ook de CR met 6-7 minuten vertraging in Halle zou aangekomen zijn.
Nog even
dit: in rijtuig 61042 (waar we dus eerst zaten) is het noodhamertje gestolen,
het glas is stukgeslagen, het hamertje spoorloos. In stel 223 is met een blauwe
stift een onleesbare boodschap op wanden en zetels geschreven. Ik vraag me af
of de trein nog altijd een beetje reizen is