Schriek
Verleden-Heden-Toekomst

wapenS
Wapens

Tekstgrootte aanpassen?
Klik op + of -

ZOOM

butmed

Schriekbutton
butRo

genealogiebutton
butD1
butD2
butSh
butO
betS2
butSg
butS2
butP2
butH4
butS4
butS5
butS6

Geschiedenisbutton
betPd
betSog

butBV14
WOI
WOIa
WOIv
butBV40

dialect

Parochie
Kerkrek

Grootlobutton

Inhoud blog
  • WO I De Stem uit België (16-17)
  • WO I Gemeentelijke Begraafplaatsen in België (1)
  • WO I Begraafplaatsen in België - Westvleteren (3)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (19)
  • BS Putte - Gezinnen 1800-1920 (10)
  • Schriek - info
  • BS Beerzel - Gezinnen 1800-1920 (11)
  • WO I Vluchtelingen in Nederland - Uden (12)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (25)
  • BS Putte - Gezinnen 1800-1920 (9)
  • WO I De Stem uit België (15-16)
  • St.-Jan Baptist kerk : Het orgel
  • BS Heist - Geboorteakten 1868
  • Heist - Gezinnen 1593-1797 (6)
  • BS Schriek Overlijdensakten 1924-192.
  • Schriek - Het onderwijs tot 1800
  • WO I Begraafplaatsen in België - Steenkerke
  • WO I Begraafplaatsen in België - Wandre (Liège)
  • WO I Begraafplaatsen in België - Westvleteren
  • WO I Begraafplaatsen in België - Westvleteren (2)
  • WO I Vluchtelingen in Nederland - Uden (1)
  • WO I Vluchtelingen in Nederland - Uden (2)
  • WO I Vluchtelingen in Nederland - Uden (3)
  • WO I Vluchtelingen in Nederland - Uden (4)
  • WO I Vluchtelingen in Nederland - Uden (5)
  • WO I Vluchtelingen in Nederland - Uden (6)
  • WO I Vluchtelingen in Nederland - Uden (7)
  • WO I Vluchtelingen in Nederland - Uden (8)
  • WO I Vluchtelingen in Nederland - Uden (9)
  • WO I Vluchtelingen in Nederland - Uden (10)
  • WO I Vluchtelingen in Nederland - Uden (11)
  • BS Putte - Gezinnen 1800-1920
  • BS Putte - Gezinnen 1800-1920 (2)
  • BS Putte - Gezinnen 1800-1920 (3)
  • BS Putte - Gezinnen 1800-1920 (4)
  • BS Putte - Gezinnen 1800-1920 (5)
  • BS Putte - Gezinnen 1800-1920 (6)
  • BS Putte - Gezinnen 1800-1920 (7)
  • BS Putte - Gezinnen 1800-1920 (8)
  • WO I Begraafplaatsen Belgische gesneuvelden
  • WO I Begraafplaatsen in België - Aalter
  • WO I Begraafplaatsen in België - Aarschot
  • WO I Begraafplaatsen in België - Adinkerke
  • WO I Begraafplaatsen in België - Adinkerke (2)
  • WO I Begraafplaatsen in België - Adinkerke (3)
  • WO I Begraafplaatsen in België - Boncelles
  • WO I Begraafplaatsen in België - Brugge 1
  • WO I Begraafplaatsen in België - Brugge 2
  • WO I Begraafplaatsen in België - Champion
  • WO I Begraafplaatsen in België - Chaudfontaine
  • WO I Begraafplaatsen in België - De Panne
  • WO I Begraafplaatsen in België - De Panne (2)
  • WO I Begraafplaatsen in België - De Panne (3)
  • WO I Begraafplaatsen in België - De Panne (4)
  • WO I Begraafplaatsen in België - De Panne (5)
  • WO I Begraafplaatsen in België - Elsene (Brussel)
  • WO I Begraafplaatsen in België - Eppegem
  • WO I Begraafplaatsen in België - Antwerpen
  • WO I Begraafplaatsen in België - Antwerpen (2)
  • WO I Begraafplaatsen in België - Dendermonde
  • WO I Begraafplaatsen in België - Evere (Brussel)
  • WO I Begraafplaatsen in België - Gent
  • WO I Begraafplaatsen in België - Grimde
  • WO I Begraafplaatsen in België - Halen
  • WO I Begraafplaatsen in België - Oeren
  • WO I Begraafplaatsen in België - Ougrée
  • WO I Begraafplaatsen in België - Ramskapelle
  • WO I Begraafplaatsen in België - Schiplaken Hever
  • WO I Begraafplaatsen in België - Sint-Margriete-Houtem
  • WO I Begraafplaatsen in België - Veltem-Beisem
  • WO I Begraafplaatsen in België - Veltem-Beisem (2)
  • BS Beerzel - Gezinnen 1800-1920 (1)
  • BS Beerzel - Gezinnen 1800-1920 (2)
  • BS Beerzel - Gezinnen 1800-1920 (3)
  • BS Beerzel - Gezinnen 1800-1920 (4)
  • BS Beerzel - Gezinnen 1800-1920 (5)
  • BS Beerzel - Gezinnen 1800-1920 (6)
  • BS Beerzel - Gezinnen 1800-1920 (7)
  • BS Beerzel - Gezinnen 1800-1920 (8)
  • BS Beerzel - Gezinnen 1800-1920 (9)
  • BS Beerzel - Gezinnen 1800-1920 (10)
  • Ons Oorlogsdagboek 1914-1919 (12)
  • Kerkrekening 1682-
  • BS Heist - Geboorteakten 1864
  • BS Heist - Geboorteakten 1865
  • BS Heist - Geboorteakten 1866
  • BS Heist - Geboorteakten 1867
  • BS Schriek - Huwelijksakten 1891-1900
  • BS Schriek Huwelijksakten 1901-1909
  • BS Schriek Huwelijksakten 1910-1918
  • BS Schriek Huwelijksakten 1919-1923
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (1)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (2)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (3)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (4)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (5)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (6)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (7)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (8)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (9)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (10)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (11)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (12)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (13)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (14)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (15)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (16)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (17)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (18)
  • BS Schriek Overlijdensakten 1891-1895
  • BS Schriek Overlijdensakten 1896-1900
  • BS Schriek Overlijdensakten 1901-1906
  • BS Schriek Overlijdensakten 1907-1911
  • BS Schriek Overlijdensakten 1912-1915
  • BS Schriek Overlijdensakten 1916-1918
  • BS Schriek Overlijdensakten 1919-1923
  • BS Heist - Overlijdensakten 1857-1858
  • BS Heist - Overlijdensakten 1859-1860
  • BS Heist - Overlijdensakten 1861-1862
  • BS Heist - Overlijdensakten 1863-1864
  • WO I De Stem uit België (1)
  • WO I De Stem uit België (2)
  • WO I De Stem uit België (3)
  • WO I De Stem uit België (4)
  • WO I De Stem uit België (5-6)
  • WO I De Stem uit België (6)
  • WO I De Stem uit België (7)
  • WO I De Stem uit België (7-8)
  • WO I De Stem uit België (8-9)
  • WO I De Stem uit België (9)
  • WO I De Stem uit België (10)
  • WO I De Stem uit België (11)
  • WO I De Stem uit België (11-12)
  • WO I De Stem uit België (12-13)
  • WO I De Stem uit België (13-14-15)
  • Ooit gelezen ...
  • Ooit gelezen ... (1) Kinderkarnaval
  • Ooit gelezen ... (2) Houten huis.
  • Ooit gelezen ... (3) Aflaat Franciscus
  • Ooit gelezen ... (4) De uyle krijst.
  • Ooit gelezen ... (5) Een vliegende bom voor Grootlo.
  • Ooit gelezen ... (6) Uitslag der loting 1908
  • Ooit gelezen ... (7) De Vluchtelingen.
  • Ooit gelezen ... (8) En waar de ster bleef stille staan
  • Ooit gelezen ... (9) Warme luchtballon in den hof van de pastorij.
  • Ooit gelezen ... (10) Het kasteel van Schriek.
  • Documenten
  • Huiseigenaars 1858
  • Akte - 1 Van der Stegen
  • Akte - 2 Van der Nath
  • Akte 3- de Brouckhoven
  • Akte 4-de Brouckhoven
  • Akte 5 -de Brouckhoven
  • Akte 6 -de Brouckhoven
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (1)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (2)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (3)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (4)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (5)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (6)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (7)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (8)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (9)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (10)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (11)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (12)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (13)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (14)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (15)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (16)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (17)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (18)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (19)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (20)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (21)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (22)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (23)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (24)
  • BS Heist Gezinnen 1797-1850 (14)
  • BS Heist Gezinnen 1797-1850 (15)
  • BS Heist Gezinnen 1797-1850 (16)
  • BS Heist Gezinnen 1797-1850 (17)
  • Overlijdens (alf) 1556-1971
  • Overlijdens (alf) 1556-1971 (2)
  • Overlijdens (alf) 1556-1971 (3)
  • Overlijdens (alf) 1556-1971 (4)
  • Overlijdens (alf) 1556-1971 (5)
  • Overlijdens (alf) 1556-1971 (6)
  • Overlijdens (alf) 1556-1971 (7)
  • Overlijdens (alf) 1604-1929 (6)
  • Overlijdens (alf) 1604-1929 (7)
  • Overlijdens (alf) 1604-1929 (8)
  • Overlijdens (alf) 1604-1929 (9)
  • Overlijdens (alf) 1604-1929 (10)
  • Overlijdens (alf) 1604-1929 (11)
  • Overlijdens (alf) 1604-1929 (12)
  • Overlijdens (alf) 1604-1929 (13)
  • Overlijdens (alf) 1604-1929 (14)
  • Overlijdens (alf) 1604-1929 (15)
  • Overlijdens (alf) 1604-1929 (16)
    28-01-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.BIJDRAGEN TOT DE GESCHIEDENIS (1)

    BIJDRAGEN TOT DE KENNIS DER GESCHIEDENIS
    VAN DE GEMEENTE SCHRIEK.

    door Jan De Belser

    VOORWOORD. – Bij ’t opstellen eener geschiedkundige schets over onze streek, misstaat het, naar ons dunkt, niet met onze gedachten eens terug te keren naar den voortijd.

    VOORHISTORISCHE TIJD. – Naar algemeen gevoelen was het noordelijk deel van ons Vaderland voor een twintig - dertigtal eeuwen door de zee overstroomd. Naarmate de wateren van den oceaan langzamerhand terugwerken, kwamen de verhevenste punten des bodems al meer en meer te voorschijn, zoo nochtans dat zij bij elk tij gedurig al minder overstroomd werden tot dat de zee verder was terug getrokken. Uit de overstroomde laagten ontstonden later meren, poelen, moerassen en vennen, van welke de geschiedenis van verschillende tijdperken gewag maakt, en van welke heden de laatste sporen nog niet verdwenen zijn. Zoo treffen wij nabij de oostergrens onzer gemeente nu nog een lage moerasachtige streek aan, die deels bedekt is met poelen, riet, biezen en heestergewas en die bij de bewoners der omstreek bekend staan onder den naam van “ DE MEREN “.
    Zoals Lodewijk Liekens in zijn voortreffelijk werk “ Geschiedenis der gemeente HEIST-OP-DEN-BERG “ zegt, scholen in die moerassen en rietvelden en in de wouden op de meer verheven plaatsen, monsterdieren der voorwereld, die soms door het water verrast werden. De in dit werk vermelde en nog latere opgravingen (1) leveren daarvan het overtuigend bewijs. Wat verandering hier op onzen bodem al plaats greep !
    (1) Bij ’t graven van een bornput voor het oprichten der woning (rond 1890) op ’t perceel grond, wijk G, nr. 795e, zuidwaarts van de melkerij St.Jozef, tegen den steenweg naar GOOR-DORP, stiet men op 2-3 meter diepte op een hard voorwerp, dat men voor een boomstam aanzag, maar dat na afgezaagd en bovengehaald te zijn, een stuk been van meer dan 10 cm. doorsnede bleek te zijn. (Een gedeelte ervan werd ons getoond door voornoemden schrijver).
    Bij het delven der putten te HOFSTADE (Mechelen) ontdekte men overblijfselen van monsterdieren, en tijdens de werken van ’t Albertkanaal haalde men te GROBBENDONK zware boomtronken boven.

    HISTORISCHE TIJD. – Later komen Cesar en oude schrijvers bevestigen dat Taxandrië – onze hedendaagse kempen – een schrale streek is met zandige bodem, deels met moerassen en bossen bedekt.
    Nog later wordt in onderscheiden akten en oorkonden melding gemaakt van het zoogenaamde “ WAVERWALD ” (1) dat zich tijdens de middeleeuwen uitstrekte N.waarts tot boven de beide Neten, O.waarts tot aan een uitgestrekte moeras, Z.waarts tot de Dijle, W.waarts tot aan de Schelde (Baasrode) en de Rupel (Rumpst). Volgens historische oorkonden bestond dit woud niet meer in ’t begin der 17e eeuw. En van het moeras, dat zich naar oude aardrijkskundige kaarten (2) tussen Aarschot, Baal, Schriek en Heist uitstrekte, zijn de “ kwade plas ” en de “ Moeren ” (3) onder Heist en Boischot en boven de genoemde “ Meren ” het laatste overblijfsel. Zodat het hedendaags grondgebied van Schriek een deel inneemt van den Z-O. hoek van het historische “ WAVERWALD ” tegen vermeld moeras, dat in de instellingsbrieven der parochie van Schriek (1309) genoemd wordt “BERTHOUTMEER”.
    (1) Kronijke van den Lande en de Vrijheid van Heist (bl.6 en 7) door L.Liekens.
    Wavre N.D. et ses Seigneurs (p.1) par Th. De Raadt.
    (2) Vermeld bl.17 Gesch.v.HEIST-OP-DEN-BERG door L.Liekens.
    (3) Thans in bouwland herschapen.

    BEWONERS. – De geschiedenis leert ons, dat de Oude Belgen, van over den Rijn gekomen, in de 3e eeuw voor onze jaartelling, de Kelten of Gallen hier verjoegen en zelf die plaats innamen. Het grondgebied dat, elke stam bij den inval der Romeinen bezettende, had, zonder twijfel, geen nauw afgepaalde grenzen. Ook loopt de zienswijze der historie schrijvers nog al eens uiteen nopens het punt of onze streek hier door Menapiërs of Nerviërs bewoond was. Na Cesar zijn onze ontvolkte gewesten ingenomen door de Taxandriërs, die bij de aankomst der Franken in de 5e eeuw, met deze samenspanden en de Romeinen verjoegen
    Onder Frankische vorsten is het land verbrokkeld (1) en de verdere verbrokkeling, vervreemding en versjachering onder allerlei vormen en voorwaarden, heeft geduurd tot de Fransche overheersing in 1794. Een van die vormde de “ HEERLIJKHEDEN SCHRICK en GROOTLOO ” en is nu de gemeente SCHRIEK.
    (1) In de “ geschiedenis van HEIST ”, zegt L.Liekens, bl.26 : de door de Franken veroverde grond werd onder de voornaamste legerhoofden of beambten verdeeld en in LEEN uitgegeven. De begiftigden splitsten hunne bezittingen in ONDERLENEN, om des gemakkelijker de bevolking, die wijd en zijd op hunne landerijen woonde, onder hun bewind te houden. Op die onderlenen deden zij een landhoeve bouwen en gaven het bestier ervan aan een opziener (proeter Williens of meyer genoemd), welke een leenrechtig gezag uitoefende over de boeren of laten zijner villa.
    Een leen was dus een goed door zijn bezitter aan een anderen gegeven onder verplichting van hulde, trouw en manschap en onder tegenverplichting van bescherming. De leenheer of de uitgever van het leen bleef de eigenaar van het goed, waarvan hij slechts het vruchtgebruik vervreemde, en dat hij, om reden van ontrouw, terugnemen mocht.
    Al deze bepalingen zijn in de loop der tijden gewijzigd geworden. De lenen werden naderhand erfelijk en de leenmannen zoo goed als eigenaars, doch altijd onder zekere voorwaarden. Ondertussen sproot hieruit voort het later algemeen geworden “ LEENROERIG STELSEL ” dat met merkelijke wijziging tot de Franse omwenteling voortgeduurd heeft.
    Door het uitgeven van leengoederen hebben de dorpen hun begin genomen. Het woord VILLA betekende bij de Romeinen een LUSTHOF, maar tijdens hun bestuur waren er hier ook reeds “ villa’s ” tot stand gekomen met de betekenis van HOFSTEDE, onder welke bediedenis zij in het begin van het Frankisch tijdvak hier bleven bestaan.
    Doch langzamerhand onderging dit een verandering, want onder Karel den Grote verstond men door ‘villa’ reeds een dorp of een bewoonden grondeigendom, toebehorende aan den enen of anderen landheer.
    En op bl.37 lezen wij : “ Men weet dat sedert de inbezitneming van Gallië door de Franken, er vrije dorpen of villa’s bestaan hebben, naast degenen die aan den Staat, aan Koning, aan Kerken of abdijen, of andere heren toebehoorden, en welke doorgaans door onderhorige of dienstbare lieden bewoond waren.”

    NAAM. – De naam van het dorp is op verschillende wijzen geschreven geweest : in de instellingsbrieven der parochie in 1309 zou staan : SCHRIECKE, - en dit woord zou, naar bewering van enigen betekenen “ schrijden ” (schrieken).
    Die naam zou hieruit ontstaan zijn, dat Schriek in vroegere eeuwen een moerassige streek was, waar men om er door te geraken, menigmaal moest schrijden of schrikken.(1)
    De Naam SCHRICKE, SCHRICK, SCHRIK, die in andere stukken voorkomt, draagt weinig ter opheldering bij en heeft naar mening van velen, de betekenis van (schrik) vrees, angst, vervaardheid, wat laat vermoeden dat het in dit hoekje van het WAVERWALD eens onveilig is geweest. Zoals wordt beweerd – ’t is maar een volkslegende – dat Schrick bewoond geweest is door rovers, die hunne stoutmoedigheid zo ver dreven, dat ze het zinnebeeld van de roofzucht “ een uil “ op hunne verblijfplaats (2) zetten.
    Wij sluiten ons aan bij de eersten. Hun veronderstelling schijnt niet van allen grond ontbloot : het grondgebied van Schriek is heden nog een lage streek, waar tussen geringe verhevenheden talrijke beken vloeien, die men omtrent allen zonder veel moeite kan overschrijden. Dan zou de Schriekstraat betekenen “ lage ” straat, wat ze inderdaad is (3) en niet “ straat die naar Schriek leidt “.
    In stukken van 1125 en 1566 treft men de naam “ SCHRIECK ” aan.(4)
    (1) Het “ Modern Woordenboek van J.Verschuren S.J.” geeft : “ Schrikkelen Freq.(herhaling) van schrikken ”, bijgevolg springen. Z.N. overspringen ; overslaan.”
    (2) Dit gebouw, een zeer oude hoeve, eertijds omgeven door een brede gracht, en waarvan een gedeelte van de woning bestond uit overblijfselen van een oud kasteel of iets dergelijks, is in 1900 afgebroken en vervangen door een moderne boerenwoning die heden nog den naam draagt van “ den uil ” op ’t grondgebied van PUTTE, ongeveer 1100 meter van de kerktoren van Schriek. (Op de stafkaart, 1 / 20000, bl.XXIV. pl.2, aangeduid “ uilhoef ”. Voor 1900 was de uil op den puntgevel reeds vervangen door of overdekt met een metalen pot, door de metselaar bij herstelling daarop geplaatst.
    (3) Tussen de Heistse en de Minkse beek werd de Schriekstraat na elke zware regenslag gans overstroomd.
    (4) “ Dictionnaire Hist. Et Geogr. Des Communes belges « par E.De Seyn (1933)

    HEREN. –De vroegst gekende heren dezer streek, na de Prinsbisschoppen van Luik (1) waren de BERTHOUTEN (2) van Mechelen, die zich beroemd gemaakt hebben door de tegenstand, die zij in de 12e eeuw gedurende 20 jaren aan de hertogen van Brabant geboden hebben. De Berthouten waren, als voogden, meester over het land van Mechelen, dat later ook “ land van CLEEF ” en “ land van ARKEL ” genoemd werd naar de familie aan welke het toebehoorde.(3) Ten laatste in 1459 werd het overgedragen aan Filips de Goede en diens nakomelingen. Sedertdien is onze streek aan de kroon en domeingoed gebleven tot in ’t midden der 17e eeuw.
    Binst dit tijdperk van twee eeuwen moeten de HEERLIJKHEDEN SCHRIEK EN GROOTLOO toebehoord hebben aan andere personen, die door pandverdrag ervan in bezit gekomen waren, d.w.z. dat de kroon het verkocht goed altoos mocht terugeisen tegen wedergave van de koopsom. Op die wijze zijn heer geweest van SCHRIEK en GROOTLOO : NIKOLAAS VAN DER LAEN (1562) en na hem, in 1565, zijn zoon Jan.(4) Vermoedelijk zijn Schriek en Grootloo in pand gebleven aan de familie van der Laen tot in 1650.(5)
    Om in de zware oorlogskosten te voorzien, verkocht Filips IV, koning van Spanje, vele domeingoederen. Zo werden de heerlijkheid van Schriek en Grootloo, bij openbare veiling te Brussel den 9 April 1650 toegewezen aan DIRCK VAN DER NATH, heer van BERLAAR en GESTEL, voor 102 000 gulden.
    Dirk van der Nath verkocht ze in 1660 aan ANTOON FERDINAND VAN BROECHOVEN, burgemeester van Brussel. Na zijn dood in 1687 of 1689 werd dezes zoon Jan Baptist heer van Schriek en Grootloo. Deze laatste overleed kinderloos. Zijn bezittingen gingen over aan zijn zuster HELENA VAN BROECHOVEN, die gehuwd was met JAN PIETER CHRISTYN. Van deze gingen ze bij erfenis over aan de enige dochter van JAN BAPTIST VAN BROECHOVEN, baron van PUTTE, en oudste broeder van Jan Baptist en Helena voornoemd. Door het huwelijk van dezes dochter Clara in 1725 met KAREL LODEWYK VAN DER STEGEN werd deze den 28 Juni 1727 in bezit gesteld van Schriek en Grootloo. En naar alle waarschijnlijkheid is het deze enige zoon die de rond 1850 levende oude Schriekenaars gekend hebben onder de naam van “DEN OUDEN BARON”.
    Naar de volksoverlevering zou deze driemaal gehuwd geweest zijn, minstens een dozijn kinderen achtergelaten, en een zeer hoge ouderdom bereikt hebben. Hij droeg dezelfde naam als graaf FILIP NORBERT MARIA VAN DER STEGEN, wiens grootvader hij was.De zoon van de vorige, graaf ALBERT VAN DER STEGEN hield tot rond 1875 zijn zomerverblijf op het kasteel van Schriek. Volgens een geslachtsboom die zich weleer in de huiskapel van ’t kasteel bevond, zouden deze heren aanverwant geweest zijn met de Hollandse dichter JACOB CATS.
    Naar bewering van enigen zou de adellijke titel van “graaf” aan deze familie gekomen zijn bij erfenis rond 1845, wat ons gegrond schijnt door het feit dat de voorzaten door de volksmond betiteld werden als “baron” – dat een streek grond N.W. waarts van ’t kasteel, “de kleine baronshoek” genoemd wordt en als zodanig op ’t kadaster aangetekend staat, - en dat in een akte (uit het proces over het bezit der “ Kapelleheide ” 1770-1776) de eerst vernoemde Filip Norb. Maria van der Stegen, als “ baron van Putte ” en heer van Schriek herkend is.
    Maar in voornoemd werk “ Dict. Des Comm. Belges “ vinden wij vermeld dat reeds de vader van Karel Lodewyk van der Stegen tot “ graaf “ verheven was.(6)
    Het kasteel is door een aanverwant, heer “ BARON VANOLDENEEL tot OLDENZEEL “ bewoond geweest van …. tot 1926, wanneer het door verkoop door de erfgenamen van der Stegen in bezit is gekomen van den heer AUGUST DE ROY.(7)
    (1) en (2) De eigenlijke heerlijkheid van Mechelen is naar gevoelen van verschillende geschiedschrijvers rond 915 door KAREL DEN EENVOUDIGE (Karel III), koning van Frankrijk, aan de Kerk van Luik geschonken. Later hebben Duitse vorsten die kerk begunstigd : in de “ Kronijke van het Land en de Vrijheid van Heist “ (Lod.Liekens), staat bl.5-8 vermeld dat keizer Hendrik II aan de kerk van Luik gaf : zekere koninklijke rechten van jacht in de bossen gelegen tussen de “ NETHE “ en de “ THILE “, gewoonlijk “ WAVERWALD “ genoemd. Oorkonden van latere datum bewijzen dat het Waverwald dus ook het land van Mechelen eigendom is geworden van de kerk van LUIK : in de “ Geschiedenis der gemeente SCHELLE door TH. DERAEDT en STOCKMANS “ staat op bl. 70 : “ WALTHER II BERTHOUT HEERSTE OVER DE STAD MECHELEN, een leen der kerk van Luik, wier beschermer hij was, en over een onoverzienbaar domein, dat zich tot aan de poorten van DENDERMONDE, BRUSSEL en ANTWERPEN tot in het hart der kempen uitstrekte. – En in “ Wavre-Notre-Dame door Th.de Raedt, bl.1 : “ Des le XIIe siècle la forêt de Wavre fut la propriété des Berthout, puissants dynastes qui règnaient alors sur Malines et le pays environnant. C’est sans aucun doute, à l’intelligente et énergique initiative de cette race redoutable que la plupart des localités crées dans cette forêt, doivent leur existence.»
    (3) Door het huwelijk van Floris Berthouts enige dochter Sophia met Renold II van Gelder in 1330 moest het land van Mechelen aan het huis van Gelder komen, maar Sophia stierf voor haar vader. Hun dochter Maria van Gelder huwde Jan van Cleef : van daar de naam van “ Land van Cleef “. Bij het tweede huwelijk van Maria van Gelder met Jan van Chatillon liet zij in 1384 het land van Mechelen aan haar nicht die getrouwd was met Jan van Arkel ; van daar de naam van “ LAND VAN ARKEL “.
    Na veel moeilijkheden was Jan van Arkel verplicht het land af te staan aan heer Jozef van Wezemaal. Willem van Egmont, zoon van Jan van Arkels enige dochter wist het in bezit te krijgen, maar werd genoodzaakt het aan den heer van Wezemaal terug af te staan in 1445. Reeds in de eerste akte van afstand (door Jan van Arkel aan den heer van Wezemaal) akte getekend 16 Januari 1427, zijn “ Schryeck – Grootloo “ (aldus in die akte geschreven) niet meer vermeld als deelmakende van “ het land van Mechelen “.
    (4) Deze Jan van der Laen was in het jaar 1595 commune meester van de stad Mechelen en hoofdman van de handboogschuttersgilde wanneer hij met de Mechelaars groten roem behaalde met de stad Lier te ontzetten, die door de Hollanders onder Kapitein Herougière, gouverneur van Breda, verrast was.
    (5) Zekere Jan Baptist van der Laen, heer van Schriek en Grootloo, heeft in de 17e eeuw een schilderij van Antoon Van Dyck, “ Christus aan het kruis tussen de twee moordenaars “ verbeeldend, geschonken voor het hoofdaltaar der Minderbroederskerk te Mechelen. Bij de afschaffing van dit klooster in de 18e eeuw (a) is die schilderij naar de metropolitane kerk overgebracht, waar ze boven het altaar dicht bij den Z. zij-ingang geplaatst werd en (misschien) nog te zien is.
    (a) De gebouwen van dit klooster, gelegen “ Onder den toren “ en tegen de “ Melaan “ dienen tot militair dépôt en voedermagazijn. In het nog bestaande kerkgebouw heeft men sedert enige jaren (193..) gezocht naar het graf van MARGARETHA VAN YORK.
    (6) Dict.Hist. et Géogr. Des Comm.belges, II, p.1133 : « Jean Bapt.de Broechoven releva la seigneurie (de Schriek et Grootloo) en septembre 1687 ; Charles Louis van der Stegen la fit relever le 28 juin 1727. Le père du nouveau seigneur de Schriek et Grootloo, Jean Adolphe van der Stegen, avait été créé « comte » par le roi Charles de Castille le 30 janvier 1698 avec faculté d’appliquer ce titre à une de ces terres. Cette faveur lui avait été accordée pour le récompenser des services rendus pendant 21 ans, comme drossard de Brabant et en reconnaissance des mérites de ses aieux.
    Le château et les terres de Schriek passèrent en dernier lieu à Julie Marie Joséphine comtesse van der Stegen de Schriek, née le 13 juin 1817.
    Le château, bâti par Charles Louis van der Stegen, baron de Putte, est d’une construction d’une grande simplicité, d’environ 15 mètres de façade. On y trouve le millésime de 1731 au plafond du corridor du premier étage. »
    (7) Zie daarover « Revue du Touring Club de Belgique « (jaarg.1933, nr 21 bl.321)

    BURGERLIJK BESTUUR.

    Onder burgerlijk opzicht werden Schriek en Grootloo tot het einde van de 18e eeuw bestuurd door een DROSSAARD, TWEE BURGEMEESTERS en VIER SCHEPENEN, zo te verstaan, dat, alhoewel elke heerlijkheid haar eigen burgemeester en twee schepenen had, de beide plaatsen gezamenlijk door dezelfde personen bestierd werden.
    Er bestaat geen enkel stuk waarin het een of ander bestuur afzonderlijk genoemd wordt, als bestuurd door een of meer van bedoelde overheden.(1)
    Voornoemde overheden waren ook met het gerecht gelast, want Schriek had, evenals alle omliggende dorpen van dien tijd, zijn eigen of “ heerlijke “ rechtbank.(2)
    De DROSSAARD of SCHOUT werd door de heer, aan wie het dorp behoorde, aangesteld en was dezes plaatsvervanger. Hij was de ziel van het dorp, de verstandige, werkzame man die van dag tot dag ieder zijn plicht herinnerde, ten einde dat overal geschiedde wat het recht vereiste. Hij was de macht om het kwaad te voorkomen ; geen vergadering mocht gehouden worden, die niet door de schout bijeengeroepen was ; niemand mocht in een volksvergadering spreken zonder daartoe door hem gerechtigd te zijn. Hij was ambtenaar van den hogen heer, maar geen beambte van het lichaam der gemeente. Hij was rechter, rechtdoener of regeerder, maar de gemeente moest hem altijd met raad en daad bijstaan. Na maning van de schout moesten de schepenen “ wijzen en vonnissen “ maar het ging hem alleen aan het “ gewijsde “ uit te voeren. De gemeente vermocht niets zonder haar overheid, en deze kon niets uitrichten zonder de gemeente te raadplegen. De drossaard regeerde, en maande het recht, maar besturen deed hij niet. Gelden en geldwaarden had hij niet in handen, en de inkomsten en eigendommen van het dorp werden door hem noch beheerd, noch besteed.
    De SCHEPENEN, onder de aanzienlijkste ingezetenen gekozen, waren de eigenlijke rechters : alle vonnis werd door hen gewezen en moest door de schout uitgesproken worden gevoerd die er niets mocht aan veranderen. Wanneer een moeilijk geval zich voordeed, gingen zij naar de schepenen van Mechelen om raad. Deze schreven dan een vonnis, dat de zaak zonder beroep, besliste, en dat door de schout van het dorp, bijgestaan door de schepenen, moest afgekondigd worden.
    Destijds had elke rechtspleging meestal plaats in de open lucht en gewoonlijk in ’t midden van het dorp. De schout nochtans mocht de vergadering stellen waar hij wilde : op de grenzen der gemeente, op een brug, onder een boom, enz... Op deze plaats werd kringsgewijs een koord gespannen, in ’t midden van de kring zat de schout op een zetel, links en rechts de schepenen en buiten rond de afspanning was de plaats voor de ingezetenen van het dorp.
    Deze rechtsvergaderingen geschiedden buiten, omdat het recht de zaak was van allen en er geen oprechte waarheid kan zijn dan onder den blauwen hemel, waar iedereen kan tegenwoordig zijn en niemand om plaatsgebrek kan uitgeweerd worden.
    Het gerecht van die tijd was ook veel strenger dan hedendaags : onthoofden, radbraken, verminken, hangen waren gewone straffen voor zware misdaden. Een galg diende soms voor twee of meer gemeenten. Zo zal, zonder twijfel, de Schriekse galg, die op de plaats stond waar men in 1900 nog de herberg “ IN DE GALG “ op de grensscheiding van Schriek en Beerzel aantrof, voor deze twee gemeenten gediend hebben. De straat, sedert 1874 steenweg, sedert 1940 baan in beton, die er van Schriek naar toe leidt, is er ongetwijfeld, haar naam aan verschuldigd.(3) Dikwijls stond ze op een van de dorpskom ver afgelegen, eenzame plaats : de uiterste hoek der gemeente Putte tegen de baan naar Keerbergen is nog algemeen gekend onder de naam van Putse galg. Te Heist trof men het Galgeveld en de Galgehut aan tegen de baan van Bruggeneinde naar Wiekevorst.
    Het aandeel van de BURGEMEESTER in ’t besturen en beschermen der gemeente was niet zeer groot : waar de schout als regeerder niets anders kende dan het strenge recht en ’s heren bevelen, die hij op ban en boete moest doordrijven, daar had hij tegenover zich de burgemeester, bewaarder en beschermer van de rechten, gebruiken, keuren, enz… In rechtsgedingen echter kon hij door minnelijke tussenspraak, enige uitstel of matiging van al te harde eisen bekomen. Verder moest hij de schattingen inzamelen en mocht enige geldboeten gezamenlijk met de schout delen.
    Dit stelsel van bestuur bleef in voege tot dat het op het einde der 18e eeuw door de Franse republiek afgeschaft werd. Van af het jaar 1797 werd Schriek, naar het Franse regiem, bestuurd door een MAIRE (meier = heden burgemeester) en door twee ADJOINTS (schepenen) tot in 1815. Na dit tijdstip tot … bestond het gemeentebestuur uit één burgemeester, twee schepenen en zeven raadsleden, sinds … …raadsleden, allen door en tussen de inwoners der gemeente gekozen.

    (1) Overgenomen uit “ Aantekeningen van voornoemde heer Op de Beeck ; door deze waarschijnlijk grotendeels getrokken uit de Geschiedenis van Heist, door L.L.”
    (2) Er bestonden hier (voor het einde der 18e eeuw) geen wetten zoals nu, naar welke het bestuur der gemeente moest ingericht of geregeld, en het strafrecht moest uitgeoefend worden. Plaatselijke gebruiken en gewoonten waren wet. En deze verschilden merkelijk van de ene plaats tot de andere. Al de in voege zijnde gebruiken van een plaats samen, noemde men haar “ COSTUMEN “.
    (3) Nergens vonden wij een document uit vroegere eeuwen betreffende het strafgerecht (strafverordening, vonnis, uitspraak, uitvoering, enz…, hier ter plaatse.

    NAAMLIJST DER GEKENDE BURGEMEESTERS :
    De Preter Livien van …. tot 1808
    Vermylen Jan Norbert van 1808 tot 1830
    Storms Jan Baptist van 1830 tot 1831
    Vermylen Jan Norbert van 1831 tot 1851
    Vermylen Melchior van 1851 tot 1867
    Vermylen Petrus van 1867 tot 1872
    Mertens Jan Baptist van 1872 tot 1894
    Goossens Engelbert van 1896 tot 1920
    Holemans Constant van 1921 tot 1932
    Beyens Jozef van 1933 tot …

    SCHEPENEN :

    Croonen Jan van 1818 tot 1825
    Claes Jan Frans van 1818 tot 1829
    Storms Elico van 1825 tot 1830
    Storms Jan van 1829 tot 1830
    Ceulemans Jozef van 1830 tot 1852
    Rappoort Jan van 1830 tot 1832
    Van den Broeck Petrus van 1834 tot 1840
    Scheirens Frans van 1840 tot 1846
    Verstraeten Jozef van 1846 tot 1848
    Storms Jan Baptist van 1848 tot 1860
    Van den Eynde Petrus van 1852 tot 1861
    Verstraeten Jan Baptist van 1861 tot 1865
    Storms F van 1863 tot 1869
    Goossens Adriaan van 1865 tot 1881
    Op de Beeck Jan Corneel van 1867 tot 1878
    Goossens Engelbert van 1879 tot 1896
    Van den Eynde Jacobus van 1882 tot 1903
    Geeraerts Jozef van 1896 tot 1912
    Adams Karel van 1903 tot 1921
    Pelgrims Livinus van 1912 tot 1921
    Beyens Jozef van 1921 tot 1924
    Brabants Frans van 1921 tot 1932
    Van Woensel Juul van 1924 tot 1932
    Van Kelst Hendrik van 1933 tot …
    Wijns Jozef van 1933 tot …

    GEMEENTESECRETARISSEN :

    Van den Putte Theodoor van 1818 tot 1830
    Lambrechts Frans van 1830 tot 1831
    Holemans Karel van 1834 tot 1869
    Verschaeren Jan Baptist van 1869 tot 1894
    Van Roosbroeck Alfons van 1894 tot 1897
    Ceulemans Jozef Amand van 1897 tot 1918
    Op de Beeck Jozef van 1918 tot …

    ONDERWIJZERS :

    Verlinden Jozef van 1818 tot 1824
    Schoofs Guilielmus van 1824 tot 1830
    Lambrechts Frans van 1830 tot 1832
    Lambrechts Hendrik van 1830 tot 1832
    De Meutter Jozef van 1832 tot 1867
    Verboven Felix van 1842 tot …
    Van Erps Engelbert
    Van Dessel Frans
    Van Craen Jan Baptist van 1842 tot 1847
    Boelpaep Antoon
    Verkoyen Hendrik van 1847 tot 1849
    Van den Bosch Vital van 1849 tot 1852
    Sicard Paul Jan van 1853 tot 1854
    De Meutter Stanislas van 1854 tot 1864
    De Meutter Jan van 1863 tot 1865
    Van Eepoel Theofiel van 1865 tot 1866
    Van den Meutter Felix van 1866 tot 1873
    Viskens Lodewijk van 1867 tot 1894
    Van Hoof August van 1873 tot 1879
    Op de Beeck Jan van 1879 tot 1916
    ’t Servranckx Hendrik van 1894 tot 1899
    De Belser Victor van 1899 tot 1904
    Cools Alfons van 1901 tot 1930
    Verschaeren Louis van 1904 tot 1933
    Verstappen Edmond van 1906 tot 1912
    Peeters Frans van 1920 tot …
    Van der Auwera Frans van 1920 tot …

    VELDWACHTERS :

    De Preter Hendrik van …. tot 1832
    De Meutter Stanislas van …. tot 1851
    Van den Eynde Jozef van 1852 tot 1854
    Brabants Norbert van 1854 tot 1881
    Andries Adriaan van 1882 tot 1890
    Docx Edward van 1890 tot 1910
    Van Doorselaere Aloïs van 1910 tot 1928
    Verhoeven Denis van 1919 tot ….

    DE PAROCHIE.

    OORSPRONG OF ONTSTAAN. – De parochie is ontstaan uit een onderverdeling van Beersel in 1309. Uit de instellingsbrieven (1) blijkt dat er voor de oprichting der parochie, - dus voor vermeld jaar – ter plaatse reeds een hulpkerk bestond (2) zonder twijfel gebouwd door de Berthouten. Het is te denken, dat van den enen kant de grote afstand tot hun parochiekerk en van den anderen kant de nabijheid der hulpkerk, de parochianen van het zuidelijk deel van Beerzel aangezet heeft bij Z.Hoogw.Mgr.Philippus, bisschop van Kamerijk tot welk bisdom Beerzel alsdan behoorde (3), een verzoekschrift in te zenden van de verheffing der reeds bestaande kerk tot parochiekerk ; dus de oprichting ener parochie te bekomen. Ten gevolge daarvan zouden, luidens de inrichtingsbrieven, de Z.E.H..Henricus, deken van St.Rumoldus te Mechelen en broeder Joannes de Marle, monnik der abdij van St.Bernards, door Z.Hoogw. gezonden geweest zijn tot onderzoek. Het verslag over dit onderzoek moet Z.Hoogw. bevallen zijn, want door brieven gegeven te Brussel den 2e Zondag na H.Drievuldigheid 1309, door den Z.E.H.Joannes de Monasterio, bijzondere zaakgelastigde van Z.Hoogweerdigheid, is het gunstig verslag van onderzoek goedgekeurd en de parochie ingericht geworden.
    (1) Deels naar nota’s van vermelden hr. Op de Beeck.
    (2) Zie verder alinea “ Kerk “.
    (3) Naar vermelde instellingsbrieven, (en naar L.L. Geschied. Van Heist bl.22) Beerzel en Schriek maakten alsdan en tot in 1559 deel uit van de dekenij Mechelen en zijn bij ’t begin der 19e eeuw van de dekenij Mechelen-West overgegaan tot die van Lier, en bij de dekenij Heist bij dezer oprichting in 1873.

    GRENZEN.- Nopens de grenzen der parochie leest men in de instellingsbrieven : “ IPSUM LOCUM LIMITAVIMUS : SECUMDUM QUOD ANTIQUUM FOSSATIUM SE CIRCUMQUAQUE. “EXTENDIT AD QUEM SPECTABUT NIHILOMINUS QUOEDAM BIDEM JACIUS VOCATA THEUTONICE “ BERTHOUTMEER “ PROUT SE EXTENDIT
    Zonder twijfel moet hier door “ anticuum fossatium “ verstaan worden de RAAMBEEK die in het Berthoutmeer – nu de “ meren “ – ontstaat, welke thans onder Baal gelegen zijn.
    Heeft die beek zoals te besluiten valt, de oorspronkelijke grenzen langs die kant vastgesteld, dan moet de parochie langs die zijde aanmerkelijk verkleind zijn ; volgens nr 183 van de inventaris der parochiale registers en archieven (1) had de Z.E.H.Van Dentegem, deken van Aarschot, in het begin der 17e eeuw, aan de E.H.Pastoor van Schriek vijf huizen afgestaan, die sedert de grensscheiding van 1807 deel maken van Baal.
    (1) Een geordend inventaris der parochiale registers en documenten (naar omzendbrief van 02.04.1898 van Z.E.Kardinaal Goossens) door den E.H. Truyts, pastoor van Schriek, met bijzondere medewerking van den E.H.Fr. Vermeerbergen, onderpastoor, aldaar opgemaakt, bevat meer dan 300 nrs.(A) Het nr 183 luidt : “ Verklaring van heer Helsen vicaris van Baal, nu geestelijk onder Schriek.” (Eens dat het ons gegund geweest is inzage te nemen van die parochiale archieven, vonden wij vermelde verklaring, die luidt) :
    “ De ondergeschrevene zonder judictie of persuatie van iemand dan enkel in faveur van justitie en om de waarheid getuigenis te geven, attesteert mits deze van omtrent twintig jaar gezien en gelezen te hebben zekeren brief, onderteekend J. van Dentegem, plebaan van Aarschot bij adres aan den pastoor van Schriek, welken brief behelsde in substantie deze woorden : “ Alzoo omtrent U.E.parochie 4 à 5 huizen gelegen zijnde van mijne parochie van Aarschot ende het mij lastig valt om de verre afgelegenheit aldaar te moeten administreeren, en zo verzoeken U.E. van in de voorschreven huizen als het voorvallen zal de heilige sacramenten te willen administreeren, zal U.E. daarvoor laten genieten de emolumenten van hetgene nopende de voorschreven huizen can vervallen.”
    Item verklaart dezen brieve gezien te hebben in de pastorije van Schriek ten tijde dat aldaar pastoor was Gerardus Bogaerts, en, want het redelijk is de waarheit getuigenisse te geven bezonderlijk des versocht zijnde, zoo hebben onderteekend op heden 30 Meert 1743.
    (get) Adrianus Helsen, vicaris in Bael.
    Deze vijf huysen als wezenlijk nu Bael zijn overgegaen an Bael naer de nieuwe organisatie in het jaer 1807.
    (get) Ita testor P.Van Elst, pastloei 1807.

    DE KERK. – Uit het nr 13 van hierboven vermelden inventaris (1) blijkt dat de kerk zou gebouwd zijn in 1303, - dus voor de oprichting der parochie -, wat bevestigd schijnt door en overeenstemt met het (hoger vermeld) verslag van degenen, die met het onderzoek nopens de oprichting der parochie gelast geweest zijn, die namelijk verklaren gevonden te hebben “ CAPELLANUS “ en ook “ ECCLESIA “toegewijd aan den H.Joannes Baptista, gebouwd door Egidius Berthout. Daardoor zou de kapel van Grootloo kunnen bedoeld worden, maar die is toegewijd aan den H.Naam Jezus, en nergens is te vinden dat een kerk zou afgebroken, of een nieuwe opgericht geweest zijn. En wijl ten tijde van de oprichting der parochie, de heerlijkheden Schriek en Grootloo aan de Berthouten behoorden, die beschermers waren van de kerk, en doordien de meeste plaatsen in het Waverwald hun ontstaan aan dit huis te danken hebben, schijnt het zeker dat de kerk door hen opgericht is, wellicht zoals hoger gezegd door Egied of door de zoons van Walther IV, heer van Mechelen, over wie we verder – in het artikel over Grootloo – zullen spreken. Tijdens de eerste twee eeuwen half van hun bestaan, vinden wij over de parochie of de kerk niets meer vermeld. Van 1309 tot 1564 zouden er geen archieven (meer) bestaan. De doopregisters beginnen vanaf 1651 en de doopakten van af dit jaar tot 1779, zijn niet ondertekend. Een stuk uit 1661 (nr 14 van reeds vermelden inventaris), maakt als volgt melding van de verkoop van een parceeltje grond van het kerkhof. “ 1661. Verzoekschrift van den E.H.Mertens, pastoor om 4 roeden grond van ’t kerkhof te mogen verkopen.”(2)
    (1) Dit nr luidt : “ 1303. Litteroe fondationis Ecclesioe parochialis de Schriek (Transcriptoe fuerunt ex anthensias conservatis in archivis Ecclesioe parochiales de Aertselaer) “
    (2) Afschrift van een verzoekschrift, toelating en voorwaarden tot verkoop :
    1661.
    “ Request van d’heer Pastoor en kerkmeesteren van Schriek om van het kerkhof te mogen nemen 4 roeden erve tot het vullen van een gracht gelegen tusschen het kerkhof en de plaats, en dezelve gevuld zijnde, te mogen verkoopen.”

    Advies van den heer Landdeken omgegaen hebbende ter plaetse ende diegevisiteerd hebbende d’ zeer eerw heeren van ’t vicariaat
    16 9bris 1661
    De mandato
    (g) Van Bosschoven
    Secr.subs tus.

    De zeer Eerw.heeren van ’t Vicariaat geinformeert synde van heer Landdeken, concenteeren in de vercoopinge alhier gementioneert mids remploy van penningen daervan komende sal gedaen worden prous in textu ende daer af doende behoorel, reckeninge bewysconde reliqua.
    Actum XIIII Decemb 1661
    De Mandato
    (g) B.van Bosschoven
    sec.substus

    De a° 1661 authorisatie van den Bisschop tot verkoopinge en goedenisse derzelve erve, Conditiën van verkooping, enz..
    Aan mijne hoochweerdigste heere den Arschbiscop van Mechelen oft mijn eerw. heeren van ’t vicariaat. Verthoonen met reverentie den heere Pastoor ende Kerkmeesters van Schrieck en Grootloo, hoe dat er is gelegen eenen gracht oft walle tusschen de plaetse van de parochie van Schrieck ende het Kerckhof van de parochiekercke ende alsoo dien voors grecht oft walle groot wesende ontrent de vier royen, soude wesen een bequame plaetsen om een huys te bouwen (zonder de kercke ofte kerckhof te beschaedigen) soo keeren zij verthoonders hun tot syne hooghweerdigste heere ootmoediglijk biddende te gelieven consenteeren, dat zij zouden mogenvan ’t voore Kerckhof afnemen ontrent vier oft vijf royen erve, om den voorn grecht mede te vullen ende alsoo te vercoopen om met de penningen daervan komende te maeken eenen muer tusschen ’t voorschreven Kerckhof ende plaetse van den dorpe, d’welk doende etc a,

    Dec. 1661.
    Andreas Dei et Aplica sedes gratia Archiepiscopus Mechliniensis, Omnibus presentes visuris salutem Domino.
    Recepimus supplicationem Pastoris Aeditiorum Eccliarum parochialium de Schriek et Grootloo, qua nobis exposuerunt in terminis, hoe dat er is gelegen eenen grecht of walle tusschen de plaetse van de parochie van Schriek ende het Kerckhof van de prochiekercke ende alsoo dien voors grecht ofte walle groot wesende ontrent de vier royen, soude wesen een bequam plaetse om een huys te bouwen (zonder de Kercke oft Kerckhof te beschadigen) soo keeren zij verthoonders hun tot syne hoogweerdigste heeren ootmoedelijk biddende te gelieven te consenteeren dat sy zouden mogen vant voorse kerckhof afnemen ontrent de vier of vijf royen erve om de voorse grecht mede te vullen ende alsoo te vercoopen om met de penningen daarvan komende te maeken eenen muur tusschen ’t voorse Kerckhof ende de plaetse van den dorpe, d’welk doende, hetwelk voorse wij hebben doen visiteeren ende doen ondersoeken bij die van onsen raede van het vicariaat ende daerop wel rypelijk geleth, soo concenteeren wij in de vercoopinge alhier gementioneert, de coopers daarinne te goeden ende erfven, midts observerende alle solemniteyten daer toe noodich, ende Remploy van de penningen daervan komende sal gedaen worden, prout in textu supra scripte libelli, ende daer af doende behoorel reckeninge bewijs ende reliqua. Toirconde hebben wij hetzelve bij den Secretaris van ons Vicariaat doen onderteekenen ende den ordinaris segel daerop doen drucken d’erthienden decembris a° Dmi Xuje seventsestich
    De mandato
    (g) B van Bosschoven, secret.
    Fiat goeyenisse sonder prejudicié van de pontpenningen
    Actum in Mechelen den 24 January 1662
    (g) G. van Uffels.

    19 DEC. 1661.

    Voorwaerde ende conditie waerop den heere pastoor ende kerckmeesters van Schrieck en Groteloo sullen heden dezen 19 Dec. 1661 vercoopen seecker eur met roye toecomen de kercke gelyck die gelegen is noordt ende oost aan ’t kerckhoff, west de plaetse vant dorp ende suydwaerts de pastorystraete ende d’erffgen Gillis Wauters alles achter volgende d’ octroy van Arschbiscop hiertoe verleent ende hier annex (A)
    In den eersten soo is conditie dat men dezelve erfve sal doen effenen op den kost van de kercke ende geffent zynde alsdan meten ontrent de 8, 9 of thien royen ende naer advenant de royen betalen.
    Noch is conditie dat betalinghe moet zyn in gereeden gelde oft uyterlycken binnen de veerthien daegen.
    Noch is conditie dat de cooper van vier 3 cyden sal moeten heymen ende de fruytboomen en den heym geplant sullen wezen tot profyt ende eyghen van den cooper.
    Noch is conditie dat de cooper op de voorse erfve niet en sal moghen een slecht huys setten dan een huys van fraye forme voort dminste met eenen steenen muer vant fondament tot aant dack ende dat naer den westen oft tegen de straete vant dorp.
    Noch is conditie dat den cooper voor ongelt sal betaelen eenen halven stuiver elcken gt.
    Item dat geviel datter moest gegeven worden eenich pontgelt oft oncosten van goedenisse sullen wesen half ten laste van de kercke ende half tot laste van den cooper.
    Den cooper sal voor zijn kloeckhyt profiteren eenen gul voor den palmslach ende daervoor sal hy hebben te stellen twee verdieren ieder van thien stuyvers tot profyte van kercke ende alle andere verdieren sullen wesen half tot profyte van de kercke ende half tot profyte van den setter.
    Op alle besproken conditiën is door palmslach gegeven aen Huybrecht Vercalstere voor seven gul ende thien stuyvers stelt boven de ordinarisse verdieren noch vier en twintich verdieren daer en boven stelt noch twelf ende heeft hiermede opgehouden dezen 19 dec. 1661.
    Aldus gedaen ter presentien van heer pastoor, meyer kerckmeesters Adriaens Tuytgans schepen en Huybrecht Van Calsteren.
    Noch heeft Huybrecht Vercalsteren op den 30 sten december gestelt twintich verdieren ter presentien van Aert Voet ende Coryn Mertens.
    (g) Huybrecht Van Casteren.
    Noch hebbe ick FR. Maertens pastoor van Schrieck gestelt veertich verdieren op den 2 Jan. 1662 ter presentiën van Aert Somers meyer ende Peeter Claes.
    (g) Judoens Mertens Pastoor.
    Naer behoorlyk sondaeghs kerckgebot is door oordre van pastoor ende kerckmeesters de keerse gebrant. Present Adriaen Van den Broeck en Guylliam Van Eynde ende meer andere getuigen ende is mij pastoor bovens. aangebleven.
    Dezen vierden January 1662. (g) J.Mertens pastoor.
    (A) Z.W. hoek van ’t kerkhof waarop in 1838-’39 de brouwerij Vermylen opgericht werd.

    VERGROTINGEN DER KERK. – Dat de kerk meermaals verandering (vergroting) heeft ondergaan, daarvan levert het uitzicht, (bouwstoffen en –vormen, ouderdom, vensters en afmetingen der muren) duidelijk het bewijs. Voor dat zij de eerste maal vergroot werd, had zij, zonder twijfel, smalle zijbeuken (1) onder een afzonderlijk dak boven hetwelk de middenbeuk met ogivale vensters zich verhief. In 1793 werden die zijbeuken verbreed door het naar buiten plaatsen der (huidige) muren, die van ruime, bijna rechthoekige vensters voorzien zijn. Daar een afzonderlijk dak, als voorheen, geen genoegzame helling zou hebben, werd het nieuwe dak boven de zijbeuken langs boven verlengd en met het dak der middenbeuk tot een geheel verbonden. De drie of vier spitsvormige vensters der middenbeuk (van ongeveer 1,2 m hoogte en O,7 m breedte naar onderstelling van ambachtslieden (2), van licht beroofd, werden toegemetseld ; de ogivale bogen tussen de pilaren kregen een ronden vorm en de nieuwe zijbeuken een gewoon waterpasliggend plafond. Wanneer die vergroting pas geëindigd was, werd bevonden dat het nodig was het oud plafond der kerk gans te vernieuwen en bijwerken uit te voeren om het oud gedeelte der kerk in passend verband te brengen met het nieuw gedeelte (3). Jammer ging bij die verandering – te denken uit vrees voor te grote onkosten – gans de gothischen bouwtrant der kerk verloren (1795).
    Bij de tweede vergroting, in 1844, kreeg de kerk door het aanbrengen van brede kruisbeuken, wat het verplaatsen en vergroten der koor noodzakelijk maakte, de vorm van een Latijns Kruis. Tot uitvoering van dat werk, door de overheid volstrekt noodzakelijk erkend (4) kreeg het gemeentebestuur, na dringend verzoek – gezien de slechte financiële toestand der gemeente – vanwege de Best. Deputatie toelating zelf de bouwstoffen te leveren en niets te moeten aanbesteden dan de handenarbeid (arbeidsloon) onder directie en bewaking van de heer Prov. Bouwmeester. Dit werk werd den 13 Mei 1844, bij openbare aanbesteding ten gemeentehuize van Schriek aan den heer Petr.Jos.Gramme, meester-metser te Mechelen, toegewezen mits 5600 fr.
    De toren heeft altijd zijn oorspronkelijken bouwtrant behouden.
    (1) Bij herstelling van de vloer werden oude fundamenten aangetroffen. In meerdere kerken, o.a. te Baal en Werchter, vindt men nog zulke smalle zijbeuken. (Nu niet meer!)
    (2) Onder welke Norbert Kempeneers, die als schrijnwerker en timmerman, gedurende zeer vele jaren met alle onderhouds-, herstellings- en verbeteringswerk aan en in de kerk is gelast geweest.
    (3) Van het werk der eigenlijke vergroting in 1795 vonden we nergens een stuk. Van de rekening-bestek van dit bijgevoegde verbeteringswerk in ’t zelfde jaar volgt hier afschrift :
    “ Onkosten van een nieuw plafon in de kerk van Schriek, van afkappen van de oude mueren en beplacken derzelve, beplacken van de nieuwe mueren van den thoren, etc. gedaen ten jaere 1795. Syn in de onkosten van het plafon niet begrepen het hout geëmploieert in den corniche. Immers dit is gevonden van vijf einde balken, die men uit de kerk heeft genomen en van eene graet (goot?) die rondom het eind plafon was, deze einde stukken gezaagd zijnde hebben gegeven zooveel hout en dat zeer droog, als er is van doen geweest.
    Dus hier vooren 0-0-0

    Item en is in deze annotitie niet begrepen het ijzerwerk dat er gebruikt is boven in het houtwerk omdat ik de juiste quantiteit daarvan niet en kende, doch dit en is zo merkelijk niet geweest, en integendeel zijn ook in deze rekening begrepen het kuisen van al de autaren en van alle glazen der kerk, repareren derzelve, etc. welk ik reken dat malkanderen compenseert.
    De gehele onkosten van dat werk belopen volgens quitantiën en annotitiën ter somme van duisent agt en seventigh gls, vijf st. en een oord Brabants courant. Dus 1078=5=1
    Op deze somme kan nog gekort worden…
    Plafon vergeten die er over zijn gevonden geweest.
    Item nog 6 à 7 bisselen latten.
    Hebbe nog ontvangen van overschot van materialen van de smit J.A.Mertens 4=1
    Is nog te reflecteren dat men de plaken daar boven de coor en boven de choor van O.L.V. het eind plafon van was gemaakt, heeft latten geslagen, en dat nog al menige busselen, die niet gerekent en zijn, etc.etc.
    (g) J.A.Raeymaeckers, Pastoor van Schrieck.
    14 Xber 1795.
    Nota : Zijn ook niet begrepen in de onkosten van Plafon waarvan aan den andere kant het afkappen en dunner maken van de pilaeren en het insteken van stenen capitelen die er te voren op de pilaeren (geene er) waren, den onkost hiervan kan gezien worden in rekeningen der kerke en beloopt circa…….
    (4) In onze kinderjaren hoorden wij getuigen dat, bij gebrek aan plaats in de oude kerk, een groot deel gelovigen de goddelijke diensten tot buiten het kerkportaal bijwoonden, dat door uitwaseming (zweet) en ademhaling der opeengepakte menigte de vensterruiten somtijds dik beneveld waren en het vocht langs de muren neerdruipte, dat het meermaals gebeurd was, dat personen door de verpeste lucht kwalijk gevallen, moesten buitengebracht worden.

    BEGANKENIS EN PROCESSIE. – Vroeger eeuwen heeft hier een grote begankenis, veelal bij nacht, plaats gehad zo door ruiters als door voetgangers. Zij volgden een weg, die tamelijk lang is (1) en “ St.Jansweg “ genoemd wordt. Deze werd ook vroeger tijd door de plechtige processie van St.Jan, Op den eersten Zondag na den 23 Juni gevolgd (2) en over weinige jaren ( eerste jaren na de wereldoorlog ) bij het overlijden van een dorpeling, nog gedaan door 7 jonge dochters, die biddend achter elkander gingen (3).
    (1) Vertrekkend van de kerk, langs Tuindijk, Puttestraat, Langstraat, Korte Meerweg, Payerstraat, Zandstraat, Grootloo, Gommerijnstraat, Langstraat, Lauwerijkestraat, Boschstraat, Kapel Heidestraat, Hoogstraat, Dorp, Voetweg naar Pandoerenhoek, Haechtsebaan, Schriekstraat, St.Bernardus kapel, yerugkerend naar de kerk. (E.H.Vermeerbergen zal dit onderzoeken.)
    (2) “ Een volksoverlevering, die op vaste grond schijnt te rusten, zegt dat de rijkelijk uitgedoste processie op haar weg nabij de Bolloo, aangerand is geweest door een bende baanstropers, maar dat ontzet is geworden door toegesnelde hulp uit Werchter, en dat de processie sindsdien een veel kortere weg – de tegenwoordige processieweg (Kerk, Leuvensebaan, Molenschrans, Kapelheidestraat, Hoogstraat, Kerk)- volgt” Aldus meegedeeld door de E.H.Ruts, onderpastoor te Schriek, ter congregatie voor jongelingen, die destijds (1875) vergaderden in een vertrek der woning van hr Petrus Van den Broeck. Op de Beeck, Hoogstraat, WB nr 679 b v ’t Kad.( Zie nr 158 van Inventaris. Is dit reglement misschien ’t gevolg van die aanval op de processie?)
    De Driehoekige vaantjes – vorm als Scherpenheuvel – souveniers – waarop de kerk van Schriek, de kapel van Grootloo (rechts) en de St.Bernarduskapel (links) met enige woningen en de uitgaande processie ruw afgebeeld zijn, zouden naar mening van enige mensen uit die tijd dagtekenen. (In 1896 herdrukt bij de inhuldiging van de heer Burgemeester Goossens. Platen bewaard op de pastorij.)
    In zijn werk “ Les Drapelets de pèlerinages en Belgique et dans les pays voisins (Anvers.J.E.Buschmann, imprim.-édit.Rempart de la porte du Rhin, 15 , 1922) zegt Em.H.Van Heurck (blz. 409-410) ; het vaantje beschrijvend :
    « De gauche à droite au premier plan une rue bordée porte une clôture interrompue au milieu par une barrière et deux tourniquets et rejoignant de droite à gauche de vieilles maisons. La barrière vis-à-vis de l’entrée de l’église est ouverte pour le passage de la procession de St Jean Baptiste. Le cortège religieux se compose d’un porteur d’oriflamme, de la statue de St Jean-Baptiste, l’agneau sous le bras, portée par quatre hommes et suivie par quelques notables et trois jeunes filles tenant des devises. Un homme portant un agneau ferme la marche. Les fidèles, parmi lesquels un cavalier, se rangent au passage de la procession. En Perspective, vue du côté de l’occident, l’église paroissiale de Schrieck, qui est un bâtiment assez considérable à en juger par son imposante tour. En regard du collatéral du côté du midi, une assez grande maison, entourée d’un jardin, qui se prolonge jusqu’aux murs du temple. C’est peut être le presbytère. A gauche du drapelet, derrière le chœur, avenue ou chaussée plantée d’arbres. Entre l’église et le presbytère une terre ou s’élève une statue de Jésus enfant entourée de pélérins en oraison, et, enfin au troisième plan, entre les mêmes constructions, une chapelle à campanule du hameau de Groteloo, dédiée au Saint Nom de Jésus, « Den Soeten Naem Jesus tot Groteloo. » Au bas sous l’encadrement, l’invocation « Sinte Jan Baptista tot Schrieck, Bidt voor ons. »
    (zinco-gravure d’apres une grave en taille-douce du XVIIème siècle, à encadrement non signé, sans adresse d’éditeur. H.225.B.290.
    Le village de Schrieck est situé dans le sud de la province d’Anvers à 7,5 kilom. De Heyst-op-den-Berg et à 17 kilom. De Malines.
    Over de verering van St.Jan Baptist :
    “Une affiche de notre collection, imprimée à Malines en 1792, chez F.J.Van der Elst, mentionné que le 24 juin on célèbre solonnellement dans l’église paroissiale de Schrieck et de Grootloo la fête de St.Jean Baptiste, patron spécial contre le mal caduc, les maladies épidémiques, les épizooties et que cette solennité a été enrichie d’une indulgence plénière par le pâpe Pie VI. Une grande messe avec sermon a lieu à 9 heures et est suivie d’une procession solonnelle avec le Saint-Sacrement. Une autre indulgence, annonce aussi la même affiche, est à gagner le lundi après le deuxième dimanche de septembre.
    Mais l’abbé Heymans, ancien vicaire de cette paroisse et qui s’est interessé à son histoire, a bien voulu nous renseigner sur l’importance de cette dévotion et nous a appris, qu’il n’y a jamais eu de pélérinage, au vrai sens du mot, en l’honneur de St.Jean Baptiste, ni à Schrieck, ni à Grootloo. Aucun document d’archive, aucune traduction ne permet de supposer qu’il y ait jamais eu un pélérinage ou quelque chose de semblable en l’honneur du Saint. S’il y en avait été autrement, il en serait resté des traces. Le saint n’a pas d’autel et le sanctuaire possède de ses reliques. »
    Toutefois, les renseignements de M.le vicaire L.Heymans ne concordent pas entièrement avec ceux de M.l’abbé Fr.Vermeerbergen, curé de Grootloo. Celui-ci assure qu’à l’époque de la fête de Saint Jean Baptiste, les paysans faisaient à cheval le chemin de Saint Jean, le Sint-Jansweg, le drapelot attaché à l’œillère de leur monture. Ils faisaient ce « tour » pour que leur bétail fût préservé de maladies. On faisait aussi ce chemin à pied, même jusque dans ces dernières années, au décès d’un paroissien. Alors sept jeunes filles, allant à la file, faisaient le chemin de Saint Jean en récitant le chapelet pour le défunt. Cette coutume a entièrement disparu depuis la guerre (1914-’18). Ce « tour » était long d’une heure et demie.
    Il y a quelgues années on a découvert le cuivre gravé dans le sacristie. On en a fait faire un cliché qui a servi lors l’inauguration du nouveau curé de la paroisse, M.l’abbé Truyts et en 1895 du bourgemestre M.Goossens.
    N.B. Van die beide verklaringen, in hun geheel genomen, houdt die van de E.H.Fr.Vermeerbergen alleen steek. Deze is van 1897 tot bij zijn benoeming tot pastoor van de parochie Grootloo in 1906, onderpastoor geweest van de parochie Schriek St.Jan Baptist, en heeft in 1898 mede gearbeid aan ’t opmaken van de inventaris der parochie archieven van Schriek. (Schrijver dezes heeft binst de octaaf van St.Jan Baptist in 1873 of ’74 dezen nachtelijken beeweg met zijn vader meegemaakt.)
    (3) In onze kinderjaren (1870 – 1876) zijn wij daarvan menigmaal getuige geweest, en hoorden wij het noemen : “Den weg omgaan”.

    PAROCHIALE INSTELLINGEN.
    BROEDERSCHAPPEN. – Het broederschap van St.Antonius in 1710 ingesteld, bestaat nog, maar na 1906 zijn slechts enkele namen van nieuwe leden ingeschreven, zoodat het aan ’t wegkwijnen is. In vermeld jaar bestond het Broederschap van den Levenden Rozekrans.
    Tijdens onze kinderjaren hoorden wij hoogbejaarde lieden spreken van het Broederschap van den H.Schapulier (1) en van de Goede Dood, maar het is twijfelachtig of die hier zouden bestaan hebben. Thans, 1940, bestaat nog het Broederschap der gelovige Zielen, dat honderden leden telt.
    GENOOTSCHAPPEN EN GILDEN. – De “Gilde van St.Sebastiaan”, (handboogschutters) die in ’t begin der 18e eeuw hier nog bloeide en zonder twijfel haar plaats in de plechtige processie innam, is wellicht tengevolge van ongunstige tijdsomstandigheden verzwakt en in 1844 te niet gegaan. De zilveren breuk met de spreuk : “Mel post fel” (2) die door de twee laatste leden aan de kerk werd geschonken, wordt hier nog bewaard. Ook prijkt het beeld van St.Sebastiaan, patroon der gilde, tussen andere heiligenbeelden nog in de kerk.
    Het genootschap van St.Vincentius à Paulo – een vereniging van liefdadige personen (in 18.. opgericht) dat voor doel had de behoeftigen vooral de schamele armen der parochie te ondersteunen, heeft na de wereldoorlog, ten gevolge van de algemene verbetering in de stoffelijke toestand der lagere volksklas, opgehouden te bestaan.
    Verder kunnen we noemen als thans bestaande verenigingen : de “Bond van het H.Hart”, ”Boerengilde en afdelingen”, “Congregatie”, “Derde Orde” die deelnemen aan de processie.
    (1) Naar getuigenis die wij hoorden afleggen, wanneer bij gelegenheid ener Missie (in de kerk gepredikt), schier alle huismoeders schapulieren kochten, lieten wijden, en hun kinderen, zo kleine als grote om de hals hingen.
    (2) Mel post fel = Miel après fiel = Honig na gal = Verblijden na Lijden = Na lijden komt verblijden (zinnebeeldige voorstelling) (Op dit tijdstip, 1844 – paste ’t echter beter : “Fel post mel”)

    FONDATIEN EN GIFTEN TEN VOORDELE VAN :
    A. DE KERK.
    1. In het jaar 1714 gaf Mevr. Van Grootendael, lijftochtenares van de heer Hiëronymus Zety aan de kerk het pachthof “Koudhalzenhof” tot levensonderhoud van een onderpastoor onder zekere verplichting. De goederen waarvan spraak in het stuk van afstand, werden later verkocht en het bedrag ervan is uitgezet geweest : Op de Staten van Vlaanderen 500 gulden, - op de gemeente 500 gulden, - het overige bij verschillende partikulieren. De renten der twee eerste sommen zijn aangeslagen of afgeschaft geworden door het Frans Staatsbestuur. Van de partikulieren blijven er nog twee, een van 180 gulden en een van 125 gulden over. De Kerk gebruik makende van het Besluit van 7 Januari 1834, heeft dezelve aangeslagen, en het is voor die som van 305 gulden, dat in de staat der fondatiën, opgemaakt in 1887, acht gelezen missen gebracht werden.
    2. Den 12 Oktober 1855 heeft de heer Graaf Philippus van der Stegen de Schriek door notarieële akte aan het armbestuur van Schriek afgestaan : a) een parceel bouwland, b) een parceel dennenbos, c) een rente in kapitaal 4531 fr. Van de inkomsten dezer goederen moet 1/3 deel aan de kerkfabriek afgestaan worden met last voor deze van jaarlijks te doen celebreren een plechtige jaargetijde voor de gever en zijn afgestorven familieleden.
    3. Op 20 Oktober 1855 heeft heer Philippus Claes bij testament aan de kerk gemaakt twee perceeltjes land gelegen onder Keerbergen met last van jaarlijks te doen celebreren zeven jaargetijden, vier voor het erflater, twee voor zijn ouders en een voor zijn broeder Pieter.
    4. In 1875 heeft de E.H. Andreas van Ourshaegen, alsdan rustend priester te Schriek, gekocht ten prijze van omtrent 5000 fr twee stukjes bouwland en een perceeltje bouwland in en tegen het dorp van Schriek, en die aan de kerk geschonken. Deze goederen op de naam van Karolus Vermylen, pastoor te Schriek beschreven, zijn door deze aan de kerk overgemaakt.

    B. DE H. GEESTTAFEL. – (Armbestuur, Bureel van Weldadigheid, Commissie van Onderlingen Onderstand)
    1. In het testament van de E.H. Lardinoy, pastoor van Schriek ( 1731 – 1771 ) leest men het volgende : “ Comende hij E.H. Testateur tot de dispositie van alle syne resteerende mobiliere effecten ende constante penningen, alsook obligatiën, ende gesamenlyke al hetgeen hij hier van God verkregen heeft en bezittende is, - allen hetzelfve laat, maakt hij aan de taefele van den armen van Schrieck ende Grootloo, zoo nogthans dat zijn wille is dat alle jaeren de arme kinderen die hunne eerste communie sullen doen wonenede te Schrieck ende Grootloo, sullen behoorlyk in staet gestelt worden om behoorlyk hunne eerste communie te doen (met last voor het armbestuur van een jaargetij te doen celebreeren voor de erflater.
    2. Den 1 Juli 1839 heeft de E?H. Benedictus Kerselaers, onderpastoor te O.L.V.Waver, de inzichten kennende van zijn overleden broeder, onderpastoor te Schriek (1837 – 1846?), aan het armbestuur een som geschonken van 2000 fr met last van jaarlijks onder het octaaf van Allerzielen te doen celebreren 6 gezongen missen en loven tot lafenis der gelovige zielen.
    3. Op 1 Juli 1847 heeft Catharina Rymenants, echtgenote van Fr. Goossens, bij testament aan het Armbestuur een som vermaakt van vier duizend fr op last van jaarlijks onder het octaaf van het Allerh. Sacrament ter harer intentie te doen celebreren zes gezongen missen.
    4. Zoals hoger gezegd stond graaf Phil. Van der Stegen in 1855 aan het Armbestuur van Schriek af : een perceel bouwland, een perceel bos en een som van 4351 fr op voorwaarde dat 1/3 van de opbrengst der goederen aan de kerkfabriek zou overgelaten worden.
    5. In 1873 heeft de E.H.Kar.Vermylen, pastoor, door testament aan het Armbestuur gemaakt een perceel land gelegen onder Heist-op-den-Berg met last van een jaargetijde op zijn sterfdag en een uitdeling van brood aan de armen.

    C. DE GEMEENTE.
    In ’t jaar 1662 had de gemeente Schriek en Grootloo van zekere Juffrouw Catharina de Cleyn een som ontleend van Twwe en twintig duizend gulden. Na verloop van 55 jaar, hebben de overheden der gemeente, in de onmogelijkheid zijnde niet alleen dit kapitaal te kunnen afleggen, maar ook de achterstallige intresten te kunnen voldoen, die alsdan tot een gezamenlijke som van 42000 gulden beliepen, het geluk gehad een overeenkomst te sluiten met de liefdadige erfgenamen (fam.Ulens) van Juf. De Cleyn. Bij deze overeenkomst werd bepaald dat de schuldeisers zich zouden vergenoegen met een som van zeven duizend gulden, op voorwaarde dat de gemeente zich zou gelasten met het doen celebreren der missen en jaargetijden in de akte vermeld. Nopens deze overeenkomst lezen wij dat de gemeenteraad van Schriek in zitting van 15 Juli 1819 erover te beslissen had of de gemeente wettig verplicht is een wekelijkse mis en een jaargetijde te doen celebreren voor de familie Ulens. Reden :
    “ Par une transaction faite entre les échevins de cette commune et feu le révérent sieur Ulens, passée devant le notaire Hermans à Anvers, le 7 janvier 1717, ce qui conste de l’extrait ci-joint, d’un registre qui se trouve déposé aux archives de cette commune, - les représantants de la commune ne sont alors bien formellement obligés de faire célébrer toutes les semaines et en toute perpétuété une messe de requiem comme aussi une anniversaire pour le repos des âmes de la famille Ulens, et ce en considération du bienfait que feu le révérant et prédit Ulens vanait de faire à la dite commune de Schrieck et Grootloo, en la déchargeant d’une rente en capital de fl.22000 et de pareille somme d’intérêts arriérés, donc ensemble d’environ fl.44000, moyennant d’une somme de fl.7000 et une fondation d’une messe hebdomadaire de requiem et d’un anniversaire. »
    Deze som van 7000 gulden werd door de gemeente afgelegd den 17 Maart 1718. Uit de verklaring van de bedienaar van de eredienst en uit de belijdenis der oude rekenplichtigen en bestuurders blijkt dat deze diensten gecelebreerd zijn tot in 1794, wanneer de gemeente beroofd werd van de machtbelasting te zetten en over geen ponden meer beschikte. Het besluit van de gemeenteraad ( 15.07.1819 ) luidde : “ De gemeente is, blijft verplicht deze diensten te doen celebreren.”

    D. BIJZONDERE WERKEN.
    1. In ’t jaar 1879 heeft mevr. Weduwe Goossens – Rymenants (reeds vernoemd), op eigen grond en kosten twee schoollokalen gebouwd. Een weinig later heeft een liefdadig werkman, J.B.Boecxstaens een som van 2000 fr geschonken voor ’t bouwen ener derde klas tot bewaarschool.
    2. In 1882 heeft mej. Gravin Julia van der Stegen aan de kerk geschonken een “Kruisweg” op doek geschilderd en in eiken lijsten gezet (door N. Kempeneers) – Prijs 2152 fr. Een koperen plaatje langs onder op de lijst der eerste statie draagt dit inschrift : “ Proentis D.na Maria Jos. Julia Com.esse van der Stegen de Schrieck, an. 1882 D.D. – Obiit Lovani 18 Marti 1898.”
    3. In 1883 liet Joanna Wouters, dichtste gebuur van de kapel van Grootloo, al de vensters der kapel van ruiten voorzien.
    4. In ’t jaar 1891 hebben heer Eug. Goossens en mej. Zijn zuster Josephina de kapel van Grootloo hersteld en er, in 1894 – 1895 de N.beuk en een toren bijgebouwd. Grootloo was dan nog niet tot parochie opgericht.
    5. Ten jare 1898 hebben de juffrouwen Ida en Maria Van den Eynde (gezusters) twee grote vensterramen in Kathedraalglas aan de kerk van Schriek geschonken.

    wordt vervolgd





    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail
    URL
    Titel *
    Reactie *
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)

    buurgemeentenbutton
    butRo

    Baalbutton
    betB3
    betB4
    betB5
    betB
    betB1
    betB2

    Beerzelbutton
    but1b
    but3b
    but2b
    butP1
    butP2
    butP3
    butPG

    Booischotbutto
    butB5
    butB6
    butB1
    butB3
    butB4
    butB2

    Heistbutton
    betH
    butHg

    betHo
    butH1
    butH2a
    butH2b
    butH3
    butH4a
    butH4b
    betHg

    Keerbergenbutton
    betK
    betK1
    betK2
    butS2
    butP2
    butH4

    Puttebutton
    butRo
    betP
    betP2
    betP1
    butP1
    butP2
    butP3
    butPG

    Tremelobutton
    betW
    betT
    betT1
    betT2

    Akten Bierbeek
    Korbeek-lo
    Lovenjoel
    Opvelp

    Archief per maand
  • 06-2024
  • 05-2024
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 05-2023
  • 03-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 10-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 07-2020
  • 06-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!

    botS1

    Loon
    botS2

    Aarschot
    botS3

    Grimbergen
    botS4

    Berthout
    Berth

    Gelre
    botS5

    VanKleve
    botS7

    Arkel
    botS6

    van Wezemaal
    botS8

    kareldestoute
    botS9

    Vanderlaen
    botSs1

    van der Nath
    botSs2

    Brouchoven
    botSs3

    VdStegen
    botSs4


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!