Schriek
Verleden-Heden-Toekomst

wapenS
Wapens

Tekstgrootte aanpassen?
Klik op + of -

ZOOM

butmed

Schriekbutton
butRo

genealogiebutton
butD1
butD2
butSh
butO
betS2
butSg
butS2
butP2
butH4
butS4
butS5
butS6

Geschiedenisbutton
betPd
betSog

butBV14
WOI
WOIa
WOIv
butBV40

dialect

Parochie
Kerkrek

Grootlobutton

Inhoud blog
  • WO I Begraafplaatsen in België - Westvleteren
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (17)
  • WO I Vluchtelingen in Nederland - Uden (12)
  • Schriek - info
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (25)
  • BS Putte - Gezinnen 1800-1920 (9)
  • WO I De Stem uit België (15-16)
  • BS Beerzel - Gezinnen 1800-1920 (10)
  • St.-Jan Baptist kerk : Het orgel
  • BS Heist - Geboorteakten 1868
  • Heist - Gezinnen 1593-1797 (6)
  • BS Schriek Overlijdensakten 1924-192.
  • Schriek - Het onderwijs tot 1800
  • WO I Begraafplaatsen in België - Steenkerke
  • WO I Begraafplaatsen in België - Wandre (Liège)
  • WO I Vluchtelingen in Nederland - Uden (1)
  • WO I Vluchtelingen in Nederland - Uden (2)
  • WO I Vluchtelingen in Nederland - Uden (3)
  • WO I Vluchtelingen in Nederland - Uden (4)
  • WO I Vluchtelingen in Nederland - Uden (5)
  • WO I Vluchtelingen in Nederland - Uden (6)
  • WO I Vluchtelingen in Nederland - Uden (7)
  • WO I Vluchtelingen in Nederland - Uden (8)
  • WO I Vluchtelingen in Nederland - Uden (9)
  • WO I Vluchtelingen in Nederland - Uden (10)
  • WO I Vluchtelingen in Nederland - Uden (11)
  • BS Putte - Gezinnen 1800-1920
  • BS Putte - Gezinnen 1800-1920 (2)
  • BS Putte - Gezinnen 1800-1920 (3)
  • BS Putte - Gezinnen 1800-1920 (4)
  • BS Putte - Gezinnen 1800-1920 (5)
  • BS Putte - Gezinnen 1800-1920 (6)
  • BS Putte - Gezinnen 1800-1920 (7)
  • BS Putte - Gezinnen 1800-1920 (8)
  • WO I Begraafplaatsen Belgische gesneuvelden
  • WO I Begraafplaatsen in België - Aalter
  • WO I Begraafplaatsen in België - Aarschot
  • WO I Begraafplaatsen in België - Adinkerke
  • WO I Begraafplaatsen in België - Adinkerke (2)
  • WO I Begraafplaatsen in België - Adinkerke (3)
  • WO I Begraafplaatsen in België - Boncelles
  • WO I Begraafplaatsen in België - Brugge 1
  • WO I Begraafplaatsen in België - Brugge 2
  • WO I Begraafplaatsen in België - Champion
  • WO I Begraafplaatsen in België - Chaudfontaine
  • WO I Begraafplaatsen in België - De Panne
  • WO I Begraafplaatsen in België - De Panne (2)
  • WO I Begraafplaatsen in België - De Panne (3)
  • WO I Begraafplaatsen in België - De Panne (4)
  • WO I Begraafplaatsen in België - De Panne (5)
  • WO I Begraafplaatsen in België - Elsene (Brussel)
  • WO I Begraafplaatsen in België - Eppegem
  • WO I Begraafplaatsen in België - Antwerpen
  • WO I Begraafplaatsen in België - Antwerpen (2)
  • WO I Begraafplaatsen in België - Dendermonde
  • WO I Begraafplaatsen in België - Evere (Brussel)
  • WO I Begraafplaatsen in België - Gent
  • WO I Begraafplaatsen in België - Grimde
  • WO I Begraafplaatsen in België - Halen
  • WO I Begraafplaatsen in België - Oeren
  • WO I Begraafplaatsen in België - Ougrée
  • WO I Begraafplaatsen in België - Ramskapelle
  • WO I Begraafplaatsen in België - Schiplaken Hever
  • WO I Begraafplaatsen in België - Sint-Margriete-Houtem
  • WO I Begraafplaatsen in België - Veltem-Beisem
  • WO I Begraafplaatsen in België - Veltem-Beisem (2)
  • BS Beerzel - Gezinnen 1800-1920 (1)
  • BS Beerzel - Gezinnen 1800-1920 (2)
  • BS Beerzel - Gezinnen 1800-1920 (3)
  • BS Beerzel - Gezinnen 1800-1920 (4)
  • BS Beerzel - Gezinnen 1800-1920 (5)
  • BS Beerzel - Gezinnen 1800-1920 (6)
  • BS Beerzel - Gezinnen 1800-1920 (7)
  • BS Beerzel - Gezinnen 1800-1920 (8)
  • BS Beerzel - Gezinnen 1800-1920 (9)
  • Ons Oorlogsdagboek 1914-1919 (12)
  • Kerkrekening 1682-
  • BS Heist - Geboorteakten 1864
  • BS Heist - Geboorteakten 1865
  • BS Heist - Geboorteakten 1866
  • BS Heist - Geboorteakten 1867
  • BS Schriek - Huwelijksakten 1891-1900
  • BS Schriek Huwelijksakten 1901-1909
  • BS Schriek Huwelijksakten 1910-1918
  • BS Schriek Huwelijksakten 1919-1923
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (1)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (2)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (3)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (4)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (5)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (6)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (7)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (8)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (9)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (10)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (11)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (12)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (13)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (14)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (15)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (16)
  • BS Schriek Overlijdensakten 1891-1895
  • BS Schriek Overlijdensakten 1896-1900
  • BS Schriek Overlijdensakten 1901-1906
  • BS Schriek Overlijdensakten 1907-1911
  • BS Schriek Overlijdensakten 1912-1915
  • BS Schriek Overlijdensakten 1916-1918
  • BS Schriek Overlijdensakten 1919-1923
  • BS Heist - Overlijdensakten 1857-1858
  • BS Heist - Overlijdensakten 1859-1860
  • BS Heist - Overlijdensakten 1861-1862
  • BS Heist - Overlijdensakten 1863-1864
  • WO I De Stem uit België (1)
  • WO I De Stem uit België (2)
  • WO I De Stem uit België (3)
  • WO I De Stem uit België (4)
  • WO I De Stem uit België (5-6)
  • WO I De Stem uit België (6)
  • WO I De Stem uit België (7)
  • WO I De Stem uit België (7-8)
  • WO I De Stem uit België (8-9)
  • WO I De Stem uit België (9)
  • WO I De Stem uit België (10)
  • WO I De Stem uit België (11)
  • WO I De Stem uit België (11-12)
  • WO I De Stem uit België (12-13)
  • WO I De Stem uit België (13-14-15)
  • Ooit gelezen ...
  • Ooit gelezen ... (1) Kinderkarnaval
  • Ooit gelezen ... (2) Houten huis.
  • Ooit gelezen ... (3) Aflaat Franciscus
  • Ooit gelezen ... (4) De uyle krijst.
  • Ooit gelezen ... (5) Een vliegende bom voor Grootlo.
  • Ooit gelezen ... (6) Uitslag der loting 1908
  • Ooit gelezen ... (7) De Vluchtelingen.
  • Ooit gelezen ... (8) En waar de ster bleef stille staan
  • Ooit gelezen ... (9) Warme luchtballon in den hof van de pastorij.
  • Ooit gelezen ... (10) Het kasteel van Schriek.
  • Documenten
  • Huiseigenaars 1858
  • Akte - 1 Van der Stegen
  • Akte - 2 Van der Nath
  • Akte 3- de Brouckhoven
  • Akte 4-de Brouckhoven
  • Akte 5 -de Brouckhoven
  • Akte 6 -de Brouckhoven
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (1)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (2)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (3)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (4)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (5)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (6)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (7)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (8)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (9)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (10)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (11)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (12)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (13)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (14)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (15)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (16)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (17)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (18)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (19)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (20)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (21)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (22)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (23)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (24)
  • BS Heist Gezinnen 1797-1850 (14)
  • BS Heist Gezinnen 1797-1850 (15)
  • BS Heist Gezinnen 1797-1850 (16)
  • BS Heist Gezinnen 1797-1850 (17)
  • Overlijdens (alf) 1556-1971
  • Overlijdens (alf) 1556-1971 (2)
  • Overlijdens (alf) 1556-1971 (3)
  • Overlijdens (alf) 1556-1971 (4)
  • Overlijdens (alf) 1556-1971 (5)
  • Overlijdens (alf) 1556-1971 (6)
  • Overlijdens (alf) 1556-1971 (7)
  • Overlijdens (alf) 1604-1929 (6)
  • Overlijdens (alf) 1604-1929 (7)
  • Overlijdens (alf) 1604-1929 (8)
  • Overlijdens (alf) 1604-1929 (9)
  • Overlijdens (alf) 1604-1929 (10)
  • Overlijdens (alf) 1604-1929 (11)
  • Overlijdens (alf) 1604-1929 (12)
  • Overlijdens (alf) 1604-1929 (13)
  • Overlijdens (alf) 1604-1929 (14)
  • Overlijdens (alf) 1604-1929 (15)
  • Overlijdens (alf) 1604-1929 (16)
  • Gezinnen 1604-1923 (A-B)
  • Gezinnen 1604-1923 (C-Cop)
  • Gezinnen 1604-1923 (Cor-De L..)
  • Gezinnen 1604-1923 (De M..-De We..)
  • Gezinnen 1604-1923 (De Wi..-E)
  • Gezinnen 1604-1923 (F-Goo..)
  • Gezinnen 1604-1923 (Gor..-Her..)
  • Gezinnen 1604-1923 (Het..-Ja..)
    31-05-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ons Oorlogsdagboek 1914-1919 (1)

    BV2

    Ons Oorlogsdagboek 1914-1919

    door Jan De Belser

    deel 1

    Wie was Jan De Belser?

    Jan was de zoon van Josephus en Dorothea Wouters geboren te Schriek als Joannes Cornelius op 2 mei 1863 al waar hij opgroeide. Later werd hij onderwijzer en schoolhoofd te Berlaar-Heikant. Hij was gehuwd met Maria Papen en het gezin werd gezegend met vier dochters : Gaby, Rafke, Maria en Paula. Het dagboek neergepend in schoolschriftjes (bijna 2000 blz.=435 A3-pagina’s) geeft ons inzicht in de wreedheid en ontberingen tijdens den Groten Oorlog. Daar hij zich dikwijls naar Schriek begaf om zijn moeder en broer te bezoeken, die nog steeds in het ouderlijke huis woonden, hebben de meeste verslagen betrekking op de gemeenten Schriek, Beerzel, Putte, Berlaar en natuurlijk ‘den Heikant’, maar ook Heist, Hallaar en Wiekevorst komen ter sprake.
    Jan is ook de auteur van “Eenige aanteekeningen over de gemeente Schriek”. Jan overleed te Wiekevorst op 12 juli 1949 op 86 jarige leeftijd. Als onderwijzer was het zijn taak om kennis over te brengen naar zijn leerlingen, maar hij deed meer : hij wilde ook kennis doorgeven aan ‘de mensen’ in ’t algemeen en daarom kroop hij in zijn pen en liet hij ons een stukje geschiedenis na tot ver over zijn dood heen. Als hommage aan Jan De Belser en tevens ter gelegenheid van de 100ste verjaardag van het einde van WO I volgt hierna de transcriptie van zijn oorlogsdagboek, in de hoop dat ook de jeugd van heden eventjes deze tekst zouden willen lezen en blijvend herinneren.
    Ook genealogen gaan hier info over hun voorouders terugvinden.

    Voorwoord.
    Transcriptie door Lambrechts René

    Toen elkeen vermoedde dat de moord op het kroonprinselijk echtpaar van Oostenrijk (28 Juni 1914) aanleiding zou geven tot een Europeesch conflict, waarbij ons Vaderland, gelegen tusschen twee machtige, elkander vijandige natiėn, voor het minst erg geschokt zou worden, volgden wij met de levendigste belangstelling het verloop der opeenvolgende gebeurtenissen. En, wanneer eenige dagen later de eene oorlogsverklaring op de andere volgde, vatteden wij het plan op regelmatig aanteekening te nemen, zoo getrouw mogelijk, van feiten en toestanden in onze omgeving, van mededeelingen : dagblad- en straatnieuws ten einde een aandenken te bewaren van al wat een oorlog meebrengt.

    Bl. 1

    Juli – Augustus 1914.
    Juli 24.
    Ingevolge den moord op den kroonprins van Oostenrijk-Hongariė zendt Oostenrijk een ultimatum aan Serviė (23 Juli 1914)–(Uit Dagbladen.)

    25. Serviė geeft bereidwillig toe aan al de eischen van Oostenrijk, behalve aan één enkele : Het kan er zich niet toe laten vernederen, dat Oostenrijk zelf een onderzoek doet in Serviė tot ontdekking van het Komplot dat vermoedelijk in dit land werd gesmeed. Serviė zou overigens op de hulp van Rusland rekenen. (Dagbl.)

    26. De vertegenwoordigers van Rusland, Frankrijk en Engeland wenden alle pogingen aan om het conflict bij te leggen, maar hunne bemiddeling schijnt op Oostenrijk geen vat te hebben. (Dagbl.)

    28. Oostenrijk verklaart den oorlog aan Serviė.

    29. Rusland mobiliseert. (Dagbl.)

    30. Men spreekt van mobiliseeren in Belgiė. (Dagbl.)

    31. Belgiė mobiliseert : Meerdere klassen worden binnengeroepen. Opgeeischte paarden - een 50 tal - trekken onder de leiding van lansiers uit de richting van Aerschot door Berlaer-Heikant naar Lier. Paarden en wagens van de heeren gebroeders Heylen en van Leonard Kerkstoel zouden naar Herenthals gestuurd zijn. Opgeroepen zijn de volgende jongelingen onzer parochie hun korps gaan vervoegen : Leys Frans, Lambrechts Jos, Busschots Alfons, Nauwelaerts Lod., De Cuyper Frans, Meuris Leopold, Van den Broeck Jos, Moons August, Van de Vonder Alfons, Storms Alfons (vader van 6 kinderen), Guldentops Frans (2 kinderen), Aerts Florent (zoon van Medard), Lens Leop., Moras Lod.,Bellekens Ferdinand, Hendrickx Felix, Maris Frans, Nauwelaerts Frans en eenige anderen.
    Duitschland zou reeds een ultimatum gezonden hebben aan Rusland.

    Augustus 1. 6 u. Frans Op de Beeck (zoon van Aug.) komt per fiets van Antwerpen, en - fel aangedaan – verklaart : “Ik ben heden nacht door de politie opgeroepen, en kom nog eens gauw naar vader en moeder. En nu vind ik hier niemand : Moeder, gisteren avond door den veldwachter verwittigd over den toestand, is met den 1e trein naar Antwerpen vertrokken, en vader is in Wiekevorst!” Hij vertrekt met betraand oog.
    In den loop van den dag worden nog een 30 tal paarden door de soldaten van gisteren, waaronder twee reeds bejaarde mannen, een van Leuven en een van Aerschot of omstreken, naar Lier overgebracht. Angst en moedeloosheid staat op aller wezen. Werklust ontbreekt.
    Onze kinderen uit de normaalschool van O.L.V.Waver aangekomen, hebben daar vernomen, dat Duitsche leerlingen, die deze morgen naar hun land vertrokken, van de grenzen zijn wedergekeerd : Geen trein mocht meer over de grens! Algemeene mobilisatie in Duitschland, Frankrijk en Belgiė. Duitschland verklaart den oorlog aan Rusland en zendt een ultimatum aan Frankrijk en Belgiė. In dit laatste stelt Duitschland voor de forten van Namen te willen bezetten, of minstens vrijen doorgang door Belgiė te bekomen, - en vraagt antwoord binnen de 24 uren. - Samenscholing van volk langs de baan, soms tot middernacht.

    2. Heden Zondag, spreekt de E.H.Pastoor in de hoogmis over ’t naderend gevaar, en maant de lieden aan tot bidden en communiceeren. Na de zitting van ’t St. Vinc. genootschap zegt de E.H. Onderpastoor eenige woorden over den toestand, o.m.: “In 1892 werd het

    Bl.2

    voorstel van Frankrijk aan Duitschland, namelijk Belgiė te verdeelen, door Duitschland afgewezen : Duitschland is onze vriend in vredestijd. Engeland in oorlogstijd.
    Botsingen worden gemeld - tusschen Duitschers en Russen.

    3. Legerafdeelingen van duizenden soldaten trekken door Konings-Hoyckt, Putte en Schriek in de richting van Leuven. - 12.30 u. Ever. Vleminckx, schaliedekker te Pijpelheide komt binnen. Terwijl hij wat klucht vertelt tot ontspanning der bezwaarde gemoederen, wordt aan de deur geklopt. ’t Is de E.H. Onderpastoor, die zegt : “ M., de Duitschers zijn door Holl. Limburg geslaan , en staan voor Visé.” Een geweldige paniek ontstaat : vrouwen en kinderen weenen, elkeen wil op de vlucht. Wij begeven ons naar den heer Burgemeester om te vernemen, of, en hoelang wij de klassen moeten voortzetten, of, wat ons te doen staat. Na een kort onderhoud met het onderwijzend personeel van het Centrum besluit de heer Burg. onmiddellijk de vacantie te laten beginnen. Huiswaarts keerend door de Smidstraat, zien wij vrouw Judo Verelst - deze laatste is wachtmeester bij ’t leger - met hare kinderen bij hare ouders aanlanden. ’t Staat overal in rep en roer. Eenige soldaten (oud gedienden) die elders aan ’t werk waren, vertrekken. Het overbrengen van paarden en gespan gaat voort. Naar mededeeling in dagbladen schijnt de oorlogsverklaring van Duitschland aan Frankrijk onvermijdelijk, en zal Belgiė Duitschlands ultimatum van de hand wijzen. De Eng. vloot mobiliseert. Italiė zou onzijdig blijven.

    4. Sterke legerkorpsen blijven naar Leuven afzakken. Patrouilles gidsen en lansiers trekken voorbij in de richting van Aerschot. ’s Morgens reeds vroeg ziet men samenscholingen langs weg en baan tot vernemen en vertellen van nieuws; ’s avonds opnieuw tot in den nacht. De algemene angst vermindert; eenige landlieden hernemen het oogstwerk.

    5. De oorlog aan Belgiė is verklaard. Duitsche troepen zouden reeds door het noordelijk deel der prov. Luik in Belgiė gevallen zijn en op Luik aanrukken. Engeland gemobiliseerd, heeft de oorlog verklaard aan Duitschland. – (Dagbl.).

    6. Volgens mededeelingen in dagbladen zouden de Duitschers wreedheden gepleegd hebben in den N.O. hoek der prov. Luik en forten in de omgeving van Luik beschieten. De forten van Lier en Kessel worden in gereedheid gebracht : Bosch, kant, alle hout wordt weggeruimd, huizen worden afgestookt, loopgrachten gegraven.

    7. Duitsche troepen zijn over de Fransche grens getrokken. Russische ruiterij zou in O.Pruisen gevallen zijn. Inwoners van Kon.-Hoyckt gaan aan ’t fort van Tallaert graven en ruimen. - Eene postkaart uit Luik meldt, dat Fr. Leys aldaar met gekwetste hand in ’t gasthuis verblijft.

    8. Opvoedk. Vergadering te Berlaer. Slechts een tiental - van de 40 onderwijzes, die de kring telt, - zijn aanwezig. De overigen zijn in dienst bij de Krijgsoverheden aan de verdedigingswerken rond de versterkingen. Buiten de zitting wordt de toestand besproken. De heer Voorzitter heeft vernomen dat te Antwerpen en elders spionnen zijn ontdekt en aangehouden. In een hotel onder het dak zou men 2 mannen en 1 vrouw verscholen gevonden hebben in bezit van plannen en zelfs van bommen. Vermoedelijk zijn ze gefusilleerd.

    9. Naar Lier. Van Kon.-Hoyckt tot Lier overal soldaten. In de linie tusschen het fort van Lier en de redoute van Tallaert is alle houtgewas afgeschoren, zijn versperringen in pikdraad van ongeveer 10 meter breedte aangelegd en loopgrachten gegraven. De wachten aan de brug der Leuvensche poort nemen inzage van de paspoorten van alle vreemde passanten. Bij de terugkeer ontmoeten wij den heer Goyvaerts, hoofdonderwijzer te Konings-Hoyckt,

    Bl.3

    welke aangesteld is als opzichter over eene groep werklieden, die betonwerken aan ’t uitvoeren zijn tot dekking der koepels op ’t fort van Lier.
    In de hoogmis (kerk van Berlaer-Heikant) wordt vanop den predikstoel aan de geloovigen meer vrees dan opbeuring ingesproken, aangezet tot bidden en tot bijwonen der boetprocessie die zal ingericht worden naar de drij kapellekens onder de parochie: (op de hoek der prov. baan en van de Smidstraat, aan den Ossekop, en tegen den steenweg naar Heyst). Na de zitting van ’t St-Vinc.-genootschap, waar op voorstel van de E.H.H. pastoor en onderpastoor een comiteit gevormd tot ondersteuning der noodlijdenden. Dit comiteit zal zich gelasten met eene geldinzameling op de parochie. De omhaling zal verricht worden : 1. Onder Beersel door Aug. Busschots en ………..: 2. op den Heikant, buiten de dorpskom tot Gangelberg en Hemelshoek, N.waarts van de provinciebaan door Fr. Lens en L. Mariėn: 3. in de Leemputten, op Steenbeek tot tegen Gangelberg (Z.waarts van de prov. baan door Kar. Gepts en …….: 4. in de dorpskom door schrijver dezes en koster Van Echelpoel; 5. op den Heikant, Melcauwen en Heesten N.waarts van den spoorweg door Fr. Brandts en …… 6. op Heesten, Z.waarts van den spoorweg en onder Heyst door Al. Van den Broeck en …. - Het voorstel de namen der personen die eene bijdrage van ten minste 10 fr. of 20 fr. storten, op eene eerelijst in te schrijven, om die in de parochiearchieven te bewaren, wordt door de meerderheid der aanwezige leden verworpen.-

    10. Soldaten blijven in den omtrek, vooral langsheen de prov. baan en in de schooldreef, achter dekking door hagen en houtgewas, patrouilleren. Dagbladen vermelden gevechten rond Luik, Mulhausen en elders.
    Alle kerkelijke diensten : rozenkrans (dagelijks) om 2 u. in de kerk, en avondprocessie naar de voornoemde kapellekens, worden talrijk bijgewoond.

    11. Met ongeduld wacht men op dagbladen; nieuwstijdingen over gevechten te land en te water worden met drift gelezen en besproken. Afwisselend maken angst en opbeuring zich meester van de buitenlieden. Elkeen wordt bedacht op veiligheid van eigendom en persoon. Meerderen komen ons raadplegen nopens ’t bewaren van geld, verkoopen van vee, enz.
    We begeven ons naar familie te Wiekevorst om maatregelen te nemen bij vermoedelijke, gedwongen vlucht. Op ’t kruispunt (Heyst-o.d.-Berg) worden wij gearresteerd door gidsen die ons paspoort vragen. Terwijl wij ons verontschuldigen er geen te bezitten, roepen eenige nabijstaande kinderen: “ ’t Is de meester!” Daarop laten de militairen ons passeren. Besluit te W. : eenigen zullen morgen aan den zeekant – Brugge of Oostende een verblijf gaan opzoeken tegen gebeurlijke vlucht.

    12. 13.20 uur. Moeder vertrekt met Rafk., Gab. en Paula naar … Brugge (?).

    13. Op alle wegen, achter hoven en huizen langsheen de groote baan patrouillieren gidsen. Te Diest, Haelen en elders zouden ernstige botsingen hebben plaats gehad. Men vertelt dat in de omstreken, zelfs onder Kon.-Hoyckt, reeds ulanen (Duitsche ruiters) verschenen zijn. Wij denken dat de vrees voor ’t naderend gevaar de verbeelding van sommige lieden op hol brengt en zoo allerlei sensatieverhaaltjes verspreid worden.
    Eenige mannen van onze parochie zijn aan ’t werk aan het fort van Konings-Hoyckt. Een brief uit Brugge bericht ons de goede aankomst en ontvangst der onzen bij den heer Cappon, Potterierei, 43, Brugge.

    14. Velen worden bedacht op vluchten: Wij worden overstroomd door aanzoekers om paspoort of eenzelvigheidsbewijs in te vullen. Heden en morgen gaan eenige velorijders de verwoeste streek, het slagveld van Haelen en omgeving, afzien.

    Bl.4

    Er wordt aangekondigd dat morgen - feestdag van O. L. V. Hemelvaart - de plechtige processie, naar jaarlijkse gewoonte, niet zal uitgaan: “ Op verzoek van Z.E.Card. Mercier zal eene boetprocessie, alleen vergezeld van ’t H. Sacrament, plaats hebben” en dit langs den steenweg van Melcauwen en de oude baan, terug langs het kerkhof.

    15. 6 u. Familie te Schriek gaan aanzetten te blijven tot nader gevaar; over Heyst weerkeerend, vinden wij dat dorp doodsch en verlaten tegen vroeger. In de hoogmis nogmaals schrikaanjagend sermoen. –13.30 u. Wij (ik en Mar.) vertrekken naar Brugge. In de linie tusschen ’t fort van Lier en Kessel is het een oprechte verwoesting : huizen, boom- en houtgewas zijn weggeruimd, pikdraad gespannen, grachten gegraven, ’t laag land langsheen de Nethen overstroomd. Rond 5u. in Brugge waar we desnoods een onderkomen zullen vinden voor heel ons gezin.

    16. Bij terugkeer naar huis is het treinverkeer zoo ontredderd, dat we bij 22 u. in Antwerpen aankomen. De voetpaden langsheen den spoorweg door burgerwachten bewaakt, zijn aan ’t publiek ontzegd. Noodgedwongen gaan we nachtverblijf afsmeeken bij den heer Allaup, schoolopziener, waar we ’t uiterst welkom zijn.

    17. Aankomst te Melcauwen : Fr. Lens en andere leden des Genootschaps stellen voor de voorgenomen geldinzameling te verdagen : ieder heeft het zijne noodig bij gebeurlijke vlucht.
    8.30u. Een taube (=ballon)- reeds de 2e vandaag - zweeft over de parochie heen. Richting : Leuven → Kessel → Herenthals. Onrust en vrees op alle wezens. Men hoort als een verre donder, vermoedelijk kanongedreun, wijl zich nergens sporen van een onweder vertoonen.
    We delven ’s nachts - bij bougielicht onder een emmer - een groot, sterk koffer met de beste klederen gevuld - 3-4 decim. diep onder den beganen grond in de bergplaats, dienend tot paardenstal, ook juweelen en eenig zilverwerk in een dubbel koffertje gesloten, onder en tusschen de wortelen van een ouden kriekelaar, - akten en papieren van belang in een zware ijzeren bus onder eenen perzik,- beste beddedekens en -lijnwaad in 2 houten bakken waarover zinken deksel tamelijk diep onder een hoop erwtrijs in den hof, -revolvers op ’t kruinhout van een achtergebouw.

    18. Een groep velorijders, die van Haelen en verder uit het Hageland terugkeeren, verhalen allerlei bijzonderheden over het gevecht, het uitzicht der streek, over lotgevallen van vluchtelingen. Heden voormiddag de laatste maal klas : de kinderen worden aangezet zich goed te gedragen, voorzichtig te zijn, enz. ; de heropening der school zal later bekend gemaakt worden. Op den middag slechte tijding : Ons leger trekt van Luik terug. Duitsche voorposten zijn in Diest, Scherpenheuvel, Westerloo, Westmeerbeek, zelfs in Hulshout verschenen. Wij trachten over Heyst naar Wiekevorst te gaan om over die tijding iets naders te vernemen. Uit alle richtingen zien wij hoopen vluchtelingen, meest allen met pakkage overladen, ouderlingen of bejaarde lieden op ezels- of hondenkar, zich naar den trein op Melcauwen of ter statie van Heyst begeven. Tegen Loodijk aan vinden wij de laatste patrouilles voetvolk in de beemden gelegerd. In de muren der huizen op den Dijk zijn schietgaten gekapt, die uitzicht geven op het oosten. In Hulshout-dorp zijn nog gene Duitschers verschenen. Rond 3 u. (15 u.) bemerken wij over het uitgestrekte, vlakke Goor heen, in de richting van Westerloo, maar waarschijnlijk verder, hoogopstijgende rookwolken van uitgestrekte brand. Bij aankomst te Wiekevorst worden wij aangesproken door den gewezen veldwachter-brigadier Jan Bapt. Van Meroy : “ M. Hebt ge de schoten gehoord in’t gevecht, daar achter in de bosschen onder Morckhoven? De uhlanen hadden daar eerst riggels uit den spoorweg doen springen en wilden den telegraaf afsnijden, maar onze lansiers zijn er op afgetrokken en hebben er eenigen neergeveld. Een partij wapens, helmen en ander gerief hebben ze meegebracht; ge kunt het daar in ’t dorp gaan zien.

    Bl.5

    De Duitschers zijn terug de bosschen in gevlucht”. In Wiekevorst-dorp zijn verscheidene gezinnen reeds weggevlucht. Terwijl wij bezig zijn voorwerpen van weerde of belang in diepe en sterke kelders weg te bergen, komt men ons zeggen, dat er een jongeling (lansier) van Schriek, ons geboortedorp op wacht staat op den hoek waar de steenwegen naar Morkhoven en Heyst uiteenloopen en ons verlangt te spreken. Wij gaan hem aanstonds vinden. ’t Is Jef, de zoon van Hendr. Wouters, deze laatste brouwersgast bij M. De Veuster te Schriek. Terwijl hij vertelt hoe hij en zijn makkers ’s voormiddags op de uhlanen zijn gevallen, wordt door andere uitgezette wachten plots signaal gegeven. Al de wachten springen te paard en vliegen, het geweer in de hand, op Morkhoven af. We hooren echter geene schoten knallen.- Droef afscheid van onze schoonzuster Josephine.
    Bij onzen terugkeer, rond 5 u. (17 u) zien wij op 3, 4 plaatsen brand ontstaan, vermoedelijk te Zoerle-Parwijs, Hersselt en Westerloo : een groot deel van den Z.O.gezichtseinder is achter dikke, zware en vurige rookwolken verdwenen, die een akelig uitzicht geven. Aan den steenweg naar Hulshout ontmoeten wij patrouilles linietroepen. Te Itegem, zegt men ons, heeft bijna een verschrikkelijke vergissing plaats gehad : Een fietser was de aankomst van veroverde Duitsche wapens vooruit gaan aankondigen. De bevelhebber der Belgische troepen, die verstaan had “Duitschers”, had zijne manschappen op en bij den dijk der Nethe uitstekend gereed liggen, om bij de verschijning van krijgers “vuur” te bevelen. Gelukkiglijk helderde een andere ooggetuige in tijd alles op. De vedwachter bericht ons dat nieuwe en betere getuigschriften van eenzelvigheid vereischt zijn om nabij versterkte plaatsen te mogen passeeren, op ‘t gemeentehuis te krijgen zijn. We begeven er ons aanstonds naartoe, en zijn spoedig in regel. Bij onzen terugkeer door de Smidstraat, stooten wij van aan ’t kapelleken tot huis toe op een onafgebroken en dicht gesloten stoet vluchtelingen uit de richting van Aerschot, een stoet van schreiende kinderen, weenende vrouwen, honden- ezel- en paardengespan met alle slag van huismeubelen beladen, velo’s, kruiwagens met keukengerief en allerlei pakkage, enkele stuks vee, het al in koortsige haast door de duisternis heen gestuurd door grommelende mannen, en tierende jongens. Aan dezen stoet, voor onze deur in oogenschouw genomen, schijnt geen einde te komen. Aan eenige geburen met talrijke kinderen raden wij de vlucht tot morgen uit te stellen, maar nutteloos, de schrik heeft alles overwonnen. Wij pakken het hoogst noodige in om bij ’t eerste daglicht den weg naar Gent op te rollen. Intusschen zien wij in de richting van Kessel een rossen gloed en vlammen opstijgen, vermoedelijk van gebouwen die men rond het fort neerblaast, -en hooren we nog immer het gerol van rijtuigen, haastige stappen, dof gefluister en gejammer ; het al zocht redding binnen de forten. Rond 1 uur, alles gereed, maar nog te duister om te vertrekken, begeven wij ons een poosje ter rust, -maar ….. ontwaken rond 5 u.

    19. Als ontbijt metterhaast een stukje brood met wat kaas en kouden koffie, deuren op slot, gauw wat gras aan de geit en cobays, het poortje uit, den velo op en …weg! Tot wanneer ? Van huis tot Kon.-Hoyckt ontmoeten wij 100 tot 200 vluchtelingen, die, naar hun uitwendige te oordeelen, vervaakt en bibberend van koude, den nacht onder den blooten hemel hebben doorgebracht, meestal vreemde gezichten, de overigen inwoners onzer parochie, met verlegen voorkomen, die naar ‘t voorbeeld der vreemden, met het hoogst noodige op kar, kruiwagen, of op den rug, als radeloos op de vlucht waren geslagen.
    Aan het “Sterreken” ontmoeten wij de 1e groep soldaten ; op het voorhof van het “Boekweistroo” hebben er zeer velen in stroo gelegerd. Van hier door het straatje naar de steenoven achter het “Duifken” is een telefoondraad aan palen of boomen vastgemaakt. Aan “Het houten Kruis” (punt waar de steenwegen naar Neckerspoel en Kath. Waver uiteenlopen) sterke groepen soldaten, strooien legers tegen de huizen, fornuis en keuken in volle werk in den boomgaard

    Bl.6

    der 1e hoeve rechts tegen den steenweg naar Kath. Waver, -boerengespannen die mondbehoeften aanvoeren. -een heel bivakleven. -Te Kath. Waver is tusschen de twee schansen en het fort alles afgeschoren en weggeruimd. Onder de brug van den spoorweg te Mechelen wordt de 1e maal onze pas gevraagd. De vest van de Keizerstraat naar de statie toe staat vol autos, ter beschikking van de militaire overheden. In de stad wemelt het van soldaten, ammunitiewagens en autos. We plaatsen onze fiets in “De Tent”. Daar vernemen we dat de Gen. Staf naar Mechelen is overgebracht. Tegenover deze afspanning- van de Vee- tot aan de Groote Markt staat eene rij prachtige autos, bewaakt door talrijke wachten, -en waar hoogere officieren, in koortsige beweging in- en uitstappen, heen- en weerrijden. Al meteen komt men den baas der “Tent” , heer Perckmans, -vewittigen, dat deze straat gaat afgesloten worden. De baas protesteert heftig. Hoe ’t afgeloopen is, weten we niet : Wij spoeden ons te voet voort naar de statie. In den “Bruel” zijn vele winkels gesloten. Schier geene burgers op de straat, maar tallooze groepen soldaten in haastigen optocht, de meesten te voet, anderen per velo, auto of moto. In de statie ongemeene beweging. Militairen van alle wapens loopen heen en weer; treinen opgepropt met soldaten passeeren of vertrekken. Reizigers wemelen door elkander, moeten meermaals in- en uitstappen; er heerscht sommige oogenblikken volkomen verwarring. Een mankende soldaat, van’t slagveld weergekeerd, wordt door een ambulantiewagen afgehaald. We vertrekken rond 10 u. met 3 kwart vertraging. Pas buiten de statie bemerken we een vlieger boven de stad. –In Dendermonde ontmoeten we op ’t onverwacht broeder August met moeder, -de familie De Ridder van Relst op vlucht naar Gent, de heer Cornelis ondr. te Bael met familieleden op weg naar Maldegem. Deze vertelt dat te Bael een uhlaan is gevangen genomen, die aldaar vroeger met zeisens had geleurd. Men deelt ons hier ook mee, dat de heer Joz. Viskens, leeraar aan de Middelbare school te Gent, als vrijwilliger is binnen gegaan. –In Gent eveneens groote vertraging. Rond 5 u. (17 u) aankomst in Brugge. ’t Statieplein is zwart van volk. En van medelijdend volk : 10, 20 personen te gelijk, waaronder de boy-scotts allen lof verdienen, komen ons op alle mogelijke wijzen hunne diensten aanbieden : moeder geleiden, onze pakken dragen, den weg aanduiden, tram nr 4 aanwijzen, enz. Al de onzen, sedert 8 dagen vertrokken, komen, vergezeld van de familie Cappon, ons vol vreugde tegemoet. We genieten in dit gezin het gunstigste onthaal.

    20-28 Ons verblijf in Brugge. Gebruik des tijds : 6 u. opstaan; -7 u. mis bijwonen in de St-Gilles kerk; 8 u. ontbijt. Mijnheer Cappon brengt ondertusschen het laatste nieuws der dagbladen bijeen. -9 u. Wandeling naar inlichtingsbureel in statie. -12 u. Middagmaal, wandeling (of rust). -7-8 u. Avondmaal, soms gevolgd van wandeling naar de statie, of gezellige avondkout. -9 u. Ter rust.
    Kennis aangeknoopt met zekeren Goidts van Dieghem. Deze heeft het 1e bombardement van Mechelen bijgewoond. Als bewijs toont hij ons stukken en deelen van den inhoud eener obus die op 40-50 m. van hem ontplofte. Voornemens naar huis eens weer te keeren wijl de toestand in onze strteek nog al rustig schijnt, zullen wij tot Lier vergezeld zijn van den heer Goidts, wijl deze zinnens is zijn jongsten broeder soldaat op het fort te Berchem, te gaan bezoeken.

    29. 14 u. heer Goidts vertrekt met ons naar Lier. Van Brugge tot Gent geene soldaten te zien; voorbij Melle hier en daar een patrouille; te Wetteren artillerie en eenige stukken in ’t veld; van Baasrode naar Boom, linietroepen langsheen de spoorbaan; rond Puers ontelbare afdeelingen aan versterkingswerken op en rond de forten : versperringen met pikdraad, grachten, opeengestapelde zakken aarde, buitengewone beweging zoo ver het oog draagt. Naar Sauvegarde toe : honderden stuks rundvee in weiden en bosschen; Boom en verder : soldaten, vervoer van ammun-

    Bl.7

    nitie en levensmiddelen; treinen, wegen, alles vol soldaten, vluchtelingen, reizigers. Aankomst in Antwerpen om 13.45 u. Bij ’t uitstappen des treins streng nazicht der paspoorten : Bij ’t eenzelvigheidsbewijs wordt de reiscoupon geeischt, met de vraag : Waar geweest ? Waarom ? Waarheen nu ? Wat … daar doen ? enz. enz. Het meerendeel der reizigers moet blijven zitten tot nader onderzoek. We vernemen dat al de vreemdelingen, die van af 1 Aug. in Antw gekomen zijn, die stad en het omliggende moeten verlaten. Mededeeling in een dagblad, dat Heyst gisteren of eergisteren beschoten is, houtmagazijn en woningen in vlammen opgegaan, doet ons voor den Heikant het ergste vreezen. Vertrek naar Lier. Daar komt Louis Seymus, onze gebuur, de eerste kennis, dien wij hier zien, in den trein en hij stelt ons gerust. Hij vertelt :

    “1. Dinsdag acht dagen (18 Aug) waren omtrent al de bewoners van het dorp weggevlucht, maar de meesten zijn ’s anderen daags weergekeerd. Den volgenden dag was het weer vlucht : een patrouille uhlanen kwam over den steenweg tot omtrent het huis van Jos Van den Eynde, - trok terug en den steenweg op naar Melcauwen. 1 gaf Felix Truyts, die misschien wilde wegloopen, eenige plakken met de lans op de broek, ging bij Louis Schoeters binnen en dwong dezen te tappen. Aan ’t Duifhuis richtte zich een deel uhlanen naar Berlaer, terwijl de overigen de richting van Itegem of Hallaer namen. - De meeste gevluchten keerden naar huis terug om het vee te voederen. Eenige geiten uit de buurt zijn bijeen gejaagd in uwen hof; wij, eenige jongens uit de buurt gaan die alle dagen melken en voederen.

    2. Eergisteren is een tweede patrouille van 10 of 11 man over den Heikant gekomen tot voorbij “’t Hoefijzer”. Belgische soldaten kwamen uit de richting van Lier. De eerste dezer, men zegt een jongen van Itegem, meende eerst met Belgen te doen te hebben, doch nauwelijks had hij in den eersten aankomende een Duitsch erkend, of hij vuurde er op. Deze en zijne makkers keerden spoedig terug. Maar op ‘t gerucht der losbrandingen kwam een Belgische patrouille over den steenweg van Steenbeek naar Gangelberg toegesneld en viel onmiddellijk den vijand aan. Meer dan 150 schoten werden gewisseld met de vluchtende Duitschers. De aanvoerder dezer laatsten viel, man en paard doodelijk getroffen, neer tegenover het kapelleken op den hoek der Smidstraat, en werd in de gracht nevens de baan bedolven. Een andere zwaar gekwetste rende, zoo goed mogelijk ondersteund door een niet gekwetste kameraad, door de dorpskom van Berlaer-Heikant, voort in de richting van Heyst. De overigen, die volgden hun hoofd vermoedelijk hadden zien vallen, vluchtten deels door veld en kant naar de Smidstraat en verder naar Alphelaer, deels door de Heidestraat en over Melcauwen naar Hallaer en Heyst. Eenige uren later voerde een Belg. patrouille den vermelden zwaargekwetste, die door zijn makker ergens voorbij het Kruispunt achtergelaten was als krijgsgevangenen naar Lier. Daar hij scheen te bezwijken werd de E.H. Pastoor van B.-Heikant bijgeroepen, doch dezen scheen er geen leven meer in te bespaeren. Het lijk werd te Konings-Hoyckt op den hoek van het veld tegen de losplaats van de tram begraven. Des anderendaags werd Heyst van op ’t Laer en den Aerschotschen steenweg beschoten. –eenigen besluiten uit wraak door dien achtergebleven gekwetste door een toegekomen D. auto niet werd gevonden. De beschieting deed te Heyst het houtmagazijn van Mr. De Greef en aanpalende woning in vlammen opgaan en beschadigde den kerketoren en verscheidene huizen.

    3. In Schriek zou een klein kind in de armen zijner moeder doodgeschoten zijn, en begraven op ’t Goor. Uit de dorpen van tegen Aerschot aan zouden vele mannen en jongelingen door de D. gevangen en meegevoerd zijn. Louis raadt ons aan op den Heikant niet te blijven vernachten; iedereen is er weg.
    Jan Wouters (Pachters), ook in den trein zegt, met gebaar van vreeselijken angst : “M., gisteren hebben wij te Heyst vreeselijke dingen beleefd. Nooit of nooit vergeet ik dat!”.
    Alois Bogemans, veldwachter, insgelijks met eenige vluchtelingen terugkeerend zegde : “Men schat dat er van Heyst en Boisschot 300-400 man meegenomen zijn naar Aerschot en elders, de E.H. Onderp. van Boisschot moest ook mee”.
    Tusschen Kloosterheide en Berlaer stopt de trein tot na een woordenwisseling met een Belg. patrouille op den spoorweg (Het treinpersoneel bestaat uit militairen). Alhoewel in Lier gezegd werd, dat de trein maar tot Berlaer loopt, rolt hij na enkele stonden gestopt hebben, voort naar Heyst. Frans Brandts, Louis Vervloet en een of twee anderen, die nabij de stopplaats van Melcauwen wonen, zijn in Berlaer afgestapt ; is misschien uit vrees?. Wij willen mee. -Voorbij Berlaer-statie zijn alle woningen (vensterluiken) gesloten, - is geen levend wezen meer te zien. -Aankomst te Melcauwen : de trein stoomt door. Herbergen zoowel als andere woningen zijn potdicht gesloten. Aan de schuif staan 7-8 personen ( Louis Winkelmans en vrouw, Jos Cannaerts, Mar. Spits, Aug. en Hubert Kempeneers, Aug. Keuleers) allen met doodsangst op ’t gelaat. Aug. Kempeneers, baanwachter, weigert het bedrag der reis Lier- Melcauwen: “ Niemand moet hier betalen” zegt hij, “ maar die willen terugkeren, mogen niet lang wegblijven, want de trein loopt maar tot Heyst”. Jos Cannaerts keert naar zijn ledig staand huis weder. Aan de woning van Alf. Rijmenants komen 4 of 5 jongens uit den kant gesprongen, zeggend dat zij nog niet vervaard zijn!.

    Bl.8.

    Fr. Laenen per velo, Louis Wellens en Kar. Celen te voet, spoeden zich naar de spoorweghalt toe en zijn de laatste bekenden die wij ontmoeten. In ’t vlakke veld ten N. der prov. en ten O. der dorpskom is eene loopgracht gegraven. Niemand te zien om ons wat te vertellen. Alle woningen gesloten en verlaten. Kondet gij dooden hier op ’t kerkhof mij maar zeggen wat hier al gebeurd is! Misschien zijt gij gelukkig deze dagen niet meer te moeten beleven!
    Zoo droomend komen wij op de baan nevens de kerk. Wij kijken links en rechts, nog eens heen en weer, alles gesloten, geen enkele kennis te zien! Maar toch iets : Drie voertuigen achter elkander opgepropt met vluchtelingen, den schrik op ’t gelaat, komen uit de richting van Lier aangerold. Een hoopje vreemdelingen : kleine meisjes barrevoets waarvan een met bloedende teenen, met 2 of 3 oude vrouwen, die met een paternoster in hand hunne tranen afvagen, trachten over de hobbeligen weg de rijtuigen te volgen. Terwijl we de trappen optreden der pastorij, stopt ‘t laatste voertuig. We bellen 3-4 maal, niemand verschijnt, alles blijft gesloten, en ’t gespan rolt voort. Op de witte voordeur vinden wij met potlood geschreven : “ Wij zijn naar de pastorij te Kessel gaan vernachten. J. Van Lo….” Wij schrijven er naast : “Volgens “Het Handelsblad” – uitgave van heden namiddag – verbetering in toestand : 140 treinen Duitschers vertrokken. Ms.” We spoeden ons voort. Wat is ‘t hier toch akelig : de liederlijkste plaatsen der dorpskom, smidse en hoefstal, het voorhof der schoenmakers, waar schier dag en nacht beweging en rumoer heerschten, geschertst en getierd werd, zijn doodsch en verlaten. Zoovele herbergen, en niet de minste verversching te bekomen! Veloweg en de schooldreef door paardenhoeven omgewoeld! Zouden Verelst’s daar achter in het loosstr. van hunnen hof niet verscholen zitten? Daar is onze woning, onzen hof, onze school. Bloemen en gewassen op de koer bloeien schooner dan ooit; druiven, peren en appelen in massa bleven ongedeerd en rijpen; de bloemen in ’t voorhofje prijken bij duizendtallen; de bladeren van de druivelaars zijn tot 1,5 m. hoogte afgevreten, de hofpaden zijn fel begrond, maar bloemen en groenten in W.hofje lachen toe. Op ’t achterhofje zijn bloemen en planten op de perkjes verdwenen. De staldeur staat open : onze geit, door eene andere gevolgd, vliegt bij ’t hooren onzer stem, ons al blatend tegen ’t lichaam omhoog. Wat heeft ze te zeggen : te klagen over eenzaamheid, vreemde en slechte behandeling, honger, schrik. Een rosse hond, die de heele koer heeft beklauwd, blaft en grolt tegen de verschrikte dieren. We verjagen hem. De cobagés piepen en klauteren tegen de afsluiting omhoog. We werpen wat erwtstroo in hun hok, -beter misschien hen te verlossen : we rukken de afsluiting weg. Terwijl we de klink der huisdeur oplichten, komt de geit ons opnieuw angstig blatend op ’t lijf gesprongen; vraagt ze bescherming ? Dieren zijn te beklagen als menschen. De deur is nog op ’t slot, maar rond het sleutelgat bemerken wij sporen van nagels of van scherpe voorwerpen; heeft men gepoogd in te breken? Alles is echter nog goed gesloten. Tussen gewassen in den achterhof bemerken wij nog 1 of 2 geiten. We spoeden ons naar voren; binnengaan duurt te lang, want we denken naar de statie van Berlaer te gaan, en in passant een blik te werpen op het D. graf aan ’t kapelleken en op onze oude geburen in de Smidstraat, waar we van 1882 tot 1892 hebben gewoond. Daarbij de zon begint reeds laag te dalen. Tot tweemaal moeten wij de geit, die ons niet wil verlaten, terug naar achter leiden. Ontsteld door medelijden, vluchten wij weg en slaan het voorpoortje dicht. Zullen wij dieren, huis, bloemen, al wat ons zo dierbaar is, nog wederzien.
    Daar is Louis Seymus weer! Wij zetten hem nogmaals aan in zijn dagelijkse dierenverzorging zoolang mogelijk voort te gaan, en we haasten ons naar Gangelberg toe. Aan den inkom van het dorp komt een paard in rijtuig in vollen draf aangerend, zoo dat vuurvonken uit de straatsteenen springen. L. Seymus verdwijnt vlug achter de woning van Suetens: Zijn

    Bl.9.

    het misschien listige uhlanen? Wij snellen door tuin en over veld naar den molen der Smidstraat. Achter de woning van Louis De Vries hooren wij een gemor in de lucht : een vliegtuig “taubevorm” zooals te Brugge afbeeldingen aangeplakt zijn, komt uit de richting van Leuven , zwenkt rechts tusschen onze kerk en het “Kruispunt” en richt zich naar Hallaer. De zon verdwijnt. Het vee links en rechts blaat akelig. Langs de woning van Fr. Mertens loopen wij door kant, over gracht en veld in rechte lijn – zonder één mensch te ontwaren- naar den molen. Bij ’t overkruisen der Smidstraat aan de woning van Alf. Ceulemans, stooten wij op eene groote kudde runders, voortgedreven door Frans Ceulemans, Ed. Nauwelaerts, Fr. Nauwelaerts en L. Bogaerts. Een soldaat is hen komen zeggen, dat het tijd was te vluchten. We spoeden ons voort langs den molenberg, recht naar het “Hooghuis”, zooveel wij loopen kunnen. Andermaal geronk achter onzen rug.Wijl ’t gemor ongemeen hevig is blikken wij omhoog; maar ’t zweet, dat ons de oogen vult, belet ons iets te ontwaren. Zou die verwenschte gast ons tot mikpunt eener proeve willen nemen? Het geronk houdt op. Op misschien 100 m. afstand zien we tegen het leiken van ’t Hooghuis in de kant twee dikke, oude struiken dicht bij elkander staan, bedekt met dicht tweejarig hout. Op één, twee, drie hebben we ze bereikt en klampen ons aan de meest hellende onderzijde vast. Wij durven den stam schier niet lossen om buiten de twijgen eens te gaan kijken. Wat kan de vrees iemands verbeelding op hol brengen. Na eenige seconden herbegint het geronk, en reeds ver over ons heen. Met afgedroogde oogen en ontlasten adem bemerken wij dat het geen D. wangedrocht is, maar een eendekker zoals wij er op ’t Wilrijksche plein reeds zagen zweven. Doornat van het zweet komen wij aan de statie van Berlaer, waar de trein op min dan 100 met. voor ons wegrolt.
    Eenige volwassenen, Louis Seymus is er ook weer bij, Peer Vervoort ... zijn door de Belg. wachten op den steenweg naar Lier teruggejaagd, en trachten nu over K.-Hoyckt de stad te bereiken. Een persoon aan de schuif der spoorwegs zegt ons, dat de E.H.H. Pastoor en Onderp. in burgerkleeding door Berlaer zijn gepasseerd. Wij haasten ons langs de Klets naar Lier. ’t Wordt duister. Van een weinig voorbij ‘t “Beeksken” tusschen de forten van Kessel en Lier, is alle houtgewas neergeveld, op een breedte van eenige honderd meters! De herberg “ ’t Houten huis” ligt in asch. Links en rechts zoo ver het oog draagt, niets dan soldaten. Loopgrachten, dubbele versperringen met pikdraad op 10 m. breedte tot tegen de gekasseide bedding, met opening zoo nauw dat er maar een kar door kan. Hier en daar rookende fakkels en lantaarnen aan palen opgehangen, tusschen breede grachten of kuilen met houten planken, palen en ijzeren pontrelles opgezet; hoopen stroo, timmerhout, rollen pikdraad, zijlen en bachen over strooien legersteden, autos en wagens, -vormen een mengelmoes dat bij het sombere fakkellicht een spookachtig uitzicht krijgt. Op weg naar de brug drommen soldaten soms zoo dicht dat men er zich nauwelijks nen weg kan door banen, meerderen onder hen met een nachtvlindertje aan den arm! Geen streng toezicht op paspoort, noch velo. Soldaten aan de brug, in de stad, in alle herbergen en winkels, soldaten van aan ’t fort tot Lisp toe, waar men ons zegt dat er in den dag 30 duizend zijn voorbijgetrokken.
    20.30 u. aankomst bij koz. Jef – tante Cecile met kinderen en verdere familie binnen Antw. Gevlucht,is na Zeppelintocht met bommenaanval onmiddellijk uit die stad weergekeerd.
    23 u. ter rust, maar geen vaak; onze gedachten willen van B.H. niet weg.

    30. Naar 5u. mis te Lisp. Veel soldaten naderen ter H. Tafel. De EH.Ond. stuurt hun eenige hartelijke en aanmoedigende woorden toe.
    Ontbijt in gezelschap van sergant-four. Lampens (7e lin. Reg.) van Maldegem bij kozijn Jef. Gesprek over den toestand : BH ligt in een gevaarlijke linie, men raadt ons sterk af weer te keeren. Wij besluiten onmiddellijk naar Brugge terug te keeren. We ontmoeten eene rij soldaten van verschillende wapens (in gesloten gelederen) van af Lisp tot aan de statie, die in de richting van Emblehem trekken. Bij ’t overstappen des spoorwegs ontmoeten we op ‘t onverwacht Jos. Lambrechts een jongeling (soldaat) uit onze buurt; wenschen hem veel succes etc… De wachtzaal van 3e klas (in de statie) is in een groot zwijnenhok herschapen. In de statie neemt men ter verzending geen burgerlijke (?) telegrams aan; men verzend ons naar ’t postbureel in de Mechelstraat, waar we naar Brugge laten seinen “Ik kom”. De Groote merkt staat vol artillerie.
    In de statie, voor ’t vertrek des treins vertellen 2 priesters-aalmoeseniers hun wedervaren. “Te Lathuy – zoo verstaan ten minste – hebben Belgen bij vergissing op elkander geschoten en zijn 2 man gevallen.”
    Vertrek om 7.40 u. met veel vertraging. Tusschen Contich en Oude God bemerken wij langsheen de spoorbaan gevluchte kennissen vooral van Goor en Achterheide. Nabij OG. Vernielt men op dit oogenblik een villa en beplantingen. Treinen met vluchtelingen rollen voorbij. In de richting van Dendermonde dezelfde beweging van gisteren, maar meer schansen van opgestapelde zakken zand. Overal soldaten tot aan laatstgenoemde stad. Van Gent naar Brugge zijn wij in gezelschap van een spoorwegmachinist. Nabij de statie van Aelter zegt hij : “Ziedaar M., stukken rails door de ontploffing die de Duitschers hier veroorzaakt.” Aankomst om 12.40 u.

    31. we moeten ons tevreden stellen met het nieuws der dagbladen, die veelal gewagen van voordeelen door de geallieerden op alle fronten behaald, van terugslaan des vijands, buitmaken van

    Bl.10.

    Krijgsmateriaal, enz., zonder te spreken over voordeelen door den vijand behaald.

    September 1. Mijn broeder Isidoor, heden morgen uit Lier aangekomen, deelt het een en ander mee uit onze streek:
    a) Te Tremeloo zouden buiten de kerk en de pastorij, nog 3 of 4 huizen rechtblijven. Op Grootloo zijn 3 woningen neergeblankt. Van Grootloo hebben de meeste uhlanen hunnen weg door de Gommerijnstraat, en niet door het dorp van Schriek, naar Goor en Heist voortgezet.
    b) Een jong kind van zekeren Baeten op de vlucht doodgeschoten, is op ’t Goor begraven. Een 76-jarige ouderling Van Woensel, voor den vijand wegvluchtend is met doorschoten schouder en been neergezegen.
    c) Aan een gering huis onder Bael, waar de man gevlucht is en de vrouw met 2 kleine kinderen zit te weenen, werd door den bevelhebber eener voorbijtrekkende patrouille Duitschers op de deur geklopt. De vrouw meer dood dan levend, antwoordde op de vraag des officiers dat haar man in het leger is. Dan vraagt hij : “ Hebt gij eten voor u en uwe kinderen?” – “ Neen M.” – “Kleederen?”. “Niet veel” - Weldra stoppen wagens, soldaten brengen rollen kleerstof en stukken versch vlees binnen. De officier zijn tasch openend en een briefje van 100 fr. toonend, vraagt: “Kent gij dit?”. “Ja, M., dat is 100 fr.”. “ Zie , dat is voor u”. En de man gaf haar 7 bankbriefjes met eenige juweelen bij. Vertrekkend zegde hij : “ Er zal u geen kwaad geschieden” en hij schreef eenige woorden op de deur. (Zou dat wel waar zijn?)
    d) Bij de zuster van moeder (Jos Adams-Wouters, Kruisbrug te Schriek) komt een Duitscher binnen : “Waar zijn uwe zoons?” – “M., die zijn over 5 dagen met ons gaan vluchten, wij alleen ik en mijn man zijn teruggekomen, maar zij niet.”Kom binnen M., mag ik u iets te drinken geven? (’t Was stikkend heet) “Drank, ja.” Een flesch bier werd gehaald, maar moei en een buurvrouw, die daar toevallig binnen was, moesten eerst drinken. Daarop dronk de bezoeker zijn glas. Dan vroeg hij naar den man en deze moest met hem meegaan. Op Kruisbrug (steenweg Schriek-Bael en Tremeloo-Goor)niet ver van zijne woning, moest oom zeggen waar iedere tak naartoe leidt. Oom antwoordde rechtzinnig. Daarop trok de D. een kaart uit den zak, bekeek en zegde : “Gij zijt brave lieden; geen kwaad doen aan u.” en eenige woorden werden op den muur geschreven.
    e) In 2 of 3 landbouwersgezinnen zijn zoon of dochter eenige stuks vee moeten gaan meeleiden, en tot heden nog niet weergekeerd. –Een 30tal personen uit de Gommerijnstraat en omliggende zijn mee naar Aerschot genomen, men denkt om te werken.-

    2. Broeder Is. wil over St. Niklaas en Antwerpen naar huis weerkeeren. Bij gebeurlijk nieuwe vlucht denkt hij de richting Oostmalle, Hoogstraeten, Holland te nemen.

    3. Tot tijdpasseeren nemen wij aanteekening uit “Bruges, Histoire et Souvenirs” door A. Duclos (prachtwerk – bij Van de Vijvere-Petyt)

    4. Wandeling naar ’t Oefeningsplein.-10.30 u. Een “taube” vertoont zich boven de stad. Bij gelegenheid dezer wandeling onderhoud met M. Cappon, onzen patroon, over eene aardrijksk. en geschied. der omstreken (in betrek met aanteek. over Brugge.
    Vele vluchtelingen uit de omstreken van Dendermonde komen toe; men spreekt van een aanval op die stad.

    5. Uit dagbladen : Kardinaal Jac. della Chiesa, aartsbisschop van Bologna, geboren te Genua den 24 Nov. 1854 is tot Paus gekozen en heeft den titel aangenomen van Benedictus XV. Hij spreekt buiten ’t Italiaansch, Fransch en Spaansch.

    6. Niets bijzonders over den strijd. Wandeling naar Koolkerke. –Voortzetting van aanteekeningen.

    7. Onze zuster Euphrasie, met haar gezin, even buiten de vesten van Brugge, op ’t gehucht Aveloo, onder de gemeente Assebroeck verblijvend, deelt ons mee :
    “Zekere Jef Janssens van de Hazebergen (tegen de grens van Bael en Tremeloo) onder Schriek, gisteren bij haar aangekomen, wist, bij wat broeder Is. reeds verhaalde, ’t volgende te voegen :
    a) Bij de verwoesting van Tremeloo werden onder Schriek 30-40 mannen en jongelingen opgevangen en voor hen uitgedreven naar Tremeloo, om de verwoesting aldaar af te zien en bij te wonen. Daarna liet men hen vrij terugkeeren.
    b) ’s Anderendaags ging Jozef (zoon v. Ferdinand) Op de Beeck, in gezelschap van eenige kameraden naar Tremeloo ook eens zien. Toen ze aldaar, of onder weg eenige D. soldaten bemerkten, sloegen ze op de vlucht, - doch viel Jozef onder ’t Goor in de handen van eene andere groep uhlanen, die hem meevoerden. Tot op heden is Jos nog niet weergekeerd.- Vandaag zou eene zware botsing hebben plaats gehad te Wetteren en te Melle. Voor de overmacht zijn de Belgen moeten wijken. Talloze soldaten komen hier aan uit den strijd.

    8. Onze huisbaas (M. Cappon) komt met 2 uit den slag komende soldaten binnen : de eene is een 30jarige Poolsche Rus, die in Toulouse zijne studiėn heeft aangevangen en (voor ingenieur) die nu elders voortzet. De andere is een 23 jar. student der Hooge school van Luik. ’t Zijn beleefde mannen, gezellig en lustig van aard. Terwijl ze zich het ontbijt goed laten smaken dat de herbergzame familie Cappon hen aanbiedt, vertellen zij ’t een en ’t ander, maar niets bijzonders uit den strijd.

    wordt vervolgd



    31-05-2020, 00:00 geschreven door Renic
    Reacties (0)
    30-05-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ons Oorlogsdagboek 1914-1919 (2)

    BV2

    Ons Oorlogsdagboek 1914-1919

    door Jan De Belser

    deel 2

    Bl.11.

    Na zich eens wel gewasschen te hebben en geschoren te zijn, verhalen ze hun wedervaren dezer dagen zonder gemaaktheid, maar op zulke bevallige en kluchtige wijze, dat wij ons oor spalken tot de wijzer der klok op 10 u. staat, tijd voor hun vertrek. Na vergelding aangeboden en de familie Cappon voor zooveel goedheid van harte bedankt, en met woord en handdruk al de aanwezigen gegroet te hebben, nemen die kloeke vaderlanders afscheid.
    Tot aandenken en … gebeurlijk wederzien gaven ze ons hun adres :
    1. Fabry Robert Ernest, né à Verviers le 3 juillet 1891, Rue de Hensy, 75 – Rue des Hommes, 44 en Rue Spintay, 51 Verviers
    2. Rosengarten Adolphe, Loek – Russie – Pologne.
    Heden morgen, rond 7 u. maakte een vlieger, op groote hoogte, den heelen omtrek der stad.

    8. Feestdag van O.L.V.Geboorte. zeer veel volk nadert ter H.Tafel.
    Om 10 u. een vlieger boven de stad, een uur later een 2e vlieger. De stad is vol soldaten, die in den avond en den nacht uit Melle en Qaetrecht zijn aangekomen. Eenigen zijn droevig gesteld : mankend, afgematheid en lijden op ’t gelaat, zwart en bevuild, de eene blootshoofds, de andere met eene klak op ’t hoofd. Tegen den muur aanleunend staat er een met eene erge kwetsuur aan ’t scheenbeen, die voorlopig vermaakt is. Deze is in bezit van D. mausserpatronen (met puntigen bal).
    Op de Groote Merkt voor den gevel der hallen, liggen een 50tal uit den slag gekomen karabiniers te rusten, tusschen in rotten geplaatste geweren : Eenigen zitten beweegloos met het hoofd op de armen of in de handen; anderen lezen dagbladen, rooken, praten, lachen; een dozijn liggen op de harde straatsteenen ingeslapen, uitgestrekt, op de zijde, op ’t gezicht; een ligt er op den rug met het gelaat in de volle zon te snorken, met een stuk “grijze” tegen het oor; een andere is bezig, op zijn ramel als schrijftafel, in een carnet aanteekeningen te nemen. Wat is oorlog een harde tijd!
    Men bericht ons dat Mr. Joz. Viskens, leraar aan de Middelbare school te Gent, als soldaat in de stad is. Dan is ’t toch waar wat men over hem verteld heeft. Wat treffend voorbeeld van vaderlandsliefde! Talrijke Russen zouden in Oostende aangekomen zijn.
    5.30 u. Daar komt Mr Viskens, in gezelschap een anderen soldaat, ons opzoeken. Hem toesnellen, groeten en onze bewondering en beste wenschen uitdrukken is ’t werk van een oogenblik. Neergezeten, begint hij, na de beweegreden van zijn besluit, zijn inlijving den 1ste dag der vacantie, zijn wederwaardigheden en lotgevallen uit zijn militair leven uit te leggen. Het kazerneleven heeft eene sombere zijde : ruw- en zedeloosheid, zelfzucht, laag- en onbeschoftheid als daar heerschen, kan men zich in het burgerleven niet voorstellen; maar men geraakt er ook aan gewoon. Met een fijnen opmerkingsgeest begaafd drukt hij in enkele woorden, als volgt, zijn oordeel uit over den toestand van het vaderlandsch leger : Moed en oprechte vaderlandsliefde vindt men veel meer bij de eenvoudige manschappen dan bij vele oversten. Bij vele onderofficieren is onkunde en onbekwaamheid, bloo-, vreesachtig-, men zou soms zeggen, lafheid waar te nemen : een chef of serg. o.a. gaf al stotterend van schrik, het bevel tot bereiding des aanvals. De regeling en uitvoering in zake van bevoorrading, laat veel te wenschen. Meermaals ging een dag voorbij zonder uitdeeling van levensmiddelen, -meerdere dagen met een enkele, dikwijls gebrekkige uitdeeling van mondbehoeften. Andermaal scheen de schietvoorraad schier uitgeput op het hoogst gewichtig oogenblik. Met de bewapening al even zonderling : Bij de inlijving werd de afdeeling bij welke M. Viskens behoort, met het Belg. Maussergeweer (5 patr.) gewapend en afgericht. Later moest hij dat wapen inleveren. Met deze wapens werden ledige wagens die te Gent uit Frankrijk toegekomen waren, geladen, terwijl hun uit geladen wagens van denzelfden trein het “Grassgeweer” mod. 187.. werd ter hand gesteld, waarmede zij te Melle werden opgeroepen. Om 7.45 u. gaan M. Viskens en zijn kameraad – een Gentsche vrijwilliger die vrouw en twee kinderen heeft, hunne compagnie vervoegen. Bezate België maar veel zulke “mannen”!
    Mr. en Madm. Drijvers-Viskens verblijven met hunne kinderen in ’t logement van Mr. Jozef (Karel V straat, 5) te Gent. De broeder van Gustaaf heeft hun bericht, dat de drukkerij en het huis in Werchter, in puin liggen; van ’t huis heeft men aan madame nog geene kennis durven geven. Mr Joz. heeft veel spijt over ’t verlies der gedenkstukken en herinneringen aan hunne dierbare ouders zaliger. Het gedoode kind (zie bl. 7 en 10) werd werkelijk op ‘t Goor begraven door Ed.(zoon van Susken) Rijmenants (uit onze buurt over 40 j.), gewezen drukkersgast bij Mr. Drijvers. Dit alles meegedeeld door Mr. Joz. Viskens.

    9. Men zegt dat Gent door de Duitschers niet zal bezet worden, doordien de burgemeester met den D. bevelhebber onderhandeld en meerdere eischen van dezen laatste heeft ingewilligd. Mochte Brugge op gelijke wijze bevrijd blijven. We ontmoeten aan St. Salvator Const. Vermijlen en Leon. Kerkstoel. “Wij zitten al 3 weken in Eecloo, zeggen zij, maar ’t begint er warm te worden … wij gaan aan de kust een onderkomen zoeken.”
    Nogmaals 3 militairen aan de tafel bij Mr. Cappon : een blonde Brusselaar, bloed- of aanverwant van Madm. Em. Van Mensel-Budts, hotel “Oude Ketel” te Heyst, -een bejaarde Schaarbekenaar en een chauffer uit Charleroi.

    10. Schier al de militairen zijn in den nacht uit Brugge vertrokken, men denkt in

    Bl.12.

    de richting van Antwerpen. De spoorverbinding Gent-St.Niklaas-Antwerpen is nog onderbroken. Volgens bladen van heden avond zouden beslissende gevechten aan gang zijn op heel de lijn Parijs-Verdun, met voordeel voor de verbondenen.

    11. 17 u. Een verdachte D. bespieder in vrouwenkleederen aangetroffen, wordt onder geleide van gendarmen per tram ter opsluiting naar politiebureel weggevoerd. De “Gazet van Gent” deelt mee, dat 2 D. treinen met krijgsvoorraad voor Aerschot bestemd, door een patrouille gendarmen, die van den wissel meester waren, op Heyst-o-d-Berg gestuurd en in Belgische handen gevallen zijn, evenals 300 in Aerschot achtergebleven D.-

    12. Twee brieven komen ons toe : een van schoonzuster Fien, de andere van broeder Isidoor.
    F. schrijft :
    Wiekevorst, 7 Sept. 1914.
    Geachte Familie,
    Ik heb reeds eenige daagen uitgesteld u te schrijven, daar men ons zegde, dat gij voortgetrokken waart naar Engeland. Wij hebben te Wilrijk de villa kunnen bewonen van Aug. Bulkens, die thans bij zijn schoonouders is. Nonk. Ch., tante Pauline en ik zijn Vrijd. Acht dagen ’s avonds ook naar Antw. geweest tot Dinsd. middag om te doen gelijk iedereen doet, moet ik zeggen. Nergens vindt men rust! Oost, west t’huis best. Er waren daar overvloedige vluchtelingen uit Aerschot, Werchter, Keerbergen, Haecht, enz. In Tremeloo staat nog één huis. Mr. de Deken met zijn onderpastoor, van Oolen geboortig, zijn als burger langs hier naar Oolen gegaan. Er zitten nog een partij priesters uit de buurt van Aerschot in de kerk, met 200 burgers uit den omtrek. Morgen gaan ze Aerschot zuiveren, zegt men. Gisteren zijn hier, men denkt, 1100 Belg. Lanciers gepasseerd terwijl een heel uur verliep, ik heb er nooit zooveel gezien. Verleden Zaterdag hebben ze op Blauberg 2 D. oversten met 9 soldaten gepakt met hun automobiel, maar te Zammel hebben de Duitschers 5 notabelen van ons land geschoten; zij liggen in het nonnenklooster bij Ursula Van Bouwel. Prins de Ligne 18 of 20 j. oud, had gisteren het bewustzijn nog niet terug.
    Waar zou ons matante al zitten? De zusters van Thildonck hebben hun verblijf Kronestraat, 71, Antwerpen, en de vic. gen. St.Pietersstraat, 1, Antwerpen, naar ik in ’t Handelsblad zie. Verleden Zaterdag hebben ze op Heyst ook al bommen geschoten van op Mac.Adam en de beek tusschen Heyst en Boisschot. Het houtmagazijn van De Greef is geheel afgebrand en de woning van den drogist. Bij mad. Caluwaert, bij den koster, in ’t gemeentehuis, aan de kerk en meest alle huizen op den berg, veel stukken. Zelika en Leonie waren van eerst af te Antwerpen gaan wonen bij Frans, waar op ’t huis de 4e bom terecht kwam. Ik kan niet zeggen of schrijven hoe daar geen persoonlijke ongelukken gebeurd zijn : alles is er in stukken. Mochte het eindelijk een einde kennen! Met dagelijks veel schrik uit te staan en onzen dag grootendeels op de straat door te brengen, zijn we toch al eene maand gevorderd. Volgens het laatste zeggen van den Paus-zaliger zou België vervolgd worden tot morgen, 8e September. Er zijn te Antwerpen veel religieuzen ingescheept voor Engeland, alsook vluchtelingen. Men kan avonturen tegenkomen : Tante Pauline, Zelika en kleine Frans wilden ze naar Gent sturen, -een beste nonkel moest toonen dat hij daarvoor middelen had van bestaan; het gaat altijd zoo plezant niet. –Vandaag is Horemans dood gevallen in den hof. Laat mij ook nog eens wat nieuws weten, het zal misschien toch zoo moeilijk niet blijven. De Meesteresse met haar volk had het niet gepakt te Ninove, met de Duitschers; ze was rap terug. Paulien Bellens heeft ook al drij weken te Hoboken gezeten. Die van Dieltjens woonden in de Lammekensstraat, 83, en nu op een villa te Hoogstraeten, van John Van Bavel (schoonbroeder van tante Trees). Ik denk niet van nog aan te gaan, of het moet nog dringer worden; men zal nergens vinden wat men zoekt te genieten; het is de eenigste brief, dien ik ontvangen heb.
    Ik ga sluiten en bied u mijne beste zoenen van verre, misschien zie ik u nooit meer weder. Die van den smid hier zitten in Gierle en velen van Heyst en Itegem bij Gust. Janssens. Doktor Verbist is nog altijd hier. Mad. Juge van Heyst is berecht te Westerloo in den Anker. Juff. Goossens waren zonder hoed op de vlucht; juf. Lambrechts van Heyst is in “de Ster” te Wiekevorst. Nu is het volk op de wiggel; ge hadt hier moeten blijven.
    Uwe zuster J. en P.


    Broeder Isidoor schrijft :
    Lier, 8 september.
    Goeden dag aan allen. Ik ben nog goed gezond. Ik kom u mijn wedervaren mededeelen : Toen ik van u ben weggegaan, ben ik rond 3 u. in Oude God aangekomen. We hadden veel Duitschers in trein, zegde men, alleen in eerste klas. Van daar ben ik te voet naar Lier getrokken en ’s anderdags naar huis. Ik ben thuis gebleven tot Vrijdag morgend; dan ben ik met 2 koei naar Lier getrokken om te verkoopen; ’s avonds om 10 u. was heel Schriek met al zijn vee in Lier. Zondag zijn we met het gespan van Frans, als nen haas vol schrik naar Schr. Getrokken, om verkens, kisten, matrassen, enz. te halen. Maar alles was doorsnuffeld van onder tot boven; uit den winkel was alles gaan vliegen. Nu ben ik een groote man : ik


    Bl.13.

    ben boer te Schriek en heb beesten liggen op 3, 4 plaatsen; te Schr. Heb ik de witte koei en twee kleine kalveren gelaten. Ik meende met den verkoop mijn kabas goed te vullen, maar in plaats van 300 fr. van de beesten te maken, nu 100 fr. men spreekt hier van 8000 beesten van Berlaer, Kessel, Heyst, Putte, Goor, Schriek en omliggende dorpen. Vandaag heb ik mijn ronde gedaan over de Hei; uwe geit is ook gaan vliegen, zoo naar Schriek. Daar ligt alles vol versterking en kanons, alles wordt er ontruimd, hooi, stroo, al wat er te vinden is. Koei en kalveren heb ik aan Frans Docx en Uitterhoeven overgelaten, die hebben niets meer in huis van vee. Ik heb hun de koei gelaten tot onderhoud. De huizen van broeder Victor en zuster en van u zijn nog ongeschonden tot nu toe, maar hoelang nog?
    Het is niet te vertellen wat ze hier verrichten. Ik ben weer terug getrokken binnen de versterking. Om het goed na te zien had ik Schriek niet mogen verlaten, maar om het gedonder rond Aerschot, Werchter en Dansbrug, durf ik het niet meer betrouwen. Hebt gij nieuws al vernomen van de vluchtelingen van Tremeloo en Werchter die weergekeerd waren? Daar zijn er weer gevangen en naar den grooten hoop gedaan te Aerschot en Leuven; maar nu zegt men dat de Belgen Aerschot, Werchter en andere dorpen gaan zuiveren. Men ziet niets anders meer dan soldaten van alle slag, zelfs Franschen, Engelschen, Russen in vollen optocht. Ik was in Hoyckt en daar heb ik een vollen dag moeten wachten eer ik mocht passeeren. Te Lier is een vergadering geweest om vluchtelingen naar Engeland te sturen; mannen met de broek, van 18 tot 50 j. ongetrouwd mogen niet mee. Misschien zullen wij iets mogen zien van het spelleken. Nicht Virginie van ’t Goor is hier dezen morgen met hare kinderen aangekomen, haar zoon Fons heeft te Aerschot ook gevangen gezeten tot maandag, 11 dagen; hij is hier en zegt dat in vrijheid gelaten zijn de jongens onder 14 j. en de heel oude mannen; de vrouwen met hun kinderen zijn in bouwvallige huizen geplaceerd, 28 pastoors en 300 anderen zitten in de kerk. Hun kost is zuur brood en water; om aan de behoefte te voldoen, mogen ze alleen buiten; te rusten op stroo en stoelen. Ge moogt aan moeder dat alles niet vertellen. In afwachting van wat nieuws aan u allen mijne beste groeten, bijzonder aan moeder.
    Uw genegen broeder Isidorus. –Adres : “M. Benoit Mondelaers, hovenier, Molpoort, Lier.”


    10 u. Een tweedekker komt zeer laag over ’t midden der stad gevlogen.
    Volgens de dagbladen zou men weer aan slag zijn of geweest zijn tusschen Aerschot – Mechelen – Leuven langs vaart, Dijle en Demer. -20.30 u. Mr. Cappon deelt mee, dat de strijd in de richting van Leuven zeer voordeelig zou geweest zijn voor de Belgen. (Wij wachten op bevestiging, want … even zoo in ’t Z. van Vlaanderen van waar vluchtelingen zich ook N.waarts zouden verspreid hebben. Burgerwacht en militairen zijn ter opsporing uitgezonden. –Heden nam. Brief gezonden aan tante Fien.

    13. Broeder Victor heeft heden morgen een brief ontvangen van den Heer Gouverneur der prov. Antwerpen hem aanzoekend naar Schriek weer te keeren om de plichten van zijn ambt te vervullen : onderw. Personeel en andere lieden wachten de uitbetaling der hun verschuldigde sommen – en er bestaat overigens geen gevaar. In dagbladen o.a. “La Métropole” en “Het Volk” bijzonderheden over den strijd Parijs – Verdun en in ’t N. van Brabant. De Duitschers worden op sommige plaatsen wel met zware verliezen teruggeslagen, maar … zij vorderen toch! Ook Rusland zou triomferen.
    12 u. Mr. Cappon heeft vernomen dat er vanwege de krijgsoverheid bevel is gekomen, dat al de vluchtelingen die in Spermalie verblijven – meest allen uit Leuven en omstreken – dit gesticht moeten ontruimen, wijl een 200tal gekwetsten in aankomst zijn.- 17.30 u. Met broeder August van Aveloo komend, ontmoeten wij op den hoek van den Ouden Gentweg en St.Cathar.straat brancardiers en leden van ’t Roode Kruis, met berriën met gekwetsten. Statiewaarts snellen vele brancardiers uit verschillende richtingen. – 19 u. De gekwetsten naar ’t Ootteriegasthuis overgebracht, komen meest uit de laatste gevechten van Sempst en Eppegem.

    14. Rijtuigen brengen zieken en gekwetsten naar ’t Gesticht. Mr. Louis Cappon, ter hulp gegaan, zegt dat er slechts 47 manschappen zijn binnengebracht, waarvan slechts 4 of 5 gekwetsten. De overige lijden aan rumathisme of andere ongesteldheid, voortkomend uit verblijf in aanhoudende regen, nachtelijke koude, afmatting, enz. – Broeder Victor is met vrouw en kind. Om 9 u. naar huis vertrokken.
    Volgens “La Métropole” is het D. leger, ten gevolge van den aanval gedurende 4 dagen (10-13 of 9-12 dezer) van het Belg. leger op Aerschot – Leuven – Mechelen – Brussel, versterkt met aanzienlijke machten, teruggeroepen uit Ninive, Audenaard, ’t Z. v. Brussel, eenige duizende zeelieden te Brussel aangekomen; de onzen, veel minder in getal zijn daardoor op Antwerpen teruggetrokken. –Tallooze vluchtelingen, die gasthuizen en andere toevluchtsoorden voor aangekomen gekwetsten en zieken moesten ontruimen, dwalen met pakkage overladen en gevolgd van kleine kinderen door de natte straten der stad rond, zuchtend en jammerend een nieuw onderkomen zoekend. ’t Is droevig. -22 u. Eene vrouw uit Cuerne (=Kuurne) komt in naam van den E.H.Best. van Spermalie bij Mr. Cappon vragen den nacht over te brengen. Bij ontvangst in den namidd. van een telegr. haar meldend dat haar man soldaat, -zij was slechts 7 maand getrouwd –in ’t gasthuis alhier was binnengebracht, was zij, het ergste vermoedend, seffens naar Brugge gekomen, en eerst in den avond bij haar man geraakt, wiens toestand echter geen gevaar oplevert.

    15. Schoon weder, frissche wind, zonneschijn. Dagbladen brengen geen nieuws aan. Wandeling naar Damme. De brug die de Potterierei rechtstreeks met de Dammevaart verbindt, is afgedraaid. Wij ( ?? en ik) trekken langs den watermolen, waarvan het draaiend mecanisme in oogenschouw nemen, naar de

    Bl.14.

    2e brug. Een burgerwacht nadert. Na ons paspoort getoond te hebben, stappen wij de brug over en volgen de vaart. Links over de vaart, naar Coolkerke toe, in de vlakte een zeer groote hoeve te midden van weiland, waarin talrijke runders grazen. De uitgebreidheid der hoeven is oorzaak dat hier weinig huizen te zien zijn. Een weinig voorbij de bocht der vaart zien wij ‘t “Vaartje” een klein kanaal, dat in de middeleeuwen uit de stadsvest van Brugge aangelegd, en van op dees punt naast den dijk en met de huidige vaart gelijkloopend, aan de oude wallen van Damme in O. richting verdwijnt. Voor de brug burgerwachten, links over de vaart een witte windmolen, rechts tegen den dijk op de koer eener herberg eenvierwielig rijtuig met het opschrift “Postdienst”. Tusschen Brugge en Damme rolt dus nog het “postkarken” –het “koetsken”, -de “diligence”, -de “maalpost” uit onze streek tijdens onze kinderjaren (de laatste van Putte naar Mechelen -2maal daags –afgeschaft bijna onmiddelijk na de opening van de buurtspoorlijn (stoomtram) Heyst-o-d-Berg – Mechelen.
    Rechtsom gekeerd, staan we haast voor het standbeeld van een der voordelvers van Vlaanderens beschaving : Onder het voetstuk lezen wij “ … Jacob van Maerlant, Dietsche dichter … “ Jammerlijk hebben tijd en temperatuur de rest weggeknaagd. Toch staat man er nog flink op, hoewel wat gebogen, van gelaat langwerpig en mager. Eenige stappen achter zijn rug staat het stadhuis een juweeltje en gedenkstuk van Damme’s vroegere grootheid. Midden op de voorzijde van ’t dak, een weinig beneden de vorst, verheft zich een torentje met uurwerk. Even boven ’t schild der horloge is een zonnewijzer geplaatst. We zullen straks zien of die twee geburen overeenkomen in hun werk. Eerst naar de kerk! Wat zonderling gebouw : een vierkante steenen toren zonder naald staat 15-20 m. van de kerk, … maar deze laatste is slechts het koor of iets meer van de oorspronkelijke kerk en met den toren verbonden door de overblijfselen – pilaren tusschen welke de ruimten toegemetst zijn zonder dak daarover heen, - van den middenbeuk derzelve. ’t Doet ons denken aan de verwoestingen en gruwelen van beroerde tijden. Onder den toren zou Jacob van Maerlant begraven liggen; jammerlijk is die plaats met een houten schutsel afgesloten. Aan de gevels tegen den O.hoek van ’t gemeentehuis zijn op ongeveer 3 m. boven den grond twee steenen van ongeveer 3x2x1 dm. opgehangen. Men noemt ze “schandsteenen”, omdat ze luidens de legende, naar middeleeuwsch gebruik, om den hals gehangen door de veroordeelden door de stad moesten rond gedragen worden.-de zonnewijzer op ’t stadhuis geeft juist 11 u., de naald van het uurwerk 10.53 u. Het verschil 7 min. Oorzaak : Het uurwerk kan verschillen met het spoorweguur van W.Europa; dit is eenige minuten achter tegen de middaglijn van Brussel, waar men, gezien de geografische ligging (lengte) een weinig meer gevorderd uur moet hebben dan te Damme. We leggen den 7 km. langen weg van Damme over Coolkerke, op zeer hobbeligen kassei tusschen deze twee plaatsen, naar Brugge, af in één uur;-
    Volgens “La Métropole” betert de toestand voortdurend – en toch nadert het gevaar al meer en meer. 20 u. De vrouw uit Cuerne verhaalt feiten van eerloosheid en beestachtigheid in hare streek door de D. barbaren gepleegd.

    16. Op een vergadering van Mechelse vluchtelingen wordt aangekondigd, dat morgen, voor hen die naar hun woonplaats willen weerkeeren, een speciale trein om 9 u. zal vertrekken. Een vrouw met een 2 j. kind, van Woluwe St.Henri (huis tegen de kerk) wier man (soldaat) in Spermalie ligt, verhaalt dat zij sedert Zaterdag te Boom, Sauvegarde en op andere plaatsen op zoek is geweest, en hem eindelijk hier heeft weergevonden. – Dat de botsing tusschen Pruisen en Beierschen te Brussel, die een grootere uitgebreidheid had dan de dagbladen melden, uitgelokt werd door het feit, dat de Pruisen in ’t konings paleis, een portret onzer Koningin met de bajonet doorboorden, wat de anderen met geweld beletteden, met het gevolg dat de 3 ergste belhamels onmiddellijk gefusilleerd werden, dat de D. in ’t paleis en in de voornaamste huizen, buiten plundering en verwoesting, de vuilste zaken verrichten; dat de Brusselaars walg en afkeer hebben van die barbaren, en de burgers in de herbergen hun den rug toekeeren. Dat de D. in de omgeving van Brussel allerlei barbaarschheden plegen : te St.Stevens Woluwe eene oude boerin in haar bed hielden, totdat alles geplunderd en verbrijzeld was, en bij hare twee zoons evenzoo te werk gingen, zonder echter persoonen te dooden; dat ze de stad spaarden, ttz. geene huizen verbrand of verwoestten, alleen uit vrees voor de Vereenigde Staten. Dat er verleden Zaterdag bij haar vertrek uit Brussel, naar gezegd werd, maar 300 D. (met op verschillende punten opgestelde mitrailleuzen) in die stad verbleven en de overigen naar ’t Z. vertrokken waren; dat de D. soldaten in de grootste hotels zelven hun eten koken, dat de vrouwen der officiers in de bijzonderste huizen verblijven; dat er vele wapens in de stad verborgen zijn, enz.

    17. Een heer dien wij meermaals in de kerk hebben gezien verzocht ons heel vriendelijk hem in den namiddag een bezoek te willen brengen, St.Gillis Kerstraat. Mr. Cappon denkt dat het de heer Delameilleur, bureeloverste op het stadhuis is.
    Onder leiding van Mr. Louis wandeling door de gemeente St.Kruis, naar ’t Oefenplein, het Kasteel van Male, de hoven v. “de Visart” en “Idew. d' Eickhonck”, ‘t “Galgeplein”, de landerijen der Knechtjesschool van St. Kruis, naar ‘t “Apertje” (herberg) en langs de vaart terug. Het Kasteel van Maele, verblijf van graven van Vlaanderen in de middeleeuwen, hoort thans toe aan zekeren heer Demaere(?). het is een eenvoudig kasteel, deels uit de middeleeuwen, deels van lateren tijd. In den hof langs een buitenkant, ziet men als puinen van eenig klein gebouw. De legende wil dat er in vroegere tijden langs daar een onderaardsche gang van het kasteel naar

    Bl.15.

    Brugge leidde, die heden nog gedeeltelijk zou bestaan. Het oude Raadshuis van Maele is thans tot melkerij en maalderij ingericht. Op enkele minuten achter ’t Kasteel van Maele staat een herberg als uithangbord dragend “’t Pelderin – Jan Ide. Pelderin, zoo noemt in ’t omliggende, zegt onzen leidsman, een grooten zwaren steen, die de vorm heeft van een spitszuil, waarin in vroegere eeuwen de misdadigers vastgezet werden; zulke steen zou in ’t Raads- of gemeentehuis van Maele nog te zien zijn. Pelderin beteekent zooveel als “schandsteen” (schandpaal). Schuins tegenover Iden.d’Eeckhoutes hof ligt het “Galgeplein” een cirkelvormig grasplein van ruim 15 m. middellijn, met hooge afgeknotte linden, op 3 m. van elkander omzoomd. Hier ondergingen naar middeleeuwsche gewoonte, de groote misdadigers van Brugge en het omliggende, hunne straf. Tusschen de voornoemde kasteelen zien wij meerdere ende, heel breede, lange en rechte banen, die schier geheel met gras bedekt zijn; eene dezer is 17 m. breed en met 4 rijen canada’s beplant. Het zijn vermoedelijk overblijfselen van banen, waarop ten tijde van Brugge’s bloei (14e eeuw) druk verkeer heerschte. Zulke oude, breede baan met kiezelweg leidt van ’t Kasteek van De Schietere de Lophem naar Moerkerke. Het “Apertje” reeds genoemd is een herberg (woord afgeleid van (h)aperen = stil blijven), waar onze wandeling, even over het voornoemd vaartje op den vaartdijk eindigt. De streek die wij komen te doorloopen, heeft teenemaal het uitzicht van afbeeldingen en gezichten, die wij uit de Brugsche omgeving te zien kregen. De gemeente St. Kruis telt ongeveer 4000 inwoners en 11 kasteelen.
    15 u. Bezoek aan de familie Delameilleur (gezin bestaande uit Mr., Mme. En twee jonge dochters) – vriendelijke lieden – gesprek over vlucht en toestand, - onthaald op koffie. Zondag as. terugverzocht. – Voortzetting der studie over de Br. Gewestspraak.
    Mr. Cappon heeft aan den zieken soldaat uit Cuerne (in Spermalie) een bezoek gebracht. Deze vertelde hem als volgt, zijne lotgevallen : “Ik heb deel genomen aan de gevechten rond Tienen, Hoegaerde, Kapellen en Melle. Door de schuld van een onderofficier was mijne afdeeling afgesneden en omsingeld, en bijna vernietigd door den vijand. Enkelen die overbleven vluchtten weg, ik was een van de laatsten. Onder een regen van kogels door een gracht kruipend, kwam ik aan een kuil vol water. Ik liet mij daarin glijden tot aan het hoofd, daar mijn kapot altijd bovendreef, trok ik hem uit en duwde hem onder. Ik verborg mijn hoofd onder het lang gras tegen den kant. Het kanon donderde, de grond schudde, ik hoorde gekerm : laisse … vie. Ik bleef stil, roerloos, ik weet niet hoelang. Toen alles stil was, kroop uit ’t water, maar kon mij bijna niet recht houden. Ik zag niemand meer en kon een huis bereiken, maar ik vond er slechte burgerskleederen die ik gauw aantrok; mijn soldatenkleederen stak ik in den stal onder mest. Ik durfde er niet blijven en liep naar eene andere boerderij, ook verlaten, maar nog vee in de stal. Ik laadde voeder op een kruiwagen. ’s Morgens kwamen er D. troepen binnen. Ik was ’t vee aan ’t voederen. “Geen Belg hier binnen?” schreeuwden zij. -“Neen”. Toen moest ik in de kamer gaan staan, totdat het heel huis doorzocht was, en met de armen omhoog. Toen ze weg waren, werd ik gerust. Als de vijanden uit het oog waren, liep ik naar eene groep vluchtelingen en verstak mij zoveel mogelijk tusschen de vrouwen, en zegde : vreest niet – ik ben een Belg. soldaat, zwijgt. Ik nam een klein kind op den arm en vluchtte mee voort. We werden tegen gehouden door een groep D.; ik was bevreesd voor mijn hemd, maar we mochten vrij voortgaan. Zoo geraakte ik tot bij een Bel. patrouille. Ik ging naar den sentinel en zegde : “Ik ben een Belg. soldaat. Men geloofde mij niet en ik werd gevangen genomen. Als de oversten mijn uitleg hoorden, namen zij mij mee naar mijn regiment. Even werd ik geloofd. ’s Anderendaags bij de vorming van nieuwe indeeling, werd ik in burgerskleederen opgemerkt en werd ik bij den generaal geroepen en geprezen. Eenige dagen later moest ik bij inspectie voor den Koning, aan dezen uitleg geven. Hij zou mij later gedenken. Door ’t koud water ziek geworden moest ik naar het hospitaal.”

    18. 9 u. Wandeling met Mr. Louis naar St. Andries, langs de Ezelpoort en de vaart naar Oostende. Op weg, groote bloemmolen, beschadigde steentjesfabriek, huis van verdachten D. spion, - nieuwe doorsteek der vaart, spoorwegbrug. Na 2-3 km. weg afgelegd te hebben, verlaten wij de vaart en komen door een weinig begane dreef aan de kapel van “O.L.V. in het Boompje” (7,5 m x 5 m). aan ’t plafond een maquette van oorlogsboot; aan den muur gedenksteenen die aan wonderen herinneren. Volgens de bewaarder der kapel luide de legende :
    “In 1670 werd dit Mariabeeld van een oorlogsschip geworpen, door een vrouw opgenomen en in den grooten linde hier tegenover, die 600 j. oud is, verborgen. Toen het beeld ontdekt werd, bouwde men deze kapel, waar het nu door vele lieden vereerd wordt”.
    Op 2,7 km. van de statie van Brugge, dwarsen wij den spoorweg Brugge-Oostende en bereiken door velden en langs 2 of 3 kasteelen het dorp St. Andries, met zijn nieuwe en prachtige villa’s en huizen, een sierlijk voorgeborchte van Brugge. Langs de groote baan, waarop electrische en stoomtram, keeren wij door de Smedepoort – door welke de Bruggelingen in 1302 naar Kortrijk ten strijde trokken – weder.
    16 u. Volgens mededeeling door dagbladen zouden 12 D. wielrijders te Heyst in het postbureel de kas inhoudend 200 fr., gestolen hebben, daarna in ’t blokhuis van den spoorweg te Heide-Loo alles vernield hebben, en vervolgens naar Putte afgezakt zijn. ’s Anderendaags zouden er op ’t Zonderschot een patrouille uhlanen verschenen zijn en andere groep op Achterheide.
    17.45 u. Een vlieger, (Engelsche) eendekker denkt men, komt op aanzienlijke hoogte van W. naar O. over Brugge. Mme. Lauwers, zoon en pachter, uit Mechelen, met moeder uit geweest, komen ons nen goedendag zeggen. Voortzetting : studie van Brugsche en W.Vl. uitdrukkingen en gezegden.-

    Bl.16.

    19. Broed. August is eergisteren bij den schoonbroeder van Mr. Modest te Oedelem aan ’t dorschen geweest. Overtrokken lucht, regen, zeer slecht weder. Beklagenweerdige soldaten! Wederom een vlieger van W. naar O. over de stad - Voortzetting der studie : Gewestelijke taal.

    20. Een Waal (of Franschman) komt, met een adresbriefje in de hand inlichtingen vragen. –’t Is een man uit Soignies die zijn broeder (militair) in Spermalie komt bezoeken; sedert 10 Augustus had deze geene tijding meer gelaten. Mr. Cappon, die op aanduiding van den broeder, den militair erkent, stelt hem gerust en zegt dat zijn broeder reeds buiten wandelt. De man deelt mee dat hij gisteren morgen uit Soignies vertrokken was en door het slechte weer 35 km. te voet heeft afgelegd eer hij den trein bereikte, en dat hij nu eerst is aangekomen. Maar zijn kleederen (pardessus en hoed) zien eruit alsof de man in ’t stroo heeft geslapen. De man zegt dat alle dagen D. treinen hulptroepen door Soignies naar Frankrijk rollen.
    10 u. Op bezoek naar de soldaten in Spermalie : 3-4 zalen doorloopen. De meeste bedden ledig, in de overige liggen soldaten boeken en dagbladen te lezen of met bezoekers in gesprek. Een mitrailleur-sergent-fourier ziekelijk van uitzicht, klagend over pijn in den buik, -overigens met blikken van woede en strijdzucht, bewondert en roemt de houding en de handelwijze onzes Konings, maar laakt het gedrag van zekere ministers in zake van de stemming der huidige krijgswet : Alle man soldaat, zooals in Zwitserland, is zijn droombeeld. Een jongeling van Wuust-Wezel, met een diepe wonde in den rug, veroorzaakt door scherven eener bom, klaagt over pijn door het vermaken der wonde, hij denkt dat men nog meer stukken van het kwetsende voorwerp zoekt. In ’t gesticht waar zijne wonde voorloopig verbonden werd trof hij eene zuster-ambulancier aan uit wier gesprek bleek dat zij ook van zijn dorp was. De soldaat uit Cuerne – hij heet Van Kerkhoven – vertelt ons zijne vlucht en redding. De overrompeling had plaats te Breendonk. Hij verhaalt ook dat in een gevecht bij Hoegaerde een priester door de D. werd vooruitgedreven en met hen onder de Belg. ballen is gevallen; dat na een verwoed gevecht op een andere plaats hun commandant beval vuur te geven op een hoop gekwetste D., zoo lang er zich een roerde, omdat elders zich in schijn overgevende D. op ’t onverwacht de Belg. patrouille had neergeschoten. In een andere zaal zitten een 20tal manschappen te kaarten, te lezen of te praten.
    14.15 u. Op de vriendelijkste wijze ontvangen door de familie Delameilleur. Onthaald op drank, fruit, koffie. Gesprek over al wat de tijd meebrengt. Mr. 53 j. oud, heeft reeds 35 j. dienst in de administratie der stad. Rond 16 u. bedankt te hebben, afscheid.
    17 u. Mr. De Neef (Jefken van ’t Sand), die ons in de Strinstraat ontmoet, is voornemens morgen naar Mechelen terug te keeren. Mr. Kar. Lauwers, die met moeder en zuster morgen ook mee vertrekt, zal in de “Tent” gaan zien of onze rijwielen, fietspl. 39298 en 39299 daar nog te vinden zijn.
    Een vluchtelinge uit Dendermonde vertelt dat bij den 1e inval, de D. in hare beste kamer flesschen vernis op het vloertapijt hadden uitgegoten, kleederen, lijnwaad, gordijnen daarin hadden vertrappeld, en de rest verbrijzeld. Na de 2e bestorming was alles doorschoten en verwond.

    21. Volgens “Le Bien Public” zouden de D. een aanval op Antwerpen beramen. “Het Volk” (Meersteeg, 16, Gent) van heden geeft de “Lijdensgeschiedenis van Elewijt”. Familie Lauwers nog niet teruggekeerd.

    22. Deze week “Het Volk” en “La Métropole” aan milit. in Spermalie besteld.
    Volgens dagbladen zouden de Belgen te Lanaeken de D. verdreven en de vaderl. vlag uitgestoken hebben, -terwijl D. op 15 km. van Broechem verschenen zijn, maar voor ’t vuur van dit fort moesten wijken!? Vliegers zweven over de stad; doordien de burgerwachten van hun komst waren verwittigd, weet men dat het Eng. of Fransche vliegers zijn.
    De familie Lauwers is uit Mechelen teruggekeerd. In de stad verblijven weinige lieden, meest geringe burgers en werkvolk. De ergste schade door het bombardement is in de omgeving en in de richting van St.Rombauts toren aangericht. Brokken des torens versperren den weg en een deel der kerk dreigt in te storten. Voorts hebben het bisdom, de normaalschool, woning in de richting der IJzeren Leen en de O.L.V.Kerk het meest geleden. Gisteren scheen alles rustig in de stad, maar heden morgen rond 6 u. begon het kanon van de forten van Waelhem en Kath. Waver, alsmede dit van de Duitschers te Hever of Boortmeerbeek te donderen. Vele van de gebleven of teruggekeerde inwoners schijnen daaraan gewoon en zelfs op straat niet meer ongerust. De trein Mechelen-Terneuzen stond veiligheidshalve ver Z.waarts van de statie over de vaartbrug; de brug naar Hofstade ligt vernield. Om 9 u. heden morgen, bij ’t vertrek des treins hield ’t zwaar geschut nog aan. “De Tent” was gesloten.

    23. Kozijn Theofiel van Antwerpen terug, is op den boot van Vl. Hoofd bij commandant Van Gaveren geweest, die hem meedeelde dat zou moeilijk zijn broeder Victor te vinden. Leonard stelt het goed en is gelast met de wacht bij de aankomst van gekwetsten. Hij is in gezelschap van Mr. Pelgrims, professor te Lier, die verteld had dat in Schriek, Goor, Beerzel en omtrek Duitschers verspreid zijn, en men in de streek 200 manspersonen had weggevoerd, alsmede dat Victor in Contich zou verblijven.
    11 u. Mr. Cappon (Mod) brengt 3 militairen mee, waarvan er twee; een carabinier van Brussel en een uit de omstreken van St.Truiden, - vanaf Haelen omtrent alle gevechten hebben meegemaakt : Aerschot, Werchter, Haecht, enz. De laatste heeft te Haecht 3 dagen aan den strijd deelgenomen. Zaterdag acht dagen, zegt hij (12e dezer) is de brouwerij met al de huizen aan de brug over de Dijle te Haecht vernield. Hij is er, gelukkig niet erg, getroffen door stukken van een houwitzer. De Brusselaar heeft niemand

    Bl.17.

    Van zijn gezellen meer weergezien.
    Bezoek aan : 1. Het kerkhof. 9 Gesneuvelde vaderlanders liggen er reeds begraven; 2 anderen zullen morgen begraven worden; -Kar. Lauwers neemt de foto van graftombe van Guido Gezelle.
    2. Het lokaal en den tuin van de Brugsche tuinbouwmaatschappij “De Vereenigde Brugsche …” Deze tuin over 3 jaar aangelegd, is onder leiding en de zorgen van de heeren Kesteloot, gewezen schoolopziener, en Ed. Kortvriendt, hovenier, -een pereltje dat nergens zijns gelijke heeft. Van elke fruitsoort is er slechts 1 exemplaar, dat vrucht draagt benevens 1 jonge vervanger in den tuin. Van al de gekende vormen treft men maar één voorbeeld aan. Alles is van etiketten met echten naam voorzien. De boomen zijn levenskrachtig, zuiver en gezond en zijn van de schoonste vruchten zoo vol geladen dat alle twijgen neerbuigen. Daar wij onze verwondering erover uitdrukken dat geen enkele boom (appelaar) van de bloed of wollige boomluis is aangedaan, antwoordt ons de heer Opziener : “Een eenvoudig en onfeilbaar middel tegen die kwaal : neem wat gewone (groene of bruine) zeep, meng dit met wat slechten alcool, en bestrijk daarmede de aangetaste deelen”. Een dozijn van de schoonste vruchten worden ons ter hand gesteld. Voor raad en goedheid wordt bedankt.

    24. Een gekwetste soldaat uit de buurt deelt ons zijn wedervaardigheden en bevindingen mede : Hij heeft deel genomen aan strijd te Haelen, is vandaar achteruit getrokken op Cumptich en Vertrijk, - des anderen daags tot in de omstreken van Mechelen over Leuven. Nabij Mechelen was de strijd zeer hevig. Talrijke Duitschers zijn daar weggemaaid door de mitrailleuzen. Door ontploffing van een obus werd een zijner kameraden het kaaksbeen weggeslagen, een andere de beide beenen af. Arthur –zoo heet onze soldaat- slechts gekwetst aan een been, en na 3 weken hospitaal weeral te been. In ’t volle vuur, zegt hij, ruischen de ballen als hagelkorrels door hout en bladeren. Het groot aantal gesneuvelde D. is volgens Arthur daaraan toe te schrijven, dat ze vast nevens elkander liggend, al de Belg. ballen raak zijn, terwijl de helft der D. ballen verloren gaan, doordien de Belgen op afstand van een man van elkander liggen, -alsmede dat de Belgen juist mikken, terwijl de D. met de des geweers onder den arm schieten.
    Engelsche Koloniale soldaten zijn te Zeebrugge en te Oostende ontscheept, zware Fransche veldstukken naar Antwerpen en verder België in gestuurd, in ’t vooruitzicht van een algemeenen aanval op het noordelijk front van den vijand. 11 u. Telegr. naar den hr. Burg. v. Berlaer : “Wanneer begint de klas? Antwoord aub. Gegroet” Adres : Debelser, Potterei 43 Brugge.
    Volgens “La Métropole” zouden N.waarts van Lier in de dorpen van den 1e fortengordel geen vijandelijke troepen meer te zien zijn, en zou een deel van het Land van Waas, ter verdediging van Antwerpen, onder water gezet zijn.
    Wandeling onder geleide van Mr. Louis, naar St. Kruis, Vossenstaart, voetbalplein, gemeentehuis en tramdepot te Assebroek, Gentpoort, met rust “In Vlissingen”
    Madme. Crombez (zie bl. 14, 39e regel) zegt dat de toestand van haar man verslecht. Bij hare afwezigheid zegt ons Madme. Cappon, dat milit. Crombez veel slechter is dan zijne vrouw meent : Eene groote massa bloed moet in de borst vastzitten en laat weinig hoop op genezing.
    Allerlei sensatieberichtjes doen de ronde : “D. zouden barbaarschheden begaan hebben, die de dagbladen nog niet vermeldden : jonge kinderen de oogen uitgestoken, de handen afgekapt, zuigelingen aan de bajonet gestoken, enz. –Een der zoons van Attil II zou bij een patrouille uhlanen te Kortrijk gevangen genomen en naar Cherburg gestuurd zijn; ten gevolge daarvan zou Koning Albert een telegram ontvangen hebben : “Zoo ge mijn zoon niet lost, wordt Brussel gebombardeerd.” Waarop is geantwoord : “De 1e bom die op Brussel valt veroorzaakt de dood van uw zoon.”

    25. Een brief uit Wiekevorst. Wiekevorst, den 20e Sept. 1914.
    Geachte Familie,
    Wanneer zal de oorlog gedaan zijn? Wij zitten hier nog altijd gerust. Niets dan een klein patrouille Belg. soldaten die op verkenning uitrijden tot dicht bij Aerschot. De Duitschers tegenwoordig in Aerschot zijn wat beschaafder. Donderdagavond was de familie van den secretaris, Pauline Bellens, van Bouwel, de groote Meesteresse, Sophie Verlooy gevlucht tot Herenthals. Zaterdag avond zijn ze teruggekeerd. Die van Booischot hebben deze week bijna allemaal hier gewoond, tot zelfs met hun vee. Te Heyst heeft de Commissaris op den Post een behendigen toer gespeeld. Woensdag rond half zes (17.30 u.) kwamen D. binnen; de commissaris sprong langs den hof buiten met 12000 fr., en liet, daar hij rap moest zijn, 200 fr. voor hen in brand en reed in volle vaart naar Antwerpen. Deze week ga ik mijne 2 kalveren slachten, aan 1,40 fr. den kilogr. Verkopen is moeielijk : voor te leveren laat men ze dikwijls staan. Dan heb ik al wat minder vee. Als ge nog lang wegblijft, zal de stal al fel verminderd zijn. ’t Is jammer dat ge toch zo verre zit. Hier in de magere Kempen is het overal goed. Te Gierle hebben ze ook nog niets gezien van den oorlog. Ik heb nog niets nieuws vernomen van tante of Louis, ik kon niet goed van huis gaan om ergens nieuws te gaan vernemen, het komt soms zoo haastig af. Wat zal het met juf. Regine al zijn; het heeft er rond Wolverthem nog al eens gespannen. De nonnekens van Morckhoven bevinden zich te Weelde. Bon. Janssens heeft huisraad laten wegvoeren naar Turnhout. Men vindt nergens volkomen rust, dunkt mij; wij zullen ons lot maar in ’s Heeren handen geven.


    Bl.18.

    Het ware te wenschen dat er een einde aan kwam. Ik heb toch spijt dat ik niet een van moe kinderen bijgehouden heb. Virg. Van Houdt en Jeanne houden mij ’s nachts gezelschap, ze doet al wat ik haar vraag, helpen de perzikken plukken, enz. Sedert den oorlog heb ik voor 116 fr. perz. Aan 0,20 fr de 100, 142 kil. Flippen aan 10 fr. en 80 kil. koolappelen aan denzelfden prijs verkocht. De verkens hebben nog niets gehad dan fruit. Het volk van Heyst, Boisschot, Hulshout, Heultje en Morckhoven komt hier om brood wijl er aldaar niets meer te krijgen is. Van Sint Rumoldus heb ik nog niets vernomen, hebt gij den sleutel aan niemand gegeven, of wil ik eens iemand doen gaan zien of er iets voorgevallen is? Krijgt ge de Gazet van Antwerpen in Brugge ook? Ik vond er in de week een artikel in en heb het in uw belang hier bijgevoegd. In ’t St. Victors gesticht beginnen de klassen den 6e October; die paters durven beginnen alsof het gedaan is. Te Blankenberge zijn er velen van Heyst : Not. Schuermans, Fr. Roozenkrans, enz. De vader van Madme. Brems, 90 j. oud, vraagt in de gazet achter Mr. Brems en familie. Wat zal er gezocht worden eer alles op zijn plaats is. Token van boerken Verelst is verleden dinsdag begraven. François woont met vrouw en kinderen zoo hier nu bij tot later. Er zijn hier een man en een kind van Boisschot, vluchtelingen, gestorven, zoo valt er hier ook van alles voor. Louise en Mr. Luyten zijn al 14 dagen bij den smid; Amelie en Mie zitten te Gierle, Karel en Julie nog altijd in Vorst. Nu reist niemand voor zijn plezier. Nonkel Charel en Bellekens gaan dagelijks naar de stad, binnen brengen genoeg, maar niets medebrengen; het zal moeilijk worden in den winkel; het huishouden blijft hetzelfde bij tante Pauline; men werkt aan het huis niet voort, anders was ’t af geweest. Ik geloof dat ik het bijzonderste verteld heb, voor het overige zal ik maar wachten tot later. Houdt u allen maar goed, ik zal ook trachten mij te redden, maar verre van huis zoek ik niet te gaan, misschien tot Lille, als ik moet. Een dikken kus bijzonder aan Gaby en Paula. Toekomende week zal ik nog eens schrijven, na ontvangst van een antwoord. Eenen goeden dag aan de familie in Brugge; ik zou er liever eens gaan buiten den oorlog.
    Uwe zuster en tante Jos. Paepen.”

    We vernemen in de statie dat er gisteren avond om 23.10 u. een zeppelin over Brugge is gekomen en 10 min. Later te Oostende 3 bommen heeft geworpen; twee ervan hebben een gedeelte van 30 m. lengte van den spoorweg Oostende-have, eenige telegraafpalen en draad beschadigd; de 3e bom kwam in het water te recht. Dezen morgen was alles reeds hersteld. Volgens dagblad berichten, zouden de D. woensdag in gevechten rond Keerbergen veel mannen verloren hebben. De waard uit ’t lok. der St. Sebastiaansmaatschappij heeft vernomen dat ’s nachts door Zeebrugge veel soldaten zijn vervoerd. De treinchef moest geheimhouding van ’t vervoer en de bestemming onder eed voor het Krijgsgerecht bevestigen.
    (In opwachting naar Mr. Modest, heden morgen naar Antwerpen vertrokken, avondkout over allerlei, o.m. over de schijngestalten der maan : kunstmatig middel tot erkenning der kwartieren : 1e Naar Mr Louis : Prem. Dern. – 2e Kar. Lauwers : ’t tegenovergestelde van Cresc., dus : Decresc. = vermind. -3 Mittes : Nieuwe Oude.)
    22 u. Mr. Modest keert weer en vertelt zijne lotgevallen. Goed bij schoonbroeder aangeland; deze hoogst voldaan, ziet er flink en welvarend uit. Wandeling gemaakt naar het Wilrijksche plein : vliegtuigen op en neer, kanons, mitrailleuzen, zoeklichten, niemand op ’t plein toegelaten. Van St. Niklaas naar Lokeren 15 fr. gevraagd door een voerman; deze was heel dronken. Zijn paard struikelt en valt; eene berrie gebroken, de vitrien in stukken. Twist tusschen een éénoogige medereiziger en voerman. 1 fr. drinkgeld gegeven en wandelen gezonden. Door moeielijken weg Lokeren bereikt.

    26. De dagbladen deelen niets bijzonders mede : bij stilte en gedwongen rust verwacht elkeen erge gebeurtenissen. Moeder vertelt hare vlucht (18-19 Augustus) uit Schriek :
    “Verschrikt door ’t kanongebulder, had Euphr. pakjes met de noodigste kleederen gereed gemaakt, maar J. had afgeraden zoo gauw te gaan vluchten. ’s Dinsdags in den achternoen werd het gebulder zoo erg, dat iedereen in de geburen op de vlucht ging. Ik was alleen te huis met Theofiel. Als ’t al lang donker was, kwam Gust te huis en riep : “Moeder, gauw loop maar”. Ik ging naar gebuur die zijn speelkar gereed had staan met eenige kinderen op. Kleederen, sergie en parapluie worden opgeladen. In plaats van in den beirkelder te kruipen, die zuiver geschuurd was, gingen wij de kar op en waren heel blij dat wij weggeraakten. Het was rond half 11. Te middernacht waren wij te Rijmenam bij den broeder van Bert (voerman). Daar heb ik op een stoel wat gerust. Verschrikt schoten ze daar wakker; ieder meende dat de vijand daar al was. Dan gauw een boerenkar op zonder ressort, door den aarden weg heen en weer geslingerd, heb ik mijn been bezeerd. Had ik er maar af gekunnen om met Aug. door ’t bosch te gaan. Maar neen, het bleef een gehots en gebots, weg en weder; het was om stapelzot van te worden. Ten laatste geraakten wij aan den tram, wat was ik blij! Dan kon ik wat uitrusten tot Mechelen. Ik kan het nooit meer vergeten.”

    27. Bezoek aan de afdeeling “Blindenschool” van het gesticht Spermalie. Drukkerij : gedrukte bladen, boeken, aardrijkskundige voor het onderricht der blinden, letterzetterij, drukpersen, snij- en bindmachienen in werking gezet; vingertastend lezen blinde ll. vlot weg. Een blinde ouderling, Jan …, geboortig van Verviers, maar sedert vele jaren in het gesticht – hij heeft het uitzicht van een versleten boer uit onze streek – zet zich op verzoek van Mr. Louis aan de piano en geeft ons een potpourri van bevallige

    wordt vervolgd


    30-05-2020, 00:00 geschreven door Renic
    Reacties (0)
    29-05-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ons Oorlogsdagboek 1914-1919 (3)

    BV2

    Ons Oorlogsdagboek 1914-1919

    door Jan De Belser

    deel 3

    Bl.19.

    Met zang ten gehoore, -en wonder, hij noemt zonder eens te missen, al de noten van verschillende majeur en mineurakkoorden, die Mr. Louis op het klavier slaat.
    Verschillende herstelde militairen zijn reeds naar hunne dépots gezonden.
    Een brief van een kozijn onzes patroons uit Hoboken toegekomen, getuigt dat onze jongens met moed en vaderlandsliefde bezield zijn. –Een bericht van de Krijgsoverheid, door den heer Burgemeester bij plakbrief bekend gemaakt, verzoekt al de bewoners der stad alle lichten te dooven om 9 ure, - bij gebeurlijke verschijning van zeppelins die gesignaleerd worden, - onmiddellijk bij ’t luiden der stormklok, welk uur van den avond het ook weze. -10.30 u. Men kondigt aan, dat de noodklok klept : overal lieden aan de deur, angstig den blik in de hoogte; de straatlichten zijn gedoofd, in de huizen verdwijnt ook snel alle licht, -geen “dirigiable” te zien of te hooren. Wellicht loos alarm als proeve, denken eenigen.

    28. Een zeppelin is werkelijk uitgetrokken. Dagbladen delen bomaanslagen mede en geven den zeppelintocht als volgt op : Vertrek rond 22 u. uit Brussel, -22.15 u. Denderleeuw, -22.25 u. Sottegem, -22.35 u. Aelst, -22.40 u. Wetteren, -22.45 u. Meerelbeke, -22.50 u. Gavere, -23.10 u. Aerseele, -23.15 u. Wontergem, -23.20 u. Deinze (3 bommen op ’t hospitaal: 1 zwaar gekwetste), -23.45 u. Thielt (2 bommen), -24 u. Ruysselede, -0.10 u. Ardoye, -0.20 u. Roeselaere, -0.45 u. Kortrijk, Moescroen en Fransche grens, -0.55 u. Rollegem (2 bommen; voor de aankomst alhier gingen dicht bij ’t dorp 2 stroomijten in brand, vermoedelijk door spionnen tot aanduiding van den weg), -1.15 u. Oudenaarde, -1.30 u. Ninove, Brussel, -Niet ontplofte weergevonden bommen zijn 85 cm. Hoog en wegen 110 kg.
    Gisteren morgen (rond 8.30 u.) zouden de D. de stad Mechelen eene 2e maal beschoten en er groote verwoestingen aangericht hebben.
    Op ’t telegraafbureel ter statie overhandigt men ons ’t telegram : “De Belser, bureau restant, Bruges”. Afgegeven te Berlaer-Lierre 12 11 13.10 – Opening scholen nog niet bepaald.-Lambrechts” – Tot bedanking sturen wij een telegr. weder.
    Bezoek aan ’t Klooster der religieuzen Coletinnen : a) Zonderling Kruisbeeld, b) (Kelk)doek met verzengde vlek. Op aanwijzing van den heer Delameilleur, brengt de hr. Doctor Roïll – voorheen geneesheer te Berlaer – ons een bezoek.

    29. Telegram, gisteren verzonden komt terug : “De Belser, Potterierei, 43 Brugge. “Tel; nr 171 v. 28/9/14 bestemd voor M. Lambrechts, burgemeester Berlaer bij Lier, niet besteld, bestemmeling vertrokken zonder adres na te laten.”
    13.30 u. “La Métropole” deelt mee dat de vijand van Aerschot is voortgetrokken tot Heyst, Westmeerbeek, Morckhoven en Norderwijk, -dat honderden D. in de omstreken van Schriek bemerkt zijn en daar schermutselingen hebben plaats gehad, -dat op Grootloo eene oude vrouw gedood is, dat de inwoners uit Bael en Goor verjaagd werden, dat in den “Kwadenplas” eenige D. gevallen zijn, dat boven de omstreken 5 tauben opgemerkt zijn, enz. Dit bericht bevestigt ons de vlucht des heeren Burgemeesters.
    18 u. Broeder Isidoor heden morgen om 8.40 u. uit Lier gevlucht, bevestigt de tijding van het vooruitrukken des vijands op Lier en Antwerpen. Hij verhaalt zijne lotgevallen als volgt :
    “ Ik ben in Lier gebleven tot den 22e dezer maand. Den 23e te voet op weg naar Schriek, werd ik door Belg. patr. te Putte niet meer doorgelaten en moest terug. Den 24e probeerde ik opnieuw, maar moest te K.-Hoyckt al terug. Den 25e nieuwe poging, maar ditmaal met trein van rond 10 u. uit Lier naar Heyst. Nieuwsgierig trok ik eerst eens de Bergstraat in. In de woning v. Leop. De Haes langs achter een gat geslagen, ’t houtmagazijn van De Greef in asch. Men zegde er mij dat de woning van Doktor Brems en de kerk beschadigd waren. Daar de wacht op ’t Kruispunt niemand liet passeeren, trok ik links den steenweg van den Bosch op, sloeg het 1e smalle straatje rechts in en dwarste de prov. baan naar den Engel uit. Tusschen den ijz. weg en de prov. baan waren verschillende tracheés op 50-100 van elkander evenwijdig loopend met de groote baan, aangelegd; houtgewas tegen den grond weggeruimd. Langs “den Engel” over den steenweg naar de Achterhei, door de velden naar de Oisel, dwars over de dreef (van de Achterhei naar Liv. Van de Broeck) links om door de velden en dwars over de oude Boisschotsche baan, door den Kleinen Baronshoek (woning van Ad. Gijsemans) naar huis. De deuren waren los, alle winkelwaar geplunderd. Ik pakte weggeborgen kleederen en beddegoed in. Hevige kanonschoten in de richting van Haecht. Dan ging ik naar de woning van broeder Victor, maar aan de 1e dreef werd ik door Belg. carabiniers staande gehouden tot de aankomst van hun luitenant per velo. Deze verbood onder bedreiging met den kogel, den doorgang. Maar voor mij reed Fr. De Cock, verkenskoopman, toch door. De luitenant vroeg waarom ze dien man hadden laten passeeren. Daar zij nirt antwoordden, zegde de officier : Wie niet gehoorzaamt, schiet ge neer. Ik moest niet meer probeeren. Teruggekeerd, sleutels aan Fr. Dom gegeven, nam ik een pak kleederen en ging langs denzelfden weg naar de statie van Heyst. Noch mensch, noch dier, noch soldaat te zien in de velden, ’t is aardig en vervaarlijk. Fr. Docx had me gezegd dat van Schriekdorp naar de Achterhei ook tranchees gemaakt waren. In de statie te Heyst was al een groote hoop vluchtelingen uit Bael en Boisschot en enkelen van Schriek met pakkage. Op het statieplein stonden 7 of 8 hondengespannen met mitrailleusen; op ’t kruispunt, zegde men, stonden er ook opgesteld. Voorts patrouilleeerden er soldaten. Rond 6 u.- het was de laatste trein zegde men – vertrokken wij. Den 26e ben ik in naam van Fr. Docx naar pachter De Wit in den “Kerselaar” op de grens van Duffel en Lier, gaan zeggen, dat hij de 3 koeien van Docx niet mocht verkoopen. Dan ben ik voortgegaan naar Duffel toe, tot aan een fabriek links. Daar kwam van Mechelen af een “taube” aangevlogen, die naar de brug af 3 bommen uitsmeet.

    Bl.20.

    De vlieger trok met een draai naar Waver uit, over Lier naar Oude God. ’s Anderendaags hoorde ik zeggen dat de bommen te Duffel geen schade hadden gedaan.
    Broeder Victor moest na zijn terugkomst uit Brugge over anderen dag zijn bediening vervullen te Schriek. Toen hij er den 25e aankwam, vond hij alles open gebroken, meubelen en kleederen weg of kapot. Eene vrouw uit de buurt zat op den zolder kleederen te doorsnuffelen. Twee soldatenbroeken lagen binnen. Hij ging daarvoor kennis geven aan den Procureur des Konings. Deze deed hem met 2 getuigen de nrs. der broeken opnemen. Door de aankomst der D. kon het onderzoek niet plaats hebben. Den 26e gingen Vict. en Flor. over Heyst naar Schriek om de overige meubelen en kleederen te gaan inpakken. Voorzien van de noodige paspoorten, werden zij doorgelaten. Eenige registers – de meeste waren verscheurd – en wat nog kon dienen, werd ingepakt om het ’s Zondags naar Lier over te voeren. Maar met ’t snel oprukken der D. waren de Belgen ’s nachts teruggetrokken. Pas na het eindigen der vroegmis kwam eene patr. D. langs den steenweg van Keerbergen het dorp binnen. Al de lieden die uit de Kerk kwamen, werden op de Hoogstraat afgetast. De meeste anderen namen ijlings de vlucht. De EH. Pastoor onraad vernomen hebbende, vluchtte in afgedragen burgerskleederen door zijn tuin naar den achterhof van Mart. Tuerlinckx, stapt op ’t gerij van Tuerlinckx ter vlucht, met M. Pastoor als koetsier, terwijl de eigenlijke voerman het paard bij de hand leidde tot op den steenweg aan ’t gemeentehuis. Daar loopt men op een D. patrouille. Het rijtuig moet stoppen. “De voerman is te oud”, zegden zij. De zusters moeten afstijgen en zij doen zich door den eigenlijken voerman wegvoeren. Deze was ’s namiddags nog niet terug. De overige mannen van de patrouille stapten voort naar Heyst. Op dit oogenblik was men bij Victor juist bezig het ingepakte op eene zware kar, met werkpaard bespannen (toehoorend aan Hub. Verbeek aan ’t kapelleke van St. Bernard) te laden. Op het zicht der D. vluchtten Vict. vrouw en voerman door de Kwade Heidestraat in het elzenboschje aan vlaskuilen van Jan Eggers en hielden zich daar verstoken tot na den middag, wanneer zij geene D. meer bemerkten. Deze hadden paard en kar gerust gelaten, zijn aan St. Bernardus kapel bij Verbeeck, waar buiten den zoon, voerman, nog 2 dochters te huis gebleven waren, niet binnen gegaan, maar hebben in “Rome” de tegenoverstaande herberg, de gesloten deuren en vensterramen verbrijzeld en opengebroken. Vervolgens zijn ze naar Schriek-dorp teruggekeerd. Het paard was van ’s morgens tot ’s namiddags voor Victors deur blijven staan. Pakkage werd opgeladen in haastigen spoed, weggereden langs den steenweg over Achterheide, door de dreef van Liv. Van den Broeck, langs de Warande naar Beerzel dorp, over Dries en Berlaar-Heikant naar Lier.
    Den 28e is Norb. zoon van Melchior Wouters bij mij te Lier aangekomen en vertelde : “Gisteren, na het vertrek van Victor keerden 30 D. ’s morgens te Schriek terug. Zij brachten aan het kapelleken (St. Bernardus) 28 meeste jonge mannen bijeen (Jan Eggers was er ook bij), leidden die tot aan de 2e dreef van het kasteel, deden ze van daar in reien van 4 man omtrent 400 stappen ver den steenweg op naar Putte toe marcheren, een eindje vergezeld van een enkelen D., die hun gebood in orde te gaan; de overige D. bleven achter een haag staan. Terwijl de jongens alleen voortmarcheerden, regelden zij met stille stem onder elkander links en rechts uiteen te vluchten op ongeveer 250 m. verder, waar houtgewas en huizen langs de baan stonden. Dat gebeurde. Daarop schoten de D. in alle richtingen, maar wijl men niet weet dat iemand getroffen zou zijn, veronderstelt men dat het maar geweest is om de jongens schrik aan te jagen.
    Gisteravond rond 8 u. begon het fort van Lier met lichte stukken te schieten en dat duurde tot rond 10 u.; men zegde dat de D. uit de richting van B-Heikant of van Heist eerst geschoten hadden. Dezen morgen rond 7 u. ging ik uit nieuwsgierigheid eens naar het fort toe, om te hooren wat het schieten van gisteren te beteekenen had. Ik was pas op weg, of daar ontplofte op 150 m. van mij in het open veld nabij den windmolen buiten de vest een bom met vreeselijk gekraak. Het was al rook en uiteenspattende aarde. Achter mij kwamen eenige lansiers aangereden en vroegen of dit een schot van het fort was. –Ik zegde dat het een D. bal moest zijn. Terwijl zij hun paarden omkeerden, viel er niet ver van ons in de beemden een 2e bom die barstte. Terwijl ik wegliep hoorde ik weer neerslag die een nieuw huis trof een weinig voorbij “den Koning van Spanje”. Dan begon het fort zoo geweldig te schieten dat de grond daverde. Van verre zag ik aan de brug ook al rook omhoog gaan. Verschrikt liep ik gauw mijn pakje kleeren halen en liep zonder nog een woord te kunnen spreken recht naar de statie. Daar de trein niet seffens vertrok, ging ik half achter en onder den wagen staan om beter bevrijd te zijn tegen het geschut. Ik hoorde een vrouw die ook vluchtte, ik geloof een dochter van Pietje Moons aan de brug zeggen dat een bom de brug beschadigd en misschien wel een of meer personen gekwetst had. Terwijl ik al in den trein zat, kwam Mr. Constant Vermijlen ook ingestapt en zegde dat het huis neven of dicht aan dat van Burgemeester Schellekens begon te branden. Na 20 min. In grooten angst aan den trein gewacht, geraakte ik er rond 9 u. weg. ’t Is daar iets schrikkelijk.”
    Dan ligt de Heikant misschien al in puin!

    30. De dagbladen van heden deelen bijzonderheden mede over de beschieting van Lier en Mechelen, zelfs van Itegem, Hallaer en Herenthals, -over de verdediging en den toestand der forten van Lier, Kessel, Kath. Waver, Waelhem en andere (zie “La Métropole” en “Het Volk” van 29/9 -“La Métropole”, “Het Volk”, “De Nieuwe Gazet”, Journal de Roubaix van 30/9 ).
    Zekere Jos. Janssens van de Hazenberg te Schriek, heden hier toegekomen, zegt zegt dat ons huis en de school den 18e dezer nog ongeschonden waren, dat Belg. patrouilles achter de gaanderij een spoor door de haag hadden gekapt tegen de schooldreef, -dat er achter in den hof niet veel fruit meer te zien was.

    Bl.21.

    October 1. Mr. Mod. Cappon heeft vernomen dat een 50 tal geniesoldaten dezen nacht in Brugge zijn toegekomen en nog meerderen zullen volgen. Met wat doel? “Le Bien Public” logenstraft het gerucht als zou het fort van Waelhem gevallen zijn.
    Militair Crombé (uit Spermalie) in onbepaald verlof mogende naar huis keeren, verhaalt bij Mr. Cappon, dat hij met zijn korps over Lier, Kon. Hoyckt (vernacht bij Van Nuffelen, Putsche steenweg), Grasheyde (bij De Roye), Keerbergen, Haecht, … , Leuven naar Luik is getrokken te voet, -en bij den aftocht langs Tienen, Leuven naar Aerschot (dit alleen per trein), Rotselaer, Werchter (van hier door grachten achter boom en hout bedekking zoekend tot Haecht (melkerij) Mechelen, Hofstade tot Sempst heeft meegevochten.
    De EH. Norb. Vermeylen, kloosterbestuurder te Lier, zegt dat zijne broeders Xav. en Alex. reeds in Engeland verblijven. Moeder, broeders Aug. en Isidoor en zuster met hare kinderen zijn voornemens zich ook te laten inschrijven. Nieuwe transporten troepen zijn in den nacht aangekomen, een trein krijgsgevangenen is gepasseerd. “L’Independance” schrijft dat Lier gedurende 3 dag. beschoten is.

    2. Wij begeven ons naar ’t bureel van ’t Nederl. Konsulaat, om, zoo noodig onze getuigschriften van zelfpersoonlijkheid te laten wettigen, ten einde vrijen ingang in Nederl. te genieten, bij vermoedelijk oprukken des vijands tegen Brugge. Meerdere dagen is “La Métropole” niet meer verschenen.
    De spanning onder ’t volk wordt grooter, -ieder schijnt iets te verwachten.

    3. Er verschijnt geen enkel dagblad buiten die van Brugge en “Het Volk”. De kerk van Duffel zou donderdag tijdens de beschieting in brand geraakt zijn, met eenige huizen. Dezen nacht heeft weer veel treinbeweging geheerscht in Brugge. Wellicht komen hulptroepen aan uit Canada en Kolonialen uit Afrika en Indië. – Deze laatste dagen zijn in Brugge en omstreken duizenden vluchtelingen toegekomen uit Mechelen, Lier, Aelst en omgeving. –Volgens “La Patrie” zou er rond de forten van Puers en Liezele vreeselijk gestreden zijn, zelfs met de bajonet. De forten van St. Kath. Waver, Waelhem en Lier zouden het goed houden. Maar hoelang nog?
    Er begint veel militaire beweging te heerschen in de stad : Prachtige autos met hoogere officieren, geblindeerde autos met mitrailleuzen, afdeelingen lansiers (te paard), ontelbare soldaten per velo en te voet, in de bevlagde stad, door de juichende menigte begroet.
    Volgens “’t Getrouwe Maldegem” zou een gedeelte van ’t Klooster van O.L.V.Waver in asch liggen en zouden de religieuzen te Oostende aangekomen zijn op weg naar Engeland.

    4. “Het Volk” bericht dat Lier den 2e dezer nogmaals gebombardeerd is, dat de vijand de Kerk en de pastorij van Nijlen heeft afgebrand, zich verder over Herenthout, Bevel en Grobbendonk heeft verspreid in welk laatste dorp de Belgen de bruggen over de Nethe en over de vaart hadden opgeblazen; dat ondanks den weerstand der onzen de D. tusschen Duffel en Lier tot bij de Nethe zijn doorgedrongen.
    Gidsen, lansiers, geblindeerde autos trekken door naar Oostende. Soldaten uit Waelhem hier aangekomen, zouden meegedeeld hebben, dat Eng. en Fransche officieren het bevel nu voeren op de in werking zijnde forten van den buitengordel. –Vliegtuigen trekken in alle richtingen;
    19 u. Kozijn Leonard, brancardier in Antwerpen, komt binnen. Hij heeft met eenige kameraden, onder leiding van doktors, een transport van 99 D. gekwetsten naar Brugge overgebracht. Daar hij in dienst is bij het vervoer der gekwetsten, is hij nog maar eens medegezonden geweest naar de vuurlijn tijdens een kanonvuur te Puers. Eenige zijner ambtgenoten maken deel uit van de groep gelast met het werk op het slagveld. De gewone (gekwetste Duitsche) soldaten, zijn, ten minste in schijn; zegt Leonard, gedwee en beleefd, -de officieren integendeel hebben veel pretentie. Leonard heeft vernomen dat de EH. Pastoor van Relst door de D. meegevoerd en nog niet teruggekeerd zou zijn. Leon. Om 20.30 u. vertrokken, zal zoo mogelijk, bij Fr. Haeyinckx, Meystraat, , Antwerpen de verblijfplaats van Kar., Paul. en Jos. gaan vragen.

    5. Een bakker van Werchter (wipschutter), die over 3 weken gevlucht is, zegt, dat de D. zich bij hem beleefd gedroegen, hun vleesch bij hem kwamen braden en aan zijn gezin daarvan meedeelden, brood en andere behoeften, alsmede zijn paard en rijtuig dat de overste ten laatste opeischte, hebben betaald in bons uitkeerbaar na den oorlog. Dat de woning en drukkerij van G. Drijvers en verder al de huizen naar de bruggen toe in asch lagen, dat de woning onzer zuster Euphr. alsdan nog gesloten en ongeschonden was; dat Xav. Vermeylen door een Belg. officier te Heyst gedurende 1 nacht is opgesloten geweest in een hotel zonder bed, vermoedelijk om zich tegenover dien overste te vertrouwelijk en vrijpostig te hebben uitgelaten.
    Men zegt ons, dat hier in St. Jans gasthuis een gekwetste burger uit Keerbergen wordt verzorgd. Deze man, een paardenkoopman verstaan wij, zou nabij ’t kasteel van M. Van Langendonck wonen. Nadat zijn dochters bij ’t naderen der D. reeds gevlucht waren, bleef hij met vrouw en zoon nog te huis. Maar toen de strijd begon tusschen de Belg. artillerie te Keerbergen en de D. op St. Adriaen te Haecht, zond hij vrouw en zoon met gespan vooraf naar den Heikant, om hen daar haast te vervoegen. Maar eensklaps ontplofte een bom nabij hem waarvan een schilfer hem in ’t rechter been trof; hij sukkelde tot Putte, waar een doktor een stuk metaal uit zijn wonde haalde, en hem naar het gasthuis van O.L.V.Waver zond. ’s Anderendaags werd hij met andere zieken en gekwetsten naar St.Kath.Waver (statie) gevoerd (per auto) en den volgenden morgen bevond hij zich in Brugge. Hij weet nog niet waar vrouw en kinderen zijn.

    Bl.22.

    Op zekeren afstand van de stad is men bezig met loopgraven delven en draadversperringen aan te leggen om den vijand den tocht op de stad te belemmeren.
    Men zegt dat voortdurend Engelschen met kanons en mitrailleuzen in de omstreken aankomen. Op de toonkaart in den boekhandel der Geldmuntstraat, is een Duitsch pav. geplaatst op Heyst, Beerzel en Putte.

    6. Volgens dagbladen zouden Boom, Rumpst en Linth beschoten zijn, zouden er overal en langsheen en ten Z. van Leie en Schelde schermutselingen en gevechten plaats hebben.
    Wandeling naar St. Pieter o.d. Dijk. Groepen soldaten bewaken de spoorwegbrug. De militaire treinen zijn voorzien van stormsleper langs voor en achter. De vertrekkenden worden uitbundig toegejuicht. In de stad krioelt het van Eng. soldaten, flinke mannen met levendigen blik en vlugge beweging, van hoofd tot teen in degelijke en fijne kleedij en schoeisel (kostuum van geel-bruine stof, -hoofddeksel met platten bodem, wapens en uitrusting wel onderhouden en met zorg verpakt. Het zijn echte gentlemen tegenover vele onzer tegenwoordige soldaten. Er zouden er 20000 aangekomen of in aankomst zijn.
    Men zegt dat eene verdedigingslinie zou gevormd worden met 80000 man van Oostende tot Ieperen.

    Deze tekst staat omgekeerd op Bl.22

    Wijl ’t vertrek der aangegeven vluchtelingen naar Engeland zoo lang wordt verdaagd, gaat broeder August naar den EH. Onderp. Van Eecke te Veldegem inlichtingen nemen om zoo haast mogelijk in Frankrijk (omstreek van Rouen) werk te zoeken. Hij keert weer met een model van getuigschrift voor gedeeltelijk kostlooze reis af te leveren door het Comité.

    Prov. West Vlaanderen.
    Gemeente Zedelgem.
    Getuigschrift tot verkrijging van een spoorwegbiljet tegen verminderden prijs van werklieden, die tijdelijk buiten het land gaan werken.
    De ondergeteekende Burgemeester der gemeente Zedelgem, verklaart dat de genaamde …. Alhier wonende sectie … nr … landarbeider is en zich begeeft naar Frankrijk om er tijdelijk te werken; verders dat hij behoeftig is.
    Dit getuigschrift wordt hem afgeleverd tot verkrijging van eene heen- en terugkaart 3e klas tegen verminderden prijs op de Belgische Staatsspoorwegen.
    Zegel gemeentebestuur – Medegegeven voor model (get) B.Van Eecke, schrijver der Franschmansgilde, Veldegem. – Zedelgem, den … De Burgemeester, (get) C. Lievens.


    En met een aanbevelingsbriefje van volgenden inhoud :

    “Ik beveel U dezen persoon aan
    (get) B.Van Eecke,onderpastoor, Veldegem.
    Oeuvre flamande, Rue de Charonne, 181, Paris.


    De EHO. Der Vlamingen zou hem al de noodige inlichtingen verstrekken nopens het werk, de bestemmingsplaats, loon, onderkomen, enz. Iedereen zal er bij gebrek aan werk of plaats, gedurende 2 dagen kosteloos voeding en verblijf genieten. De reis zou gansch kosteloos zijn.
    Wij raden Aug. aan koz. Theofiel, die de taal genoegzaam kent als werkman te laten meegaan. Tot gemak om hun doel te bereiken stellen wij hun volgende regels ter hand :
    1. “Prière aux employés et aux voyageurs d’indiquer à ces personnes (fugitifs belges) l’itinéraire (gares où elles doivent changer) pour se rendre à Paris.
    2. “Prière d’aider ces personnes (fugitifs belges) à trouver la rue de Charonne, 181, Paris (Oeuvre flamande)

    Op milddadig Eng. aanbod (zie “La Métr.” 2/10 edit. du mat. 3e col.) volgend schrijven gericht aan


    “Madme. Fischer, Belgian Childrens Heime, Aldeburgh-Suffolk”
    Bruges, 6 oct. 1914.
    Madame,
    Ayant appris par les journaux, qu’une pension pour recevoir 50 enfants de professeurs (réfugide belges) est prête la sauvigneé prend la respectueuse liberté de solliciter de votre bienveillance une place pour ses deux soeurs: … agée de 17 ans, est à l’école normale de Wavre-Notre-Dame, dirigée par des Relig. Ursilines, l’autre 15 ans est en pensionat de Gierle ou sa soeur année, diplomee (21 ans) est institutrice. La sonnignee (19 ans) elle-même désire entrer en service, de préférence en Angleterre, afin de se perfectionner dans la langue anglaise. Elle possède : un certificat d’institutrice primaire, -id. d’instce. de l’enseignement menager aux adultes, -d’enseign. agricole et horticole.
    Elle désire vous offrir ses services, aussi que ceux de sa soeur ainée, pour vous dédomager, le cas échéant, de la pension de ses deux soeurs cadettes, au moins jusqu’à la fin de la guerre.
    Dans l’espoir de recevoir une réponse à sa demande, elle vous présente ses respects aussi que ses remerciments onticipés.
    Raphaelle De Belser.
    Adr. : J. De Belser, Quai de la Potterie, 43, Bruges.



    Bl.23.

    7. Mr. Louis is naar Zeebrugge geweest : Hij telde daar 7 Eng. booten, waaronder een 4master, zoo groot dat hij in het kanaal niet binnen kan, allen geladen met oorlogsmateriëel. In de kom lost men twee booten geladen met mondvoorraad. Een andere stomer komt op de vaart aan. –Heden nacht zijn ongeveer 5000 Eng; ontscheept. Een Eng. officier door Mr. Modest ondervraagd nopens ’t getal ontscheepte Eng., antwoordt dat het hem verboden is inlichtingen te geven aan wie ook.
    Op ’t Oefenplein dalen en stijgen gedurig vliegers uit alle richtingen. Wij begeven ons naar dit plein; er staan daar een half dozijn tweedekkers, waarvan 2 met eene zitplaats en schroef in ’t midden, 3 met 2 zitplaatsen en 4 vleugelige schroef lans voor. ’t Is daar een gedurig zwenken, stijgen en dalen.
    Het voedermagazijn tegen den Gentsteenweg, buiten de Kruispoort, ligt vol Eng. soldaten; hun paarden staan in de tegenoverliggende weide.
    19 u. Schoonbroeder en -zuster, Karel en Pauline, komen op het onverwacht binnen en vertellen hun wedervaren : “Den 1e Sept. werd eene groep van 20-30 uhlanen, komende uit de richting van Morckhoven, gesignaleerd. Van op den zolder telde ik er 11 in de zuidelijke rij. Zij trokken naar Herenthout. Onderwege hielden zij Neel Vervoort, dd. Burgemeester, staan, tastten hem af, maar lieten hem gaan na de banden van zijn rijwiel te hebben overgesneden. Den 18 Aug. had al een botsing onder Morckhoven plaats gehad. Den 20e Sept. werd een patrouille uit Hulshout komend, aangekondigd. Zij trokken naar Morckhoven. Over onze haag zag ik den laatste recht over mij blijven staan. Ik liet mij vallen en kroop in stilte weg. Kort daarop volgde een hevig geweervuur tusschen de D. en een patrouille Belg. lanciers. Ik vernam dat niemand gedood was en dat de D. in de bosschen verdwenen waren. Een gekwetst Belg. paard is te Morckhoven afgemaakt. Nu Maandag, bij brand te Heyst en hevig kanongebulder, kwamen alle inwoners van het omliggende, evenals de Belg. patrouilles Nwaarts gevlucht. Wij ook trokken door ’t achterpoortje uit en begaven ons door binnenwegen en bosschen naar Herenthals. Daar bleven wij vernachten. ’s Anderendaags ’s morgens was de statie vol vluchtelingen. Een valsch alarm, als zouden de D. reeds in de stad zijn, verwekte zulke hevige paniek, dat schier iedereen naar Bouwel toe vluchtte. Weldra vertrokken wij met den trein naar Antwerpen, maar mochten daar niet binnen. Wij vertrokken terug naar Turnhout, maar de trein liep nog slechts tot Bouwel. Wij vertrokken terug mee naar Lier, en bleven er vernachten. Van daags te voren had men die stad reeds beschoten. ’s Anderen daags ’s morgens gingen wij te voet naar Bouchout. Voor, rond en achter ons, zoo ver het oog droeg vluchtelingen in den deerlijksten toestand. Na in Bouchout gelogeerd te hebben, te voet voort naar Antwerpen, waar wij veel moeite hadden om door de wachten te mogen passeeren. Voorbij de nieuwe brouwerij te Bouchout liggen woningen, villa’s, hoven, dreven, alles tegen den grond; zelfs is een deel van Mortsel dorp door de Belgen platgelegd om den vijand des te beter te ontvangen. Wij zijn in “den Drafboer” waar wij zeer goed onderkomen vonden, tot dezen voormiddag gebleven. Wij hebben er de beschieting van D. vliegtuigen en al wat het beleg eener versterkte plaats meebrengt, bijgewoond. Op de woning van broeder Frans is eene der Zeppelinbommen neergevallen. ’t Is niet te gelooven hoe geweldig en vreeselijk de uitwerkselen daarvan zijn. We hebben te Antwerpen ook vernomen dat Belgen onder moorddadig vuur op Lachenen getracht hebben achtergelaten kanonnen, die echter nog in ’s vijands handen waren, weg te halen, maar daarin niet gelukt zijn. Op de bekendmaking van den algemeenen bevelhebber dat het bombardement der stad nakend is, hebben wij langs den overzet van het Vlaamsch Hoofd, gelukkig en goed den trein naar Gent bereikt. Jefken Van Houdt, gemeenteontvanger te Wiekevorst, die tot gisteren acht dagen te huis was gebleven is door de D. met meer anderen meegevoerd tot aan “den Uil” te Herenthout. Daar heeft men hem met de armen omhoog zien staan; zijn vrouw en kinderen waren daags te voren met F. reeds weggevlucht.”

    8. Dagbladen deelen mee, dat de vijand door den eersten (buitensten) fortengordel is doorgebroken (vermoedelijk) tusschen Lier en Duffel, of Bornhem, -en dat de toestand van Antwerpen bedenkelijk is. Naar ’t oordeel van vluchtelingen en van soldaten die pas uit het vuur weerkeerden, ligt de macht en de vordering des vijands tegenover versterkingswerken bijzonder in het verre draagvermogen en de geweldige uitwerkselen zijner zware kanons.
    11 u. Juf. De Cuyper van Beersel gisteren in Brugge aangekomen – verblijvend Vrijdagmarkt, 16, - denken dat Heyst, Beersel, Putte, O.L.V. Waver, K. Hoyckt en B. Heikant wellicht tegen grond zijn gelegd, deels uit noodzakelijkheid door de Belgen, deels door den vijand. Haar vader door eene geraaktheid gedeeltelijk met lamheid geslagen, is uit het gasthuis van Berlaer, waar hij ter verpleging was, overgevoerd naar dat van Lier - bij de beschieting der stad voort naar Antwerpen, en is nu van gisteren morgen in rijtuig op weg naar Brugge.
    Een Besluit door den Generaal der Zeestreek genomen en bij plakbrief bekend gemaakt, verplicht alle Belgen en vreemdelingen, die voor 1 Aug. niet verbleven, zich in persoon en voorzien van persoonlijkheidsbewijs met portret van 5x3 cm. Ten stadhuize aan te bieden van den 8e tot 12e dezer van 9 tot 12 of van 14 tot 17 u., ten einde er bewijs van toelating tot verblijf in die streek te ontvangen. Wie aan dit besluit niet voldoet, moet binnen de 24 u. na dit tijdsbestek het grondgebied der zeestreek verlaten. De grens dezer streek gaat uit van Middelkerke, loopt langs de vaarten Passendaele, Oostende, Brugge, Sluis, omvat het grondgebied van Brugge, Snellegem, Lophem, Oostkerke, Oedelem, Sijsseele en Meetkerke, en eindigt te Leffinge.

    Bl.24.

    Dit besluit, zegt men, is een veiligheidsmaatregel, die ten doel heeft D. en Oostenr. onderdanen, en gevaarlijke en verdachte personen te verwijderen. Overal soldaten, pracht- en geblindeerde autos, mitrailleuzen en allerlei voertuig.

    9. Aankomst van Belg. militairen en eene massa vluchtelingen : druk verkeer. Eng. ruiterij in de have aangekomen, verlaat de stad langs de St. Cath. poort. Herstellende en licht gewonde militairen worden uit verschillende ambulancen naar Oostende en elders overgevoerd. Gemeente- en middelbare scholen worden door de ll. ontruimd en tot ambulance ingericht om de gekwetsten uit de laatste gevechten in op te nemen. Van een zeer langen trein opgepropt van soldaten, naar Oostende vertrekkend, zijn het platform, de ruimten tusschen de wagens, (plank boven de buffers) met manschappen bedekt; een 15-20 tal staan of hangen bij op de locomotief, of liggen op de kolen op den tender. Alhoewel zwart en bevuild, eenigen zonder hoofddeksel, enkelen met klak op, of met burgerpak aan, zijn allen levenslustig. Verschillende treinen vol Engelschen al even opgeruimd, en warm toegejuicht door duizenden menschen, rollen door de statie. Honderden autos vliegen met oorverdoovend gesnor en geschuifel door de straten, die zwart zien van ’t volk. De Groote merkt, de Burcht –en andere opene plaatsen zijn sommige oogenblikken bedekt met voertuigen van alle slag : Pracht- en zware vrachtautos, lange en hooge autobussen met wenteltrap, geblindeerde autos met mitrailleuzen en met wapens voor vliegtuigen, voeder- en voorraadwagens, gewone vrachtwagens en andere rijtuigen met paarden bespannen. Het schouwspel van heden zal in Brugge wellicht nooit meer te zien zijn, -onheilspellende voorbode van het vreeselijke gevaar.
    De vreemdelingen in Brugge verblijvende en die tot één huisgezin behooren, zullen op ééne kaart opgenomen worden. De Voorzitter van ’t bureel op het stadhuis, verzocht ons daarom morgen terug te komen. Wij denken dat die maatregel te laat komt.
    Bij ’t vallen van den avond stoppen 3 luxe autos voor ’t stadhuis. Hooge officieren en 2 of 3 burgers stappen er uit en ’t stadhuis binnen. Een stadhuis-bediende met wien wij vorige dagen reeds eenige woorden gewisseld hadden, komt ons in ’t oor fluisteren : “Antwerpen staat op ’t vallen of is reeds gevallen!” Onmogelijk, zeggen wij, ofschoon er alles op wijst dat het er daar ernstig zal aan toegaan.

    10. Heel den dag door dezelfde militaire beweging als gisteren : voortdurend trekken van Eng. troepen naar ’t O. ZO. en Z., gevolgd van zware en reusachtige vrachtautos, volgeladen met bakken, kassen, zakken mondbehoeften?, met zakken haver, teerlingvormige, sterk samengeperste klompen hooi, schietvoorraad, wapenuitrustingen en verdere legerbehoeften; -wederkeeren en vluchten van Belg. ruiterij, artillerie en cyclisten allen met afgemat uiterlijk.
    17 u. Dagbladen bevestigen dat de vijand door den 1e fortengordel heen geslagen, van Boom, Waarloos en Linth de stad beschiet. Vluchtelingen vertellen, dat hij reeds door den binnengordel heen, bij ’t vertrek der Belg. troepen, en eer deze door de Engelschen afgelost en vervangen waren, zich bij of reeds in de stad zou vertoond hebben.
    De dagbladen deelen bijzonderheden mee over de verdediging der stad door de Engelschen. (zie volg. blz.)

    Deze tekst staat omgekeerd op Bl.24

    Voorzien van paspoort en portret begeven wij ons naar ’t stadhuis en bekomen daar het vereischte bewijs. Afschrift :

    Een planton (gendarme) bij den ingang, den naam “Schriek” ziende, zegt ons dat hij aldaar bekend is. Hij heeft over ruim 3 j. eenigen tijd deelgemaakt van de brigade van Putte.

    Bl.25.

    18.30 u. Heer Coussens, commissaire-adjoint de police, verleden Donderdag uit Lier gevlucht, deelt ons eenige bijzonderheden mee over de beschieting dier stad. Verder heeft hij uit goede bron vernomen, dat de Belg. genie het noodzakelijk achtte de kerk van Kon.-Hoyckt met eenige andere gebouwen te vernielen, -dat te O.L.V.Waver eenige Duitsche religieuzen, vermoedelijk tot redding van hun gesticht, het land niet hadden verlaten en zich in de kelders hadden verborgen, maar door de D. zelven naar hun land zijn gezonden, en dat minstens één vleugel van het gesticht zou vernield zijn; -dat hij (Mr. Coussens) een der laatste nachten den gloed van een hevigen en uitgebreiden brand in ZO. richting heeft waargenomen van in Lier.

    11. St. Gom.Zondag. op dezen dag toevloed van duizenden vreemdelingen in Lier – nu : de stad wellicht in puin en asch.
    Mr. Cappon komt met 3 infanteristen binnen, die in den nacht van Donderdag op Vrijdag uit Antwerpen weggevlucht zijn onder een regen van schrapnels en obussen, -en die ons meedeelen dat de D. niet alleen de stad bezetten, maar met massa’s door Vlaanderen stroomen, alles voor hen op de vlucht drijvende. Zij roemen het gedrag onzes Konings, maar laken dit van meerdere officieren, die hunne manschappen in den steek laten.
    Ten stadhuize wachten meer dan 150 personen het bekomen van een “permis de résidence” af.
    12 u. Mr. De Meyer, gemeente-secretaris te Kon.-Hoyckt, die in ’t laatste huis der Walwijnstr. Wwaarts bij kennis verblijft, verhaalt ons zijn vlucht ; hij denkt dat er van zijn dorp niet veel zal recht gebleven zijn.
    22 u. Mr. Cappon van de reis naar Roeselare weerkeerend, vernam aldaar dat in ’t Z. van Vlaanderen eene massa Eng. en Fr. troepen wordt samengetrokken. Waar zal het Belg. leger, dat reeds eenige dagen wanordelijk in W.richting aftrekt dan post vatten om met de Eng. en Fr. eene verdedigingslijn te vormen? De “region maritime” zal dan niet, zooals men ons wilde doen gelooven, het hoekje vaderlandsche grond zijn, dat laatst en hardnekkigst zal verdedigd worden. Dient de “permis de résidence” misschien niet om de burgerlijke bevolking gerust te stellen, ttz. om haar onbewust te laten van het naderende gevaar der moordende en brandstichtende bende, die wellicht niet ver meer af is?

    12. De val van Antwerpen, door “Le Nord Maritime” van gisteren reeds, als officiëel meegedeeld, de aankomst van talrijke vluchtelingen uit een groot deel zelfs ver van elkander gelegen plaatsen der prov. Oost-Vlaanderen ten gevolge van de verschijning der D. in die streken, het gerucht dat zich gisteren avond verspreidde als zouden de D. het postbureel van Gent overvallen hebben, doet hier een algemeenen schrik ontstaan, die vele ingezetenen tot vluchten doet besluiten. De familie Lauwers van Mechelen vindt geen gespan om Oostende te bereiken – trein en tram zijn door ’t leger ingenomen – en van daar naar Engeland over te gaan. Wij ook staan op verzinnen. Maar neen, we gaan liever naar ’t bureel van den Nederl. Konsul om “Zelfpersoonlijkheidsbewijs” en “permis de résidence” te laten onderteekenen, ten einde in ’t nabije Nederland toegelaten te worden, en bij gunstige gelegenheid naar huis te kunnen weerkeeren. Tegen betaling van 2,10 fr. geraken we daar in regel. Voor behoeftigen, dienstmeiden en andere lieden uit de door den vijand overweldigde plaatsen wordt die formaliteit kosteloos vervuld.

    13. 7 u. ’t Volgend telegram komt ons toe :
    De Belser quai de la potterie 43 Bruges.
    London 23-45 dep 8 N 2302.
    “Venez folkestone je trouverai place donnez notre adresse à l’agent Cooks, touriste sur quai folkestone.” (get.) Fischer.
    Wij begeven ons ter statie om te weten of ’t verkeer hersteld is, ten einde onze kinderen naar Oostende te vergezellen. Een taube komt op aanzienlijke hoogte over de stad. Eensklaps doet de slag eener geweldige ontploffing de stad dreunen. Bijna onmiddellijk daarop hooren we op verschillende plaatsen schoten knallen. We spoeden ons huiswaarts en vernemen dat eene bom door de taube uitgeworpen tegen de lansierskazerne (Lange straat) op een schounnelkot eener kleine woning is terecht gekomen, waar ze, zonder iemand te kwetsen stukken en scherven van ruiten deed nedervallen in een bureel van vermelde kazerne, waar zich eenige oversten aan het werk bevonden. Mr. Louis zegt dat er een groot gat in den grond geslagen en de omtrek met stukken steen, pannen en glas bedekt is. In alle straten zien wij lieden bezig met inpakken en gereed maken voor de vlucht.
    12 u. Wij ook maken ons gereed tot vertrek : Middagmaal, pijnlijk afscheid van de goede familie Cappon. Met de noodige pakkage geladen naar den stoomtram buiten de Dammepoort om over Knocke Sluis te bereiken. Teleurstelling : Een der trambedienden zegt ons dat er vandaag wellicht geen enkele trein meer naar Sluis zal vertrekken. Door dichten stofregen trekken wij te voet naar het sas der vaart Brugge-Sluis, om alzoo langs Damme de Nederl. grens te bereiken. Ons groepje telt 9 personen. Aan ’t sas zien we vluchtelingen op een sleepboot, en van dezen op een ledig schip overstappen. Onze vraag om ook opgenomen te worden, wordt gereedelijk ingewilligd. We steken even bereidwillig een handje toe om lieden en pakkage te helpen inschepen. Om 15.10 u. verlaat de sleeper met twee schepen op touw, waarin ongeveer 400 personen op stroo hebben plaats gevonden, het sas.
    “Vaarwel, gastvrije Brugge!” denken we bij den laatsten blik die we op de stad werpen. Het schip draagt den naam van “Usines d’Evergem”,-zijn patroon of eigenaar heet Hamerlinck. Het schip behoort tot de soort die men “spits” noemt en heeft eene inhoudsruimte van 280 ton. Van af Brugge tot aan de Nederl. grens zijn op ongeveer 800-1000 m. van elkander graszoden schansen opgeworpen van

    wordt vervolgd



    29-05-2020, 00:00 geschreven door Renic
    Reacties (0)
    28-05-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ons Oorlogsdagboek 1914-1919 (4)

    BV2

    Ons Oorlogsdagboek 1914-1919

    door Jan De Belser

    deel 4

    Bl.34.

    g) Stvl. vertelt ons : “Toen de Belg. patrouilles hier lagen, was Sbkv. voor Fr. Verschaeren eenige peren aan ’t afschudden voor uwe daar. Een Waalsche soldaat, als wacht, geleide hen als roovers naar zijn overste in het huis van Mr. Louis Serneels, door tusschenkomst van Mr. Pastoor bij den overste mochten ze vrij terugkeeren”. –Saa. en Sbkv. hebben met eenen kruiwagen ellegoed van Lier meegebracht.
    h) Gebuurvrouw Sba. aan Marie : “Wilt gij van uw fruit wat terug? Ik heb er nog een weinig liggen! Heeft Sbkv. u niets gegeven. De kleine L. heeft aan onzen R. gezegd, dat zij nog 2 zakken fruit hadden; ik dacht zeker dat ze u zouden meegedeeld hebben.
    i) Schoolopziener Allaeys verklaart ons, dat hij bij zijn vroegtijdig bezoek aan vrouw Sbk gevraagd had, de rijpende boonen te plukken en voor alles wat te helpen zorgen, daar zij hun gezegd had, dat wij naar Engeland waren gevlucht en misschien nog lang zouden wegblijven”.
    Met het boterhampapier hadden wij zelven reeds het eerste staaltje van eerlijkheid bij de hand. ’t Schijnt ons toe, dat deze mededeeling aan ons gedaan, voortkomen of uit gevoel van afkeuring, of om – voor den aanbrenger – verdenking van zich af te weren, of uit afgunst tegenover elkander.
    Zedeles. Geef den sleutel der tuinpoort dan al aan geburen met de aanbeveling : Raapt alle gevallen fruit op, maar sluit de poort!
    Onze gebuur, de kinderen Verelst, zijn er niet minder erg aan. Te laattijdig gevlucht, hebben ze te Lier, tijdens de beschieting der stad, paard en rijtuig met kleederen en andere benodigdheden in den steek moeten laten. Constantia heeft niets meer dan ’t gene ze aan het lijf heeft. (Stuks met dank aangenomen).
    4 u. Een rijtuig (speelkar) waarop 6 of 7 religieuzen rijdt in de richting van Heyst.

    19. Fel gevrozen. ’t Begint te sneeuwen; dit houdt den ganschen dag aan.
    Louis Vetters, vermoedend dat wij, door bemoeiing van onzen werkman, misschien op hem gezinspeeld hadden, met te zeggen, dat er van ons fruit verkocht was, komt ons zijne onschuld te bewijzen en keert volkomen gerust gesteld weer. Een dochter van de Wwe. De Cuyper komt ons inlichtingen vragen nopens een reis naar Amersfoort, waar haar broeder als soldaat geïnterneerd is. Een gebuur brengt ons een briefje van den heer Perckmans, “Tent”Befferstraat Mechelen : onze twee rijwielen – den 19e Aug. daar achtergelaten, zijn niet meer weergevonden.
    5 u. Op heel de parochie (winkels) is geen brood meer te krijgen. Ook geen geklaarde petrol meer. Alle vijf minuten dient de kool van de lampwiek verwijderd; dan nog duister licht met vuilen geur. Nu en dan verre kanongebulder, -maar niet het minste nieuws – door gebrek aan dagbladen.

    20. Sterk gevrozen. Gazkoolen (6 Hl. Aan 2 fr) door Leon Aerts te leveren, nog niet aangekomen. -2.30 u. 50-60 jonge lieden voorzien van schop of houweel, velen met stoffen band rond den arm, trekken voorbij in de richting van Heyst. Vermoedelijk zijn ze in dienst van de D. tranchées aan ’t dempen : Oproep tot werkloozen hangt sedert enkele dagen aangeplakt. 3.30 u. een gedeelte keert terug naar Lier. – Nog geen brood te krijgen. – Drie lichte rijtuigen met 2 militairen bemand rollen voorbij. Elken dag rijden al meer en meer voertuigen en vrachtwagens heen en weder, -met vluchtelingen, met koopwaren : natiewagens van Antwerpen, vrachtwagens (Jos Daems-Vermoesen, Diest), van Cagg.-Assent, van Glabbeek, enz. enz. Den ganschen dag door trekken reizigers voorbij, meest te voet, enkelen per fiets, meestal met pakken geladen.
    Voerlieden van onze parochie, uit omliggende dorpen en van afgelegen plaatsen rijden met kar en wagen naar Antwerpen om petrolie, meel, bloem, brood en andere waren, zelfs steenkolen, maar komen meest allen of ledig, of met uiterst geringe hoeveelheid, dikwijls van zeer slechte kwaliteit, en dan nog tegen hoogen prijs betaald, weder. (Onze gebuur Jul. Nauwelaerts en Frans Van Rompaey van Achterheide, ledig, een voerman uit Bael met 200 (in stede van 2000) kg steenkolen die zeer vochtig zijn en 5,50 fr de 100 kg kosten)

    21. Onze buurvrouw Const. Verelst komt ons aardappelen aanbieden, en brengt ons twee broodjes. Afgelegde kleederen worden haar ter hand gesteld. Sprekend over het plunderen zegt ze Cpeevm. is eene sergie gaan ontleenen bij Sbkv. die er 12 had.”
    Voortdurend passeeren vreemdelingen. Vrouw Aug. Lemmens heeft heden van een Lierschen grondwerker vernomen, dat men op ons dorp niet meer voortwerkt aan ’t dempen van loopgraven; men zou elders loopgraven delven om Antw. en ’t N. te verdedigen, besluit men.
    Berichten en mededeelingen uitgaande van militaire en plaatselijke overheden worden ook hier (aan de kerk) aangeplakt (Zie afschrift of afdruksel in onze archieven A,B,C,D en E).
    3 u. De veldwachter verhaalt ons hoe hij ’t gewijd vaatwerk, de geconscr. speciën en het kerkgewaad heeft gered als volgt :
    “ Op Woensdag, 14 October ben ik weergekeerd. Na de wanorde en de plundering in mijn huis te hebben nagezien, begaf ik mij in het dorp en naar de kerk. Daar lag alles in de grootste wanorde; Kasuivels en ander gewaad, boeken, alles lag overal uiteen geworpen, vertrappeld en bevuild. De coffre-fort achter ’t tabernakel was opengebroken, ciborie met heilige hostiën en twee remonstrantiën stonden er nog in. Buiten gegaan vertelde ik aan Vinc. Vermaelen, wat schending ik daar kwam te ontdekken. De stoeltjeszetter was van den 11e te huis, had waar-

    Bl.35.

    schijnlijk zijn huis niet durven verlaten. Vincent oordeelde en zegde dat ik die zaken ter bewaring in mijn huis moest brengen. Die woorden van Vincent troffen mij en overtuigden mij ervan dat in dien man geloof moet zitten. Ik heb die heilige zaken eerst in een kas in mijn huis gebracht, en vervolgens meer dan een kruiwagen Kerkelijk goed en gewaad in mijn huis gedragen. Ik heb van dit alles kennis gegeven aan de zusters, die den dinsdag daarna, 20e Oct. weerkeerden. Daags nadien hield hier een rijtuig stil, waaruit een pater stapte op ’t oogenblik dat ik voor mijn deur stond. “Vriend, zegde hij, waar woont hier de veldwachter?” . “Als ge hem moet speken, staat hij reeds bij u” antwoordde ik. “Men heeft mij gezegd dat gij heilige vaten en Kerkelijk goed tegen plundering hebt gered”. Ik legde hem dan uit wat er gebeurd was. “ De priesters, zegde hij, hadden dit niet mogen achterlaten, tenzij dat de kerk brandde”. De pater heeft dan met water den kelk gezuiverd en er de H. hostiën in gedaan; dat waschwater moesten de zusters aan de planten gieten. Bij zijn vertrek zegde hij :” Garde, ik bedank u voor het goed werk dat gij verricht hebt, God zal er u voor zegenen”. Dan zette de pater zijnen hoed op; maar pas buiten de deur nam hij dien af, zette eene muts op, en trok met de schat, in houding als bij een berechting te voet naar Lier. De zusters hebben na ’t vertrek des paters meegedeeld dat de pater hun had gezegd : “Ik zal de daad des veldwachters doen kennen; zijn naam zal in de archieven vermeld worden.”
    De veldwachter zegt ons verder : “Zaterdag den 24e kwam hier de EH. Simons uit het collegie van Lier kennis nemen van den toestand der parochie. Hij werd door onzen koster aangesproken en aanzocht, zoo mogelijk hier dienst te blijven doen. De EH. Simons stemde daarin toe en nam zijnen intrek bij de zusters. Hij zond mij om eenen kelk en gewaad naar Putte. Hij heeft ’s anderen daags en heel de volgende week hier mis gedaan.”

    22. Naar Schriek. Op ongeveer 100 m. voorbij de hooge brug (Heikens) op den rand van den Beerselberg breede diepe loopgracht tot voorbij ’t punt waar het terrein van den berg den buurtspoorweg nabij komt. In de Munksbosschen zegt men ons dat tusschen Achterheide en Heyststatie duizenden en duizenden D. zijn doorgetrokken. Er zijn hier werkelijk overal sporen van doortocht en stopplaatsen te zien : vele graszoden vuurkens met overschot van verkoolde takken, geledigde conservendoozen, gebroken flesschen, stukken van postkaarten, brieven, van verscheurde registers, tabakszakjes, afval van geslachte dieren (hoek van den beemd tusschen eiken en dennenbosch rechts tegen weg van de “Warende” naar de Heikens op 400-500 m. van vermelde woning), langs den weg en in het hout stukken van gordijnen, van kleedingstukken, afval van geslachte dieren – verkenshuid met ruwe borstels, ingewand darmen reeds verdroogd en verrot, door honden afgeknaagde beenderen, hoopkens paardendrek, uitgestrooide en geschoten haver, enz, enz.
    Te Schriek : Moeders huis ledig, deuren vensters gesloten; wanorde van onder tot boven, scherven van glaswerk, stukken huisraad en meubelen, papier, stroo, vuilnis, erger alsof ’t verhuisdag ware geweest. ’t Bijzonderste en wat nog waarde heeft bij geburen in bewaring gedragen, deuren toe –en vastgenageld. Op ’t veld nog aardappelen, beet en andere gewassen in te oogsten! Besluit, morgen terug te komen.

    23. Onze werkman J.B.Bellekens brengt het door hem buiten onze woning gevonden “Kruidboek van Dodoens” naar huis en vertelt als volgt :
    Wanneer ik na de 1e vlucht in Augustus en September, over ander dag uit den Boschhoek naar huis kwam, en met den trein van half twee terugkeerde, vroeg Aug. Kempeneers (bediende van de stopplaats Melcauwen), op mijn pakje met kleederen wijzend, op zekeren dag, : “Uw pak is zoo klein, gaat gij ook met fruit? Sbkv. gaat bijna alle dagen met 1 of 2 mandjes; heeft die wel fruitboomen?” – “Daar neven staan er toch”, antwoordde ik. –“Wel dat heb ik ook gezegd” hernam August. –In de statie van Lier, op een van die dagen, vroegen mij enige kennissen of ik ook een pakje fruit bij had. Zij hadden Sbkv. al verscheidene keeren met 1 of 2 pakken fruit naar Deurne zien trekken. Wanneer ik, voor 8 September eens weergekeerd, in uwen hof wat ging werken en den sleutel van het poortje vroeg, zegde Sbkv. : “ik kan hem u niet geven; de meester heeft hem aan ons gegeven, en gij zijt meest in den Boschhoek.”- “Ik kom om eenige dagen in den hof te werken, en daarom vraag ik den sleutel.”- en ik kreeg hem. –Als ik in de Allerzielenweek langs voor in den hof aan ’t werk was, hoorde ik krakeelen en zeggen : “Gijlie hebt meer fruit van den meester dan wij.” Daarop hoorde ik de dochter tot een klein kind dat weende zeggen : “Zwijg ik zal u een peer geven.” Aan Col. Lambrechts, die het fruit ging verkoopen, dat ik plukte, zegde Sbkv. : “De meester heeft ons voor den hof aangesteld.” Maar Colet antwoordde : de werkman heeft meer te zeggen dan gij, en die stelt mij aan.” Wanneer ik in de week voor Allerheiligen te huis kwam, is J. met mij alles gaan afzien in uw huis en zij wist te zeggen wat op ieder bed ontbrak; ik ben met haar tot op den zolder geweest.” En als de inspecteur –die is hier ook al geweest – met haar in den hof was, raadde hij haar de boonen te plukken en voor alles wat te helpen zorgen, totdat gijlie zoudt terug zijn, want men zegde dat gij in Engeland zaat. Maar Sbkv. moet aan zijn vrouw gezegd hebben : “Blijf er weg !...-Iedereen aanziet hem voor den grootsten pikker, en ik heb gehoord dat er bij hem nog zal herzocht worden, en dat hij zijnen patattenput nog zal moeten ontruimen als het niet meer vriest.

    Bl.36.

    Daar moet nog wat onder zitten.
    Vrouw Smla. klaagt alzoo : “Wij hebben schier niets meer : op een bed nog eene, op een ander bed nog 2 katoenen sergiën. Eenige paren kinderschoenen zijn teruggebracht, maar dat is al; onze schade beloopt 5000 fr.

    24. Over Putte naar Schriek. In de Leemputten zijn omtrent alle oude strunken verdwenen. Gom. Rijmenants, met bijl op den schouder, huiswaarts trekkend, zegt: “ M. ik ben ook gaan “hoellie” kappen. In de Steenstraat, een spoor (kale vlakte) die uitgeeft op het Beerselbroek, met loopgraaf langs de straat tot aan de Steenbeek. Oud huis (Badts) afgebrand. Loopgrachten in de velden rond de Breedestraat. Nabij het “Hoefijzer” op weg van de kruisbaan naar Schriek, ontmoeten wij J. Van Roosbroeck (van nabij de Begijnenhoeve) op zoek naar een vermiste koei. Hevig verbitterd zegt de man : “’t Is schromelijk, beesten kwijt, kwijt. Ge hebt daar uw gebuur Sbkv. In den nacht van Zondag op Maandag na den val van Antwerpen heeft hij met Lsdva. en Kbdol. bij mijn vader 300 kg tarwe en koren van den zolder gehaald; ik zal het hem in ’t publiek eens komen verwijten. Een weinig later hoorde ik zeggen dat zijn vrouw naar K.Hoyckt was gaan gist halen : “We hebben 50 kg. tarwemeel gekocht, zegde zij, nu kunnen wij bakken”. En ik heb nog gehoord, dat hij met ‘nen kruiwagen ellegoed van Lier naar huis heeft gevoerd.”
    Te Schriek hooren wij ook liedjes zingen van “vroeg te huis” – en hebben er een van volmaakste beelden van verwoesting in de woning van broeder Victor, gemeenteontvanger. Met geburen gesproken over inoogsten van aardappelen en voeder. Nieuwe sloten op deuren van moeders huis en van broeder.

    Deze tekst staat omgekeerd onderaan Bl.36.
    (1) naar Putte, waar men eene onzer kinderen als tusschentijdige ond. vraagt. Door konkelfoezelen van gemeentesecretaris en ’t Gesticht van O.L.V.Waver, wordt jufr. Landmeters, nicht van de bestuurder der normaalschool aangesteld.


    25. Vrouw Kbdom. sprekend over plundering, zegt : “C. die in ons huis woont, heeft zoo dikwijls gezegd dat hun moeder zooveel kreeg van den meester, en nu doen ze dat zoo!” Na hare terugkomst had C. schoone, nieuwe, lange gordijnen aan ’t venster hangen, die zij zegde gekregen te hebben, maar toen er gesproken werd van huiszoeking waren de gordijnen seffens verdwenen, en ik heb ze niet meer gezien. –En met V. van Smla. : toen Math… in den gildezaal naar de binnengebrachte voorwerpen kwam zien, vond zij er vijf wollen dekens, die haar toebehoorden, maar die V. beweerde de haren te zijn. V. gaf er haar eene, maar hield de andere vier. Dan is Math… er gaan ontleenen bij vrouw Sbkv. die er verschillende op ieder bed had.

    26. Geen klas bij de zusters : Prinsjesdag.-Schoonzuster Fien brengt 300 kg aardappelen en een geslacht half zwijn met het gespan van Peer Op de Beek, en neemt beste matrassen, briefwisseling en voorwerpen van belang tot meer veiligheid mede naar Wiekevorst. We gaan mee. Bij terugkeer rond 23 u., in het dennenboschje tegen den “Kapelleweg” op Heesten, hevig zaaggesnor, twee kruiwagens staan geladen met dennenboomstammen tegen den steenweg. We horen overal van houtdieften.

    27. Naar Heyst voor reispas naar Holland. Gom. Barberien, die we ontmoeten, verhaalt ons zijne vlucht; hij looft het onpartijdig gedrag van den heer Burgemeester van Itegem, in zake verdediging tegen den vijand (opeisching, enz), noemt een zeer welstellenden boer, die zich andermans goed toeeigende. Op het pasbureel (woning van Wwe. Van Eepoel, links over ’t spoor aan de statie, kan men ons geen pas voor Holland afleveren tenzij per trein Antw.-Esschen-Rozendaal. Men raadt ons een pas te vragen op ‘t stadhuis te Turnhout. Naar Wiekev. vernachten.

    28. 3.30u. Na ontbijt op weg naar Roermond, met pakje kledingstukken voor onze kinderen. 8.15 u. Te Gierle, in “den bonten os” nemen we boterham met tas koffie. Met gespan van Leopold Verelst naar Turnhout. 10.45 u. Op ’t Stadhuis : de heer politiekommissaris, een zeer gedienstig en gezellig man – hij is de dwingelandij beu - vult voor ons een pasformulier in, dat door D. bedienden aangevuld wordt en voorzien van den stempel van den milit. Kreischef. – Afschrift :

    Signalement :

    Ouderdom : 51 jaar
    Gestalte : 1 m 700 mill.
    Hair : grijs zwart
    Voorhoofd : rond
    Wenkbrauw : blond
    Oogen : grijs
    Neus : gewoon
    Kin : rond
    Gezicht : rond
    Mond : gewoon
    Gelaatskleur : gezond
    Bijz. teekens : --
    Handteeken van den drager.
    J. De Belser
    Stad Turnhout

    De Burgemeester van Turnhout bevestigt dat de genaamde
    De Belser Jan, geboren te Schriek, den 2e Mei 1863,
    woonachtig is in de gemeente Berlaer.
    Dit bewijs dient tot vrijen doorgang, zich met of zonder
    goederen heen en weder te begeven naar Holland om zijne kinderen te halen.
    Te Turnhout, den 28-11-‘14
    Voor den Burgemeester,
    De Politie Kommissaris
    (get) Delimans

    Langs de achterzijde :
    Passiert nach Holland
    Kinder holen Fam. und zurück, gültig bis 12/12
    Turnhout 28/11 14 Der milit. Kreischef …..
    1,00 fr.



    Bl.37.

    In een schoone benedenzaal is ’t D. bureel ingericht : drie bedienden aan tafel : de 1e schikt de passen in orde, de 2e vraagt inlichtingen (zoo nodig) en tekent eenige aanduidingen langs de achterzijde op het pas, de 3e ontvangt het bedrag. In de zaal, zetels, telefoontoestel, dagbladen, wapens. Een officier(?) neemt inzage van dagbladen. -12 u. Vertrek naar statie Weelde-Merxplas; gezelschap van dienstbode van mej. De Broqueville. Aan de grens, nabij ’t station ter herberg van L. Van den Eynde, D. wachten. Nazicht van pas, aanteekening van korten inhoud. In station reiskaart naar Roermonde. Op vertoon diezelve aan een Nederl. treinwachter, doet deze ons opmerken, dat wij met deze kaart vandaag niet meer in Roermond kunnen geraken. Hij roept den stationchef, en verzoekt dezen ons een kaartje tot Tilburg af te leveren, en zegt ons : Te Tilburg neemt ge een billet voor ’s Hertogenbosch, en in deze laatste plaats een voor Roermond, waar ge 6 u. zult aankomen. We bedanken dezen voorbeeldigen beambte.
    ’s Hertogenbosch – sierlijk, welingericht statiegebouw. Prachtig plein met beplantingen en beeldhouwwerk voor ’t station. Schone woningen (nieuwe stad), paardentram, kanaal om de stad.
    Reizigers in dezen laatsten trein laken het leggen van mijnen in de Noordzee.
    7 u. Bij Mr. Hausmans met vreugde ontvangen. Kinderen uit St. Salvator geroepen, gelukkig samenzijn. Allen zien er goed uit en verklaren hoogst tevreden te zijn in hun verblijf. Madme. Hausmans toont zich tot in de geringste bijzonderheden om hun welzijn bekommerd.

    29. Zondag voormiddag bij Mr. Hausmans: Brief over den toestand te Schriek naar Vlissingen gezonden.- Namiddag in St. Salvator, waar brief uit O.L.V.Waver is toegekomen. Laatste bezoek aan den ZEH.Reighard – bedanking. Laatste nachtverblijf bij Mr. Olde, -afscheid.

    30. Afscheid van de familie Hausmans. – 7.50 u. Vertrek vergeijld voor Maria. In den trein Eindhoven –Oisterwijk zitten een 8tal 7-12 jar. leerlingen, die zich, met schrijf- en leerboeken ter schole begeven. Allen zonder uitzondering rooken sigaretten van welke zij de hoedanigheden en prijzen, als verstandige lui bespreken. Een half dozijn 18-20 jarige Walen uit Tilff of omstreken gaan zich te Vlissingen naar Engeland inschepen. –Bij vertoon van pas te Baerle-Nassau niet de minste moeilijkheden.
    Vertrek te Baerle (grens) 11 u. te Turnhout 13.30 u. –te Gierle 15 u. (Mitt. omwille van zeere voeten blijft hier bij Eerw. Zusters vernachten), te Lille 15.50 u – Herenthals 17.30 u. – Wiekevorst 19.50 u. Een hevige ZW wind met regenvlagen bemoeilijkt den gang.

    December 1. Te Itegem tentoonstelling van vreemde dieren. Tusschen Itegem en B. Heikant ontmoeten wij 4 koeien, 1 geit en 1 schaap. De woningen van Aloïs Van den Broeck en van de kinderen Fierens (Ketel) zijn fel beschadigd door het gedaver van de afgevuurde kanons die in de hoven van beide geburen zijn opgesteld geweest.

    2. Onze werkman Frans Bellekens gaat naar St-Kathel. Waver het graf opzoeken van zijn gesneuvelde zoon Ferdinand.

    3. Naar Schriek om ’t werk op ’t veld en aan huis te helpen regelen

    4. Mitt. uit Gierle over Wiek. aangekomen, heeft vernomen dat Jef Peeters, vrijwilliger, door een bal aan den arm is gekwetst, dat naar mededeeling in St.Salvator in eene wijk te Düsseldorf, van 300 huisvrouwen er 56 weduwe geworden zijn door den oorlog; van abbé Verbist, die zwaar gewond is, niets meer gehoord. -Frans Bellekens door de burgemeester en veldwachter verwittigd dat zijn zoon Ferd. te St. Kath. Waver gevallen is, heeft het graf van zijn zoon gevonden; hij wijst de ligging zeer nauwkeurig aan (op de kaart –planch. v. ’t Oorlogsdep. 1/20000). “Van de tramhalt “Quatre Verres” (Herberg “ Hier kaart men geernen”), de baan naar Mechelen toe volgen tot hier (punt gelegen op 1400 met. van “4 verres”, en dan 80 m. ver rechts het veld in.” Volgens ter plaatse ingewonnen inlichtingen is Ferdinand gevallen op 1 of 2 October, vermoedelijk door een stuk shrapnell getroffen. Men heeft het lijk in zittende houding aangetroffen, zonder oppervlakkig zichtbare wonden, tegen een strunk uit welken de zoons van den landbouwer die het veld bewint, stukken van zulk projectiel hebben uitgekapt. Het lijk dat eerst op den omgewerkten grond begraven was, is over 14 dag. door aangestelde mannen op eenen dam tegen den kant verplaatst. Het nummer van ransel, shako, livret en medalie bewijzen ten volle zijn identiteit. Fr. Bellekens zegt verder dat te dier plaatse schier alle hout doorboord en als afgemaaid is. Hij heeft er ook vernomen heeft dat van 300 Belg. die hier in ’t vuur hebben gestaan, er slechts enkelen zijn weergekeerd. In den omtrek liggen meerdere Belgen begraven, slechts 1 D. officier. De lijken der niet gegradeerde D. zouden zooveel mogelijk weggevoerd (per 4 bij elkander gebonden) worden ter verbranding naar Luik of Namen. De officieren zouden ’t voorrecht eener gewone begrafenis genieten.

    5. Wij besluiten eene kleine verzameling aan te leggen van oorlogsouvenirs : hulzen, scherven en stukken van granaten, alle door den vijand achtergelaten materiaal, enz.
    Vrouw Aug. Op de Beeck heeft vernomen dat hare zuster Antonetta, door de suikerziekte aangedaan, op vlucht in Engeland overleden is.

    6. Mar. en Mitt. gaan naar verwoesting van Kon.-Hoyckt en Lier zien, -wij naar Schriek werk regelen en dagloon voldoen. Wij ontmoeten op weg Frans Frans (Uilenboer) op zoek naar vermist vee. We voldoen voor ’t uitdoen van aardappelen aan Fr. Docx 89,70 fr, aan Louis Peeters

    Bl.38.

    voor ’t plaatsen van twee sloten 3,80fr.
    “De stad Lier, zeggen Mar. en Mitt., rijst stil aan uit hare puinen op : trottoirs worden blootgelegd, muren afgebroken of hersteld, enkele winkels geopend. Hier en daar een soldatengraf. Voor ’t monument van Tony Bergman (op ’t kruis : “Hier ruhet Res. Gust Batler für vaterland den heldentod gestorben 6-10-1914. 2/35.” Links en rondom dit monument meerdere graven met namen; in den hof van “Casino” ; “Hier ruhet ein Engländer”. Te Kon. Hoyckt aan de losplaats van den tram een D.
    Op weg naar Lier heeft Vinc. Vermaelen meegedeeld dat zijn vriend en huisgenoot, Toon Collijn uit ons dorp eerst is weggevlucht met een of twee anderen wanneer de van Beersel aanstormende D. reeds de prov.baan hadden bereikt. Dat Toon dan nog zoo roekeloos was, door een verrekijker, op de observatiepost op onzen kerktoren achtergelaten, die grijze massa beter te willen zien, maar op ’t zelfde oogenblik door een schot in ’t hoofd neerviel; - tegen het voetpad naar Heesten, nabij den steenweg naar Melcauwen, heel ondiep begraven, en enkele dagen na den val van Antwerpen door Vincent met een of twee helpers naar ’t kerkhof overgebracht.

    7. Buurvrouw Slwnj om regenwater gekomen, kon over “mannen van vroeg te huis” ook niet zwijgen. Zij vertelt aan Mar. : “Ik heb daar bij den schoenmaker hooren zeggen dat ge een verken gekocht hebt met Sbkv., ieder een half…- Dat moet iemand van hen toch gezegd hebben. Ik kon het niet gelooven, want ge weet wel …Den 1e nacht na onzen terugkeer heb ik daar geslapen, en op verschillende bedden een schoon roze, wollen sergie gezien. J. zegde : “’t Is al wel dat wij die nog hebben, we hadden er juist vier voor den oorlog gekocht bij …” –Maar deze heeft nooit sergies verkocht, en op de vlucht hadden ze die ook niet bij; anderen hebben die daar ook gezien. Nu rijdt … gedurig met graan naar den molen, en toen ik bij hem kwam op de vlucht, zegde hij : “Ik had nog een zaksken koren staan, maar ik heb het meegebracht om ’t vee in ’t leven te houden”. – En in ’t begin, toen ze te huis waren, deden ze niets dan nieuwe kleeren maken, … onderrokken en broeken van zulke schoone stof, rood gekleurd met wafelputtekens in, wel van 3,50 fr. den meter. Den 1e Zondag hadden ze ook schoone zwarte neusdoeken om, en ik hoor zeggen, dat ze er ook nog schoone witte hebben. Ik heb hem ook al verscheidene keeren naar den kleermaker zien gaan. Zijlie zeggen dat ze veel van de D. gekregen hebben : C… zegde zelfs, dat de D. haar te Lier wilden schoenen geven, maar dat ze niet durfde binnengaan, of die niet aannemen. –Als ik er eens binnenkwam, was men bezig aardappelen in de pan te bakken met smout (koolzaadolie). Ik vroeg waar dit te krijgen was. Men antwoordde : “Wij hadden er nog wat staan in een flesch, maar bij Suetens is er nog ‘nen kruik”. Toen Nintvl daar ging zien, stond die van Sbk. daar binnen alsof zij den winkel deed, maar ’s anderen daags was het smout daar ook weg!”

    8. 9 u. Een groep D. soldaten , 60 - 70 man, marcheeren naar Gangelberg toe en keeren na een halve uur terug. Om 10.30 u. Bij Frans Mariën - Goris (onder den afgebranden molen) naar het beschadigd huis gaan zien. Schuur en stal liggen teenenmaal in puin door granaten en gedaver; woonhuis met kamer en kelderkamer zijn vol scheuren en barsten, gansch dooreengeschokt, deels bouwvallig en slechts recht gebleven door den molenberg die den Z.gevel steunt tot halve hoogte. De zoon Louis, tot laatst gebleven met andere jongens, vertelt dat zij van op den molen, uit alle richtingen, maar vooral van Beerselberg zooveel D. zagen afkomen, dat er alles grijs van zag. De dichtst genaderden waren al in het Kerkeboschje, anderen van over den steenweg aan de hooge brug door de Kegelstraat naar den Gangelberg uit al dicht bij gekomen. De eersten die over den steenweg van Aerschot kwamen, keerden dicht aan ’t huis van Wwe. Augustijnen terug. Bij ’t naderen der D. namen zij ijlings de vlucht en gingen zich in de schuur van Jos. Augustijnen in het hooi verbergen, waar de D. Jos. Steyaerts ontdekten en medenamen naar Lier.
    12 u. Aankomst in Schriek. Klachten over de afwezigheid van den gemeenteontvanger. Registers, bruikbare papieren en eenige paperassen bij Jos. Van den Acker binnen gedragen.
    20 u. Bij terugkeer ongemeen hevigen lichtglans op duisteren horizont in de richting van Tervueren. Dag en nacht, zonder ophouden, rollen hier allerlei voertuigen voorbij; zware natie- en andere vrachtwagens, sommigen met 3 en 4 paarden bespannen, karren en lichte rijtuigen van allerlei vorm, ezels-, honds- en stootkarren met alle slag van koopwaren en voorwerpen geladen, vluchtelingen met pakkage, vreemde voetreizigers van allen ouderdom en stand. Onder ’t geleide van eenen baas komen 7 wagens, die te St. Truiden te huis behooren, elk met eene koppel paarden bespannen, en geladen met alle soort van koopwaren, o.a. met 5000 kg bloem uit Antwerpen huiswaarts, en een der voerlieden vraagt hier naar een afspanning om te vernachten. Men wijst hem het ‘Kruispunt’ aan, als ruim genoeg voor zooveel gevaarte.

    9. 8 u. Het kanon laat zich in het ZW. Hooren. Wij gaan brieven bestellen naar … War zullen die lieden nieuwsgierig zijn! In den voormiddag neemt het kanongebulder in hevigheid toe. -12 u. De ruiten ramelen bij wijlen in de ramen van den voorgevel onzer woning. Broeder Mathëus van Hamont brengt ons een bezoek. In gezelschap van den molenaar uit zijn dorp doet hij eene omreis in de provincie. Op onze vraag naar den toestand aan het front, zegt hij vernomen te hebben, dat het den D. volstrekt onmogelijk is aan de IJzer door te breken, en er zijne

    Bl.39.

    krachten te vergeefs uitput, dat er heel onlangs 6000 man krijgsgevangen zouden genomen zijn, en dat de Rus snel vordert. Mitt. die voornemens is naar Roermond terug te keeren, besluit en maakt zich onmiddellijk gereed om met de bezoekers per velo over Wiekevorst en Geel tot Hamont te gaan, en voorts van Budel naar Roermond per trein te reizen. Broeder Mathëus belooft haar over de grens te brengen. Jos. Van Houtvinck stelt ons van den strijd op zijn veld aan den afgebranden molen achtergelaten voorwerpen ter hand : stuk granaat, rieten mandje, enz.
    J.B. Bellekens keert van Heyst weer met een pas, hem door den commandant aldaar afgeleverd, ten einde hem toe te laten de Nederl. grens te overschrijden om moeder en zuster met gezin naar Vlissingen te halen. Men heeft hem gezegd dat hij slechts over Antw.-Rosendael, of over Turnhout in Nederland binnen mag.
    Afschrift van vermeld pas :

    13.30 u. Kinderen hebben 23 D. lansiers geteld die over den steenweg van Beersel-Dries naar Itegem reden. We vernemen verder dat vandaag in Beersel, Heyst en Hallaer zeer vele manschappen van verschillende wapens aangekomen zijn en bij de burgers ingekwartierd worden. Dat te Heyst D. kanons toegekomen zijn. Jan B. Bellekens heeft vandaag een trein zien passeeren met gesloten wagons, waarop langs elke zijde biljetten met dezelfde D. woorden. Het publiek veronderstelde dat het lijken zijn.
    Volgens aangeplakt bericht zal morgen voormiddag om 10 u. op de dorpsplaats eene tentoonstelling van vreemd vee plaats hebben; eene 2e tentoonstelling op 17 Dec., zelfde uur.

    10. Het kanongebulder en de krijgsbeweging van gisteren verspreiden weer onrust. Bevestigd wordt, dat uit de richting van Mechelen zeer veel soldaten met geschut door Heyst Owaarts zijn getrokken. 10 u. Twee zware Hagelandsche karren (met rechte berriën en hooge sponden) rijden naar Aerschot toe. Langs voor op den schoot der 1e zit naast, en met den voerman in gesprek, een pater of broeder in zwart kostuum, een witte lap boven op de borst, met den hoed in de hand zijn hoofd tegen den tamelijk hevigen wind beschuttend. In tegenovergestelde richting passeert een ander eigenaardig rijtuig. Het gevlekte paard is ingespannen met volledig getuig zooals wij meermaals in praalstoeten zagen, -waarvan alle stukken met geel koperen blinkende nagelen zijn beslagen even als de randen van de schoven en sponden des rijtuigs. -10.30 u. Vijf zware natiewagens komen van Antwerpen. Zij zijn met een koppel kloeke paarden bespannen. Tusschen de met ruwe planken aan zware rechtstaande kepers gevormde sponden, liggen de waren hoog opgestapeld en zijn overdekt met geteerde zeilen. Allerlei vreemdelingen, heeren, werklieden, schoeiers, -de meesten met afgemat uitzicht –slenteren langs de baan.
    13 u. We begeven ons naar Schriek. Nabij de hooge brug in de Heikens, vertelt ons J. De Preter: “130 Duitschers hebben den nacht in en rond de dorpskom van Beersel doorgebracht, heden voormiddag zijn hier 4 groepen lansiers, ieder van ongeveer 150 man over den steenweg naar Heyst getrokken; zij zegden naar Turnhout te moeten. Het kanongebulder gisteren heeft naar het zeggen van een reiziger plaats gehad op de forten rond Liezele en Puers.” Bij ’t overstappen der tramlijn zien we den aarden weg teenemaal vertrappeld door paarden. Een persoon op ’t naaste veld zegt dat er over dezen weg heden voormiddag omtrent 300 ruiters voorbijkwamen op weg naar Turnhout, het zagen er allen jonge mannen uit.” –“In Schriek zegt ons Frans Wuyts, zijn verleden nacht ruim 200 jonge ruiters gelogeerd geweest, en vandaag voortgetrokken naar Heyst, en … Op Maandag 28 September verschenen hier te Schriek zooveel D. met zware kanons, dat het niet te gelooven is. Op enkele minuten was heel de “Schrieksche den” (vlakte tusschen de Schriekstr., de Breedestr. en de Heystsche beek) bezet, waren 4 of 5 verschansingen opgeworpen, en al de kanonnen opgesteld. Wij hier in de geburen en de bewoners der naburige huizen werden verzocht de plaats te verlaten, en ons naar Tremeloo, Bael of Owaarts te begeven. Aan hen die vroegen of voorstelden zich in den kelder te verbergen, werd geantwoord : “…niet doen…schieten door kelder…” Geen voet grond ligt op den “Schrieksche den” die niet door D. is betrapt geworden. Slechts ¼ daags, zegt Frans, ben ik weg geweest, -met schrik gezeten wel eenige dagen. Aan de menschen hier werd geen last aangedaan, tenzij dat de opgeeischte haver met bons betaald werd. –Uw broeder Victor kwam verleden zondag hier ook nog uit ’t bosch gekropen, blootshoofds en bevende van angst, met de vraag : “Waar zijn ze ?” en gevolgd door zijn vrouw.”

    11. Het huiswaarts trekken van vreemdelingen en gespan blijft voortduren. Vreemdsoortig

    Bl.40.

    gerij passeert. Bij elkander, een laag karken zonder ressorts, met hooge sponden door een pony getrokken, muilezel in een versleten lang rijtuig op ressorts, -daar langs achter een hondenkar aan vastgehecht, waarop respectievelijk 3 pers., 5 pers. met pakken, -1 persoon, allen kaal en armmoedig aangekleed. Verder veel handelaarsgespannen, o.a. “Jos. Daems-Vermaesen, koloniale waren, Diest, enz. enz.

    12. 10 u. Een 15 tal D. ruiters rijden naar Lier. Vijf ledige natiewagens keeren weer.
    13 u. Naar Lier. Men is bezig de muren der uitgebrande woning van Fr. Busschots (op den hoek der prov.baan en der Smidstraat) neer te halen. Door druk verkeer is de veloweg op vele plaatsen onbegaanbaar. In K.Hoyckt is men hier en daar de beschadigde huizen aan ’t herstellen. De kerk is erg gehavend: muren zijn op verscheidene plaatsen doorboord, het plafond hangt aan stukken, wat niet verbrijzeld werd, is dooreen geschokt. Onder de best bevrijd gebleven woningen zijn die van Mr. Torfs, gewezen burgemeester, de “Smisberg, hr. Van Dyck, café “ Flora”. Tusschen K.Hoyckt en Lier zijn meerdere telefoonpalen en boomen stuk geslagen door bommen; in eenige boomen heeft men ingedrongen stukken van granaten uitgebijteld of gezaagd. Bij het sombere winterweder heeft de streek tusschen het Lammeken en de pachterij Thijs –vooral de linie tusschen de forten Lier en Tallaert -een allertreurigst uitzicht. Het graf tegenover den ZO hoek van den tuin van “De Koning van Spanje” is opgepoetst en van een kruis met opschrift voorzien.
    De verwoesting der stad Lier blijkt grooter te zijn dan wij wel meenden na ons eerste bezoek. Van het deel der Berlarij tusschen drog.-apoth. Van de Auwermeulen en de St Gom.kerk zijn slechts 3 of 4 huizen rechtgebleven, het overige is in de vlam opgegaan; weinig beter is het met het oostelijk deel der Berlarij. Kerk en toren van St. Gommaar erg beschadigd, -de St.-Pieterskapel afgebrand. Van aan de brug (rechts in herstelling) ziet men langs den Okant der Groote Merkt niets dan puin tot achter het stadhuis. Al wat nog recht staat draagt sporen van vuurwapens. De brug aan de Mechelpoort is opgeblazen en tramrijtuigen hangen van de overbleven fondamenten in het water der vest. Een voorloopige houten brug, ongeveer 20 m. Wwaarts, door doorgegraven spoor op de helling der vest te bereiken, verbindt de 2 oevers; allerlastigste verkeerweg voor gespan. Op den steenweg van Linth zijn de meeste boerensteden afgebrand. Een spoorweg is door veld en tuin tot vervoer van krijgsbehoeften aangelegd. Wij zien hier verschillende graven door eenvoudige kruisjes of door stokken waarop een shako aangewezen. Mme. Hermans, bij wie onze werkman J.B. Bellekens in dienst en gevlucht is geweest, verwacht heden avond dezen laatste met onze nabestaanden uit Vlissingen. Men zegt ons dat in Lier 500 à 600 huizen in puin liggen.
    Kinderen hebben meegedeeld dat vandaag verschillende treinen, onder welke één met twee locomotieven, kanons, kanonwagens, allerlei tuig en toestellen in de richting van Aerschot vervoerden.

    13. Met het oog op den vermoedelijken hongersnood, besluit het St.-Vinc. Genootschap, ten bate der schamele behoeftigen, eene inzameling te doen van geld en aardappelen de heele parochie door. De E.H. Onderpastoor tracht eene commissie samen te stellen tot schatting en opname der oorlogsschade. Hij geeft afschrift van formulieren door de Boerenbond te Leuven gebruikt, afzonderlijke formulieren voor : schade aan gebouwen, aan have en meubelen, landbouwschade. Gedrukte form. zijn te krijgen bij den hr Prov. Bouwmeester te Lier. Deze commissie bestaat uit 7 leden: Liekens Frans, metser, Med. Nagels en Edm.Wuyts, schrijnwerkers-timmerlieden, Louis Nagels en Jos. Van Echelpoel, winkeliers, Karel Gepts, landbouwer, J. De Belser schrijver der comm. ’t Is wenschelijk dat die schatting nu gebeure in ’t vooruitzicht dat later door den Staat eene vergoeding mocht toegekend worden. Tot gemak zal de E.H.Ond. aanbevelen dat iedere schadelijder den aard en het bedrag zijner schade op een briefje aanteekene en dit aan een lid der commissie overhandige, die dan het vermoedelijke bedrag der schade zal bepalen.

    14. De bevoegde leden der commissie (metser en schrijnw.) gaan de schade aan de half in puin geslagen woning van Jos. Van den Vonder opnemen.
    Kinderen hebben gezien dat een lange trein met 9 locomotieven naar Aerschot stoomde, en een andere “vol soldaten” naar Antwerpen reed. Verleden nacht zijn ook verscheidene treinen voorbijgerold.
    Jan B. Bellekens, pas weergekeerd uit Holland, verhaalt :
    Verleden Donderdag ben ik om 7 u. langs den Boschhoek van Oude-God met den electrieken tram naar Antwerpen vertrokken. Daar de gemeenschap per spoorweg met Esschen geschorst was, ben ik te voet over Merxem naar Putte gegaan en bij ’t vallen van den avond in Holland geraakt. Ik heb vernacht in ’t bed dat een Nederlandsche soldaat mij afstond. ’s Anderen daags ben ik bij Louis Borremans te Hoogerheide aangekomen die beloofde moeder met familie te Woensdrecht af te halen. Van dit station af ben ik in gezelschap geweest met eenige Brusselaars, die over Vlissingen naar Engeland gingen. Tegen den avond was ik in Vlissingen en heb de familie daar gevonden. Allen waren blij en tevreden te kunnen naar huis gaan. Zij maakten zich seffens gereed om met den trein van 9 u. den volgenden dag te vertrekken. Theofiel moest nog ter plaatse blijven. Zaterdag morgen kreeg uwe zuster een brief uit Roermond. Mitt. was ginder goed aangekomen en beschreef in haar brief den toestand juist lijk hij is. Bij aankomst te Woensdrecht

    Bl.41.

    en onder het voortstappen naar Hoogerheide liet zich het kanon hooren op een der forten rond Antwerpen. Bij dat gerommel en bij ’t zicht van zoveel heen- en weer reizende lieden, greep de angst Euphr. zoodanig aan, dat ze van haar voornemen afzag en besloot in Holland te blijven. Ondanks mijn aandringen wilde zij niet verder, moeder wel, … maar … Zij huurde in de buurt van Louis Borremans 2 bemeubelde kamers. Deze laatste zal nog niet spoedig terugkomen. Het vervoer van reizigers brengt hem 60 fr. per week op. Ik heb op de reis ook den gemeentesecretaris van Elewijt ontmoet. De doktor was hem komen afraden naar België terug te keeren. Onze veldwachter (een Elewijtenaar) dien ik bij toeval tegenkwam, zegde mij, dat de secretaris zoo het schijnt, de verblijfplaatsen der D. aan de Belg. soldaten zou aangewezen hebben, waaruit … De grenzen zijn dicht bezet, maar men vraagt weinig naar het pas”.

    15. Naar Schriek met J.B. Bellekens. Smid Adolf Gijsemans, dien we aan het kapelleken (tijdens regenvlaag) tegen de oude Booisschotsche baan op de Achterheide ontmoeten, vertelt ons: “ Ik ben te huis, minstens altijd rond ons huis gebleven. Verschillende keeren zijn D. mij om eten komen lastig vallen, ik hield mij daarom zooveel mogelijk aan den eenen kant. Maar ze schoten verkens, hennen en kiekens, zelfs honden. Ge hadt toch eens moeten zien. Overal lag afval van beesten, soms ne verkenskop met pooten en afgevilde huid aan elkander; op alle straten en wegen lag wat. 5 Dagen lang heeft dat hier door de baan getrokken, meest van den Schriekschen steenweg naar ’t Masheiken uit. Duizenden en duizenden en nogmaals duizenden, allemaal jonge gasten, die wat van kant konden zetten.
    Uit de geplunderde woning van broeder Victor 3 pakken “stukken van gemeente- en weldadigheidsontvangerij, persoonlijke briefwisseling en hypoth.kas zaken” naar zijn schoonvader Jos V.d.Acker ter bewaring gedragen.
    In Schriek hebben de D. bij huiszoeking op verschillende plaatsen gestolen goed ontdekt en enkelen in hechtenis meegevoerd, maar ook in de woning van hr. Vermylen, bij herkenning van versche metselwerk den wijnkelder ontdekt en geledigd. In de woning van zuster Euphr. halen wij tal van voorwerpen boven uit den regenput, meest alles verstikt.
    Const. Van den Eynde, naaste gebuur, verhaalt: “Verrast met te lang te blijven, kon ik niet meer vluchten. De D. vroegen mij naar boter en ander eten, maar zij hebben mij niets misdaan. Ik kreeg twee oversten te logeeren. Al de gebleven mannen in de buurt zijn meegenomen tot in ’t dorp of een ander plaats, ten minste voor een uur, maar ik niet. De Belg. soldaten waren veel lastiger. Men zegt dat op 4 - 5 dagen tijd van 30 tot 40 duizend man door Schriek getrokken zijn, en dat met een macht van voertuigen, kanons, keukenwagens, voorraadswagens, automobielen, voeder voor de paarden, ongelooflijk veel gerij. Door den Heystschen Hoek naar huis.
    22 u. Leop. Winkelmans deelt ons mee (vernomen te hebben) dat de eerste proefnemingen op de forten van Lier en Kessel (door de Engelschen) bewezen, dat fout aan de slechte hoedanigheid der munitie, de kanons in stede van tot Itegem, waar de vijand lag, slechts tot op de Hertstraat droegen (door Eng. vlieg. vastgesteld); dat andere schietvoorraad uit de binnenforten moest aangevoerd worden (veel kruit scheen als met zand vermengd); dat Belg. manschappen te Aerschot van hunne oversten op den vijand – reeds binnen bereik van ’t schot – niet mochten vuren, maar als ter slachting geleid werden. (Deze laatste bewering schijnt ons gansch in strijd met wat geloovenswaardige personen vertellen. De slechte hoedanigheid der munitie : hebben wij daarvan geen bewijs aan een project. van … cm. (door kinderen meegebracht) gevuld met stukken hout?)

    16. Een 60 tal lieden, waaronder kinderen van 12 - 13 jaar, o.a. Alf. Mariën en Ed. Verstraeten, zijn onder de leiding van een D. burger de loopgrachten in den omtrek aan ’t dempen. Op onze parochie werden “tranchées” gegraven in veld (of tuin) van Jos. Van Houtvinck, Jos. Heylen, Alf. Docx, Kar. Docx, Louis Wellens, Kar. Celen, Louis Bogaerts, Aug. Salvo, Louis Tielemans, Wwe. De Cuyper, Kar. Lens, Jos. Van Mensel, Wwe.Peeters, kind. Nagels, Kar. Nagels, Jos. Op de Beeck (Beullens), Jos. Van den Vonder, Kar. Heylen, Fr. Nauwelaerts, Jos. Gijsemans, Alf. Storms, Jan Berckx, Wwe. Smets, Jos. Winkelmans, Fr. Van Elst, Aug. Ceulemans-Van Dijck, Med. Aerts, E.H.P., Frans Bellekens en enkele anderen. Men betaalt voor dat werk 25 cent. per uur.
    Militairen te paard en in auto passeeren in iedere richting. Treinen waarop mitrailleuzen, rolden naar Antwerpen.
    Louis Vetters is met één dag hechtenis gestraft om den datum op zijn pas te hebben vervalscht. Aug. Ceulemans-Hendrickx en Kar. Docx, die ons de opname hunner oorlogsschade brengen, deelen ons ‘t een en ’t ander mee: de neef van 2e genoemde, Docx Aloïs van Werft, ziekelijk op de vlucht gegaan , is tijdens de beschieting van Antwerpen te Bouchout gestorven en zijn lijk is aldaar ongekist op het kerkhof begraven samen met dit van een gesneuvelde Belg. officier. Frans Augustijnen uit Hemelshoek is eveneens op de vlucht gestorven. Verschillende welstellende landbouwers o.a. W.Nmtv zouden vreemd vee verborgen houden, ondanks bevel en bedreiging der plaatselijke overheid het vreemd vee ten toon te stellen. 2e genoemde zou een koei weergevonden hebben bij den gemeenteontvanger te T… Heel onlangs werden tusschen Gangelb. en P. enkele rond

    wordt vervolgd



    28-05-2020, 00:00 geschreven door Renic
    Reacties (0)
    27-05-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ons Oorlogsdagboek 1914-1919 (5)

    BV2

    Ons Oorlogsdagboek 1914-1919

    door Jan De Belser

    deel 5

    Bl.34.

    g) Stvl. vertelt ons : “Toen de Belg. patrouilles hier lagen, was Sbkv. voor Fr. Verschaeren eenige peren aan ’t afschudden voor uwe daar. Een Waalsche soldaat, als wacht, geleide hen als roovers naar zijn overste in het huis van Mr. Louis Serneels, door tusschenkomst van Mr. Pastoor bij den overste mochten ze vrij terugkeeren”. –Saa. en Sbkv. hebben met eenen kruiwagen ellegoed van Lier meegebracht.
    h) Gebuurvrouw Sba. aan Marie : “Wilt gij van uw fruit wat terug? Ik heb er nog een weinig liggen! Heeft Sbkv. u niets gegeven. De kleine L. heeft aan onzen R. gezegd, dat zij nog 2 zakken fruit hadden; ik dacht zeker dat ze u zouden meegedeeld hebben.
    i) Schoolopziener Allaeys verklaart ons, dat hij bij zijn vroegtijdig bezoek aan vrouw Sbk gevraagd had, de rijpende boonen te plukken en voor alles wat te helpen zorgen, daar zij hun gezegd had, dat wij naar Engeland waren gevlucht en misschien nog lang zouden wegblijven”.
    Met het boterhampapier hadden wij zelven reeds het eerste staaltje van eerlijkheid bij de hand. ’t Schijnt ons toe, dat deze mededeeling aan ons gedaan, voortkomen of uit gevoel van afkeuring, of om – voor den aanbrenger – verdenking van zich af te weren, of uit afgunst tegenover elkander.
    Zedeles. Geef den sleutel der tuinpoort dan al aan geburen met de aanbeveling : Raapt alle gevallen fruit op, maar sluit de poort!
    Onze gebuur, de kinderen Verelst, zijn er niet minder erg aan. Te laattijdig gevlucht, hebben ze te Lier, tijdens de beschieting der stad, paard en rijtuig met kleederen en andere benodigdheden in den steek moeten laten. Constantia heeft niets meer dan ’t gene ze aan het lijf heeft. (Stuks met dank aangenomen).
    4 u. Een rijtuig (speelkar) waarop 6 of 7 religieuzen rijdt in de richting van Heyst.

    19. Fel gevrozen. ’t Begint te sneeuwen; dit houdt den ganschen dag aan.
    Louis Vetters, vermoedend dat wij, door bemoeiing van onzen werkman, misschien op hem gezinspeeld hadden, met te zeggen, dat er van ons fruit verkocht was, komt ons zijne onschuld te bewijzen en keert volkomen gerust gesteld weer. Een dochter van de Wwe. De Cuyper komt ons inlichtingen vragen nopens een reis naar Amersfoort, waar haar broeder als soldaat geïnterneerd is. Een gebuur brengt ons een briefje van den heer Perckmans, “Tent”Befferstraat Mechelen : onze twee rijwielen – den 19e Aug. daar achtergelaten, zijn niet meer weergevonden.
    5 u. Op heel de parochie (winkels) is geen brood meer te krijgen. Ook geen geklaarde petrol meer. Alle vijf minuten dient de kool van de lampwiek verwijderd; dan nog duister licht met vuilen geur. Nu en dan verre kanongebulder, -maar niet het minste nieuws – door gebrek aan dagbladen.

    20. Sterk gevrozen. Gazkoolen (6 Hl. Aan 2 fr) door Leon Aerts te leveren, nog niet aangekomen. -2.30 u. 50-60 jonge lieden voorzien van schop of houweel, velen met stoffen band rond den arm, trekken voorbij in de richting van Heyst. Vermoedelijk zijn ze in dienst van de D. tranchées aan ’t dempen : Oproep tot werkloozen hangt sedert enkele dagen aangeplakt. 3.30 u. een gedeelte keert terug naar Lier. – Nog geen brood te krijgen. – Drie lichte rijtuigen met 2 militairen bemand rollen voorbij. Elken dag rijden al meer en meer voertuigen en vrachtwagens heen en weder, -met vluchtelingen, met koopwaren : natiewagens van Antwerpen, vrachtwagens (Jos Daems-Vermoesen, Diest), van Cagg.-Assent, van Glabbeek, enz. enz. Den ganschen dag door trekken reizigers voorbij, meest te voet, enkelen per fiets, meestal met pakken geladen.
    Voerlieden van onze parochie, uit omliggende dorpen en van afgelegen plaatsen rijden met kar en wagen naar Antwerpen om petrolie, meel, bloem, brood en andere waren, zelfs steenkolen, maar komen meest allen of ledig, of met uiterst geringe hoeveelheid, dikwijls van zeer slechte kwaliteit, en dan nog tegen hoogen prijs betaald, weder. (Onze gebuur Jul. Nauwelaerts en Frans Van Rompaey van Achterheide, ledig, een voerman uit Bael met 200 (in stede van 2000) kg steenkolen die zeer vochtig zijn en 5,50 fr de 100 kg kosten)

    21. Onze buurvrouw Const. Verelst komt ons aardappelen aanbieden, en brengt ons twee broodjes. Afgelegde kleederen worden haar ter hand gesteld. Sprekend over het plunderen zegt ze Cpeevm. is eene sergie gaan ontleenen bij Sbkv. die er 12 had.”
    Voortdurend passeeren vreemdelingen. Vrouw Aug. Lemmens heeft heden van een Lierschen grondwerker vernomen, dat men op ons dorp niet meer voortwerkt aan ’t dempen van loopgraven; men zou elders loopgraven delven om Antw. en ’t N. te verdedigen, besluit men.
    Berichten en mededeelingen uitgaande van militaire en plaatselijke overheden worden ook hier (aan de kerk) aangeplakt (Zie afschrift of afdruksel in onze archieven A,B,C,D en E).
    3 u. De veldwachter verhaalt ons hoe hij ’t gewijd vaatwerk, de geconscr. speciën en het kerkgewaad heeft gered als volgt :
    “ Op Woensdag, 14 October ben ik weergekeerd. Na de wanorde en de plundering in mijn huis te hebben nagezien, begaf ik mij in het dorp en naar de kerk. Daar lag alles in de grootste wanorde; Kasuivels en ander gewaad, boeken, alles lag overal uiteen geworpen, vertrappeld en bevuild. De coffre-fort achter ’t tabernakel was opengebroken, ciborie met heilige hostiën en twee remonstrantiën stonden er nog in. Buiten gegaan vertelde ik aan Vinc. Vermaelen, wat schending ik daar kwam te ontdekken. De stoeltjeszetter was van den 11e te huis, had waar-

    Bl.35.

    schijnlijk zijn huis niet durven verlaten. Vincent oordeelde en zegde dat ik die zaken ter bewaring in mijn huis moest brengen. Die woorden van Vincent troffen mij en overtuigden mij ervan dat in dien man geloof moet zitten. Ik heb die heilige zaken eerst in een kas in mijn huis gebracht, en vervolgens meer dan een kruiwagen Kerkelijk goed en gewaad in mijn huis gedragen. Ik heb van dit alles kennis gegeven aan de zusters, die den dinsdag daarna, 20e Oct. weerkeerden. Daags nadien hield hier een rijtuig stil, waaruit een pater stapte op ’t oogenblik dat ik voor mijn deur stond. “Vriend, zegde hij, waar woont hier de veldwachter?” . “Als ge hem moet speken, staat hij reeds bij u” antwoordde ik. “Men heeft mij gezegd dat gij heilige vaten en Kerkelijk goed tegen plundering hebt gered”. Ik legde hem dan uit wat er gebeurd was. “ De priesters, zegde hij, hadden dit niet mogen achterlaten, tenzij dat de kerk brandde”. De pater heeft dan met water den kelk gezuiverd en er de H. hostiën in gedaan; dat waschwater moesten de zusters aan de planten gieten. Bij zijn vertrek zegde hij :” Garde, ik bedank u voor het goed werk dat gij verricht hebt, God zal er u voor zegenen”. Dan zette de pater zijnen hoed op; maar pas buiten de deur nam hij dien af, zette eene muts op, en trok met de schat, in houding als bij een berechting te voet naar Lier. De zusters hebben na ’t vertrek des paters meegedeeld dat de pater hun had gezegd : “Ik zal de daad des veldwachters doen kennen; zijn naam zal in de archieven vermeld worden.”
    De veldwachter zegt ons verder : “Zaterdag den 24e kwam hier de EH. Simons uit het collegie van Lier kennis nemen van den toestand der parochie. Hij werd door onzen koster aangesproken en aanzocht, zoo mogelijk hier dienst te blijven doen. De EH. Simons stemde daarin toe en nam zijnen intrek bij de zusters. Hij zond mij om eenen kelk en gewaad naar Putte. Hij heeft ’s anderen daags en heel de volgende week hier mis gedaan.”

    22. Naar Schriek. Op ongeveer 100 m. voorbij de hooge brug (Heikens) op den rand van den Beerselberg breede diepe loopgracht tot voorbij ’t punt waar het terrein van den berg den buurtspoorweg nabij komt. In de Munksbosschen zegt men ons dat tusschen Achterheide en Heyststatie duizenden en duizenden D. zijn doorgetrokken. Er zijn hier werkelijk overal sporen van doortocht en stopplaatsen te zien : vele graszoden vuurkens met overschot van verkoolde takken, geledigde conservendoozen, gebroken flesschen, stukken van postkaarten, brieven, van verscheurde registers, tabakszakjes, afval van geslachte dieren (hoek van den beemd tusschen eiken en dennenbosch rechts tegen weg van de “Warende” naar de Heikens op 400-500 m. van vermelde woning), langs den weg en in het hout stukken van gordijnen, van kleedingstukken, afval van geslachte dieren – verkenshuid met ruwe borstels, ingewand darmen reeds verdroogd en verrot, door honden afgeknaagde beenderen, hoopkens paardendrek, uitgestrooide en geschoten haver, enz, enz.
    Te Schriek : Moeders huis ledig, deuren vensters gesloten; wanorde van onder tot boven, scherven van glaswerk, stukken huisraad en meubelen, papier, stroo, vuilnis, erger alsof ’t verhuisdag ware geweest. ’t Bijzonderste en wat nog waarde heeft bij geburen in bewaring gedragen, deuren toe –en vastgenageld. Op ’t veld nog aardappelen, beet en andere gewassen in te oogsten! Besluit, morgen terug te komen.

    23. Onze werkman J.B.Bellekens brengt het door hem buiten onze woning gevonden “Kruidboek van Dodoens” naar huis en vertelt als volgt :
    Wanneer ik na de 1e vlucht in Augustus en September, over ander dag uit den Boschhoek naar huis kwam, en met den trein van half twee terugkeerde, vroeg Aug. Kempeneers (bediende van de stopplaats Melcauwen), op mijn pakje met kleederen wijzend, op zekeren dag, : “Uw pak is zoo klein, gaat gij ook met fruit? Sbkv. gaat bijna alle dagen met 1 of 2 mandjes; heeft die wel fruitboomen?” – “Daar neven staan er toch”, antwoordde ik. –“Wel dat heb ik ook gezegd” hernam August. –In de statie van Lier, op een van die dagen, vroegen mij enige kennissen of ik ook een pakje fruit bij had. Zij hadden Sbkv. al verscheidene keeren met 1 of 2 pakken fruit naar Deurne zien trekken. Wanneer ik, voor 8 September eens weergekeerd, in uwen hof wat ging werken en den sleutel van het poortje vroeg, zegde Sbkv. : “ik kan hem u niet geven; de meester heeft hem aan ons gegeven, en gij zijt meest in den Boschhoek.”- “Ik kom om eenige dagen in den hof te werken, en daarom vraag ik den sleutel.”- en ik kreeg hem. –Als ik in de Allerzielenweek langs voor in den hof aan ’t werk was, hoorde ik krakeelen en zeggen : “Gijlie hebt meer fruit van den meester dan wij.” Daarop hoorde ik de dochter tot een klein kind dat weende zeggen : “Zwijg ik zal u een peer geven.” Aan Col. Lambrechts, die het fruit ging verkoopen, dat ik plukte, zegde Sbkv. : “De meester heeft ons voor den hof aangesteld.” Maar Colet antwoordde : de werkman heeft meer te zeggen dan gij, en die stelt mij aan.” Wanneer ik in de week voor Allerheiligen te huis kwam, is J. met mij alles gaan afzien in uw huis en zij wist te zeggen wat op ieder bed ontbrak; ik ben met haar tot op den zolder geweest.” En als de inspecteur –die is hier ook al geweest – met haar in den hof was, raadde hij haar de boonen te plukken en voor alles wat te helpen zorgen, totdat gijlie zoudt terug zijn, want men zegde dat gij in Engeland zaat. Maar Sbkv. moet aan zijn vrouw gezegd hebben : “Blijf er weg !...-Iedereen aanziet hem voor den grootsten pikker, en ik heb gehoord dat er bij hem nog zal herzocht worden, en dat hij zijnen patattenput nog zal moeten ontruimen als het niet meer vriest.

    Bl.36.

    Daar moet nog wat onder zitten.
    Vrouw Smla. klaagt alzoo : “Wij hebben schier niets meer : op een bed nog eene, op een ander bed nog 2 katoenen sergiën. Eenige paren kinderschoenen zijn teruggebracht, maar dat is al; onze schade beloopt 5000 fr.

    24. Over Putte naar Schriek. In de Leemputten zijn omtrent alle oude strunken verdwenen. Gom. Rijmenants, met bijl op den schouder, huiswaarts trekkend, zegt: “ M. ik ben ook gaan “hoellie” kappen. In de Steenstraat, een spoor (kale vlakte) die uitgeeft op het Beerselbroek, met loopgraaf langs de straat tot aan de Steenbeek. Oud huis (Badts) afgebrand. Loopgrachten in de velden rond de Breedestraat. Nabij het “Hoefijzer” op weg van de kruisbaan naar Schriek, ontmoeten wij J. Van Roosbroeck (van nabij de Begijnenhoeve) op zoek naar een vermiste koei. Hevig verbitterd zegt de man : “’t Is schromelijk, beesten kwijt, kwijt. Ge hebt daar uw gebuur Sbkv. In den nacht van Zondag op Maandag na den val van Antwerpen heeft hij met Lsdva. en Kbdol. bij mijn vader 300 kg tarwe en koren van den zolder gehaald; ik zal het hem in ’t publiek eens komen verwijten. Een weinig later hoorde ik zeggen dat zijn vrouw naar K.Hoyckt was gaan gist halen : “We hebben 50 kg. tarwemeel gekocht, zegde zij, nu kunnen wij bakken”. En ik heb nog gehoord, dat hij met ‘nen kruiwagen ellegoed van Lier naar huis heeft gevoerd.”
    Te Schriek hooren wij ook liedjes zingen van “vroeg te huis” – en hebben er een van volmaakste beelden van verwoesting in de woning van broeder Victor, gemeenteontvanger. Met geburen gesproken over inoogsten van aardappelen en voeder. Nieuwe sloten op deuren van moeders huis en van broeder.

    Deze tekst staat omgekeerd onderaan Bl.36.
    (1) naar Putte, waar men eene onzer kinderen als tusschentijdige ond. vraagt. Door konkelfoezelen van gemeentesecretaris en ’t Gesticht van O.L.V.Waver, wordt jufr. Landmeters, nicht van de bestuurder der normaalschool aangesteld.


    25. Vrouw Kbdom. sprekend over plundering, zegt : “C. die in ons huis woont, heeft zoo dikwijls gezegd dat hun moeder zooveel kreeg van den meester, en nu doen ze dat zoo!” Na hare terugkomst had C. schoone, nieuwe, lange gordijnen aan ’t venster hangen, die zij zegde gekregen te hebben, maar toen er gesproken werd van huiszoeking waren de gordijnen seffens verdwenen, en ik heb ze niet meer gezien. –En met V. van Smla. : toen Math… in den gildezaal naar de binnengebrachte voorwerpen kwam zien, vond zij er vijf wollen dekens, die haar toebehoorden, maar die V. beweerde de haren te zijn. V. gaf er haar eene, maar hield de andere vier. Dan is Math… er gaan ontleenen bij vrouw Sbkv. die er verschillende op ieder bed had.

    26. Geen klas bij de zusters : Prinsjesdag.-Schoonzuster Fien brengt 300 kg aardappelen en een geslacht half zwijn met het gespan van Peer Op de Beek, en neemt beste matrassen, briefwisseling en voorwerpen van belang tot meer veiligheid mede naar Wiekevorst. We gaan mee. Bij terugkeer rond 23 u., in het dennenboschje tegen den “Kapelleweg” op Heesten, hevig zaaggesnor, twee kruiwagens staan geladen met dennenboomstammen tegen den steenweg. We horen overal van houtdieften.

    27. Naar Heyst voor reispas naar Holland. Gom. Barberien, die we ontmoeten, verhaalt ons zijne vlucht; hij looft het onpartijdig gedrag van den heer Burgemeester van Itegem, in zake verdediging tegen den vijand (opeisching, enz), noemt een zeer welstellenden boer, die zich andermans goed toeeigende. Op het pasbureel (woning van Wwe. Van Eepoel, links over ’t spoor aan de statie, kan men ons geen pas voor Holland afleveren tenzij per trein Antw.-Esschen-Rozendaal. Men raadt ons een pas te vragen op ‘t stadhuis te Turnhout. Naar Wiekev. vernachten.

    28. 3.30u. Na ontbijt op weg naar Roermond, met pakje kledingstukken voor onze kinderen. 8.15 u. Te Gierle, in “den bonten os” nemen we boterham met tas koffie. Met gespan van Leopold Verelst naar Turnhout. 10.45 u. Op ’t Stadhuis : de heer politiekommissaris, een zeer gedienstig en gezellig man – hij is de dwingelandij beu - vult voor ons een pasformulier in, dat door D. bedienden aangevuld wordt en voorzien van den stempel van den milit. Kreischef. – Afschrift :

    Signalement :

    Ouderdom : 51 jaar
    Gestalte : 1 m 700 mill.
    Hair : grijs zwart
    Voorhoofd : rond
    Wenkbrauw : blond
    Oogen : grijs
    Neus : gewoon
    Kin : rond
    Gezicht : rond
    Mond : gewoon
    Gelaatskleur : gezond
    Bijz. teekens : --
    Handteeken van den drager.
    J. De Belser
    Stad Turnhout

    De Burgemeester van Turnhout bevestigt dat de genaamde
    De Belser Jan, geboren te Schriek, den 2e Mei 1863,
    woonachtig is in de gemeente Berlaer.
    Dit bewijs dient tot vrijen doorgang, zich met of zonder
    goederen heen en weder te begeven naar Holland om zijne kinderen te halen.
    Te Turnhout, den 28-11-‘14
    Voor den Burgemeester,
    De Politie Kommissaris
    (get) Delimans

    Langs de achterzijde :
    Passiert nach Holland
    Kinder holen Fam. und zurück, gültig bis 12/12
    Turnhout 28/11 14 Der milit. Kreischef …..
    1,00 fr.



    Bl.37.

    In een schoone benedenzaal is ’t D. bureel ingericht : drie bedienden aan tafel : de 1e schikt de passen in orde, de 2e vraagt inlichtingen (zoo nodig) en tekent eenige aanduidingen langs de achterzijde op het pas, de 3e ontvangt het bedrag. In de zaal, zetels, telefoontoestel, dagbladen, wapens. Een officier(?) neemt inzage van dagbladen. -12 u. Vertrek naar statie Weelde-Merxplas; gezelschap van dienstbode van mej. De Broqueville. Aan de grens, nabij ’t station ter herberg van L. Van den Eynde, D. wachten. Nazicht van pas, aanteekening van korten inhoud. In station reiskaart naar Roermonde. Op vertoon diezelve aan een Nederl. treinwachter, doet deze ons opmerken, dat wij met deze kaart vandaag niet meer in Roermond kunnen geraken. Hij roept den stationchef, en verzoekt dezen ons een kaartje tot Tilburg af te leveren, en zegt ons : Te Tilburg neemt ge een billet voor ’s Hertogenbosch, en in deze laatste plaats een voor Roermond, waar ge 6 u. zult aankomen. We bedanken dezen voorbeeldigen beambte.
    ’s Hertogenbosch – sierlijk, welingericht statiegebouw. Prachtig plein met beplantingen en beeldhouwwerk voor ’t station. Schone woningen (nieuwe stad), paardentram, kanaal om de stad.
    Reizigers in dezen laatsten trein laken het leggen van mijnen in de Noordzee.
    7 u. Bij Mr. Hausmans met vreugde ontvangen. Kinderen uit St. Salvator geroepen, gelukkig samenzijn. Allen zien er goed uit en verklaren hoogst tevreden te zijn in hun verblijf. Madme. Hausmans toont zich tot in de geringste bijzonderheden om hun welzijn bekommerd.

    29. Zondag voormiddag bij Mr. Hausmans: Brief over den toestand te Schriek naar Vlissingen gezonden.- Namiddag in St. Salvator, waar brief uit O.L.V.Waver is toegekomen. Laatste bezoek aan den ZEH.Reighard – bedanking. Laatste nachtverblijf bij Mr. Olde, -afscheid.

    30. Afscheid van de familie Hausmans. – 7.50 u. Vertrek vergeijld voor Maria. In den trein Eindhoven –Oisterwijk zitten een 8tal 7-12 jar. leerlingen, die zich, met schrijf- en leerboeken ter schole begeven. Allen zonder uitzondering rooken sigaretten van welke zij de hoedanigheden en prijzen, als verstandige lui bespreken. Een half dozijn 18-20 jarige Walen uit Tilff of omstreken gaan zich te Vlissingen naar Engeland inschepen. –Bij vertoon van pas te Baerle-Nassau niet de minste moeilijkheden.
    Vertrek te Baerle (grens) 11 u. te Turnhout 13.30 u. –te Gierle 15 u. (Mitt. omwille van zeere voeten blijft hier bij Eerw. Zusters vernachten), te Lille 15.50 u – Herenthals 17.30 u. – Wiekevorst 19.50 u. Een hevige ZW wind met regenvlagen bemoeilijkt den gang.

    December 1. Te Itegem tentoonstelling van vreemde dieren. Tusschen Itegem en B. Heikant ontmoeten wij 4 koeien, 1 geit en 1 schaap. De woningen van Aloïs Van den Broeck en van de kinderen Fierens (Ketel) zijn fel beschadigd door het gedaver van de afgevuurde kanons die in de hoven van beide geburen zijn opgesteld geweest.

    2. Onze werkman Frans Bellekens gaat naar St-Kathel. Waver het graf opzoeken van zijn gesneuvelde zoon Ferdinand.

    3. Naar Schriek om ’t werk op ’t veld en aan huis te helpen regelen

    4. Mitt. uit Gierle over Wiek. aangekomen, heeft vernomen dat Jef Peeters, vrijwilliger, door een bal aan den arm is gekwetst, dat naar mededeeling in St.Salvator in eene wijk te Düsseldorf, van 300 huisvrouwen er 56 weduwe geworden zijn door den oorlog; van abbé Verbist, die zwaar gewond is, niets meer gehoord. -Frans Bellekens door de burgemeester en veldwachter verwittigd dat zijn zoon Ferd. te St. Kath. Waver gevallen is, heeft het graf van zijn zoon gevonden; hij wijst de ligging zeer nauwkeurig aan (op de kaart –planch. v. ’t Oorlogsdep. 1/20000). “Van de tramhalt “Quatre Verres” (Herberg “ Hier kaart men geernen”), de baan naar Mechelen toe volgen tot hier (punt gelegen op 1400 met. van “4 verres”, en dan 80 m. ver rechts het veld in.” Volgens ter plaatse ingewonnen inlichtingen is Ferdinand gevallen op 1 of 2 October, vermoedelijk door een stuk shrapnell getroffen. Men heeft het lijk in zittende houding aangetroffen, zonder oppervlakkig zichtbare wonden, tegen een strunk uit welken de zoons van den landbouwer die het veld bewint, stukken van zulk projectiel hebben uitgekapt. Het lijk dat eerst op den omgewerkten grond begraven was, is over 14 dag. door aangestelde mannen op eenen dam tegen den kant verplaatst. Het nummer van ransel, shako, livret en medalie bewijzen ten volle zijn identiteit. Fr. Bellekens zegt verder dat te dier plaatse schier alle hout doorboord en als afgemaaid is. Hij heeft er ook vernomen heeft dat van 300 Belg. die hier in ’t vuur hebben gestaan, er slechts enkelen zijn weergekeerd. In den omtrek liggen meerdere Belgen begraven, slechts 1 D. officier. De lijken der niet gegradeerde D. zouden zooveel mogelijk weggevoerd (per 4 bij elkander gebonden) worden ter verbranding naar Luik of Namen. De officieren zouden ’t voorrecht eener gewone begrafenis genieten.

    5. Wij besluiten eene kleine verzameling aan te leggen van oorlogsouvenirs : hulzen, scherven en stukken van granaten, alle door den vijand achtergelaten materiaal, enz.
    Vrouw Aug. Op de Beeck heeft vernomen dat hare zuster Antonetta, door de suikerziekte aangedaan, op vlucht in Engeland overleden is.

    6. Mar. en Mitt. gaan naar verwoesting van Kon.-Hoyckt en Lier zien, -wij naar Schriek werk regelen en dagloon voldoen. Wij ontmoeten op weg Frans Frans (Uilenboer) op zoek naar vermist vee. We voldoen voor ’t uitdoen van aardappelen aan Fr. Docx 89,70 fr, aan Louis Peeters

    Bl.38.

    voor ’t plaatsen van twee sloten 3,80fr.
    “De stad Lier, zeggen Mar. en Mitt., rijst stil aan uit hare puinen op : trottoirs worden blootgelegd, muren afgebroken of hersteld, enkele winkels geopend. Hier en daar een soldatengraf. Voor ’t monument van Tony Bergman (op ’t kruis : “Hier ruhet Res. Gust Batler für vaterland den heldentod gestorben 6-10-1914. 2/35.” Links en rondom dit monument meerdere graven met namen; in den hof van “Casino” ; “Hier ruhet ein Engländer”. Te Kon. Hoyckt aan de losplaats van den tram een D.
    Op weg naar Lier heeft Vinc. Vermaelen meegedeeld dat zijn vriend en huisgenoot, Toon Collijn uit ons dorp eerst is weggevlucht met een of twee anderen wanneer de van Beersel aanstormende D. reeds de prov.baan hadden bereikt. Dat Toon dan nog zoo roekeloos was, door een verrekijker, op de observatiepost op onzen kerktoren achtergelaten, die grijze massa beter te willen zien, maar op ’t zelfde oogenblik door een schot in ’t hoofd neerviel; - tegen het voetpad naar Heesten, nabij den steenweg naar Melcauwen, heel ondiep begraven, en enkele dagen na den val van Antwerpen door Vincent met een of twee helpers naar ’t kerkhof overgebracht.

    7. Buurvrouw Slwnj om regenwater gekomen, kon over “mannen van vroeg te huis” ook niet zwijgen. Zij vertelt aan Mar. : “Ik heb daar bij den schoenmaker hooren zeggen dat ge een verken gekocht hebt met Sbkv., ieder een half…- Dat moet iemand van hen toch gezegd hebben. Ik kon het niet gelooven, want ge weet wel …Den 1e nacht na onzen terugkeer heb ik daar geslapen, en op verschillende bedden een schoon roze, wollen sergie gezien. J. zegde : “’t Is al wel dat wij die nog hebben, we hadden er juist vier voor den oorlog gekocht bij …” –Maar deze heeft nooit sergies verkocht, en op de vlucht hadden ze die ook niet bij; anderen hebben die daar ook gezien. Nu rijdt … gedurig met graan naar den molen, en toen ik bij hem kwam op de vlucht, zegde hij : “Ik had nog een zaksken koren staan, maar ik heb het meegebracht om ’t vee in ’t leven te houden”. – En in ’t begin, toen ze te huis waren, deden ze niets dan nieuwe kleeren maken, … onderrokken en broeken van zulke schoone stof, rood gekleurd met wafelputtekens in, wel van 3,50 fr. den meter. Den 1e Zondag hadden ze ook schoone zwarte neusdoeken om, en ik hoor zeggen, dat ze er ook nog schoone witte hebben. Ik heb hem ook al verscheidene keeren naar den kleermaker zien gaan. Zijlie zeggen dat ze veel van de D. gekregen hebben : C… zegde zelfs, dat de D. haar te Lier wilden schoenen geven, maar dat ze niet durfde binnengaan, of die niet aannemen. –Als ik er eens binnenkwam, was men bezig aardappelen in de pan te bakken met smout (koolzaadolie). Ik vroeg waar dit te krijgen was. Men antwoordde : “Wij hadden er nog wat staan in een flesch, maar bij Suetens is er nog ‘nen kruik”. Toen Nintvl daar ging zien, stond die van Sbk. daar binnen alsof zij den winkel deed, maar ’s anderen daags was het smout daar ook weg!”

    8. 9 u. Een groep D. soldaten , 60 - 70 man, marcheeren naar Gangelberg toe en keeren na een halve uur terug. Om 10.30 u. Bij Frans Mariën - Goris (onder den afgebranden molen) naar het beschadigd huis gaan zien. Schuur en stal liggen teenenmaal in puin door granaten en gedaver; woonhuis met kamer en kelderkamer zijn vol scheuren en barsten, gansch dooreengeschokt, deels bouwvallig en slechts recht gebleven door den molenberg die den Z.gevel steunt tot halve hoogte. De zoon Louis, tot laatst gebleven met andere jongens, vertelt dat zij van op den molen, uit alle richtingen, maar vooral van Beerselberg zooveel D. zagen afkomen, dat er alles grijs van zag. De dichtst genaderden waren al in het Kerkeboschje, anderen van over den steenweg aan de hooge brug door de Kegelstraat naar den Gangelberg uit al dicht bij gekomen. De eersten die over den steenweg van Aerschot kwamen, keerden dicht aan ’t huis van Wwe. Augustijnen terug. Bij ’t naderen der D. namen zij ijlings de vlucht en gingen zich in de schuur van Jos. Augustijnen in het hooi verbergen, waar de D. Jos. Steyaerts ontdekten en medenamen naar Lier.
    12 u. Aankomst in Schriek. Klachten over de afwezigheid van den gemeenteontvanger. Registers, bruikbare papieren en eenige paperassen bij Jos. Van den Acker binnen gedragen.
    20 u. Bij terugkeer ongemeen hevigen lichtglans op duisteren horizont in de richting van Tervueren. Dag en nacht, zonder ophouden, rollen hier allerlei voertuigen voorbij; zware natie- en andere vrachtwagens, sommigen met 3 en 4 paarden bespannen, karren en lichte rijtuigen van allerlei vorm, ezels-, honds- en stootkarren met alle slag van koopwaren en voorwerpen geladen, vluchtelingen met pakkage, vreemde voetreizigers van allen ouderdom en stand. Onder ’t geleide van eenen baas komen 7 wagens, die te St. Truiden te huis behooren, elk met eene koppel paarden bespannen, en geladen met alle soort van koopwaren, o.a. met 5000 kg bloem uit Antwerpen huiswaarts, en een der voerlieden vraagt hier naar een afspanning om te vernachten. Men wijst hem het ‘Kruispunt’ aan, als ruim genoeg voor zooveel gevaarte.

    9. 8 u. Het kanon laat zich in het ZW. Hooren. Wij gaan brieven bestellen naar … War zullen die lieden nieuwsgierig zijn! In den voormiddag neemt het kanongebulder in hevigheid toe. -12 u. De ruiten ramelen bij wijlen in de ramen van den voorgevel onzer woning. Broeder Mathëus van Hamont brengt ons een bezoek. In gezelschap van den molenaar uit zijn dorp doet hij eene omreis in de provincie. Op onze vraag naar den toestand aan het front, zegt hij vernomen te hebben, dat het den D. volstrekt onmogelijk is aan de IJzer door te breken, en er zijne

    Bl.39.

    krachten te vergeefs uitput, dat er heel onlangs 6000 man krijgsgevangen zouden genomen zijn, en dat de Rus snel vordert. Mitt. die voornemens is naar Roermond terug te keeren, besluit en maakt zich onmiddellijk gereed om met de bezoekers per velo over Wiekevorst en Geel tot Hamont te gaan, en voorts van Budel naar Roermond per trein te reizen. Broeder Mathëus belooft haar over de grens te brengen. Jos. Van Houtvinck stelt ons van den strijd op zijn veld aan den afgebranden molen achtergelaten voorwerpen ter hand : stuk granaat, rieten mandje, enz.
    J.B. Bellekens keert van Heyst weer met een pas, hem door den commandant aldaar afgeleverd, ten einde hem toe te laten de Nederl. grens te overschrijden om moeder en zuster met gezin naar Vlissingen te halen. Men heeft hem gezegd dat hij slechts over Antw.-Rosendael, of over Turnhout in Nederland binnen mag.
    Afschrift van vermeld pas :

    13.30 u. Kinderen hebben 23 D. lansiers geteld die over den steenweg van Beersel-Dries naar Itegem reden. We vernemen verder dat vandaag in Beersel, Heyst en Hallaer zeer vele manschappen van verschillende wapens aangekomen zijn en bij de burgers ingekwartierd worden. Dat te Heyst D. kanons toegekomen zijn. Jan B. Bellekens heeft vandaag een trein zien passeeren met gesloten wagons, waarop langs elke zijde biljetten met dezelfde D. woorden. Het publiek veronderstelde dat het lijken zijn.
    Volgens aangeplakt bericht zal morgen voormiddag om 10 u. op de dorpsplaats eene tentoonstelling van vreemd vee plaats hebben; eene 2e tentoonstelling op 17 Dec., zelfde uur.

    10. Het kanongebulder en de krijgsbeweging van gisteren verspreiden weer onrust. Bevestigd wordt, dat uit de richting van Mechelen zeer veel soldaten met geschut door Heyst Owaarts zijn getrokken. 10 u. Twee zware Hagelandsche karren (met rechte berriën en hooge sponden) rijden naar Aerschot toe. Langs voor op den schoot der 1e zit naast, en met den voerman in gesprek, een pater of broeder in zwart kostuum, een witte lap boven op de borst, met den hoed in de hand zijn hoofd tegen den tamelijk hevigen wind beschuttend. In tegenovergestelde richting passeert een ander eigenaardig rijtuig. Het gevlekte paard is ingespannen met volledig getuig zooals wij meermaals in praalstoeten zagen, -waarvan alle stukken met geel koperen blinkende nagelen zijn beslagen even als de randen van de schoven en sponden des rijtuigs. -10.30 u. Vijf zware natiewagens komen van Antwerpen. Zij zijn met een koppel kloeke paarden bespannen. Tusschen de met ruwe planken aan zware rechtstaande kepers gevormde sponden, liggen de waren hoog opgestapeld en zijn overdekt met geteerde zeilen. Allerlei vreemdelingen, heeren, werklieden, schoeiers, -de meesten met afgemat uitzicht –slenteren langs de baan.
    13 u. We begeven ons naar Schriek. Nabij de hooge brug in de Heikens, vertelt ons J. De Preter: “130 Duitschers hebben den nacht in en rond de dorpskom van Beersel doorgebracht, heden voormiddag zijn hier 4 groepen lansiers, ieder van ongeveer 150 man over den steenweg naar Heyst getrokken; zij zegden naar Turnhout te moeten. Het kanongebulder gisteren heeft naar het zeggen van een reiziger plaats gehad op de forten rond Liezele en Puers.” Bij ’t overstappen der tramlijn zien we den aarden weg teenemaal vertrappeld door paarden. Een persoon op ’t naaste veld zegt dat er over dezen weg heden voormiddag omtrent 300 ruiters voorbijkwamen op weg naar Turnhout, het zagen er allen jonge mannen uit.” –“In Schriek zegt ons Frans Wuyts, zijn verleden nacht ruim 200 jonge ruiters gelogeerd geweest, en vandaag voortgetrokken naar Heyst, en … Op Maandag 28 September verschenen hier te Schriek zooveel D. met zware kanons, dat het niet te gelooven is. Op enkele minuten was heel de “Schrieksche den” (vlakte tusschen de Schriekstr., de Breedestr. en de Heystsche beek) bezet, waren 4 of 5 verschansingen opgeworpen, en al de kanonnen opgesteld. Wij hier in de geburen en de bewoners der naburige huizen werden verzocht de plaats te verlaten, en ons naar Tremeloo, Bael of Owaarts te begeven. Aan hen die vroegen of voorstelden zich in den kelder te verbergen, werd geantwoord : “…niet doen…schieten door kelder…” Geen voet grond ligt op den “Schrieksche den” die niet door D. is betrapt geworden. Slechts ¼ daags, zegt Frans, ben ik weg geweest, -met schrik gezeten wel eenige dagen. Aan de menschen hier werd geen last aangedaan, tenzij dat de opgeeischte haver met bons betaald werd. –Uw broeder Victor kwam verleden zondag hier ook nog uit ’t bosch gekropen, blootshoofds en bevende van angst, met de vraag : “Waar zijn ze ?” en gevolgd door zijn vrouw.”

    11. Het huiswaarts trekken van vreemdelingen en gespan blijft voortduren. Vreemdsoortig

    Bl.40.

    gerij passeert. Bij elkander, een laag karken zonder ressorts, met hooge sponden door een pony getrokken, muilezel in een versleten lang rijtuig op ressorts, -daar langs achter een hondenkar aan vastgehecht, waarop respectievelijk 3 pers., 5 pers. met pakken, -1 persoon, allen kaal en armmoedig aangekleed. Verder veel handelaarsgespannen, o.a. “Jos. Daems-Vermaesen, koloniale waren, Diest, enz. enz.

    12. 10 u. Een 15 tal D. ruiters rijden naar Lier. Vijf ledige natiewagens keeren weer.
    13 u. Naar Lier. Men is bezig de muren der uitgebrande woning van Fr. Busschots (op den hoek der prov.baan en der Smidstraat) neer te halen. Door druk verkeer is de veloweg op vele plaatsen onbegaanbaar. In K.Hoyckt is men hier en daar de beschadigde huizen aan ’t herstellen. De kerk is erg gehavend: muren zijn op verscheidene plaatsen doorboord, het plafond hangt aan stukken, wat niet verbrijzeld werd, is dooreen geschokt. Onder de best bevrijd gebleven woningen zijn die van Mr. Torfs, gewezen burgemeester, de “Smisberg, hr. Van Dyck, café “ Flora”. Tusschen K.Hoyckt en Lier zijn meerdere telefoonpalen en boomen stuk geslagen door bommen; in eenige boomen heeft men ingedrongen stukken van granaten uitgebijteld of gezaagd. Bij het sombere winterweder heeft de streek tusschen het Lammeken en de pachterij Thijs –vooral de linie tusschen de forten Lier en Tallaert -een allertreurigst uitzicht. Het graf tegenover den ZO hoek van den tuin van “De Koning van Spanje” is opgepoetst en van een kruis met opschrift voorzien.
    De verwoesting der stad Lier blijkt grooter te zijn dan wij wel meenden na ons eerste bezoek. Van het deel der Berlarij tusschen drog.-apoth. Van de Auwermeulen en de St Gom.kerk zijn slechts 3 of 4 huizen rechtgebleven, het overige is in de vlam opgegaan; weinig beter is het met het oostelijk deel der Berlarij. Kerk en toren van St. Gommaar erg beschadigd, -de St.-Pieterskapel afgebrand. Van aan de brug (rechts in herstelling) ziet men langs den Okant der Groote Merkt niets dan puin tot achter het stadhuis. Al wat nog recht staat draagt sporen van vuurwapens. De brug aan de Mechelpoort is opgeblazen en tramrijtuigen hangen van de overbleven fondamenten in het water der vest. Een voorloopige houten brug, ongeveer 20 m. Wwaarts, door doorgegraven spoor op de helling der vest te bereiken, verbindt de 2 oevers; allerlastigste verkeerweg voor gespan. Op den steenweg van Linth zijn de meeste boerensteden afgebrand. Een spoorweg is door veld en tuin tot vervoer van krijgsbehoeften aangelegd. Wij zien hier verschillende graven door eenvoudige kruisjes of door stokken waarop een shako aangewezen. Mme. Hermans, bij wie onze werkman J.B. Bellekens in dienst en gevlucht is geweest, verwacht heden avond dezen laatste met onze nabestaanden uit Vlissingen. Men zegt ons dat in Lier 500 à 600 huizen in puin liggen.
    Kinderen hebben meegedeeld dat vandaag verschillende treinen, onder welke één met twee locomotieven, kanons, kanonwagens, allerlei tuig en toestellen in de richting van Aerschot vervoerden.

    13. Met het oog op den vermoedelijken hongersnood, besluit het St.-Vinc. Genootschap, ten bate der schamele behoeftigen, eene inzameling te doen van geld en aardappelen de heele parochie door. De E.H. Onderpastoor tracht eene commissie samen te stellen tot schatting en opname der oorlogsschade. Hij geeft afschrift van formulieren door de Boerenbond te Leuven gebruikt, afzonderlijke formulieren voor : schade aan gebouwen, aan have en meubelen, landbouwschade. Gedrukte form. zijn te krijgen bij den hr Prov. Bouwmeester te Lier. Deze commissie bestaat uit 7 leden: Liekens Frans, metser, Med. Nagels en Edm.Wuyts, schrijnwerkers-timmerlieden, Louis Nagels en Jos. Van Echelpoel, winkeliers, Karel Gepts, landbouwer, J. De Belser schrijver der comm. ’t Is wenschelijk dat die schatting nu gebeure in ’t vooruitzicht dat later door den Staat eene vergoeding mocht toegekend worden. Tot gemak zal de E.H.Ond. aanbevelen dat iedere schadelijder den aard en het bedrag zijner schade op een briefje aanteekene en dit aan een lid der commissie overhandige, die dan het vermoedelijke bedrag der schade zal bepalen.

    14. De bevoegde leden der commissie (metser en schrijnw.) gaan de schade aan de half in puin geslagen woning van Jos. Van den Vonder opnemen.
    Kinderen hebben gezien dat een lange trein met 9 locomotieven naar Aerschot stoomde, en een andere “vol soldaten” naar Antwerpen reed. Verleden nacht zijn ook verscheidene treinen voorbijgerold.
    Jan B. Bellekens, pas weergekeerd uit Holland, verhaalt :
    Verleden Donderdag ben ik om 7 u. langs den Boschhoek van Oude-God met den electrieken tram naar Antwerpen vertrokken. Daar de gemeenschap per spoorweg met Esschen geschorst was, ben ik te voet over Merxem naar Putte gegaan en bij ’t vallen van den avond in Holland geraakt. Ik heb vernacht in ’t bed dat een Nederlandsche soldaat mij afstond. ’s Anderen daags ben ik bij Louis Borremans te Hoogerheide aangekomen die beloofde moeder met familie te Woensdrecht af te halen. Van dit station af ben ik in gezelschap geweest met eenige Brusselaars, die over Vlissingen naar Engeland gingen. Tegen den avond was ik in Vlissingen en heb de familie daar gevonden. Allen waren blij en tevreden te kunnen naar huis gaan. Zij maakten zich seffens gereed om met den trein van 9 u. den volgenden dag te vertrekken. Theofiel moest nog ter plaatse blijven. Zaterdag morgen kreeg uwe zuster een brief uit Roermond. Mitt. was ginder goed aangekomen en beschreef in haar brief den toestand juist lijk hij is. Bij aankomst te Woensdrecht

    Bl.41.

    en onder het voortstappen naar Hoogerheide liet zich het kanon hooren op een der forten rond Antwerpen. Bij dat gerommel en bij ’t zicht van zoveel heen- en weer reizende lieden, greep de angst Euphr. zoodanig aan, dat ze van haar voornemen afzag en besloot in Holland te blijven. Ondanks mijn aandringen wilde zij niet verder, moeder wel, … maar … Zij huurde in de buurt van Louis Borremans 2 bemeubelde kamers. Deze laatste zal nog niet spoedig terugkomen. Het vervoer van reizigers brengt hem 60 fr. per week op. Ik heb op de reis ook den gemeentesecretaris van Elewijt ontmoet. De doktor was hem komen afraden naar België terug te keeren. Onze veldwachter (een Elewijtenaar) dien ik bij toeval tegenkwam, zegde mij, dat de secretaris zoo het schijnt, de verblijfplaatsen der D. aan de Belg. soldaten zou aangewezen hebben, waaruit … De grenzen zijn dicht bezet, maar men vraagt weinig naar het pas”.

    15. Naar Schriek met J.B. Bellekens. Smid Adolf Gijsemans, dien we aan het kapelleken (tijdens regenvlaag) tegen de oude Booisschotsche baan op de Achterheide ontmoeten, vertelt ons: “ Ik ben te huis, minstens altijd rond ons huis gebleven. Verschillende keeren zijn D. mij om eten komen lastig vallen, ik hield mij daarom zooveel mogelijk aan den eenen kant. Maar ze schoten verkens, hennen en kiekens, zelfs honden. Ge hadt toch eens moeten zien. Overal lag afval van beesten, soms ne verkenskop met pooten en afgevilde huid aan elkander; op alle straten en wegen lag wat. 5 Dagen lang heeft dat hier door de baan getrokken, meest van den Schriekschen steenweg naar ’t Masheiken uit. Duizenden en duizenden en nogmaals duizenden, allemaal jonge gasten, die wat van kant konden zetten.
    Uit de geplunderde woning van broeder Victor 3 pakken “stukken van gemeente- en weldadigheidsontvangerij, persoonlijke briefwisseling en hypoth.kas zaken” naar zijn schoonvader Jos V.d.Acker ter bewaring gedragen.
    In Schriek hebben de D. bij huiszoeking op verschillende plaatsen gestolen goed ontdekt en enkelen in hechtenis meegevoerd, maar ook in de woning van hr. Vermylen, bij herkenning van versche metselwerk den wijnkelder ontdekt en geledigd. In de woning van zuster Euphr. halen wij tal van voorwerpen boven uit den regenput, meest alles verstikt.
    Const. Van den Eynde, naaste gebuur, verhaalt: “Verrast met te lang te blijven, kon ik niet meer vluchten. De D. vroegen mij naar boter en ander eten, maar zij hebben mij niets misdaan. Ik kreeg twee oversten te logeeren. Al de gebleven mannen in de buurt zijn meegenomen tot in ’t dorp of een ander plaats, ten minste voor een uur, maar ik niet. De Belg. soldaten waren veel lastiger. Men zegt dat op 4 - 5 dagen tijd van 30 tot 40 duizend man door Schriek getrokken zijn, en dat met een macht van voertuigen, kanons, keukenwagens, voorraadswagens, automobielen, voeder voor de paarden, ongelooflijk veel gerij. Door den Heystschen Hoek naar huis.
    22 u. Leop. Winkelmans deelt ons mee (vernomen te hebben) dat de eerste proefnemingen op de forten van Lier en Kessel (door de Engelschen) bewezen, dat fout aan de slechte hoedanigheid der munitie, de kanons in stede van tot Itegem, waar de vijand lag, slechts tot op de Hertstraat droegen (door Eng. vlieg. vastgesteld); dat andere schietvoorraad uit de binnenforten moest aangevoerd worden (veel kruit scheen als met zand vermengd); dat Belg. manschappen te Aerschot van hunne oversten op den vijand – reeds binnen bereik van ’t schot – niet mochten vuren, maar als ter slachting geleid werden. (Deze laatste bewering schijnt ons gansch in strijd met wat geloovenswaardige personen vertellen. De slechte hoedanigheid der munitie : hebben wij daarvan geen bewijs aan een project. van … cm. (door kinderen meegebracht) gevuld met stukken hout?)

    16. Een 60 tal lieden, waaronder kinderen van 12 - 13 jaar, o.a. Alf. Mariën en Ed. Verstraeten, zijn onder de leiding van een D. burger de loopgrachten in den omtrek aan ’t dempen. Op onze parochie werden “tranchées” gegraven in veld (of tuin) van Jos. Van Houtvinck, Jos. Heylen, Alf. Docx, Kar. Docx, Louis Wellens, Kar. Celen, Louis Bogaerts, Aug. Salvo, Louis Tielemans, Wwe. De Cuyper, Kar. Lens, Jos. Van Mensel, Wwe.Peeters, kind. Nagels, Kar. Nagels, Jos. Op de Beeck (Beullens), Jos. Van den Vonder, Kar. Heylen, Fr. Nauwelaerts, Jos. Gijsemans, Alf. Storms, Jan Berckx, Wwe. Smets, Jos. Winkelmans, Fr. Van Elst, Aug. Ceulemans-Van Dijck, Med. Aerts, E.H.P., Frans Bellekens en enkele anderen. Men betaalt voor dat werk 25 cent. per uur.
    Militairen te paard en in auto passeeren in iedere richting. Treinen waarop mitrailleuzen, rolden naar Antwerpen.
    Louis Vetters is met één dag hechtenis gestraft om den datum op zijn pas te hebben vervalscht. Aug. Ceulemans-Hendrickx en Kar. Docx, die ons de opname hunner oorlogsschade brengen, deelen ons ‘t een en ’t ander mee: de neef van 2e genoemde, Docx Aloïs van Werft, ziekelijk op de vlucht gegaan , is tijdens de beschieting van Antwerpen te Bouchout gestorven en zijn lijk is aldaar ongekist op het kerkhof begraven samen met dit van een gesneuvelde Belg. officier. Frans Augustijnen uit Hemelshoek is eveneens op de vlucht gestorven. Verschillende welstellende landbouwers o.a. W.Nmtv zouden vreemd vee verborgen houden, ondanks bevel en bedreiging der plaatselijke overheid het vreemd vee ten toon te stellen. 2e genoemde zou een koei weergevonden hebben bij den gemeenteontvanger te T… Heel onlangs werden tusschen Gangelb. en P. enkele rond

    wordt vervolgd



    27-05-2020, 00:00 geschreven door Renic
    Reacties (0)
    26-05-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ons Oorlogsdagboek 1914-1919 (6)

    BV2

    Ons Oorlogsdagboek 1914-1919

    door Jan De Belser

    deel 6

    Bl.42.

    dwalende runders aangetroffen, die zonder twijfel door bevreesd geworden achterhouders ’s nachts waren losgelaten. Op verzoek der D. autoriteit zou het gemeentebestuur van Kon. Hoyckt de lijst moeten opmaken van de jongelingen van 16 à 20 jarigen ouderdom.

    17. 8.30 u. Verscheidene ploegen werkvolk, ieder 25 man sterk, gaan voort met het dempen der loopgraven. -12.30 u. Naar Schriek met J.B.Bellekens tot opzoeken van weggeborgen verkensvleesch. Onderwege hooren we aanhoudend in ’t Z.W. verre kanongerommel, enkele malen luide, zware slagen. Over den steenweg aan de Hooge Brug in de Heikens, rijden een dozijn D. ruiters onder grijzen mantel en den pinhelm met overtrek, van dezelfde kleur, bedekt in de richting van Putte.
    In de velden tegen de Schriekstraat ontmoeten wij Jan Verbist, die ook gaarne zijne vlucht en terugkomst verhaalt, en dit zoals volgt: “ Wij zijn gebleven tot dat de D. in groot getal aankwamen, dan zijn wij met eenige huishoudens bij elkander gevlucht van dorp tot dorp… tot Eekeren-Capellen, altijd bij de laatste vluchtelingen, dikwijls zoo dicht door den vijand gevolgd geweest dat de bommen voor en naast ons krakend uiteensprongen, gelukkig zonder iemand te treffen. Daardoor vonden we overal ledige huizen, want waar wij aankwamen, waren de bewoners al weg. Te Capellen zaten wij al volop in de D., er werd daar niet veel meer geschoten. We hoorden met den eene zeggen dat de menschen mochten teruggaan. Wij deden dat, en trokken zonder van de D. gehinderd te worden, tot Berlaer in de Smidstraat aan den ijzeren weg. Daar stond een heel lange trein, ver links en rechts van den steenweg. Daar werden wij, mannen, op ’t hof van de hoeve die tegen den spoorweg ligt, twee aan twee vooruit- en binnengeleid. Men vroeg onzen ouderdom. De ouden moesten in een kot binnen en de jongen naar den trein, die een weinig later naar Heyst vertrok. Toen werden wij gelost, maar zonder onze jongens. Dat was een droeve reis naar huis! Dat gebeurde de 11e October. ’s Anderendaags kwamen onze jongens te huis aan: ze waren te Leuven losgelaten. Wij sprongen, gelijk zij, van blijdschap omhoog”.
    14 u. Nadat wij alle groentebedden in den hof doorpeild hebben, komt gebuur Fr. Docx ons zeggen, dat hij denkt dat er voorwerpen in het kweekhok der hoenders verborgen zitten. Wij tasten er weldra op een vast voorwerp dat zich in cirkelvorm laat afteekenen : een vat met stoffen goed bedekt. De aarde met de spade weggenomen, komt een vat te voorschijn met 5 of 6 balen overdekt, te voorschijn. Daarin liggen 7 of 8 stukken spek en 2 hespen in, het al afzonderlijk omwonden, frisch van uitzicht maar zeer garstig van geur en te week en malsch bij aanvoelen. Andere voorwerpen worden niet meer ontdekt. Vrouw Rkadvj. deelt ons mee dat heel de winkel door geburen is ledig geplunderd.
    Geburen helpen de dringendst werk, (graan zaaien, en uitslaan van 2 mijten) regelen; een hunner Fr. Van Hoof raadt ons aan de aardappelen, het graan en ’t stroo te verkoopen, daar Aug. en Isid. toch van zich niets meer laten hooren.

    18. Een zoon van Fr. Augustijnen brengt ons brieven van het front voor Louis Meylemans, Heyst-Goor, wiens zoons op 1 Dec. in Ficamp verbleven. –Voor Frans Peeters, Pijpelstr. Boisschot-statie en voor zekeren Van Thienen, met een brief van Euphr. gedagt 14-12-’14 uit Hoogerheide, ons berichtend dat zij om het beterkoop leven naar Vlissingen verlangt weer te keeren met moeder en kinderen. Thans verblijft zij bij heer J.De Vreng-Van Oevelen, Putschen steenweg, Ossendrecht.
    16.30 u. De EH.Onderp. van Autryve (bij Bossuyt, West Vl.) komt zich aanbieden om den nacht bij ons te mogen overbrengen (gezonden door onzen EH.Pastoor, die zelf over geene voldoende plaats beschikt. Als vluchteling heeft hij 3 weken in de abdij van Tongerloo verbleven. Naar mededeeling van den veldwachter en van andere bespieders zouden in den nacht treinen met veel en zware kanons uit Lier naar Aerschot hier gepasseerd zijn.
    Over de verwoesting in onze kerk sprekend, zegt de veldwachter, dat hij uit het opengebroken coffre-fort achter het altaar eene remonstrantie en twee ciboriën, waarvan de eene heilige hosies bevatte – geene heilige speciën lagen uitgestrooid, ofschoon de koster zulks meende en hem zelfs vroeg of er geene heil.host. op den grond of buiten lagen, - heeft overgedragen naar het suissevertrek, van waar hij ze op raad van Vincent Vermaelen, tot meer veiligheid in eene kas in zijn kamer heeft opgesloten, en bij welke hij nog meer veiligheid zijne nachtrust heeft genomen op een van zijne gewone slaapstede (bovenkamer) beneden gehaalde matras. Ofschoon de stoeltjeszetter eenige dagen vroeger te huis was, had deze – wellicht uit schrik of uit eerbied, die heilige voorwerpen onaangeroerd gelaten.

    19. Wij gaan de frontbrieven bestellen. Meylemans is blij naar zijn schoonbroed. nieuws van dezes zonen te kunnen overdragen. Naar Van de Weyer (zager) gezonden door Louis Meys tot aankoop van groote koperen hulzen (0,60 m. h. en .. diam) voor onze verzameling. Hevig kanongebulder den heelen dag door. EH.Ond. van Autryve naar Antwerpen vertrokken.
    Omtrent alle boeren vermissen nog vee, maar zoo ’t schijnt behouden eenigen vreemd vee in de plaats. In Putte zal eene 2e tentoonstelling plaats hebben. De niet erkende dieren zullen onmiddellijk daarop verkocht worden. Tot koopen zijn alleen toegelaten lieden van Putte die vee vermissen. Wordt een verkocht dier door zijn wezenlijken eigenaar erkend, dan heeft hij recht het dier weer te eischen, mits eene bij deze verkooping te bepalen schadeloosstelling aan den kooper te betalen. Van af 1 Februari 1915 vervalt het recht van wedereischen.

    Bl.43.

    20. In de hoogmis zwaar sermoen door den E.H.Pastoor over de onrechtvaardigheid, inzonderheid over ’t ontvreemden van vee en kleederen. Verleden Zondag deed de EHP. verzoek de geboorte der kinderen na den 31 Juli en buiten de parochie, te komen opgeven, ten einde de doop- en burgerlijkestand registers in regel te brengen. Naar Leon. Aerts om over den verkoop van aardappelen te spreken.
    Louis Vekemans uit de Steenstraat deelt ons mee, dat de broeder van Louis Gijsemans (Steenstr.) die te Beerzel Koeisteert woont, op Woensdag 29 October, tijdens de beschieting van Lier, als spion door de D. aangehouden, over den Heikant werd geleid. Hij zag den molen branden, de pastorij vlammen, en in de smis de D. soldaten als duivels aan ’t hameren.
    Men zegt dat de tramdienst vanaf morgen weer zal ingericht zijn, en koopwaren zullen kunnen verzonden worden.

    21. Kinderen vertellen onder elkander dat gisteren avond in de richting van Antwerpen een vlieger is te zien geweest, dat over den ijzeren weg een heele wagen burgers naar Leuven gevoerd; zij hebben horen vertellen dat het jongelingen zijn, die naar het “Engelsch” leger wilden gaan, maar gevangen genomen werden en nu naar Duitschland gezonden om te werken, dat ze in den namiddag op een trein naar Antwerpen vier of vijf vliegtuigen zagen liggen.
    Edm. Wuyts gaat morgen naar Tilburg of Boxtel zijn schoonbroeder Jos. opzoeken; hij zal een briefje meenemen voor onze kinderen.
    Het bedrag der schade aan de woning van Jos. Van den Vonder is als volgt geschat:
    1. Timmerwerk aan herstelling van ’t dak (hout 42 fr. + dagloon 25 fr.) = 67 fr.
    2. Timmerwerk aan herstelling der zolderkamer (hout 3 fr.+ dagloon 2 fr.) = 5 fr.
    3. Dakpannen ( 2160 stuks aan 10 fr. het duizend) = 216 fr.
    4. Steen voor den gevel ( 5000 stuks aan 25 fr. het duizend) = 125 fr.
    5. Timmerwerk aan zolder der keuken (hout 30 fr. + dagloon 15 fr.) = 45 fr.
    6. Glas voor de ramen = 5 fr.
    7. Herstelling van ’t geschilderd plafond (110 m² aan 2 fr. den m².) = 220 fr.
        683 fr.

    22. 6 u. Naar Schriek om werk te regelen en in’t oog te houden. Bij Frans Van Hoof binnen gegaan. Dezes zoon Amandus brengt ons de tijding dat men in de schuur ( van moeders) is binnengebroken, en er 8 van de 9 (rijst) balen graan heeft gestolen. Het vandaag nog uit te slaan graan zullen we dezen avond naar ons laten overhalen. We vernemen er, dat deze laatste nachten te Keerbergen uit één stal 3, en uit een andere, 2 koeien zouden gestolen zijn. 13.30 u. Alf. Smets heeft heden voormiddag op ’t veld tegen onzen hof enige eiken strunken afgezaagd en in rollen gelegd om die met gespan naar huis te voeren; op den middag heeft een ongenoodigde gast Scgfr. die bekoorlijke rollen helpen wegruimen; getuigen daarvan verschillende geburen onder anderen Sklbj. en vrouw. Bij gebuur Sbkv. hoorden wij den heelen dag door hout klieven; bij Saa. de zaag al vroeg snorren. Overal wordt den oorlog verklaard aan strunken en boomen. Men zegt dat deze laatste nachten verkens gestolen werden bij Louis Vleminckx, nabij de hooge brug aan de Heikens, bij Bern. Thijs in de Smidstraat en nog op andere plaatsen, 7 zakken aardappelen uit den kelder in ’t bakhuis van Jos. Heylen (Leemputten), enz. Bij de verwoesting en de schade door den vijand veroorzaakt, komt nu nog een zwaardere plaag : rooven en plunderen, politie bestaat er niet meer, of staat machteloos.
    Bij terugkeer door de Munksbosschen loopen we uit op rottend hooi, bosjes gekiemde haver, half verteerden paardendrek - wel 4-5 karrevrachten goeden mest uitmakend, een bewijs dat hier niet alleen vele voetgangers, maar ook ruiters achter houtgewas en onder dicht gebladert zijn gelegerd geweest. Het laatste overblijfsel der vroegere uitgestrekte “ Monniksbosschen” is dus ook met een bezoek der toekomstige wereldbeheerschers (?!?) vereerd geworden. -17 u. Frans Docx met 1000 kg rogge van Schriek aangekomen, zegt dat men onder stroo verborgen nog 2 balen heeft ontdekt, zoodat er maar ongeveer 400 kg rogge zouden ontvreemd zijn.

    23. Nog immer kanongedonder, reeds een volle week dat het zich , dag en nacht in het W. laat hooren.
    “De Provincieraad van Antwerpen zou in zitting van 19e dezer een oorlogsschatting van veertig millioen per maand gestemd hebben. De Keizerl. gouvr had 50 mill. gevraagd om de provincie vrijwaren tegen alle opeischingen en korveën van den overweldiger.” (Burgem. van Schriek, Prov.raadsl.)
    Eindelijk krijgen we op den Heikant toch een dagblad onder ’t oog – iets waar we al lang en vurig naar getracht hebben : “ De Gazet Van Antwerpen” Deze geeft ons in haar nr. van 21/12/’14, 2e bladz. 2e kol. Bevestiging van de hierboven vermelde “oorlogsschatting”.

    24. Het kanon dondert wederom geweldig.
    Jos. Lambrechts (zoon van Jos. en Col. Verwimp) uit onze buurt, zou, erg gekwetst aan den rug in een gasthuis in Engeland verzorgd worden.
    Uit “De Gaz. v.Antw.” nr van 21/12 : a) Het D. agentsch. Wolff deelt mee : “De gouvr.gener. gaf de verzekering dat bij stipte betaling der afzonderlijke termijnen (oorlogsschade), de opvorderingen in

    Bl.44.

    gereed geld betaald zouden worden.” (De Belgen zullen dus bij gedwongen levering met hun eigen centen betaald worden?) – b) Spoorwegverkeer uit Antwerpen : naar Luik over Aerschot en Leuven om 8.16 u. – naar Esschen om 9 u. : uit Esschen om 2.21 u. en 5.51 u. Naar Leuven en Brussel over Mechelen om 10.28 u. en 19.28 u. – Antw. is met een 50 tal plaatsen verbonden. Er worden slechts enkele reiskaarten afgeleverd.
    Het nr. van 23/12 der “Gazet van Antwerpen” 3e kol. geeft eene beschrijving van den puinhoop Diksmuide.

    25. Kerstmis blijde feestdag in droeve omstandigheden. 8 leden van ’t St.Vinc. genootsch. van Berlaer, brengen ons een kort bezoek. Heer Emiel De Weerdt, natiebaas, zegt dat de D. ontzaglijke hoeveelheden koopwaren, -en uit de forten W.waarts van Antwerpen, schietvoorraad en oorlogsmaterieel, wegvoeren. Indien ’t weder gunstig is, gaan we morgen de geteisterde streek Nethe-Dijle bezichtigen.

    26. We begeven ons in gezelschap van Jan Bapt. Bellekens op weg. Tusschen ‘t dorp van Kon. Hoyckt en “Het Sterreken” geen verwoesting, geen sporen van strijd, tenzij wat stukken van telegraaf- of telefoondraad aan de boomen. Van aan “Het Sterreken” loopgraven gedempt in schier alle stukken land. Binnen het gebied der S.M. liggen alle houtgewassen en gebouwen tegen den grond. De beboschte streek van weleer is in een kale vlakte veranderd, over welke men de kerk met dorpskom der parochie Mijlstraat van alles ontbloot, ziet liggen. Tegen de steenweg (’t Sterreken-Duffel) tusschen het groot fort en dit van Tallaert (S.M.) liggen naar onze schatting een 20tal woningen in puin, eenige anderen in de nabijheid zijn zwaar, andere licht beschadigd. Even voorbij de grote inrijpoort van het groote fort, op een 20tal met. rechts van den steenweg is in het veld door ontploffing eener bom, een reeds half gedempt gat in den grond geslagen dat meer dan 10 met. middellijn, en naar de hoeveelheid en de kleur der uitgeworpen aarde te oordeelen, eene tamelijke diepte moet gehad hebben.
    Van nabij den Kruissteenweg Mijlstraat (dorp) naar Kath. Waver tot aan de eerste woningen van Duffel dorp zijn de huizen niet erg beschadigd. Op korten afstand echter verandert de toestand : rechts ligt de windmolen met aanpalende woningen in puin; links tegen de brug zijn de woningen uit- of afgebrand. Over de brug is de verwoesting langs beide zijden volledig. Enkele huizen zijn weinig beschadigd tusschen de brug en ’t plein, ter uitzondering van de pastorij, wat achterwaarts gelegen, en ’t café “de Tramstatie”, zijn afgebrand. ’t Standbeeld van Kiliaan, te midden van het plein, heeft het hoofd verloren. In de Statiestraat enkele huizen afgebrand, de meeste verwoest of fel beschadigd. De steenbakkerij links tegen de statie erg gesteld, het statiegebouw en afhankelijkheden bouwvallig. Over ’t spoor, steenweg links naar Waelhem : het voorste deel der (papier)fabriek is afgebrand, het W.deel ligt af; de nikkelfabriek meer verwoest door zware projectielen dan door brand. Op den afstand van de lengte dezer twee fabrieken tellen wij aan weerskanten en dit tot op geringen afstand van den steenweg meer dan 100 kuilen door ontploffing van bommen in den grond geslagen. Van hier bemerken wij ook dat het oude kasteel op den Nethedijk ten Z. van Duffel dorp door het vuur is vernield. Rechts ligt eene hoeve in asch. Op den hoek van het veld rechts tegen den spoorweg staat een kruisje van houten latten met het opschrift : “Hier ruht ein Belgien Krieger”. Wij groeten u, dappere held! De “Kapel van Lazernij” staat nog recht. De gebouwen der Waterleiding, tegen de groote baan Antw.-Mech., liggen deels in puin, maar de natuurkrachten zijn er toch in werking. De weide tegenover de “Waterworks” is vol kuilen. Aan de brug te Waelhem is alles afgebrand of in gruis geschoten, de brug schijnt half weggeslagen; tegen het overgebleven deel is een voorloopige houten brug aangelegd. Al de voerlieden moeten hier aan de D. wachten hun paspoort toonen. In het dorp zijn de meeste huizen afgebrand of in puin geschoten, de overigen zeer beschadigd. Wat geweldig uitwerksel sommige bommen hebben. Tusschen het dorp en het fort zijn riggels van het buurtspoor met de dwarshouten aan omhoog gewrongen en vormen als een gebogen brug van 20 m. lengte. Eenige passen verder is een projectiel tusschen de riggels neergekomen, en heeft dezelve overgeslagen zoodanig dat een eind rails omgekruld is in vorm van spiraal van 3-4 m. middellijn, en een ander stuk in vorm der letter U.
    Op den linker grachtkant der baan, W.waarts tegen den ingang des forts ligt een aarden heuveltje, waarop te midden van sierplanten en kronen, een planken kruisje met het opschrift: “ Es gestarben den Heldentod für das Vaterland …….”(volgen vier namen). Daaronder “Ruht auss”. Drij, vier met. verder een 2e terpje met het opschrift: “ Gestorben den Heldentod 2 Belgiën Krieger”. Eenige stappen verder, binnen de afsluiting op terrein van ’t fort nog een D. graf.
    Hier staan wij te midden eener kale vlakte die zich uitstrekt van achter de dorpskom van Elzestraat tot nabij de Dijle en Nethe en wier bodem slechts bedekt is met afgeschoren en verdord hout, tusschen hetwelk zich vooral Wwaarts duizenden stukken boomstammen van 0,75- 1,5 met. hoogte verheffen. Overal kuilen van granaten, doch minder talrijk dan ten N. der Nethe. Boven op het fort langs den kant Mech.-Elzestraat, heeft als een uitgestrekte aardafschuiving plaats gehad. Hier en daar een enkel graf van een krijger. Huizen aan het oefenplein hebben weinig geleden.

    Bl.45.

    Stad Mechelen. In de Kathelijnestraat zijn enkele huizen verwoest. De hoofdkerk is erg gehavend : de Z.muur is op 5-6 plaatsen doorschoten en verbrokkeld; een deel van het gewelf boven het koor is neergestort en heeft de trappen des hoofdaltaars verbrijzeld. Al de geschilderde ramen zijn vergruisd en meestendeels, althans zoover de kerk tot uitoefening der goddelijke diensten afgesloten is, door gewoon glas vervangen. De toren is op verschillende punten door bommen beschadigd. Diepe gaten

    zijn in de dikke wanden geslagen onder (bijna op de hoogte van) de Z. wijzerplaat, deze is deels verwrongen en verbroken, -op de helft der hoogte nabij den Z.O.hoek, -Owaarts van en neven het torendeurken nabij den grond. Het prachtige glasraam, boven de ingangsdeur van het Z zijkoor, dat de Onbevlektverklaring van O.L.V. voorstelt en waarin figuren van Mechelsche notabelen goed te erkennen waren, is in gruizelementen kapot. In het raam van het tegenovergesteld zijkoor hangen nog eenige brokken van het geschilderd raam.
    De Groote Merkt is niet hard getroffen, maar de IJzeren leen en omgeving des te erger. In de stad loopen talrijke grijze en blauwe soldaten rond; hoogere officieren in (wit) pelsen mantel gehuld, rollen in auto. Het oud stadhuis en de herstelde Halle zijn betrokken en ingericht voor D. diensten. In den toren der St.Pieterskerk een groote opening, in den muur des schouwburgs tegenover de Rechtbank eene grote bres (3 gatens) geschoten. Keizerstraat en Neckerspoel hebben betrekkelijk weinig geleden. Een gedeelte van de konservenfabriek “Le Soleil” schijnt afgebrand, een ander deel ingestort. Op Pasbrug weinig schade. In IJzerenveld nabij den Kerkhofweg het graf van een “Vlaanderaar” zegt men ons. Bij ’t graf van Ferd. Bellekens een “Onze Vader” gebeden.
    In de omgeving van het fort is alles weggevaagd : de molen is verkoold; serren staan zonder ruiten. Kuilen en gaten in den grond nabij de “rodonte” tegen het dorp van Kath. Waver. Tegen het kapelleken aan den driesprong der steenwegen 2 graven, 40 met. dorpwaarts nog 4 of 5 graven. De rij huizen tegen den steenweg naar O.L.V.Waver is in vlammen opgegaan. Van de dorpskerk steken de naakte muren en het metselwerk des torens boven de verbrande en verwoeste huizen uit. ’t Al heeft een treurig uitzicht. Tegen den W. gevelmuur der herberg “Het houten kruis” op den hoek der Berlaerbaan, liggen 2 D. graven. ’t Opschrift op het kruis van een dezer luidt : “Er starb den Heldentod furs Vaterland, Unteroffizier Welsch P.R. 24, 1 Feld.Komp. gefallen am 1 Oktober 1914.”
    O.L.V.Waver. De parochiekerk, het gemeentehuis, juweeltjes van ’t hooveerdige Waver zijn, met een groot deel van het klooster in vlammen opgegaan. “De pracht en weelde van ’t Waversch klooster gaat alle palen te buiten,….’t Kan zoo niet blijven duren” , hoorden wij in 1913 zeggen. -Wij zien hier de vervulling dier laatste woorden. Het bleef niet duren, er is iets gekomen! –Eenige woningen in puin of afgebrand. Heer Devreese mag van geluk spreken : zijne “Veldbloem” bleef gespaard. 17.30 u. Te huis.

    27. 11 u. Volksvoeding, voorzorg. Na de zitting der conf. v. St Vinc. deelt de E.H.Ond. nagenoeg het volgende mee : ”Ten einde hongersnood in België te voorkomen, zal Amerika (Vereen. Stat.) met instemming van Duitschland, onder toezicht en door zorgen van het Amerikaansch en Spaansch gezantschap, het ontbrekende graan tegen billijken prijs invoeren. Om slechts het ontbrekende aan te vullen, dient er voorafgaandelijk een opname gedaan te worden van de thans in België voor handen zijnde voedingsmiddelen. Een plaatselijk komiteit zal daarom bij al de ingezetenen der parochie die opname doen. Hierbij dient in ieder gezin afzonderlijk rekening gehouden van : 1. ’t Getal kinderen van 2 tot 7 j. 2. Id. personen boven de 7 j. 3. De hoeveelheden mondvoorraad d.i. voor onze streek : aardappelen, rogge, tarwe, die in elk gezin thans voor handen is. Plantaardappelen mogen afgerekend worden.
    De onderstand van Amerika wordt berekend tegen 250 gr. brood daags per persoon, voor kind. van 2 tot 7 jaar rekent men den voorraad op de helft. De levering van Amerika zou tegen 39 fr. de 100 kg. geschieden, wat met verzendings- en vervoerkosten op 40-45 fr. zou komen te staan. Ieder gezin zou rechtzinnig de opgave zijner voedingsstoffen moeten doen, wijl in bedrieglijke opgave de D. een middel zouden vinden om onwettige opeischingen te doen. Heden namiddag 16 u. worden de aanwezige leden in de Gildezaal verwacht.
    16 u. Acht leden zijn aanwezig: Jan Wouters, Louis Gepts, Louis Vertommen, Jos. Van den Wijngaert, Alf. Winkelmans, Aloïs Van den Broeck, Karel Gepts, J. De Belser. Ieder neemt aan in het hem aangewezen deel der parochie de opname te doen der voorhande zijnde voorraden voedingsstoffen. Woensdagavond zullen die opnamen binnengebracht worden.
    Allerlei : Sbla door Gom. Wouters op heeterdaad betrapt aan strunken afzagen, weigerde uit te scheiden. – Sbkv heeft graan van den zolder gehaald bij Kbrv en betaalt 0,50 fr. per strunk die men hem aanbrengt. Zijne vrouw riep zekeren dag haren zoon J. (die met graan naar den molen reed, en in de schooldreef gekomen was) toe : “J. zeg aan den maalder dat het fijn moet gemalen worden”- meegedeeld en vermeld geroep gehoord door vrouw Slwnj. – In Heyst schijnen al juffertjes te zijn die betrekking onderhouden met D. offic. of “unteroffiziers”. -Te Itegem zou ‘t “Nieuwjaarszingen” dit jaar verboden zijn.

    Bl.46.

    29. Men zegt dat de D. de overwegen op den spoorweg overal sluiten met eene “trekschuif” die de lieden bij het overstappen, zelven moeten openen en sluiten. “De schuif aan het baanwachtershuis van Sus Vetters op de Werftsche baan, zegt ons Peer Bellekens, is door onbekenden afgebroken en verdwenen; daarop hebben de D. er weer een afsluiting gemaakt, met de bedreiging dat, zoo ’t nogmaals mocht gebeuren, de overwegen met ijzeren hekken af te sluiten en op slot te leggen”. –Alf. Van den Broeck zegt ons dat er tegenwoordig op den spoorweg alle slag van vreemde wagens loopen; gisteren waren er weder die men aanziet voor ’t vervoer van lijken.
    Edm. Wuyts zegt dat hij mits borgstelling van 3 fr. de Holl. grens te Baerle-Nassau mocht overschrijden en door tusschenkomst van Louis Van den Eynde, bij wier de D. grenswacht ingekwartierd is, niet de minste moeilijkheid heeft ontmoet. Hij heeft echter zijn schoonbroer niet gevonden.
    Veldwachter Edm. Bautmans deelt ons mee : 1. Dat Corn. Heremans hem klacht heeft gebracht over den diefstal van een vet zwijn heden nacht bij hem gepleegd, vermoedelijk door daders van over de beek. 2. Dat hij (veldw) met den schepene, op verzoek van Smgw van Putte, huiszoeking heeft gedaan doch niets ontdekt bij Xsc Smidstraat, dit op grond dat bij den schoonbroeder van Xsc gestolen goed werd ontdekt, maar niet alles wat Smgw vermist. 3. Dat de herberg van Nlhk het grootste speelkot is, en het gemeentebestuur bij het voortduren de herberg zal sluiten. 4. Dat onder de eerst weergekeerden van de vlucht als grootste pakkers dienen aanzien te worden, juist dezelfde personen hooger vernoemd en door iedereen met oog en vinger als “vroeg te huis” aangewezen.
    Naar Schriek. Morgen zal de houtmijt, waarvan reeds een groot gedeelte gestolen is, ingeschuurd worden.

    30. We vernemen dat de Nederl. grens teenenmaal gesloten is : Louis Willems op reis naar Holland om aldaar zijn ontdekt paard terug te halen, is onverricht terzake weergekeerd : de grenslijn mag tot op 500 met. niet genaderd worden, noch langs Belgische (noch langs Nederlandsche!?) zijde.
    Juul Nauwelaerts met graan en b… uit den Boschhoek (Bouchout) weergekeerd, heeft vernomen dat de verbondenen aan de IJzer al hunne verloren stellingen zouden heroverd hebben. –Kinderen van Gangelberg vertellen, dat de tram Lier-Tremeloo, sommige dagen één- of tweemaal heen en weer rijdt; regelmatige dienst nog niet hernomen.
    Edm. Wuyts verhaalt (ter herberg van J. Nauwelaerts) het 1e patrouillegevecht als volgt :
    “ Den 27 Aug. rond 10-11 u. passeerden hier eenige D. te paard; van aan de school zagen wij hen na. Kort daarna kwam een gids hen achterna en vroeg ons of wij geene D. gezien hadden. Op ons bevestigend antwoord, reed hij terug, maar verscheen met één of twee kameraden opnieuw en den vijand achterna. Wij zagen dat zij zich aan het Kapelleken links en rechts verdeelden. Dan hoorden we verder den Gangelberg op geweerschoten en seffens zagen wij 3 ruiters in vollen draf afkomen. Bij ’t schieten aan het kapelleken zagen wij den 1e ruiter met zijn paard neertuimelen. Bij ’t naderen der twee volgenden spoedden we ons weg want het eene schot volgde op het andere. Dan zagen wij dat van de twee ruiters de eene den andere vasthield, hij moest dus gekwetst zijn, en met zijn voet het paard des gekwetsten gedurig tegen ’t lijf schopte, om het sneller te doen loopen. Naar ’t kruispunt af moet de gekwetste gevallen of gestorven zijn. De andere uhlanen zijn door de velden langs de oude baan weggevlucht. Ik heb horen zeggen dat Svff den zadel van het paard gepakt heeft, maar dien later heeft moeten inleveren. Toen het lijk van zijn waarden beroofd was, heeft men het in de gracht bedolven en de romp van het paard, zonder de dijen er boven op begraven.

    31. Jan Bapt. Bellekens heeft van voerlieden uit St.-Truiden, die hier wekelijks passeren en van vele zaken goed op hoogte schijnen te zijn, vernomen, dat er hier gisteren of eergisteren weer een trein is gepasseerd met lijken van gesneuvelden. Vermelde voerlieden beweren de wagens daartoe in gebruik, goed te kennen. Zij voegen erbij dat men tot in de laatste tijden de lijken bij een fort ten Westen van de Schelde verbrandde, maar dat de kameraden der gesneuvelden zich daar tegen hebben verzet, -en dat men nu ,sinds eenige weken, de lijken naar verbrandingsovens te Luik overvoert.
    Het kanon, dat zich sedert eenige dagen niet meer liet hooren, buldert bij poozen luide en geweldig.W.Z.W.
    Een 25 tal personen brengen ons de opgave hunner oorlogsschade binnen (zie “Ons Schrb.nr.2,blz.207)
    Hulp- en voedingskomiteit van Berlaer-Heikant. Uit de opname door de 8 leden gedaan, blijkt dat de parochie St-Rumoldus, die zich uitstrekt over de uiterste delen van de gemeenten Berlaer, Itegem, Heyst, Beersel, Putte en Konings-Hoyckt, - 340 huisgezinnen telt, met eene bevolking van 2048 zielen, waar onder : 114 kinderen beneden de 2 j., 345 kinderen van 2 tot 7 j., 1589 personen ouder dan 7 jaren. (1195 inw. V. Berlaer - 358 v. Itegem - 115 v. Heyst - 262 v. Beersel - 13 v. Putte - 104 v. K. Hoyckt - Nog afwezig 9 of 10 gezinnen en ongev. 80 soldaten). –Dat aan voorhanden zijnden voorraad is opgegeven: 90.525 kg. rogge, 4250 kg. tarwe en 640.115 kg. aardappelen. (zie “Ons Schrb.nr.2,blz.210-217)
    Daar de plaatselijke hulpkomiteiten per gemeente werden ingericht, werden onze parochianen bedeeld door het komiteit hunner gemeente.-

    Bl.47.

    Januari 1915.

    Januari 1.
    In de mis : Lezing van een omzendbrief van Z.E.Card. Mercier : “Iets opbeurend en bemoedigend in dezen tijd van algemeene moedeloosheid. Iets waar durven in doorschijnt, vooral in aanmoediging tot den strijd in overtuiging van de eindzegepraal.” Moge die bespiegeling dit jaar verwezenlijkt worden !
    Eenige D. krijgers komen met behulp van eenige door hen opgeeischte burgers, het lijk van den op 27 Aug. gevallen officier, in de gracht tegenover het kapelleken, (hoek van de prov.baan en Kegelstraat) ontgraven en ter wegvoering gereed maken, maar de onverdraaglijke stank bij ’t openen van ’t graf, doet hen van het vervoeren afzien. Het lijk wordt echter even buiten den grachtkant op het veld herbegraven.
    Onder vreemdsoortig gespan dat heden passeert richting Aerschot, vermelden wij een gesloten wagen – model en kleur van de wagens eener Antwerpsche ijsfabriek – waarvan de linker metalen zijwand door groote en kleine projectielen 8 of 9 maal doorboord is, naar Aerschot toe, gevolgd van een licht versleten rijtuig, dat piepend en krakend, vallend gereed, met flarden eener huif bedekt, door een mager, deerlijk paardje voortgesleept wordt, en waarop nevens twee burgers, 1 D. soldaat met geweer over den schouder, nederligt en met hen een gemoedelijk praatje houdt.
    14 u. Naar Schriek met gespan van Jul. Nauwelaerts. Er heerscht daar ook felle oneenigheid tusschen meerdere geburen over vermist vee. Registers van gem. ontv., van spaarm. “Antw.Hyp.Kas”, verzameling van schoolmuz., enz. meegebracht. Coffre-fort van broed. Victor in bewaring gegeven bij Hub. De Bie. Bij terugkeer Louis Seymus (duivenkeurder) opgenomen. Deze deelt ons mee dat hij met vele anderen door de D. eenigen tijd is opgesloten geweest in Leuven, dat de schoonbroeder van Jul. Nauwelaerts (Alf. Leys) daar dikwijls met het vuilste werk werd gelast en nog niet is weergekeerd.
    Kanon- en geweervuur, dat in den afgeloopen op meerdere plaatsen werd waargenomen en dat vele lieden schrik op ’t lijf joeg, schijnen vreugdeschoten geweest te zijn, die het aanbreken van het nieuwe jaar aankondigden.

    2. Broeder Overste van Hamont deelt ons mee dat de grens van Nederland niet gesloten is, maar dat in verscheidene dorpen der noordel. Kempen sterke legerafdeelingen aangekomen zijn van het front om wat uit te rusten. Uit de gesprekken. Uit de gesprekken die hij houdt met den E.H.O. (bij ons toevallig binnengekomen), vernemen wij o.a. : dat naar bericht van onpartijdige Hollandsche bladen, een deel van ’t vijandelijk leger der zeestreek gevaar loopt ingesloten te worden; -dat door spijtig vertraag van een hoogeren officier de D. bezetting van Aerschot aan omsingeling en vermoedelijke krijgsgevangenneming is ontsnapt. Dat de vrijmetselarij daar wellicht niet vreemd aan is. Dat vele onzer lagere offic. paradekerels zijn, die in oogenblikken van algemeen gevaar het vaderland in den steek laten en familiebelangen op de 1e plaats stellen. Dat Duitschland door onverzaadbare eischen van het militarisme uitgeput, op eenige manier herstelling moest zoeken, en door zijn vordering op gebied van handel en nijverheid, door zijn toestand op de wereldmarkt aangespoord werd zijn gezag op ’t wereldverkeer uit te breiden, en alzoo tot den oorlog gedreven werd. Dat de woorden van Card. Mercier, als zou “België Frankrijk gered hebben te Luik en Engeland aan de IJzer”, als waarheid erkend zijn door elke natie. Dat bij ’t gebeurlijk behalen der zegepraal, het uitbreiden van ons grondgebied oostwaarts, door eenigen voorspeld en gewenscht, wellicht niet het minste voordeel zou bijbrengen.

    3. Men zegt dat de “Gazet van Antwerpen” die hier sedert eenige dagen niet meer verschenen is, wegens het schrijven voor Duitschland nadeelige artikelen, o.a. dat de Russen op het O.front weer vorderingen maken en talrijke D. zou krijgsgevangen genomen hebben, op bevel der D. autoriteit voor een maand geschorst is. Wij moeten het gelooven, wijl hare politieke tegenstreefster “De Nieuwe Gazet” hier vandaag werd rondgevent tegen 10 centiemen. 8 u. Broeder Matheüs neemt briefwisseling voor Holland en … mede. Op terugkeer zijner reis over ruim 3 weken, is hij met Mitt. den wilden trein in de vaart te Baelen gaan zien. 10 u. De E.H.Pastoor zet de lezing voort, waarmede de E.H.Ond. begonnen was, van den omzendbr. v. Card. Mercier, heldert die lezing op en zet de (meest verdwaalde) geloovigen aan hun gedrag te regelen naar de daarin vervatte raadgevingen; vooral laakt de E.H.P. de handelwijze van de lichtzinnige jongelingen, die hier in den hoefstal des smids of nabij de kerk, meestal des Zondags vergaderen, en die niemand, ’t zij vreemdeling of geloovige kerkwaarts gaat, zonder een spottend of tergend woord te uiten, te schimpen of gebaren te maken, kunnen laten voorbijgaan. In vermelde brochuur deelt Z.Em. zijne persoonlijke waarneming, gevoelens en mening mede, na eene omreis door de meest geteisterde plaatsen van zijn gebied gedaan te hebben; hij duidt de meest verwoeste plaatsen aan. Daaronder is, om wille der afgebrande pastorij, ook B.Heikant vermeld – en wijst op de uweldaden en gruwelen door den overweldiger gepleegd (plechtigheid op ’t graf des E.H.Pastoors te Gelrode); bewondert den moed onzer trouwe verdedigers van het vaderland en uit de hoop op de eindzegepraal.
    Allerwege rijst er oneenigheid en jaloersheid op over vervreemde voorwerpen, hier tusschen de geburen Smbj en Stb, Sncj en geburen, en tal anderen.

    4. Een D. officier, vergezeld van notaris René Lambrechts, dd. Burgemeester van Berlaer, is gisteren voor het lof bij den E.H.P. den omzendbrief van Card.Mercier komen opeischen. De

    Bl.48.

    koster heeft van wege onze nieuwe meesters voor de 3e maal bevel ontvangen het D. uur op den toren te onderhouden onder bedreiging bij niet naleven van dit bevel, de straf af te wachten die zal volgen. We vernemen dat de D. den herderlijken bevelbrief van Card.Mercier bij de E.H.H.pastoors van Itegem, Kruispunt en anderen in het omliggende zijn komen opeischen; de E.H.Dekens van Lier en Heyst met hechtnis zouden bedreigd. Card.Mercier en drukker Dessain in hechtenis zouden genomen hebben. De wachten op den spoorweg gaan ook willekeurig te werk. Nu eens mag men met gespan aan de overwegen passeeren, dan weer niet. Vandaag word hier geen kanongebulder gehoord.

    5. Vertelde Mr. Emiel De Weerdt van Berlaer ons de verleden week, dat de D. eene belasting gaan heffen op de hoenders en de duiven, wat wij voor een verzinsel hielden. Thans deelt onze gebuur Frans Verelst ons mede dat de aangifte der duiven moet geschieden, de veldwachter zou zich daarmee willen gelasten. Elke duif moet van een ring voorzien worden. De duiven zijn daardoor op dit oogenblik uiterst goedkoop, nauwelijks 25 centiemen het stuk. Gebuur biedt er ons eenige gratis aan.
    Tharsille Lemmens vehaalt ons de beweging en de aftocht van het Belg. leger als volgt :
    “ Na de 1e vlucht die plaats had op 28 en 29 Augustus, door de beschieting van Heyst, verschenen er dagelijks al meer en talrijkere patrouilles Belgen op den Heikant. Vele lieden gingen naar Beerselberg, om de gevechten en gebeurtenissen rond Aerschot, Werchter, Haecht, Leuven en andere plaatsen met het oog te volgen. Vanaf den 15e, en vooral van den 20e tot den 25e September, heerschte hier op de “Hei” eene buitengewone beweging : cyclisten, paardenvolk, kanons, mitrailleusen vonden er geen voldoende plaats. Met moeite kon men officieren en manschappen gelogeerd krijgen. De staf van generaal was van hier op de pastorij. De poort der schoolkoer werd geopend: paarden werden onder de gaanderij en tegen de muren gezet. Op de koer werd gekookt door de mitrailleurs, die alle groenten uit uwen hof, vooral porei lustten. Loopgraven en andere verdedigingswerken werden tot stand gebracht. De afsluitingspalen in de schooldreef werden omgeworpen, sporen door de hagen der tuinen gemaakt tot betere gemeenschap en om de mitrailleusen gemakkelijker met hun hondengespan naar de loopgraven in den hof der pastorij en elders te verplaatsen. Op den toren was een observatiepost, aan weerskanten van den steenweg een telefoondraad gespannen. De laatste dagen, ’t is te zeggen den 24e , 25e en 26e September, bij den algemeenen aftocht uit Aerschot en Leuven, was hier, door de ontzaglijke menigte soldaten, noch voedsel, noch drank meer te krijgen. Daarbij was het op zaterdag door storm en regen, een echt “hondenweer”. En daardoor moesten, beslijkt en besmeurd, onze soldaten vooruit. Ze lekten uit waar ze stonden of gingen, vol honger en kou en zonder rusten!.”
    Bedrag der oorlogsschade aan vernielde en beschadigde gebouwen naar opgave der schatters :
    A. Pastorij : Metselarij 5934,40 fr. Timmerwerk 4297,80 fr. Aftrek ouden steen 600 fr. Blijft 9632,20 fr.
    B. Woning Busschots : 3500,39 fr. 1598,35 fr. 360 fr. 4738,69 fr.
    C. Woning Ceulemans : 1561 fr. 1037,63 fr. 2598,63 fr.
    D. Woning Van de Vonder : 346 fr. 342 fr. 688 fr.
    E. Schoollokaal der Eerw.Zusters : 145 fr. (Zie nr.2 bl 226 en volgende)

    6. Naar Schriek. Aldaar voldaan aan de arbeiders samen 252,80 fr.
    Deze week werd het graf geopend van den gesneuvelden D. nabij de “Spar”. Men zou het lijk alleen ontdaan hebben van hemd en broek om de identiteit, aan nr. en andere kenmeken, met zekerheid vast te stellen. Een nieuw kruis is op het graf geplant, met opschrift als hiernaast :

    In Schriek, Beersel en omliggende dorpen zijn deze week hooi, stroo en aardappelen opgeeischt tegen betaling. Juff. Laura Op de Beeck, ond.res te Schriek, heeft broeder Victor te Egmont-aan-Zee (Holland) op een villa – heel het gezin welvarend – weergevonden. Alle loon werd door hem uitbetaald.

    7. Wijl onze torenhorloge het D. uur aanwijst, en het torenuur algemeen aangenomen wordt, nemen wij van heden af in klas ook het D. uur aan. Leonard Aerts betaalt ons de hem geleverde aardappelen (van Schriek) in D. markenbankbriefjes.
    Op weg naar Schriek ontmoeten we de gebroeders … deze delen ons mee, dat, na den val van Antwerpen, Ebdn met eene kudde van 18 verkens, langs binnenwegen door de Munksbosschen naar huis is weergekeerd. Bij eene huiszoeking in aanwezigheid van schepene Sgph, bij voornoemden persoon gedaan, hebben zij een hun toebehoorend zwijn erkend. Ebdn beweerde echter dat het zijn dieren waren, maar nader onderzoek bewees, dat hij de waarheid niet had gesproken. Wij peilen heel moeders tuin af op zoek naar een koperen koeiketel; de grond van de bergplaats door een buurvrouw aangewezen, ligt zo los dat er een kuil moet gegraven geweest zijn, doch de ketel is er niet meer te vinden.- Naar mededeeling door broeder Victor aan Juf. Op de Beeck gedaan, zou broeder Isidoor in Engeland en August in Frankrijk verblijven.

    Bl.49.

    In gezelschap van twee Beerselaars keeren wij huiswaarts. Een dezer haalt een staaltje aan van D. barbaarschheid, waarvan hij deze week op ’t pasbureel te Heyst getuige was :
    “Een ouderling van 55-60 jarigen ouderdom, woonachtig te W., bood zich aan voor een pas. Duidelijkheidshalve bood hij een blad aan, dat hij meende een vervallen pas te zijn. De D. beweerden dat het een dwangbevel was tot het betalen eener boete van 15 fr. De man, die zich daaraan niet verstond, werd ter zijde gezet, terwijl anderen bediend werden. Toen hij uit een pak in een doek een stukje brood nam, klonk het woord “hier nich essen!” Als de man daarop zijn pijpje wilde aansteken, was het “hier niet rooken!” De man begon zijne centen bijeen te zoeken, maar vond slechts 11,30 fr. Die hij aanbood, met de vraag te mogen heengaan. Het antwoord klonk : “eerst 15 fr. betalen.” Dat niet goed verstaande, zegde de man (in plaats van : Wat belieft u) : Eh? “Eh! 15 fr. betalen of niet naar huis!” -Getuige is daarop vertrokken, zonder het verloop verder na te zien.
    De storm, die den heelen dag gewoed heeft, neemt nog toe in hevigheid met zulken zwaren regenslag, dat wij ons moeten neerzetten en onze regenscherm als een vod bijeenplooit (nabij de Vogelzang rond 20 u.). De beemden in Beersel-broek zijn sinds middag als in een zee herschapen. En in dat weder staan onze jongens in het IJzerslijk hun leven te verdedigen.

    8. Een man van “Kruis” onder Tremeloo, kozijn van Mr. De Bie, gewezen ondr. te Rijmenam Brandheide, komt ons vragen hem het veevoeder op moeders land te Schriek, te willen verkoopen. Over den strijd en de verwoesting te Tremeloo en Werchter zegt hij :
    “Te Tremeloo staan de kerk en de pastorij nog recht, alhoewel erg beschadigd, maar de rest van het dorp, en twee gehuchten liggen afgebrand of in puin. Die verwoesting is zonder twijfel daaraan toe te schrijven, dat een hoop gewapende burgerwachten een patrouille van 10 uhlanen op de vlucht dreef, eenen ervan krijgsgevangen namen, terwijl van de 9 anderen naar Aerschot toe, er nog eenen of twee gedood werden. Daarop kwamen de D. af. Bij … landbouwer tegenover de gendarmerie kwamen twee D. binnen. De eene zegde: “ Maakt u seffens gereed om te vertrekken ; wij moeten uw huis in brand steken, wij doen dat niet gaarne maar wij moeten of krijgen den kogel”. Het noodigste werd vlug op een kar geladen. Toen de vrouw nog 2 of 3 pakken met kleederen wilde opladen, gebood de jongste der 2 soldaten, met den revolver op haar gericht, die pakken niet meer aan te raken. Dan meende de man weg te rijden, maar moest wachten totdat zijn huis in vlam stond. Vervolgens moest hij met de D. mee en bij hen blijven tot al de huizen van Tremeloo naar Grootloo toe in brand stonden. Aan “Kruisbrug” waar de bende den steenweg naar Heyst volgde, klonk het bevel: “ Nu gauw naar Antwerpen en zeg daar dat we komen”. De man vluchtte over Schrieck weg. – In Werchter werden na den terugkeer der eerste dorpelingen vele personen vermist; men dacht dat die naar Duitschland gevoerd waren. Maar de ontdekking van een lijk door gebaren van een hond, deed ter verdere opsporingen overgaan, die 6 lijken van burgers in een kuil in een boschje deden ontdekken; onder deze bevond zich het hoofd van een huisgezin uit de dichtste buurt van drukker Drijvers, met nog 300 fr. op zak. De drukkerij met woning ligt in puin, evenals meerdere huizen. Buiten het verbraste bier, heeft men uit de kelders der brouwerij “Jack-op” eene groote hoeveelheid “lambic” laten loopen onder het dikke strooien bed der paarden, wat na korten tijd, door gisting, een onverdraaglijken stank verspreidt.”

    9. Heden rond den middag hebben de D. al de barreelen (trekschuiven), die tot heden los gebleven waren voor rijtuigen, vastgenageld, zoo dat geen enkel gespan meer kan passeeren. Elke voerman die aan de overzijde des spoorwegs wil geraken, moet nu langs de statiën van Heyst of Berlaer om, waar men bij elken overtocht met gespan een pas moet nemen die 1,25fr. kost. Voor ’t passeeren met den kruiwagen of te voet is er een spoor open gelaten aan de schuiven. En hoe dat vastnagelen gebeurde, vertelt een onzer leerlingen – Frans Verret, die in het baanwachtershuisje aan de trekschuif op Heesten woont : “Een 1e D. sloeg een langen nagel door de schuif; en toen men hem vroeg de schuif los te laten, sloeg hij den nagel gansch om; daarop kwam een 2e soldaat en sloeg er een korten nagel in; dan een 3e die er een langen nagel doorsloeg tot in den staak.” Het volk zoekt alle redens om die afsluiting uit te leggen. De eene zegt : de D. willen laten zien dat ze hier gansch meester zijn; de andere meent dat het een middel is om geld te slaan; een 3e beweert dat het wraak is omdat van een D. graf in de Bergstraat te Heyst het kruis en de beplanting weggerukt zijn.
    Een bedaagde broeder, in kostuum als de broeders van Malonne, komt hier op zijn gemak, al heen en weer blikkend voorbij, vermoedelijk om den toestand te verkennen tot stof voor een verslag.
    Vrouw Skv komt ons vragen haar wat onderstand te willen verleenen. Zij vertelt ons hare terugkomst op Maandag 12 October.” Op de heele Hei (dorpskom) was niemand te huis dan Louis Srmh en Sbkv van daags te voren. Alle huizen stonden ledig en deuren open; binnen overal wanorde, stukken en stank. Op ons hof stonden allerlei meubelen en huisraad met afval van vleesch en bedorven eten. Aan en in alle huizen lag afval van geslachte dieren; verkenskoppen met huid en borstels, pluimen, koppen en pooten van hennen en kiekens, half afgeknabbelde beenderen, flesschen, potten, pannen, scherven van tassen en schotels, stroo en mest

    wordt vervolgd



    26-05-2020, 00:00 geschreven door Renic
    Reacties (0)
    25-05-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ons Oorlogsdagboek 1914-1919 (7)

    BV2

    Ons Oorlogsdagboek 1914-1919

    door Jan De Belser

    deel 7

    Bl.50.

    van paarden en geiten; zwijnen en geiten in kamers en zelfs in kelders; bij Aug. Aerts stak een schoone vaars dood in den gemakput. Bij de zusters deelden de D. soldaten alle soort van kleedingstukken uit, uit een kas die goed voorzien was. De D. hadden overhoop veel wijn en andere drank bij gaven aan “Fiksken Kens” en Louis Maris zooveel te drinken dat alle schrik meteen over was, en in plezier en uitgelatenheid veranderd was. Srml ging 1 u. luiden, en de D. maakten muziek op het orgel. “Op het orgel werd dikwijls gespeeld” zegt dochter Kens. Maar, voegt vrouw Kens erbij, het en bleef niet schoon gaan; pas waren de nonnekens te huis, of ze kwamen alles, waarvan ik voor zoolang voorzien was, terughalen. Uit uwen hof, zegt zij ons, heeft de heele Hei, wij zoowel als anderen, meegeleefd voor de 2e vlucht. Soldaten wilden geene appelen of peren meer, vreemde vluchtelingen kwamen ze met zakken halen om er spijs van te maken.
    Vandaag, bij de terugkomst van Lier, voegt ze erbij, reed ik met mijn hondenkar een aardigen pastoor voorbij. Toen ik wat uit den weg trok, begonnen mijn honden tegen elkaar te vechten, en de pastoor zegde: “ Dat zijn ook al Pruisen zeker?” Ik antwoordde: “ Ja, dat hebben ze van de D. geleerd”. En nu is er niets meer te verdienen, al ons eten is op, en, als ik niets krijg, zal ik stelen waar ik het vind!” Wij raden de vrouw aan, de gewone voorsprekers te voet te vallen; daarop laat ze hooren, dat deze haar al hebben doorgezonden.

    10. In de vroegmis sermoen door den EHO. over de plichten der ouders in het bewaken hunner kinderen, en tegen de onrechtvaardigheid. In de hoogmis kondigt de EHP. aan, dat om vergissing te voorkomen, de afkondiging van alle diensten in Belgisch uur behouden blijft; verzoekt hij, namens den heer gemeentesecretaris van Berlaer, de onder deze gemeente wonende parochianen aangifte te doen van al de geboorten van kinderen na 15 Juli tot en met 26 October 1914; vraagt hij namens de koningen van België en Engeland.-Voorzitter Poincarré wordt niet genoemd – gebeden van de geloovigen voor den goeden uitslag van den wereldkrijg.
    Leop. Winkelmans, werkman van den EHP. zegt ons vernomen te hebben dat de hr.dd.Burg. het afzagen der oude strunken in de kanten niet afkeurt. Is ’t misschien om zijne honderden jonge canada’s gespaard te zien?
    Hoorde men sedert eenige dagen slechts nu en dan en niet al te duidelijk kanongerommel, vandaag, bijzonder in den namiddag, laat het zich zoo luid en hevig hooren, dat men zou denken dat het strijdtooneel nadert.
    Vrouw wed. Smets (Hooghuis, Hemelshoek) zegt ons dat houtdieven uit den Vijfhoek te Berlaer bij klaren dag strunken komen afzagen in hare velden, bitsig antwoordden, en haar half bedreigden wanneer zij hun dit verbood.
    Victoria Aerts van Heesten vertelt bij Jos Van den Eynde : “dat de blauwe soldaten – Beiers - de wandaden (moord en brand) der Pruisen afkeurden; dat 4 D. zich te Aerschot onder een trein zouden geworpen hebben; dat de hier op Melcauwen verblijvende D. deze week voor de 1e maal bekend hebben, dat ze zware verliezen hebben geleden; dat te Heyst een burgerwacht moet marcheeren totdat de daders, die het graf van den D. krijger geschonden heeft, ontdekt is. Dat eenige D. zoo gemeenzaam omgaan met de dochters van Srma (Heest) dat hunne kameraden zelven het afkeuren; dat juffers van Heyst met D. zouden gaan trouwen.-Dochter Ededvj laat daarop volgen : “En ik heb hooren zeggen dat een dochter van Sbf en eene van Stml, die school doet te P. met D. offic. uitgereden zijn, en …” -Wij denken en hopen dat hier honderdvoudige overdrijving bestaat. (Vandaag 23 j. geleden, hebben wij samen den eed van gemeenteondw. afgelegd voor den heer Kant. Opz. Jan Adriaensen, Bresstraat, Antwerpen)

    11. Kinderen deelen ons mee, dat Leonard Aerts, aardappelkoopman, van de D. overheid te Heyst de opening van den spoorwegbarreel op den steenweg van Heesten heeft bekomen, door te doen zien dat het vervoer van aardappelen langs verre omwegen verhinderd of te nadeelig is, -dat Alf. Verstrepen, die zijn land over den spoorweg moet gaan bewerken, de opening der schuif aan zijn huis op Heesten is gaan vragen. 14.30 u. Drie D., een overste en 2 manschappen (’t geweer aan den schouder) zijn ongeveer een halve uur bij den EH.P. binnen geweest en in de richting van Lier hier voorbijgegaan, een dunne reiszak in de hand.

    12. Twee D. in gezelschap van N. Goelen, die voor den oorlog bij hen in Duitschland gewerkt had, liepen gisteren half bezopen eenige herbergen o.a. die van Jos. Van Houtvinck en van Victor Kiebooms, af, zongen en maakten plezier, en vroegen aan den EH.O., die hen tegenkwam, zijn pas te zien. -Men zegt dat kleine groepen van de te Heyst verblijvende D. alle 2 of 3 dagen naar een anderen post gezonden worden, omdat een langdurig verblijf op dezelfde plaats niet deugt.
    13 u. Leop. Winkelmans, werkman van den EHP., verhaalt ons het avontuur der aanhouding van onze geburen Victor Kiebooms en Frans Verschaeren door de Belg. wachten in Sept. jl.
    Fr. Verschaeren ging aan Mr.P. eenige appelen vragen voor zijn oud, ziekelijk moederken. Hij kreeg er een heel paksken. Toen Mr.P. hoorde of dacht dat daar ook broodgebrek kon zijn, voegde hij er nog een soldatenbroodje bij. Eenige minuten later kwam een overste daar – op de pastorij waren de oversten ingekwartierd- aangeleid met de twee voornoemde mannen, en vroeg “Waar is hier de police? Men heeft deze 2 mannen betrapt aan ’t fruit stelen!” Terwijl Verschaeren

    Bl.51.

    al trappelend, moeite deed om zich te verschoonen, rezen er appelen uit zijn pak -bewijs van plichtigheid!- En met die te willen oprapen, viel ook het broodje van onder zijn kleederen op den grond! -2e bewijs van schuld! –“En dat is van ons brood!” zegde de officier. Om hunnen toestand, al erg genoeg, niet te laten verslechten, kwam Mr.P. er tusschen, en zegde vernomen te hebben, dat een dezer twee – beide geburen van den onderwijzer, gelast was op den hof te waken.”
    18 u. Jozef Van Hool, die bij den inval der D. de parochie niet heeft verlaten, maar zich meest ophield in of nabij zijn huis, dit van Frans Van Haken of van Thomas Van Rompaey, deelt ons het bijzonderste mee, van wat hij hier gehoord en gezien heeft, als volgt :
    “Op 18 en 19 Aug. op het zicht van de vlucht der inwoners van Aerschot en omstreken en bij het naderen van de voorposten des vijands, brandstichting te Herselt, patrouillegevechten te Morkhoven, enz… hebben de meeste inwoners onzer parochie, met of zonder vee en meubelen, hun huis verlaten om zich binnen de buitenforten te begeven. Gedurende eenige dagen keerden de stoutsten over dag naar huis om achtergelaten vee te verzorgen en alles wat gade te slaan; maar de meesten van deze bleven in hun huis niet vernachten. Na een week was ieder teruggekeerd naar huis. Maar op den noen van den 27e Augustus, bij het begin van het bombardement van Heyst, ontstond er in eens zulke geweldige paniek, en was de vlucht zoo algemeen en plots, dat voor 16 u. de hele parochie verlaten was. Honderden vluchtelingen van Heyst en omstreken zijn op 3-4 uren tijds, langs ons door de oude Heystsche baan voorbij gesneld. Weder ging de vlucht naar Lier waar ieder meende bevrijd te zijn onder de forten. Daar de vijand zich niet gereed maakte om naar Antwerpen af te zakken, kwam het volk, evenals de 1e maal, na 2-3 dagen terug naar huis, rond 1 September. Het Belg. leger dat hier al lang patrouilleerde, en overal loopgraven en verschansingen aangelegd had, deed intusschen aanvallen op Aerschot en in Z.richting, Haecht en verder. Dat duurde zoo tot Zondag 27 September. Dien dag werd de vijand in groot getal onder Heyst gesignaleerd. Onze toren, waarop mitrailleurs zaten, diende tot waarnemingspost en was per telefoon met het fort van Lier verbonden. Dien zondag rond 1 uur op den noen, begonnen onze kanons op de aankomende D. te vuren. De kanons waren opgesteld in schansen op het veld van Louis Vetters nevens het huis van Louis Vercammen. De D. schoten niet tegen. Rond 5 u. zweeg het kanon. ’s Avonds en ‘s nachts trok ons leger met al het materiëel snel onder de forten terug; slechts enkele wachten, meest cyclisten, bleven hier tot ’s Maandags rond 9u. wanneer de vijand overal in de verte en in groot getal afkwam. Van op een dicht geblaarden strunk op het veld der wed. Peeters zagen wij de eerste D. ten getalle van 5, ruiters te paard, rond 14 u. door de straat rijden. Welhaast was het een aanhoudend opkomen langs steenwegen, straten en voetwegen; het zwermde overal, ten laatste zag er alles grijs uit van soldaten. Tegen den avond aan hoorden wij 10-15 zware kanonschoten naar de richting van het fluiten der ballen (over ’t huis van Fr. Van Haken) te oordeelen, door het fort van Kessel naar onzen toren of den Heestenheimolen gericht. Des dinsdags heeft het kanon geweldig gewerkt: Er werd geschoten uit Lier en Kessel naar hier. Hier van de Hei en van Beersel-Dries naar Kon. Hoyckt en Lier. Later hebben wij vernomen dat de D. na zware verliezen geleden te hebben door ’t geschut der forten, uit het vlakke veld ten W. van den Heimolen zijn weggevlucht en hunne kanons hebben opgesteld aan “den Ketel”. Tusschen 10 u. en 10.30 u. zagen wij van op den zolder van Thom. Van Rompaey, dat er rook uit de pastorij begon op te stijgen; die begon toen te branden. Intusschen gingen de D. de Belg. loopgrachten afzien. ’s Namiddags en ook de volgende namiddagen verschenen boven onze streek meerdere vliegers, wij denken Franschen en Engelschen, want ze werden fel beschoten, de eerste twee dagen met het geweer, doch van ’s Donderdags met het kanon van aan “den Ketel”. Wel zagen wij boven de bommen ontploffen met een vlammeken, een rookwolk en een slag, zelfs meermaals dicht bij het vliegtuig zoo het ons toescheen, maar geen enkele vlieger werd neergeschoten, alhoewel er bij waren die laag vlogen. Scherven van de bommen hoorden wij dicht bij ons vallen. Voor den avond hadden de forten van Lier en Kessel zich pas laten horen, of wij zagen vlammen van de woning van Frans Busschots (hoek der Smidstraat en van de prov.baan) en van Aug. Ceulemans op den Gangelberg opstijgen. Van af Donderdag, 1 October, in den namiddag zagen wij van aan het huis van Fr. Van Haken een vastliggenden ballon, over de hoeve van Kuilenburg heen, vermoedelijk op den steenweg van Steenbeek naar den Gangelberg. Alle dagen in den laten namiddag zagen we dat varken, zoo noemt men hier dien ballon om zijn langwerpigen vorm, wat meer naar den Gangelberg afzakken. Zeer duidelijk zagen wij den kabel waarmede hij vast lag, ook een eind neerhangend touw, waarin meerdere knopen, maar geene mand, zoodat de waarnemer in het touwwerk moest hangen. De dieren, door de D. losgemaakt hoorden wij des Donderdags overal blaten. Den nacht van Maandag op Dinsdag hebben wij Alfons Torfs in het huis van Frans Van Haken doorgebracht, dien van Dins- tot Woensdag in Gom. Wouters aalkelder, de 3 nachten tusschen Woens- en Zaterdag in Thomas Van Rompaey’s kelder en de 2 volgende nachten op de schelft van dezen laatste. Den 1e dezer nachten hebben wij den grootsten schrik uitgestaan

    Bl.52.

    toen wij de D. de deuren hoorden openbreken. Tusschen Zon- en Maandag, in den vroegen morgen ben ik vol angst naar huis gegaan. Eene koei lag met kop en voorpoten boven het water in den bornput bezweken. Met 2 of 3 kameraden konden wij het lijk niet boven krijgen. Terwijl wij er des Dinsdags weer aan bezig waren, kwam een D. plots bijgesprongen, smeet vest en hoofddeksel af en weerde zich tot zweetens toe en met zijne hulp kregen wij het beest uit den put, waar het per abuus met achteruit te gaan, ingesukkeld, en waarschijnlijk sedert 2 dagen bezweken was. De schrik voor de D. was door die eerste ontmoeting gansch verdwenen. Naderhand hebben die mannen ons niets miszegd of misdaan en hebben zich nooit hebzuchtig getoond, alhoewel zij het een en ’t ander wel kwamen vragen. Deze en volgende dagen was het hier een gedurig trekken -dat echter voortdurend afnam -van troepen, krijgswagens van alle slag en kanons, waaronder zulke zware stukken, dat de grond ervan dreunde. Op het eind der week was het getal soldaten hier ter plaatse tot enkelen verminderd.
    Den 11 Oct., twee dagen na de overgave van Antwerpen, keerden als vluchtelingen hier eerst weder : Saa, Sbkv, Nlck, Lsmvj, Srml, Skv. Eenigen onder hen waren zoodanig geladen met pakken ellegoed, kleedingstukken en andere waren, dat zij zelve niet konden dragen en met eene stootkar naar huis brachten. “’t Al hadden zij van de D. gekregen!” Eén man echter is van die rijke uitdeeling uitgesloten geweest, namelijk Sus Mertens. Deze verklaart : “Ik ben tijdens die uitdeeling ook door Lier gepasseerd, maar geen enkele D. heeft mij iets aangeboden.”
    En op dit krijgen te Lier volgde hier ter plaatse een nemen of pakken. Bij afval van de door de D. geslachte dieren of hunne lijken die hier en daar verspreid lagen, liepen nog vele losgelaten zwijnen, geiten en zelfs runders op wegen of in de velden. En die hoorden aan niemand toe. De meeste dezer dieren hadden dan ook weldra een nieuwen meester en een nieuw verblijf, -of vielen onder hamer- en bijlslagen van nieuwe slachters Sbkv, Saa, Srmj, Lsmvj, die alles naar eigen voorraadkamer overbrachten. Van Lsmvj zegt men dat hij gedurig met een bijl in de hand stond tegen dat zich een nieuw stuk wild vertoonde; van Saa, dat hij bij Mr.Smla geroepen werd om een gevonden zwijn af te werken, waarvoor hij als loon goed zou meegedeeld worden, en dit bij wete van police; van Srmj dat hij aan de spar een ronddolend rund in kuip of pot zou te slapen gelegd hebben. En de eerste wederkeerenden eventjes bemerkt hadden dat men hun kleederen of huisraad had geroofd, liepen zij spoedig van het een naar het ander ledig staand huis, en vonden daar doorgaans meer weer dan zij te huis vermisten. (1)
    Ik heb gehoord dat uwe geit ook al vroeg gaan loopen was : 3 of 4 dagen na de beschieting van Heyst heeft men mij gevraagd deel te nemen aan de smulpartij der geit die in Jos Van den Eynde’s put verdronken was. Aan die partij namen deel : Nmtvl, Smsl, Saa en zoon, Smkwa, Sam, Lkwvj, Lsmvj. Het was te doen bij den laatst genoemde.”
    (1) Men deelt ons verder mee, dat wanneer eenigen tijd later uit vrees voor eene huiszoeking, bezwaarlijke voorwerpen worden ingeleverd, zich schoone toeren hebben afgespeeld. Een persoon van P. had te Lier van de D. ook een paar fijne gele schoenen gekregen. Vrees voor onaangenaamheden deed hem die binnen dragen. ’s Anderendaags lag een briefje in die schoenen den naam dragende van den man, die ze als zijn eigendom had erkend, naam van een der meest gezaghebbende personen van het dorp. En toch bevestigt de inbrenger dat die schoenen van Lier zijn gekomen!
    Te Lier was het tentoonstelling van ingeleverde vervreemde rijwielen. Zekere Sak, die geen velo kwijt was geraakt, herkende daar toch in een der beste zijn eigendom. Een uur later had hij er 5 mededingers op bijgekregen, die sterker waren dan hij. Een vernuftigere gebuur van Sak herkende er in 2 oude stukken -bij het eene was het voorstel deel, bij het andere het achterste deel nog in goeden staat -zijne 2 ontvreemde rijwielen. Hij kreeg op die vodden geen enkele concurrent, en heeft aan die 2 vodden materiaal genoeg om één goeden velo in een te zetten. In ’t wederkeeren zegde Sak aan zijn gebuur : “Ik heb mij zelven gekuld met te gulzig te zijn; ik had moeten doen zoals gij.”

    13. ’t Is alsof stelen de order is van den dag : In Berlaer gaat men in vollen dag strunken halen; vier jonge kerels betrapt aan het afzagen van boomen, begonnen naar de eigenares te werpen als deze hen bedreigde. In den hof der zusters alhier heeft men verleden nacht een deel witloof uit de groeve gehaald. Op Melkauwen is een zwijn gestolen.
    Men zegt dat Jef van de wwe. De Cuyper van Kuilenburg, die van verre was gaan zien naar het opmaken van het graf van den D. off. nabij hun huis, door de D. bemerkt en opgeeischt werd om te helpen aan dat proper werk.

    14. Allerlei tegen elkander strijdende geruchten doen de ronde : In Lier zou de ZEH. Deken gezegd hebben, dat de lieden hunne woningen gerust mogen opbouwen. In Itegem is een bediende van ’t Amer. Gezantschap komen vragen of de D. hunne opeischingen betaalden; zoo neen zou hij er voor helpen zorgen. In Heyst zou zoo een zelfde persoon verbod gedaan hebben opgeeischte, niet betaalde voedingsmiddelen te verzenden. Het magazijn van koloniale waren der gebroeders Heylen zou, dank aan bemiddeling van denzelfden gezant den 15e dezer, dus morgen heropend worden.
    Er is hier verleden Dinsdag inderdaad een auto, met Amerikaansch vlagje op, gepasseerd.

    Bl.53.

    Maar tegenover die geruststellende nieuwsjes komen : aanhoudend en luid kanongebulder -onze ruiten rammelen erdoor -in de richting van Duffel, en het verhaal dat de Engelschen door Nederland in aantocht zijn; het schrijven van Fr. Op de Beeck en van andere soldaten aan het front dat hunne nabestaanden aanraadt in Nederland te blijven of te gaan verblijven; het bericht dat de D. familiën Antwerpen hebben verlaten; het aangeplakt bericht dat er geene voedings- en voederstoffen meer uit de gemeente mogen gevoerd worden, op D. bevel, en meer dergelijke geruchten, andermaal angst onder de bevolking verspreiden.

    15. Ongeveer 30 karren aardappelen en meerdere karren stroo worden door Berlaersche boeren ter statie van Heyst gevoerd; deze voorraad door de D. opgeëischt, wordt, zegt men, met bons betaald. Van Heyst wederkeerende voerlieden vertellen dat een D. soldaat zich in de statie onder een aanstoomende trein wierp en liet vermorzelen (rond 9.30u.), waarschijnlijk omdat hij met de heden te Heyst verblijvende krijgers de aanstaande week naar het front moet terugkeeren.
    De Heer dd. Burgemeester laat ons verzoeken aan de kinderen in de school te zeggen, dat morgen om 11u. 100 liter petrol. tegen 0,35 fr. den lit. door de inwoners van Berlaer -met slechts 1 lit. per gezin, zullen te krijgen zijn, op de schoolkoer.
    Vrouw Aug. Op de Beeck uit Holland overgekomen, deelt ons ’t een en ander mee : -1-Haar zoon Frans heeft eens 10 dag. lang aan den strijd deel genomen, is niet gekwetst geweest en op dit oogenblik uiterst welvarend. -2-Men krijgt geen pas meer om de grens te overschrijden en dit wordt zeer gevaarlijk. Daarom doet men best de hulp van grensbewoners in te roepen om langs binnenwegen in en uit te gaan. Binnen de 500 m. mogen de soldaten bij wederspannigheid van overtreders, na de gebruikelijke sommatie schieten; zoo werd verleden week een 22 jarig meisje van Hoogstraten neergeschoten. Nu schijnt men omtrent die plaats zoo streng niet meer. De grens is daar niet met draad, zooals bij de groote banen, afgesloten; maar de brugjes over de brede grensgrachten zijn door de D. weggenomen. Tusschen 18 en 19 u., tijdens het souper der wachten, heeft men de beste kans tot overkomen; ook ’s nachts schijnen de wachten meest binnen te blijven. De staande wachten zijn meest vervangen door patrouilles. Met smokkelaars kan men ’s nachts ook door geraken. -2-In “Zijnderts Dagblad” heb ik alzoo gelezen : “Uit goede bron vernemen wij, dat naar mededeeling van hooge D. overheden, de D. de strijdlinie van den IJzer zullen verlaten, gezien het nadeelig terrein, en 200.000 man naar Antwerpen zullen trekken om daar tot den laatsten weerstand te bieden. Het volk zal bij uiterst gevaar gewaarschuwd worden. Gebeurt zulks, gaat dit blad voort, dan verwachten wij een nieuwen stroom van vluchtelingen; laten wij maatregelen nemen om hen als de 1e maal ook een 2e keer te ontvangen. -3-Verleden Maandag hing te Antwerpen een bericht aangeplakt, de D. verzoekende de stad te verlaten. -4-Op Lammerenberg tegenover het fort van Broechem, hebben de D. diepe sterke (gebetonneerde) schansen aangelegd.
    Met vrouw Op de Beeck verlangen mee naar Holland te gaan Jos. Mariën – Salvo en Frans Mariën – Goris met hunne gezinnen, maar zij houdt niet van zulk groot gezelschap. Mathilde zal in onze plaats naar Vlissingen en Roermond schrijven en daar het adres van broeder Victor opgeven.

    16. Dagelijks rijden hier auto’s met D. voorbij, heen en weer. Om 11.30 u. passeert weer een prachtig voertuig met een half dozijn officieren in de richting van Aerschot; ’t is reeds de 3e auto.-Niet op ’t speelhof der school, maar bij Leon. Aerts wordt petrolie verkocht aan 0,35 fr. den liter. – 15.30 u. Bij het einde der klas geven Alf. en Aug. Mariën (zoons v. Jos. en Marie Salvo) en Jules, (zoon van Frans Mariën en Joan. Goris) hun schoolgerief af, en zullen morgen mee naar Holland vertrekken. -In ’t vooruitzicht op gebeurlijke vlucht maken wij plaatsen gereed tot het bergen van kleederen, archieven en verzameling.

    17. Aloïs Van den Broeck vertelt ons, dat de D. verleden Woensdag bij den heer Burgemeester van Itegem, in diens afwezigheid, al den wijn zijn komen opladen. In den morgen buldert ’t kanon hevig in W-richting.
    En Schriekenaar Fr. Uiterh. komt ons verzoeken een geschil te slechten tusschen 2 geburen die ’t gebruik van moeders boterkern aan elkander betwisten !!!
    Ingevolge het stijgen der graanprijzen en ’t op rantsoen stellen der bevolking, neemt smokkelen en wegbergen toe; eveneens de afhouding op het malen die tot 8 en 9 % beloopt. Men zegt dat de werkhuizen Persoons te Thildonk rolhandmolens leveren, die 60 kg meel per uur geven, tegen den prijs van 100 fr.
    Gisteren kwamen bij moeders huis te Schr. twee jongelingen aan uit Lier, die over de haag klommen, langs de achterdeur meenden binnen te geraken, maar daarin niet gelukkende, in het hoenderkweekhok gingen en de deur sloten. Toen de dichtste gebuur hun vroeg wat ze daar kwamen doen of zoeken, antwoordden zij, dat broeder Isidoor hun gezegd had dat er spek in vermeld hok bedolven was, en zij dit kwamen halen. Wanneer zij vernamen, dat de vogel was gaan vliegen, dropen zij af!

    18. Marcel Serneels, een onzer leerlingen van Werft (Heyst), weet te vertellen dat D.

    Bl.54.

    soldaten het lijk van hunnen verongelukten makker (zelfmoordenaar) hebben begraven. Rouwfloers over de D. driekleur bedekte de lijkkist. De overste heeft fel geweend, zegt M., maar meest denken de menschen, omdat hij toekomenden Donderdag met zijne mannen naar de IJzer moet!
    12 u. Mr. Gustaaf Drijvers komt binnen. Hij verblijft met vrouw en 4 kinderen bij Mr. Van der Borcht op Grasheide! Met de familie is ’t goed. Vrouw en kinderen zijn gezond, en zijn schoonbroeder Jef heeft verleden week nog geschreven : “Na zoolang in ’t vuur geweest te zijn, denken wij, mijn kameraad en ik, dat er voor ons niet veel gevaar meer is, en hopen wij en zijn wij zeker mee ter overwinning te gaan.” Men heeft hem meermaals willen bevorderen, maar hij heeft telkens voor die eer bedankt. De woning en drukkerij van Mr. Drijvers liggen in asch; de schade werd op 31.000 fr. geschat. De dorpskom van Werchter is erg verwoest, maar bleef toch recht. Zij is 3 maal beschoten en genomen geweest : den 19 Aug. door de D., later door de Belgen, en nog later weer door den vijand. Al wat afgebrand is, werd aangestoken. Eigenlijke strijd heeft in Werchter niet plaats gehad, gevolg van zijne strategische ligging aan de rivieren. Geen van de beide strijdende partijen heeft zich in of rond de dorpskom gewaagd, ofschoon door aanvallers en verdedigers 6 bruggen over de rivieren werden geworpen. Bij de 3 bombardementen zijn meer dan 100 bommen op de kerk, die wellicht tot mikpunt diende, te recht gekomen; evenwel is zij niet in vlammen opgegaan. -19 burgers, waaronder 2 van meer dan 70 j. werden gevangen genomen, en zoo men meende tot wegvoering naar Duitschland, Leuvenwaarts geleid, de handen op den rug gebonden. Pas over de Dijlebrug stelde men hen gerust met te zeggen dat er hun geen kwaad zou geschieden, maar pas op den grond van Rotselaer, bracht men nr 6 een weinig zijwaarts van de baan achter een boschje, fusilleerde hem en bedolf hunne lijken in éénen kuil. Iedereen dacht dat zij in Duitschland verbleven. Een bloot toeval deed later hunne lijken ontdekken.
    Van de barbaarschheid en wreedheid, van de wildemansstreken dier beschaafde D. kan men zich geen denkbeeld geven : Ooggetuigen verklaren dat soldaten hoenders levend en kop afwrongen en het gulpende bloed met lust inzwolgen, -van levende zwijnen het achterste gestel – de hespen – afhieuwen en sneden, zonder zich de moeite te geven de dieren eerst te dooden of te bedwelmen; en wat ze aan eer- en zedeloosheid bedreven, gaat alle gedacht te boven. En al die tooneelen van walg en afschuw schenen niet slechts goedgekeurd door de oversten, -maar aangemoedigd en ingegeven door een zeer jongen officier, voor welken al de overige buitengewone en overdreven achting schenen te hebben, van waar de veronderstelling dat het de jongste zoon des keizers kon wezen.
    Mr. Drijvers heeft heden vernomen, dat D. in Putte alle koper opeischen.

    19. Verleden Zondag ontmoetten 2 D, van welke een per fiets en de andere te voet, op Gangelberg, 6 of 7 jongelingen per velo, en bevolen hun te stoppen; zij onderzochten den staat der rijwielen en … de krijger te voet hield de beste voor zich! Jos De Cuyper, eveneens per velo, werd ook door de D. nagezet, maar wist te ontkomen door bij Alf. Docx te vluchten. - In den nacht van Zaterdag op Zondag heeft men bij de wwe. Spits een vet zwijn gestolen, en verleden nacht zijn zwijnendieven bij de wwe. Van Herck door haar zoon , August, betrapt aan ’t breken, doch kunnen vluchten. Ook Louis Laureys heeft er twee aan zijn hok verjaagd. – Den ganschen dag door heeft gebuur Sbkv hout gekloven – 21-23 u. Op het veld der wwe Smets naast onzen tuin zijn ten minste twee groepen nachtridders bezig strunken te vellen. Er wordt gezaagd, gekapt, gefluisterd. Een persoon met helder lantaarnlicht komt uit de richting van Jos. Winkelmans en doet alle gezucht en beweging ophouden. Nauw is ’t licht eenige stappen voorbij, of het leven herbegint met meer hevigheid : een handzaag snort door ’t hout tegen den grond; een kortzaag, te oordeelen naar den metaalachtigen klank krast wat verder; twee mannen met aan schok en gekraak te hooren zwaar geladen kruiwagen, richten zich, voor den schijn door van lamplicht bij de wwe Vertommen, naar den steenweg. Een zware strunk ploft neer met doffen slag; tusschen gefluister mengt zich twee, driemaal eene vrouwestem. Men steelt niet meer uit noodzakelijkheid; men rooft uit schraap- en hebzucht, om zolder vol te klampen en mijten te zetten met beste brand- en zelfs geriefhout.

    20. 7 u. De bijl van Sbkv weerklinkt reeds bij ’t aanbreken des dags. Den kleinen Jos. Van Egdom, al pratend met kameraadjes door de schooldreef trekkend, hooren wij zeggen : “Saj en Kbdoj hebben gisteren avond ginder in de dreef een beuken boom afgezaagd en het stuk in den grond met slijk bedekt, ik heb dat gezien” -Nauw. E. vertelt ons : “de meisjes van Sbkv hebben heden morgen aan Xdm verteld, dat zij (vader en zoons) op het veld van Wwe. Smets strunken mogen afdoen, waarop Xdm hun vroeg : “Indien gulie dat moogt doen, waarom haalt gij ze dan niet over dag in plaats van ’s nachts?” -10 u. Onze ll. Marcel Serneels : “De broeder van onzen pastoor (parochie van ’t Kruispunt) is gisteren op de pastorij geweest en heeft verteld dat de D. te Mol eene nieuwe brug over de vaart hadden gelegd; de 1e trein die er over reed deed de brug breken, viel in ’t water en eenige soldaten verdronken.”
    Bij de wwe Vermeulen op Melcauwen zouden de D. de koperen gewichten in den winkel opgeeischt hebben.-11.15 u. De zoon van Sbkv draagt eene bijl naar het dorp toe, zonder twijfel naar Saj schoonzoon en – broeder, om den beuk uit de schooldreef klein te maken.

    21. 8 u. Uitverkoop van bloem in de Gildezaal : Wij krijgen slechts 2 kg.(in stede van 5 kg. zoals eerst aangekondigd was), tegen 0,44fr. per kil.

    Bl.55.

    Nu ’t rantsoen zoo klein is, gaan wij beproeven zelf bakker te spelen. Onze gedienstige gebuur, Jan Verelst, gaat met eigen zak 40-50 kg. rogge bij maalder Ed. Swartenbroeck laten malen. Sprekend over dieften, zegt Leop. Winkelmans dat Skv en Sml wijn hebben weggehaald, die nog verborgen zat in den kelder der afgebrande pastorij, stoelen en eenige andere meubelen heeft hij zelf uit den kelder gehaald om die ook niet te laten stelen.
    D. zouden vandaag op ronde geweest zijn om okkernoteboomen op te zoeken en op te eischen. Naar Schriek ter bewaking van ’t huis van moeder en broeder. Op terugkeer ontmoeten we rond 21 u. op Beersel-Dries, (400-500 m. van het buurtspoor op den steenweg naar B-Heikant toe) vier mannen, die eene gevlekte koei voortdrijven en zich achter elkaar schijnen te verbergen. Die nachtelijke tocht doet ons veronderstellen, dat er met dit dier iets niet in den haak zit.

    22. Onze ll. weten te vertellen : dat Mar., dochter van Jos. Vervloet, zonder voorzien te zijn van een pas, gisteren eene vracht aardappelen naar haren gebuur F. Vekemans wilde voeren, maar aan de schuif op den steenweg naar Itegem door de D. wachten werd teruggezonden, en slechts met de kar mocht passeeren nadat zij naar Heyst het vereischte stuk (prijs 2,50 fr) was gaan halen. Dat de schuif aan vermelden doorgang vandaag weer is vastgenageld; -dat gisteren in klaren dag Nmtvb, Svgl en Savc op het land van Gom. Mariën, door hem zelven betrapt aan ’t afzagen van hout, hem hebben aangevallen en zijn stok ontnomen, -dat Gommer des niettegenstaande een hem ontroofden strunk bij Svgl is gaan terughalen.
    Volgens mededeeling van E.H.Ond. aan Jul. Nauwelaerts zouden de D. deze laatste dagen vooruitgegaan zijn.
    We vernemen nog : 1 dat de E.H.Pastoor van ’t Kruispunt in zijn sermoen verleden zondag zou gezegd hebben: “ Wij zijn Belgen en zullen Belgen blijven”, waarop 6 of 7 aanwezige D. soldaten onmiddellijk de kerk verlieten. -2 Dat eene vrouw van Putte haren in Duitschland krijgsgevangen man is gaan bezoeken en den toestand daar allertreurigst heeft bevonden. Aan de grens moest zij alle pakkage afgeven. D. soldaten moesten haar tegen tegen de woede van D. vrouwen, aan welke men wijsgemaakt had dat B. vrouwen hunne mans alhier hadden vergiftigd – beschermen en aan een onderkomen helpen; slechts enkele minuten had zij met haren man mogen spreken en dit onder het oog van een ouden D. soldaat. De geïnterneerden verkeeren er in ellendigen toestand en lijden gebrek aan eetbaar en voldoend voedsel, aan reiniging en onderhoudszorgen. Haar man was zoodanig vervallen en als verwilderd door niet meer geschoren te worden, dat zij hem bijna niet meer erkende. Ook kloeg hij bitter over slechte behandeling. Slechts een soldaat toonde zijn medelijden met haar en was tot tranen bewogen, terwijl hij voor haar nachtverblijf opzocht.
    3. Dat ten gevolge van een diefstal van aardappelen, door den hr. Dd. Burgemeester vergezeld van D. soldaten, eene huiszoeking bij Jos. Mariën-Salvo is komen doen, en daar meer aardappelen heeft ontdekt – nadat er reeds eenige zakken van verkocht waren – dan hij er van eigen gewin kon hebben, en de dader uit vrees voor de gevolgen in tijds de plaat heeft gepoetst met naar Holland te vluchten. In een des nachts uitgeplunderden aardappelkuil zou men het getuigschrift van persoonlijkheid van Ssa gevonden hebben; Ssl eveneens medeplichtig, zou reeds sedert eenige dagen verdwenen zijn. -4. Dat de zolder van Saa onder ’t gewicht van het opgestapeld hout greigt in te storten, als getuigen daarvan zou Nsvf en geburen optreden. De eene dief benijdt den andere.

    23. Vrouw Louis Bastaens uit de Laterlei (Heyst) komt ons verzoeken het volgend adres : “Fr. Bastaens, soldat, train blindé de campagne, attaché au quartier général de l’armée belge” haar door den heer Vrederechter van Heyst ter hand gesteld, op een briefomslag te willen schrijven, teneinde aan haren zoon een brief te sturen. Zij deelt ons mee, dat een harer geburen, Srml, die bij het begin des oorlogs slechts 4 verkens had, er na terugkeer van de vlucht 9 had, en van die 5 gevonden of gekregen aan enkele familieleden er een heeft van gegeeven; -dat haar man die met bezems en aardappelen veel met den nacht op de baan is geweest, Sbkv menigmaal en op verschillende plaatsen heeft ontmoet, -en dacht dat zijn jacht maken op wild bij dag, meer diende om ander gerief dan wild op te sporen.
    Karel Gepts zegt ons dat, verleden Woensdag, een D. vergezeld van den veldwachter van Beersel, op Steenbeek op rondte is geweest om de notelaars op te eischen. De D. met een bijltje in de hand trok recht op eenen notelaar af van Louis Gepts, klopte er eens tegen en zegde: “ Niet guth mer “ en trok voort naar dien van Louis Vekemans, waar na den klop “ guth “ volgde. Daarop moest de veldwachter Louis roepen. Intusschen merkte de D. den boom met nr. 12, in verf, en zegde aan Louis : “ Ge zult dien boom uitkappen, aan de takken en het onderste deel afzagen, op het gezaagde van ieder eind nr. 12 zetten in verf, en hem Zaterdag ek. te Beersel op de losplaats van den tram brengen.” Louis deed hem tot 2maal toe opmerken, dat die boom hem niet toebehoorde, maar de D. zegde hem telkens : “gij zijt meester van dien boom, gij moet hem leveren.” Louis kreeg van zijn eigenaar toelating. Toen heden voormiddag op het bepaalde uur den boom geleverd werd, was op den Dries niemand of niets te zien.- De opgeeischte boomen zouden betaald worden tegen 40 fr. den m³, de helft der waarde zoo het schijnt. Vandaag was een politiebeambte

    Bl.56.

    van Itegem met een D. voor datzelfde werk op Heesten. Op dat gehucht alleen zegt Kar. Gepts laten de pachters wel een heel boerderij liggen : Aug. Thijs zit in Duitschland en zijn vrouw is met haar kinderen niet in staat de pachterij te bestieren ; de eene is nog op de vlucht, de andere is in ’t leger; een derde is van zijn land afgesloten; een andere waagt het niet nog veel kosten van bemesting en bewerking in het land te steken. Spreker heden morgen met gespan op weg om zijn land op Heesten te gaan bewerken, is wegens gesloten schuif moeten terugkeeren.

    24. Uitstap naar Haacht en Kampenhout-Sas, over Beerzel, Grashei, Keerbergen. In dit laatste dorp bemerken wij de eerste sporen van den strijd. De Ngevel van de tweewoonst der gemeenteschool en van nabije woningen zijn door uitwerksel van geweervuur beschadigd; in den Zgevel van ’t gemeentelokaal en van eene woning tegenover de Zusterschool zijn openingen (schietgaten) gekapt. Van hier zien wij dorpwaarts geene verwoesting. In grachten en kanten langs de baan liggen gewone overblijfselen : conservendoozen, lompen van soldatenkleederen, stukken van ransels, shako’s, schoenen, flesschen, verteerd hooi en stroo, gekiemde haver, enz. enz. Hier en daar, vooral aan den draai der baan, duiden ondiepe kuilen de plaats aan, waar kanons zijn opgesteld geweest. Op ongeveer 150 m. voor den handwijzer -draai van den steenweg waar een aarden baan links door de bosschen naar Keerb.Heikant, en een andere naar Tremeloo afslaat, liggen 13 versch bewerkte graven en een half geopende kuil. Men zegt ons dat er tot op heden hier in den omstrek (op Keerbergschen grond) 22 lijken van gesneuvelde vaderlanders zijn ontdekt, namelijk 4 van artilleristen, de overige van soldaten van het 11e linieregiment. 13 lijken werden naar deze plaats overgebracht (hoog gelegen boschgrond), waar mettertijd vermoedelijk het kerkhof zal aangelegd worden.

    Op her kerkhof van Keerbergen hebben de D. enkelen hunner gesneuvelden bedolven. Op de Hansbrug is de eerste (ook kleinste) huis links, recht gebleven en reeds hersteld. Al de andere woningen, brouwerij (over 50 j. stoombloemmolen) inbegrepen, en de gebouwen over de brug zijn uitgebrand of liggen in puin. De N.hoek van het brouwerijgebouw staat erg beschadigd nog recht, schijnt voorloopig hersteld en bewoond. De ijzeren wanden en poutrelles der zoo schoone brug steken aan beide zijden van den steenen dam, deels boven het water uit. De in ’t midden doorgezakte en zijwaarts afhellende schoot der brug, is met sparren en ruwe dennen boomstammen onderschoord en vastgehecht. Slechts licht geladen gespan kan het wagen er over te rijden. Daar zien we even een voerman afstijgen en voorzichtigheidshalve zijn paard bij den toom ’t waggelend gevaarte over de geweldig stroomende, diepe rivier heenleiden. Over de brug rechts zijn 3 of 4 woningen afgebrand. Tusschen de 2 eerste huizen duiden 2 dwars over elkander gebonden stukken hout het graf van een soldaat aan. Het volgend -3e gebouw- rechts, een immer wel onderhouden pachthofje is afgestookt. ’t Kapelleken ernaast staat nog recht. Daar ligt het dorp van Haacht voor ons. De toren en de kerk, die alle hooge dorpsgebouwen beheerschten, zijn verdwenen; de puntige zijkoorgevels steken boven het omliggende uit. De eerste woningen tegen de dorpskom rechts liggen in gruis. Alle muren (der verdere huizen) die uitzicht hebben op de Hansbrug, zijn fel beschadigd door geweer en kanonvuur. Wij begeven ons ter hoogmis om 9.30 u. De kerkelijke diensten geschieden in ’t schoollokaal der Eerw. Zusters. Het volk -zo jong als bedaagd- dat zich ter mis begeeft, ziet er neergedrukt uit en spoedt zich, zonder schier iets te zeggen, voort. Door de voorpoort gaan wij met andere lieden door eene deur van den hooge achtersten vleugel het gebouw binnen. De 1e plaats -eene klas- is met geloovigen gevuld; voor eene tafel staat een bejaarde priester, zonder twijfel, de EH.Pastoor, te bidden. Na 3-4 min. trekt hij den kazuifel aan en begeeft zich door een geopende deur in de naastgelegen klas, waar gebel en harmoniumspel het begin der mis aankondigt, die 2e klas zit eveneens proppensvol. De kerkzang wordt wel uitgevoerd. Na ’t evangelie worden de wekelijksche diensten (missen) afgeroepen, voorlezing gehouden van een herderl. brief des Cardinaals, en verdere mededeelingen gedaan, o.a. “morgen om 1 u. zal de gewone wekel. uitverkoop van bloem plaats hebben”. Stilte, eerbied, ingetogenheid, op straat reeds bemerkt bereikt hier hare volheid. Het huis Gods verwoest en in puin, maar de geloovigen met hunner herder elders vereenigd, in dezelfde gevoelens van godsvrucht en plichtbetrachting, doet ons denken aan de godsdienstoefeningen in ’t geheim, uit den “besloten tijd”. De kleederdracht echter, vooral die der vrouwen, stemt met de houding, met gebaren en verder verkeer niet wel overeen, maar ’t was eens mode en het bestaande dient toch gedragen en versleten zoals het is. Na de mis statiewaarts. De muren en eenige pilaren der kerk zijn recht gebleven, doch het hoge steenwerk des torens ligt in reusachtige blokken uit een, en wanordelijk dooreengeslingerd. De D. zegt men ons, hebben den toren opgeblazen. De huizen onder den toren en anderen rond het dorpsplein, vooral die op de hoeken der uitwegen naar de statie, naar Wespelaar en Werchter, zijn de prooi der vlammen geworden. De statiestraat is omtrent gansch gespaard gebleven. Statiewaarts buiten de dorpskom begint de verwoesting voor goed. De woningen tegenover den gewezen stoommolen van Louis De Veuster zijn doorschoten en heel bouwvallig. In den Z gevel der woning van Dr. Goossens is een groot gat toegemetseld; de windmolen links ligt in asch. De prachtige villa, eenige stappen verder, in 1913 gebouwd, ligt gansch uit-

    Bl.57.

    gebrand, den Z. muur op meerdere plaatsen doorboord. Wat verder rechts achter een tuin tegen een zijpad eenige graven. Op ongeveer 200 m. voor de statie ligt in de gracht tegen het buurtspoor het ijzeren geraamte van een omgeworpen, verbranden tramwagen, schier alle telefoonpalen liggen afgezaagd of omgehouwen, wijl ze allen doorgang verhinderen; verbrijzelde potten, haken, draad langs den weg of in de gracht. Eenige stappen verder, op misschien 100 m. van de baan rechts in de weide bemerken wij bij eenig struikgewas een in schijn jonge heer en twee in grooten rouw gehulde damen of juffers met een jong kind, die daar staan te mijmeren. Bidden of wenen ze misschien bij het graf van iemand die hun duurbaar is?
    Een landbouwer die ons vervoegd heeft zegt ons dat de grootste verwoesting in deze streek veroorzaakt werd bij den 3e inval der D., die uitgelokt werd door herhaalde plaagaanvallen van ’t Belgisch leger, dat van Antwerpen was uitgetrokken. “Die 3e inval, zegt onze man, op eenen Vrijdag namiddag, richtte plots en met de meeste woede de verwoesting aan, welke gij hier ziet. Mijn broeder, zoo spreekt hij voort, die het eerste afgebrand huis, juist over dezen kant der Hansbrug bewoonde, werd met veel anderen gevangen genomen en naar Duitschland gestuurd van waar hij nog niet is teruggekeerd. Zijne woning met den heelen inboel in brandde af, runders en paard liggen tot heden onder de puinen bedolven”. Het statie- en omtrent alle gebouwen N.waarts van den spoorweg liggen afgebrand. Twee D. wachten vragen den pas te zien van alle geleiders van gespan bij den overtocht van den spoorweg. De meeste huizen Z.waarts van den spoorweg schijnen van buiten weinig geleden te hebben ofschoon in de binnenvertrekken spiegels en andere meubelen en voorwerpen gebarsten of stuk gesprongen zijn. De groote fabriek -melkerij en brouwerij- heeft schijnbaar niet veel geleden. De woningen tusschen de statie en den steenweg Boortmeerbeek-Werchter zijn min of meer beschadigd maar niet vernield. Doch van af dit punt tot over Kampenhout-sas heeft een vreselijke strijd gewoed. Geen huis tegen of zelfs op grooten afstand van die baan of het is in vlammen opgegaan of afgeschoten. Eenige fruitbomen of een puinhoop duidt zoovele plekken aan, waar voor 6 maand een welvarend gezin, in eene nette en gerieflijke landelijke woning, te midden van een stuk vruchtbaren akkergrond, een rustig en gelukkig leven leidde. Een breede en diepe loopgracht doorsnijdt de vlakte van O. naar W. De boomen op den boord des steenwegs dragen tallooze kogelen in hunnen stam, of zijn verscheurd, versplinterd of afgewrongen door granaten uit het kanon; een overvloedige bui van staal en lood heeft alles weggemaaid of doorboord. Op geringen afstand van den Leuvensche steenweg op een veld links van de baan het graf van een aantal dapperen. Op den grachtkant van den grooten steenweg naar Mechelen, enkele meters van het buurtspoor een houten kruisje waarop eene klak hangt, wellicht het graf van een verdwaalden vluchteling, die hier, alvorens te sterven, ooggetuige is geweest van dit gruwelijk tooneel. Al de gebouwen aan het Sas zijn afgebrand of verwoest, behalve de herberg op den hoek tusschen de steenwegen naar Mechelen en Haecht, en de 1e herberg over de brug naar Leuven toe, die wel wat verwoest is geweest, maar reeds hersteld en bewoond is. Wat men ons te Brugge vertelde over het begraven van honderden lijken op het veld tusschen de Leuv. en Brusselschen steenweg (links) is gansch onwaar : slechts enkele gesneuvelden zijn in den omtrek begraven, verzekert men ons. Op het veld voor de bosschage rechts zien wij slechts een graf. De kuilen, door bommen in den grond geslagen, zijn hier ook veel minder talrijk dan langsheen de Nethe te Duffel-Waelhem. In het bosch rond de Weisetterbeek zijn veel boomstammen en takken verscheurd en gebroken.
    Een toevallige reisgezel, die zegt de ontgraving van het lijk van den E.H.Pastoor van Bucken bijgewoond te hebben, verhaalt ons diens marteling en dood en wijst ons de plaats aan waar men hem doodgeschoten. Vrouw Van Craenenbroek -tramhalte te Relst- verhaalt ons dat haar man den 26 Aug. door de D. werd gevangen, zoogezegd om naar Duitschland gevoerd te worden, maar met wel anderen door en voor den vijand uit werd gedreven als beschutting tegen het Belgisch vuur, maar er toch eindelijk zou in gelukt zijn in Frankrijk te geraken waar hij nu nog zou verblijven naar getuigenis van anderen, want sinds zijn wegvoering heeft hij van hem geene tijding meer ontvangen; dat zij zelve niet is gevlucht maar zich eenige dagen in den kelder heeft verborgen gehouden; dat de kerk van Relst in brand is gestoken; dat buiten de vernieling langsheen den Leuvenschen steenweg slechts 1 huis in Relst in brand geschoten, één in Campenhout-dorp in brand is gestoken, wellicht omdat de D. daar kleederen van een aan ziekte overleden soldaat hadden ontdekt; dat de heer De Ridder, hoofdonder. nog altoos in Holland verblijft ofschoon zijn vrouw reeds te huis is geweest en dat de hr. Huysmans nu het werk der 3 klassen verricht.
    We keeren niet over Werchter en Tremeloo, maar langs den weg onzer heenreis terug. Door de statie van Haecht passeert een trein naar Mechelen toe waarop 3 zeer groote kanons gedeeltelijk onder deksel, en waaraan verscheidene wagens met deelen voor ijzeren bruggen. Zou men die over de IJzer of over de Engte van Calais gaan werpen!?!
    Onder de puinen van het laatste voor de brug afgebrand huis bemerken wij inderdaad de deels verkoolde lijken van runders, schier gansch bedolven onder stukken pannen, steengruis en puin.

    25. Vrouw Frans Schoeters deelt ons als nieuws, komende van hr Cassiers van Berlaer, mee, dat de 7e D. generaal, die aan de IJzer moest doorbreken, aldaar veel van zijn pluimen gelaten heeft.

    wordt vervolgd



    25-05-2020, 00:00 geschreven door Renic
    Reacties (0)
    24-05-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ons Oorlogsdagboek 1914-1919 (8)

    BV2

    Ons Oorlogsdagboek 1914-1919

    door Jan De Belser

    deel 8

    Bl.58.

    Kinderen van Melcauwen vertellen dat de grijzen die nu op Melcauwen aangekomen zijn, veel kwader zijn dan de vorigen, die ook zoo braaf niet waren als de daar nog vroeger liggenden, -en dat dit is heeft een vader gezegd, omdat de zwarte duiveltjes den rug hunner kameraden zoo uitgekuischt hebben aan de IJzer. -Vrouw Frans Nauwelaerts (Louise Goovaerts) voornemens aan haar krijgsgevangen man een pakje kleederen en andere benoodigdheden te sturen, komt ons verzoeken het volgend adres op een briefomslag en op een etiquette te willen schrijven : “ Frans Nauwelaerts, gefange, Kompanie 39, Landsturm-Bataillon, Stalbarakke 15, Münster-Lager, Duitschland. Eenige minuten later bezoek in ‘t zelfde verzoek vanwege vrouw Aug. Thijs van Heesten, Louis Vetters en vrouw Karel Mariën van den Heikant, en K. Hermans uit de Smidstraat (Slotje). De man der eerste, de zoons der 2 volgenden en de broeder van laatsgenoemde, allen burgerlijke gevangenen, zitten ter zelfde plaatse in Duitschland opgesloten.
    Aug Thijs, gefange, 1e Kompanie, Landsturm-Bataillon, Barakke 40, Soltau, Hannover, Duitschland.”
    Vrouw Thijs zegt, dat haar man, ondanks haar ontraden, bij den inval der D., uit nieuwsgierigheid toch eens wilde gaan kijken, maar … niet meer terugkeerde. Even zoo zijn de jonge gasten gevaren van de 3 andere hiervoren vernoemde personen. Zij is slechts 3 dagen op vlucht, en niet verder dan 20 minuten van huis geweest, namelijk tot bij Jac. Heremans in de Boschstraat; daaraan heeft zij ’t behoud van al haar vee te danken, behalve het paard, dat door de D. is meegenomen.
    Vrouw Kar. Mariën (Lieneken Verstraeten) vertelt haren terugkeer en tehuiskomst: “ Wanneer ik ’s Zondags na den val van Antwerpen te huis kwam, waren de D. aan ’t koken, en toen alles klaar was, werden wij aanzocht bij aan tafel te zitten. De volgende dagen hielpen zij mij aan alle huiswerk. En daar wij aan het aardappelschillen geene messen genoeg hadden, nam één D. het kapmes en daarmee draaide hij de patatten zoo gezwind en zuiver af als wij met het mes. In het huizeken van onzen gebuur Emiel Busschots was de slachterij ingericht. Wij zaten alzoo niet wijd van het vleesch, en dus niet slecht.”

    26. Kinderen van Beerzel weten te vertellen dat de persoon van Beerzel-Dries, die door de D. eerst naar Mechelen en daarna naar Duitschland gevoerd werd, eene koei, die de zijne niet was, verkocht had en dat ze te Putte reeds geslacht was, toen men ze meende terug te halen.
    Louis Bogaerts van de Boterhoef heeft ook moeilijkheden gehad met de D. Hij had hun verkens verkocht, welke zij niet op tijd kwamen halen of deden leveren. Toen hij ze daarop voort verkocht en dit aan de ooren der D. kwam, werd hij tot verhoor en onderzoek der zaak door 2 D. naar Heyst gehaald. Jos Truyts, schepene van Beersel, die de verkens gekocht had, ging het geval uitleggen aan de hr dd Burgemeester van Berlaer, die de zaak eindelijk klaar kreeg bij de D. oversten te Heyst, waarop L. Bogaerts naar huis mocht gaan.

    27. Er passeert hier nog alle dagen gerij uit afgelegen streken. Wij denken dat er veel smokkelgespan bij is. Heden voormiddag keeren 3 Limburgsche wagens, die eergisteren naar Antwerpen vertrokken waren, met eigenaardige vaten en andere voorwerpen geladen, huiswaarts. Op de sponde van een dier wagens staat het woord “motocarline”. Wij denken dat dit een deknaam kan zijn, want een der voerlieden zegt bij Jul. Nauwelaerts, onzen naaste gebuur en herbergier, waar de wagens weder stoppen, dat de jenever in de stokerijen zijner streek (St.Truiden), slechts 1,70 fr. den lit. kost tegen 2,70 fr. à 3 fr. alhier en te Antwerpen. Zoekt hij op die manier hier geene klandisie, -of zou hij, zoo onze veronderstelling ongegrond is, in het geheim bij een volgende reis b.v. onder andere vaten verdoken en mits eenige vergoeding hier niet een vat willen afleveren?

    28. Wij gaan, naar ’t voorbeeld van meerdere geburen, zelven brood bakken, de 1e maal van ons leven : Mar. kneedt en beslaat deeg tot 4 brooden, 2 van rogge- en 2 van tarwebloem, en ik stook den oven, ttz. onze cuisinière (ofte keukenkachel). Om 6.30 u. gaat het brood in den oven en om 8.30 u. komt het er tamelijk gelukt uit. Louis Bogaerts passeert hier weeral met 2 D. naar Heyst toe.
    20.15 u. Onze gebuur is nogmaals hout aan ’t binnenschuren. Hoever de kleptomanie van dat huisgezin gaat : Jul. Nauwelaerts zegt ons heden dat het jongste kind Mitje van vermelden gebuur bij hen verteld heeft, dat zij bij hen de kleine piano hebben, die zijn kleine Jos. (zoon van Jul.) als nieuwjaarsgeschenk van zijn peter gekregen had, -en dat haar vader gezegd had van die kapot te doen, omdat kleine Jos. te hard zou schreeuwen, als hij zijn piano bij hen zag!

    29. 11.30 u. Mr. Gust. Drijvers komt binnen. Volgens voorloopige schatting zou de oorlogsschade in Werchter 4 tot 5 millioen bedragen, -bij hr. Van Roost alleen, aan gebouwen, machinerie, graan, bier, enz. een half millioen. G. zal zoo gauw mogelijk zijn huis opbouwen met de drukkerij. Wij stellen hem voor het woonhuis van broeder Victor te betrekken; aanstaande familievergrooting belet hem dit aanbod aanstonds aan te nemen. G. deelt ons nog mee dat gisteren op ’t Goor verscheidene brieven van Belg. militairen, die in Frankrijk oa aan de IJzer verblijven zijn toegekomen.
    Leon Claes, wiens zoon in Holland met smokkelaars in betrekking staat, helpt ervoor zorgen dat die brieven op hunne bestemming komen. Volgens schrijven van de zoons (Emiel en Leonard) van Louis Meylemans, -brief gisteren aangekomen,- zouden broeders Aug. en Isid., die ons op … Oct. In Brugge verlieten, 15 uren boven der verblijfplaats (IJserfront?) der Meylemans, dus ook in Frankrijk verblijven. -Leonard Aerts zal trachten in Mechelen 4000 kg. Stroo te verkoopen.
    18u Wat aangename verrassing : bij ’t binnentreden wachten onze kinderen Rafken en Gaby, op het onverwacht uit Roermond overgekomen, op ons! Met Paula is ’t ginder opperbest, maar

    Bl.59.

    Mitt. zit sedert 14 dagen met gezwollen kaak en is min of meer onpasselijk, doch al wat aan de beterhand. Raf. en Gab. naar Buedel en Hamont gegaan om broeder Overste te bezoeken, zijn op dezen raad en met diens zuster Mathilde voort gereisd naar huis. Op weg zijn ze te Buedel in gesprek geweest met een geboren Bocholtenaar, die verscheidene jaren in Detroit gevestigd is. Ofschoon hij in Amerika beter op de hoogte is dan wij, van wat hier voorvalt, -door dagbladen, die eene uur na elk feit van eenig belang daarover ginder een trouw verhaal mededeelen, -en door de cinema die een dag nadien tot in de geringste bijzonderheid alles in beeld weergeeft, -o.m. afbeelding van de streek, van gebouwen, personen, wegen, opschriften van gebouwen, -zoowel dat men er van vroeger bekend zijnde, zich ter plaatse zelve zou wonen, -toch kan de gehechtheid aan zijn geboortegrond hem niet weerhouden op denzelven in dit treurig moment een blik te gaan werpen. Alhoewel van drie paspoorten, een Amerikaansche, een door den Belg. consul en door den D. consul afgeleverd in Holland, voorzien, durft hij het niet wagen onmiddellijk den voet over de grens te zetten.
    Om 7 u. met een soort oude postwagen uit Hamont vertrokken, werd de kleine reisgroep aan de brug te Neerpelt door 2 D. wachten gearreteerd, die den voerman oplegden voor de terugreis een pas voor gespan te vertoonen, en kwam zij rond 11 u. in Mol aan. Om 12.55 u. werd de reis per stoontram voortgezet naar Heyst. In Oosterloo kregen onze reizigers gezelschap aan een van Turnhout komend bejaarde D. soldaat, die in de Kempen bekend scheen, hun ’t een en ’t ander mededeelde over Lier en omstreken, die hem bescheiden zijn diensten aanbood en hielp om zonder last den wachten op den spoorweg te Heyst te passeeren.
    Verder deelen onze kinderen ons nog mee : dat er hun in St. Salvator een brief is toegekomen uit Foucarmont (Seine Inférieure, France) van broeders Is. en Aug. ; deze zijn blij vernomen te hebben, dat het met de familie goed gaat; zij zelven stellen het ook goed en zijn op dit oogenblik aan ’t werk op een pachthoeve, waar ze zeer goed behandeld worden (de moeder is weduwe, en de jongste harer zoons is onlangs naar het front geroepen). Zij vragen ons u, zoo mogelijk, te verzoeken alle werk te Schriek zoo goed mogelijk te regelen, maar geen graan te verkopen aan bedoelden persoon, en in Tremeloo te willen bekend maken, dat er bij den E.H.Pastoor van een naburig dorp (van Foucarmont), twee Vlaamsche jongetjes van 8 en 9 j. zijn aangeland, die in de vlucht van hunne ouders waren gescheiden geraakt; hun vader zou in dienst zijn op den tram Lier-Werchter.

    30. Om onze kinderen van het kortstondig bezoek aan nabestaanden en kennissen te doen profiteren en zich een gedacht te vormen over de verwoesting door den strijd in het omliggende, raden wij haar aan heden namiddag een uitstap te doen over Kon.Hoyckt (tot aan de kerk aldaar) naar O.L.V.Waver en aldaar eens aan te kloppen bij de zusters in de woonst van den E.H.Bestierder. morgen zullen we samen een uitstap doen naar het afgestookte Tremeloo.
    16 u. Men zegt dat een groot deel, misschien wel al de krijgsgevangen en weggevoerde burgers heden te Mechelen, Antwerpen en elders zijn aangekomen en zonder twijfel morgen te huis mogen verwacht worden. -17.30 u. Van hun uitstap terug en voldaan, zeggen onze kinderen : “Onze Hei mag van geluk spreken tegen andere dorpen; en van Waver’s Klooster kan men zich geen gedacht vormen”. In een stuk recht gebleven muur, heb ik de zwart gebrande deuropening gezien, door welke ik zoo menigmaal naar boven ben gegaan” zegt Gab. In de woning van den E.H.Directeur troffen wij maar eene zuster aan, die ons zegde dat Mère Adèle alleen te huis, maar op dit oogenblik afwezig was, doch rond 5 u. uit Mechelen zou aankomen. De overige mères verblijven in Engeland. -De woning van Mr. De Vreese, “de Veldbloem” is goed gespaard gebleven. Tusschen Waver en Putte zagen wij een graf, waarop de shako van een soldaat. Onderwege snorde ons een auto met D. voorbij en dat maakte ons nog griezelig. Tusschen Gangelberg en Kon.Hoyckt ontmoetten wij moeder Antonia met eene andere zuster, die van Lier kwamen en daar vernomen hadden, dat de Verbondenen gisteren of eergisteren 20.000 D. hadden gevangen genomen.
    Leon. Aerts betaalt ons voor geleverde aardappelen : (voor 157 bal.v. 50 kg. lange witte) 326,15 fr. (50 b.v. 56 kg. lange blauwe) 147,50 fr. -tot. 473,65 fr.
    De prijs der witte was dus 4,25 fr. en nu 7 fr. – de prijs der blauwe 6 fr. nu 7,50 fr.
    18.30 u. Leop. Winkelmans bezorgt ons een afdruksel van den omzendbrief v. Card. Mercier (door de D. opgeëischt) dit vanwege den E.H.Pastoor Van den Bosch.

    31. Na de vroegmis gehoord en ontbijt genomen te hebben, vertrekken wij (Rafk., Gab., Leop. Winkelmans en ik) langs de hooge brug, Beersel-berg, Munksbosschen naar Schriekstraat; de hond door gebuur verzorgd staat triestig te kijken. Na een oogslag geworpen te hebben op de verwoesting in de ledigstaande huizen van moeder (nog in Vlissingen), broeder (in Egmond aan Zee) en zuster (Vlissingen), stappen we voort naar Tremeloo. 12 u. Daar ‘t plots begint te sneeuwen wachten wij den tram van 12.25 u. naar Tremeloo. We hooren hier de lotgevallen verhalen van Jean (zoon van wijlen Gustaaf) De Veuster. Deze 16 j. knaap had per briefje aan een der Juf. Wouters te Mechelen, die naar Holland wilde wederkeeren, het reisplan aangeduid om op, door de D. verboden wijze, de grens te overschrijden. Juf. Wouters, die verleden Vrijdag te Heyst, zonder pas, den tram verliet, en den spoorweg niet over mocht, werd aan een anderen overweg door waakzame D. aangehouden en in bezit gevonden van een reisplan, onderteekend “Jean

    Bl.60.

    Gedwongen deed zij dien persoon komen, en Zaterdag morgen werd Jean door de D. naar Heyst gevoerd van waar zijne moeder alleen mocht huiswaarts keeren. Wanneer Jos. De Veuster, oom van Jean, dezen morgen zijn kozijn ging vinden, was deze al overgevoerd naar Antwerpen.
    Om 12.30 u. stopt de trein voor het weleer zoo sierlijke, nu afgebrande statiegebouw. Trambedienden die wij nopens de ouders der 2 in Frankrijk verdwaalde kinderen ondervragen, weten reeds van de familie, dat bedoelde kinderen bij een pastoor verblijven.
    Van de woningen in de nabijheid der buurtspoorwegstatie van aan ’t kapelleken op den draai van en tegen den steenweg naar Schriek zijn ongeveer de helft recht gebleven. Doch van aan vermeld kapelleken tot buiten het W.einde der dorpskom zijn niet in vlammen opgegaan : een laag huisje 70-80 m. voorbij het kapelleken rechts. De herberg tegenover de kerk(deur), echter zijn de muren, de zoldering en de meubelen in de herbergplaats roetzwart gebrand; wij kunnen niet begrijpen hoe dat gekomen is, de bewoners zeggen ons dat eene groote hoeveelheid stroo door de D. aangestoken in deze plaats niet tot volle ontvlammen is kunnen komen, doordien deuren vensters potdicht gesloten waren en alzoo door gebrek aan toevoer van lucht, vlam en vuur, die reeds de brandstof, de meubelen en heel den inboedel aangetast hadden, hebben doen stikken en uitdooven. De pastorij, waar naast een kleine afhankelijkheid in vlam is opgegaan. Een huis tegenover de gendarmerie, iets meer van de baan afgelegen dan de andere woningen. De kerk; een venster heeft echter al haar glas verloren, en 2 of 3 ramen, evenals de torenspil zijn fel beschadigd. Al de andere woningen en gebouwen der dorpskom liggen uitgebrand. De kale muren staan nog recht en dragen geen spoor van kanon- of geweervuur. Slechts aan de muren en ramen der kerk en boven de poort eener afhankelijkheid van het huis van den heer gemeentesecretaris zou men zeggen dat eene granaat ontploft is, van op openbaren weg gezien. Die bijzonderheid, alsmede de staat der besmeulde herberg aan de kerk bewijzen ten volle dat de 150-160 in Tremeloo afgebrande woningen, aangestoken en geenszins in brand geschoten zijn. Van aan de tramstatie, zijn, tegen den steenweg naar Schriek, ongeveer 1,5 kilom. ver, tot waar eene straat Owaarts naar Bael leidt, de 4/5 der huizen neergeblaakt; voorbij (Nwaarts van) dat is nog eene woning op grond van Tremeloo, en eene op dien van Schriek in vlammen opgegaan. Tot onderkomen hebben de beproefde lieden een bakhuis, een afdak tegen een stuk muur, een hok, een niet teenemaal ingestorte kelder, met daarbij soms een in den grond uitgegraven hol, die men met ruwe planken, met stroo of balen heeft dicht gemaakt, en waarboven men hier en daar eene rookende buis, den schoorsteen vervangend, ziet uitsteken.

    Februari 1. Heden voormiddag zijn de krijgsgevangen burgers uit Duitschland weergekeerd: August Thijs en zijn knecht Alf. Torfs (Heesten), Emiel Vetters en Alfons Mariën (Heikant), Lodewijk Hermans (Slotje, Smidstraat). Zij klagen niet over mishandeling en hebben, naar mededeeling der kinderen, zelfs al iets verdiend met het verstellen van zakken en balen.
    Het bewaken van het D. graf in de Bergstraat te Heyst is afgeloopen; bij het openen vond men niets dan afval van een zwijn!!!
    Het opeischen van notelaars is ook geschorst dank aan ‘t optreden van den Amer. Consul. Nadat er hier in den omtrek een dozijn geveld waren is er Vrijdag voormiddag ten gemeentehuize van Berlaer een bevel van staking toegekomen. Op de stopplaats van den tram op Beersel-Dries zouden een 7 tal boomstammen liggen.
    Frans Verret, een onzer ll. weet te vertellen, dat alle D. van Melcauwen en van Heyst moeten vertrekken en vervangen worden door lieden van 50-60 jarigen ouderdom; als straf tegen aanslag op deze bejaarde krijgers wordt het afbranden van het heele dorp aangekondigd.
    Om munt te slaan of om schrik onder het volk te verspreiden, zouden de D. zelven misdadiger spelen. Van in een boschje zou iemand bemerkt hebben dat een D. soldaat een telefoon- of telegraafdraad heeft doorgeknipt op den spoorweg Lier-Aerschot; te Heyst wordt beweerd dat de D. zelver het “eerbiedweerdig” graf hebben geschonden.
    17 u. Karel Gepts komt onze aanteekening “behoefte aan voeding” halen en de hr. Notaris dd. Burgemeester, brengt ons een pak druksels “Bericht over uitverkoop van tarwemeel door ’t Steunkomiteit” ter uitdeeling in de school. Daaruit blijkt dat er voor iederen persoon boven de 2 j., wekelijks ongeveer 1 kg. meel beschikt Wordt tegen 0,42 fr.; 100 kg. meel zouden 125 broodjes van 1 kg. leveren.
    Moeder Antonia (zusters ondse.) komt vragen brieven naar Holland door onze kinderen te laten meenemen. Om wille van het gevaar kunnen wij dat verzoek niet inwilligen.
    Heden zijn onze kinderen met Marie naar Wiekevorst vertrokken.

    2. Naar Schriek om over moeders graan en stroo te beslissen. Koperen mortier weergevonden. We vernemen dat de D. te Heyst in de kleederen van Juf. Wouters voor 2000 fr. waarde genaaid vonden; deze wilde haren vader in Frankrijk, via Holland-Engeland, gaan vervoegen. -16.30 u. Naar Wiekevorst; afscheid van kinderen, aanbeveling : correspond. onderhouden met wie het mogelijk is.

    3. De hr Van de Velde, Staatslandbouwkundige brengt ons bezoek; hij heeft vernomen dat mère Ignace van Waver te Antw. in de Begijnstr. zit om brieven in haar kappeke te hebben meegedragen naar het buitenland. Mr Leenaerts van Berlaer komt ons vragen het aantal personen

    Bl.61.

    van Berlaer op onze parochie wonende : a) onder de 2 j., b) van 2 tot 7 j., c) totaal der bevolking. Voor wat de opgave van het getal stukken vee betreft, zegt hij, zijn de opgaven, vermoedelijk uit vrees voor opeisching door de D., ver beneden de werkelijkheid gedaan; nu klagen de boeren over gebrek aan voederstoffen, en begrijpen dat ze zich zelven hebben bedrogen.
    Een persoon uit Lier komt ons in naam van het gemeentebestuur van Schriek verzoeken, de door Victor te Lier achtergelaten registers en papieren in te pakken en over te zenden tot in regelbrengen der gemeentecomptabiliteit. Over de verwoesting van Lier sprekend, zegt hij, dat in die stad verscheidene huizen in brand zijn gestoken nadat zij reeds gevallen was, o.a. de wel geklandeerde beenhouwerij op de Groote Merkt schuins tegenover het stadhuis, zoo gezegd wordt om de sporen van diefstal te doen verdwijnen.
    Frans Aerts –Gijsemans deelt ons mee dat zijn broer Leonard, met Frans Van Kelst, Vict. Slaets, Jos. Huybrechts en anderen geïnterneerd is in ’t kamp van Harderwijk (Holland), dat zijn broeder Medard voor ’t gevangen nemen van 3 D. gedecoreerd en tot onderofficier bevorderd is. Zoo ’t schijnt zijn er onder de soldaten onzer huidige bezetting veel verminkten.

    4. Op weg naar Lier ontmoeten wij onzen oud ll. Jos. Van Loon. Hij zegt vernomen te hebben dat de strijd zich meer Zwaarts verplaatst; ’t verminderen of zwijgen van kanongebulder zou dit bevestigen. Te Kon.Hoyckt deelt Jos. Canis ons mee, dat zijn schoonbroeder Mr. Van Dijck, rustend ondr. ter plaatse, tijdens zijn vlucht in Engeland is overleden aan de gevolgen van kanker in de keel (door bovenmatig rooken?)
    Het lijk van den D. op het veld tegen de losplaats van ’t buurtspoor te Kon.Hoyckt is in den Z.O. hoek (in den houtkant) herbegraven; op ’t kruis leest men : “Er starb den heldentod. Hier ruht ein husar vom 6 Res.hus.Regmt. Hier ruht dem husar Emil Meyer, vom 6 Res.hus.Regt. Wandsbek. Es starb dem heldentod furs Vaterland. Ruht sanft tapper Kamerad.”
    Het huis Zwaarts tegen de kerk, de kerk zelve en alle uitgebrande huizen liggen in verwoesten toestand, evenzoo een deel der grillie van het kerkhof (aan de kerk) en van die voor de woning van den gewezen burgemeester L. Torfs, door bommen stuk geslagen. De gaten door de muren (van W. naar O.) van de onderwijzers woning door groote projectielen geslagen, zijn toegemaakt. In de kale vlakte tusschen het fort van Lier en dit van Tallaert zijn talrijke werklieden bezig kronkelende en diepe loopgrachten te openen aan weerszijden van de prov. baan. Aan de brug der Leuvensche poort worden alle passen van voerlieden door de D. wachten nagezien. Aan de brug staan ook inzamelaars van den steunpenning voor behoeftigen. In de stad zijn veel puinen opgeruimd of in opruiming. Tusschen de puinen van winkels wordt er hier en daar een geraamte van een kraam of een barak opgeslagen. De Jezuïetenkerk is teenemaal uitgebrand; de olieverf op de muren is schier overal in blaren getrokken; gekleurde vensterruiten zijn stuk gesprongen, plaasteren en steenen beelden door de hitte van ’t vuur deels vernietigd, minstens beschadigd; van ’t hoogzaal is niets meer te zien dan de steenen pilaren; 3 of 4 biechtstoelen langs den Z.kant en 1 langs de N.zijde zijn waarschijnlijk van elders naar hier overgebracht.
    In den omtrek der Kluizekerk (EE.PP.Dominicanen) bemerken wij op midden van verscheidene deuren : “typhus”. In een smal straatje in puin, dat in de Berlarij uitkomt, zien wij op een staak het opschrift :”Doorgang ontzegd, aan al die de straat niet bewoont wegens typhus”.
    Naar ’t Hoogveld. Tusschen ’t geboomte even voorbij de losplaats des buurttrams (linker Netheoever) wijst een arduinen zuil met half voltrokken opschrift het graf aan van een D.Unteroffiz. Voor de woning van den molenaar des houten windmolens liggen 5 notelaars uitgerooid. Een ijzeren geraamte, vorm van brug, dat twee gebouwen van den bloemmolen Hellemans verbond, is verbroken en verwrongen neergestort. Een hovenier van ’t Hoogveld heeft 2 notelaers moeten leveren en slechts na veel moeite en geloop (hulp v. Amer. Consul) het bedrag, 140 fr. ontvangen.
    Dezelfde persoon deelt ons nog mee dat een hoogere officier van ’t Belg. leger, met de verdediging van Lier gelast, de Engelsche hulp moedwillig heeft van de hand gewezen, dientengevolge verdacht werd te heulen met den vijand, waarop hem zijn degen werd ontnomen en gebroken door …; dat de pas aangekomen bezetting meest uit verminkte en gebrekkige krijgers zou bestaan.
    Even onder de kap van St.-Gum.kerketoren heeft eene D. bom een groot gat door den muur geslagen; de beschadiging des torens langs de W.zijde werd veroorzaakt door Eng. granaten. Van het Hoogveld, nabij de Molpoort heeft de stad het uitzicht van een reusachtige puinhoop, boven welke de erg beschadigde St.-Gum.kerk en het hooge gewelf der Jezuïetenkerk uitsteken
    Gemeentearchieven ingepakt en meegenomen.
    Men komt ons van rondom vragen naar het te Schriek uitgeslagen graan (mej. Mesens, Kruisbaan, Putte – madm. Tuerlinckx, Schriek, en anderen). Maalders en bakkers zoeken een voorraad op te doen. Onze kind. Rafk. en Gab. heden morgen per fiets naar Hamont vertrokken (uit Wiekev.) hebben allerbeste weder gehad.

    5. Kinderen deelen ons mee dat D. gisteren bij Louis Mariën (Schepene) 15 busselen stroo hebben opgeeischt. Heden wekel. uitverkoop van voedingsstoffen. Wij ontvangen 4 kg. bloem tegen 0,46 fr. en 2 kg. zeer schoonen rijst tegen 54 centiemen.

    Bl.62.

    Louis De Vries brengt ons 1 kg. der haversoort “Triomphe de Stockholm” en 2 kg. “Original de Kirche” overschot van het voor zijn proefveld in 1914 toegezonden zaaigraan, ter beschikking van Mr. Van de Velde, staatslandbouwkundige te Lier.
    16.30 u. Naar Schriek met de gemeentearchieven. We vernemen er dat hr. Jean De Veuster en mej. Wouters die verleden week aangehouden en naar Antw. overgebracht waren wegens poging tot ongeoorloofde grensoverschrijding, verleden Dinsdag in vrijheid zijn gesteld. Onze veldwachter heeft vernomen dat de Franschen Metz zouden genomen hebben. In moeders huis is onze werkman J.B. Bellekens met 4 andere personen aan ’t dorschen, er komt veel graan uit ’t stroo. 1200 kg. stroo zijn naar Mechelen gevoerd door Jos. Heremans; hij schat het overblijvende op 4000 kg.
    Het kanongebulder dat vandaag gehoord werd, zou veroorzaakt zijn door schoten op vliegers gelost, die zich boven de streek Mechelen – Antwerpen hebben vertoond.

    6. Wij zetten onze ll. aan den biddag van morgen, door den Paus aan heel Europa voorgeschreven, wel over te brengen, met de voor ieder aangeduide halve uur aanbidding, goed te doen voor ’t H. Sacrament. Men vertelt dat een Eng. vlieger gisteren een bom heeft laten vallen op ’t fort van Lier. Bij gebuur A. Lemmens is een jonge D. krijger naar een burgerskostuum komen vragen om de grens over te vluchten. De bezetting van Heyst, die over 3 maand 3 marken per dag aan soldij ontvingen zou nu nog 1 mark daags trekken.

    7. Onze veldwachter heeft verleden Zondag oud kennissen van zijn geboortedorp, o.a. de veldwachter met zijn zoon en de hr. Van den Wijngaert, ondr. (Elewijt) en anderen ontmoet, die als vluchteling over Boulogne, Folkstone, Vlissingen, Terneuzen, St.-Niklaas, naar huis keerden uit Frankrijk.
    Op den predikstoel wordt aangekondigd, dat de landbouwers die veevoeder, zaaigoed en meststoffen willen koopen, heden tusschen 10.30 u. en 12 u. hunne aangifte moeten doen in de Gildezaal.
    Heden namiddag lof met buitengewone gebeden en gezangen.
    Om brieven of pakken naar ’t buitenland te zenden, bestelle men die of te Antw. Kunstlei, 64 of te Mechelen, Hof van Befferen. Sommige smokkelaars maken er een bedrijf van menschen te bedriegen en eigen zak te vullen met in ’t geheim brieven over te brengen, waaraan bovendien altoos gevaar verbonden is.
    Onze gebuur Thom. Winkelmans ontvangt een D. briefkaart uit Minden op naam van zijn stiefzoon Frans Leys, die laat weten dat hij te dier plaatse als krijgsgevangen verblijft en gaarne een weinig geld (10 mark) zou ontvangen. Frans, dien elkeen gesneuveld waande na een eerste bericht (in Aug.) uit Luik, als zou hij daar gekwetst zijn, zal als gewonde krijger na den val van Luik, naar Duitschland gevoerd zijn.
    Bij de wedw. Frans Augustijnen, Hemelshoek, die 2 zoons aan het front heeft, zijn D. gisteren of eergisteren huiszoeking komen doen, volgens den eene naar gesmokkelde brieven of andere papieren, volgens een andere naar wapens.
    Iedereen bespreekt en keurt de nauwe betrekking af die Aug. Meuris, Heesten Itegem, en zijne dochters met de D. soldaten onderhouden. Aan geburen en andere lieden die zijne aandacht trokken op zijne verkeerde handelwijze en het gevaar voor zijn kinderen en anderen, antwoordde hij :”Vreest niet, ’t kan geen kwaad. -Ik kan er maar wel mee zijn” of iets dergelijks. In Heyst schijnt ook veel vrouwvolk aangespannen met den vijand.
    Een brief van August, zoon van Karel Nagels, geschreven den 27 Jan. en gestempeld “En Seine-Inférieure” 5-2-’15, meldt dat hij aldaar in goede gezondheid verkeert en bevat (in groep) zijn portrent en dat van 3 kameraden : Frans De Noël van Gangelberg, … (zoon Petr.) Cannaerts van Masheiken en een zoon van den veldwachter van Wilsele.

    8. De veldwachter deelt ons eene onderrichting mee nopens den aankoop van tuinbouwzaad door bemiddeling van den Alg. Hoveniersbond, Minderbroederstraat, 24, Leuven.
    Wij ontvangen een brief uit Vlissingen, gestuurd aan Kar. Rijmenants te Schriek : Broeders Aug. en Isid. zijn op moeders verlangen uit Frankrijk weergekeerd, -vragen stipte inlichtingen over den toestand in België, leggen nog groote vrees aan den dag, en bevelen Kar. Rijmenants voor vroegaardappelplantgoed te willen zorgen. Zij zullen dus wellicht nog een tijd in Holland blijven. (adres : Wwe De Groodt, p/a Van den Bos, Wilkelmansstraat, 6, Vliss.)
    De heer Goyvaerts van Kon.Hoyckt deelt ons mee, dat Mr. Van Dijck te Sheffield overleden en begraven is en dat zijne familie aldaar nog verblijft.
    Vandaag zijn hier gedurig D. gepasseerd : in auto, in rijtuig met paard, per rijwiel, te voet in elke richting.

    9. Onze ll., Marcel Serneels van Werft, vertelt : “ Te Heyst zijn weer andere soldaten gekomen. Nu meende Mr. Louis Heylen ook in zijn kasteel te gaan wonen en vroeg aan den D. officier er uit te vertrekken. Deze wilde niet. En toen Mr. Heylen zegde, dat zij eruit moesten, pakten zij hem vast en gaven hem een schop onder zijn broek, dat hij viel. Onze vader heeft dat gezien. Eenige grijzen waren op hem niet kwaad en lieten hem met den wagen gauw over ’t spoor rijden, maar van de anderen mocht hij niet meer. Hij moet nu te Itegem blijven wonen.”
    11.30 u. De brigadier-veldwachter (Aloïs Bogemans) te Heyst met nog 3 of 4 andere gemeente- of politiebeambten – band om den arm – zijn voor onze deur met elkander in druk gesprek, te oordeelen

    Bl.63.

    naar enkele woorden die wij vatten, over diefte. Onze veldwachter, die van Berlaer weerkeert, doet meer beweging in de groep heerschen en wij meenen uit zijn mond te hooren …”die is geklampt!” de groep gaat uit een en de veldwachter komt ons in stilte toefluisteren : “Gisteren avond rond 12 u. van Berlaer terugkeerend ontmoette ik aan Alf. Ceulemans in de Smidstraat een niet grooten persoon, die eene koei leidde, vergezeld van eenen andere. Op mijn woord : “blijven staan” zegde de laatste : “Ha, garde!” ’t Was Smsl, die het verleden jaar van hier naar Berlaer is vertrokken. Toen ik hem vroeg wat dit bij nacht op de baan zijn met eene koei beteekent, antwoordde hij : “Wel na een laatste tentoonstelling te Keerbergen zijn aldaar koeien verkocht; ik en mijn broer hebben er daar eene gekocht om daar iets aan te verdienen; die hebben wij nu gehaald.” Nu, zegt onze veldwachter, ontmoet ik hier politie van Beerzel en Heyst, die mij zegt, dat verleden nacht paard en kar gestolen werd bij den broeder van den veldwachter te Heyst, en eene koei op Beerzel-Dries, ik twijfel er niet aan, of ’t is die welke ik verleden nacht ontmoette. Na den middag ga ik seffens naar Berlaer en zal den dader wel hebben en de koei misschien ook, als ’t daarvoor maar niet te laat is : ’t was vandaag merkt te Nijlen. 16.30 u. Vrouw Aug. Lemmens zegt ons dat not. Lambrechts, dd. Burgemeester (hoofd onzer politie) naar Berlaer is om den eigenaar der gestolen koei te berichten, dat de dief, -werkelijk zou Smsl zich bij verhoor 2 of 3 maal misklapt hebben- en het dier gevonden zijn.
    Het gerucht van pokinenting bij de scholieren met noodlottigen afloop, wordt ongelukkiglijk overal verspreid, hoe verder, hoe dommer en dwazer! Hoe dit verzinsel in de wereld geraakt of van waar het gekomen is, weet niemand te zeggen. – Naar Schriek.
    Zoo ’t schijnt mag niemand, ’t zij eender voor welke reden, de Hollandsche grens meer over.
    18.30 u. Ongemeen hevige klaarte en lichtstralen in de richting van Brussel. Zijn zoeklichten aan gang tot opsporen van vliegers?
    Over onveiligen tijd sprekend met Jos. De Leebeek, Achterheide, zegt deze: “ Over eenige dagen waren hier bij J.Verbist, ’s morgens al de aardappelen, tot den laatste toe, uit eene groeve bij zijn huis verdwenen, en de wacht houden of “wachtgaan” met 2 of 3 man, is zelfs nog gevaarlijk, aan een aardappelkuil te Beersel waren ’s nachts niet minder dan 17 plunderaars te gelijk bezig. Geloof en godsdienst is uit het volk uit! “

    10. Mieken Bellekens heeft hooren zeggen, dat een persoon , die naar Aug. Cerstiaens om een koei ging zien, door de D. wacht aan de spoorweg niet mocht passeeren, omdat zijn pas niet in regel (vervallen) was, en dat de D. om hem te dwingen een nieuwe pas te halen, zijn portefeuille mee naar Heyst namen. -De legende van pokinenting heeft hier voor gevolg dat maar de helft der ll. dezen voormiddag aanwezig zijn. Vier heeren per rijtuig op wielen met caoutch. banden uit Antw. gekomen, vertelden heden voormiddag bij gebuur A. Lemmens, dat de D. op een fort der Antwerpsche omgeving, dat zij verlaten hadden gevonden, neerschreven : “fort te huren”. Toen vermeld voertuig rond 13 u. terugkeerde en bij A. Lemmens stil hield, verspreidde zich onder de ter schole komende leerlingen het gerucht, dat de afgestapte heeren doctors waren die de pokken kwamen zetten. Met schrik bevangen vluchtten schier al de kinderen naar huis; zelfs kwamen grootere kinderen, hunne jongere broeders en zusters halen. Onze hooge klas telde heden namiddag 9, en de lagere 11 leerl.”
    15 u. Louis Engels van Wiekevorst die per fiets een reisje Heyst-Schriek-Keerbergen-Haecht-Dieghem-Vilvoorde-Mechelen-OLV.Waver gedaan heeft, zegt dat de streek rond Eppegem en Sempst er allertreurigst uit ziet : beide dorpen in puin, schier geen enkele woning meer recht, slechts hier en daar een enkele mensch rond de puinen van zijn huis of in ’t veld, overal graven, op meerdere plaatsen lijken aan het ontgraven en aan ’t kisten; nabij de statie van Haecht, Owaarts van den buurtspoorweg staan 7 kisten bij een groeve. Louis verleden Donderdag met Rafk. en Gab. om 8 u. uit Wiekev. Vertrokken, is na 1½ u. rust te Mol, rond 4.30 u. met haar te Hamont aangekomen. Des anderendaags morgens heeft broeder Overste hen bij de grenswacht geleid, en van deze voor haar beiden vrijen overtocht – als studenten met pak en zak - over de grens bekomen. Louis en broeder Overste mochten zelfs tot bij de Nederlandsche grens meegaan.
    J.B. Bellekens van Schriek weergekeerd, heeft vernomen dat plunderaars te Putte een dezer laatste nachten een graanmijt bij een onbewoond huis hebben uitgeslagen en het graan meegenomen.
    Vandaag den heelen dag door heeft kanon geweldig gebulderd, -wij denken marinegeschut aan de kust.

    11. Jan Bastaens vertelt ons dat het kruis van het D. graf aan de Spar dezen morgen was verdwenen en men het in een gracht heeft teruggevonden. Uit vrees voor slechte gevolgen heeft JB. Maris het terug op zijne plaats gezet. Het kanon dondert weer met geweld.
    Personen, kooplieden die van Antwerpen komen, verhalen dat D. wachten aan de Holl. Grens zijn gedeserteerd, zoodat de grens een eind wijd, 40 uren zonder bewaking geweest is; -dat Zeebrugge en Oostende grootendeels in puin liggen en de Engelschen binst de 3 dagen 70.000 man aan land gebracht hebben, dit allesvolgens mededeeling van een reiziger die deze week uit Holland was gekomen; -dat Metz nog niet in handen der Franschen, maar deels door hen omtrokken is; dat Engelsche vliegers in Zeebrugge groote verwoesting hebben aangericht.
    Verscheidene personen van Berlaer zijn betrapt of plichtig bevonden aan diefstal. Men noemt voorname boeren die verkens nu langs hier, dan langs daar, eene 3e maal langs ginder ter levering wegvoerden, 3maal zoveel verkens als zij voor den oorlog hadden. Op plaatsen die door de politie als “niet verdacht” werden

    Bl.64.

    aangeduid, ontdekte men een heelen buit. Verdachte personen van Berlaer werden door de politie van Kessel betrapt. Verschillende feiten wijzen erop dat gezaghebbende mannen in deze droeve tijden twee maten en twee gewichten gebruiken.
    Het gemeentebestuur komt te verbieden nog aardappelen uit de gemeente te voeren en schijnt besloten dien maatregel met strengheid toe te passen. De heer notaris, dd. burgemeester zou een kar of een wagen op weg ter levering hebben doen ontladen of aangeslagen. De hr. Frank van Antwerpen, lid van ’t Nationaal steuncomiteit, handelde evenzoo te Berlaer met een landbouwer van Kessel. Deze maatregel zal overal toegepast worden om te voorkomen dat al de aardappelen weggaan naar Duitschland. De boeren, verblind door de hooge prijzen - 10 tot 12 fr - zien de gevolgen niet in hunner hebzucht. Om onrechtmatige speculatie te keer te gaan bij ’t voortdurend en buitengewoon stijgen van de prijzen der levensmiddelen -aardapp. 10-12 fr. -rogge 30 tot 40 fr. -zwijnen levend gewicht 2 fr. en meer per kg. -boter 3,75 fr. enz., zullen, deze voedingstoffen, naar loopend gerucht, gepegeld worden, ttz. niet boven zekeren prijs mogen verkocht worden.
    Men zegt dat gisteren en vandaag door de D. waarnemingen zijn gedaan op de kerketorens van Putte en Berlaer.

    12. De hr. dd. Burg. Vertelt hier bij Vict. Kiebooms, dat de D. meermaals in den toren van Berlaer zijn geklommen om waarnemingen te doen in Z.richting.
    Van de 12 of 15 D. wachten van Turnhout of omstreken, hier pas aangekomen hebben een 5tal ruiters hunne paarden gestald bij Leop. Winkelmans. Deze wachten eischen zoowel van voetreizigers als van voerlieden en fietsers een reispas bij ’t overstappen des spoorwegs. Wanneer ze van Leop. Winkelmans vernamen dat die verordening hier niet bestaat, toonden zij zich verwonderd, maar vallen van dan af niemand meer lastig.
    Verbod van uitvoer hangt aangeplakt (zie “afschr.v.berichten, nr 24)
    Vandaag op den gewonen uitverkoop ontvangen wij 4 kg. bloem tegen 45 centiemen, 1 kg. rijst tegen 58 c., en 1kg. zout tegen 12 c. In de winkels geldt het 20 c.; over enkele dagen vroeg men in eenige winkels 1 fr. voor den kg. Eenige winkeliers volgden ’t voorbeeld van hebzuchtige boeren.
    Alle dagen passeeren hier nog rijtuigen, wagens, reizigers te voet, per fiets, in ’t aanzien tegenwoordig meestal welstellende lieden. Gisteren namiddag stopte bij gebuur Aug. Lemmens, een schoon rijtuig; ’t paard werd gestald en gevoederd bij de kind. Verelst. De inzittenden 4 heeren uit Brussel waren over Leuven en Aerschot den toestand der streek eens komen afzien, en waren voornemens over Lier en Mechelen weder te keeren.
    Te Herenthout werden tijdens de laatste weken velopassen afgeleverd aan 2 fr., geldig voor 1 maand; wegens den grooten toeloop, doordien de passen elders veel meer kosten, levert men daar geene passen meer af dan aan personen uit het omliggende.
    Gisteren is Frans Lens (kerkmeester ter plaatse) uit Amsterdam weergekeerd; zijne zuster Trees gebrekkig of ziekelijk, is achtergebleven.

    13. Het gerucht wordt verspreid dat Holland in den strijd zal getrokken worden : de Eng. zouden doortocht willen door dat land. De over enkele dagen op Melcauwen aangekomen krijgers zijn weeral over ’t spoor vertrokken. Men zegt dat de wachten, buiten hunne diensturen, bij voorkeur des avonds, nog al eens een wandelingsken doen, zelfs langs binnenwegen, naar drankhuis of winkel; bij Jos. Van Echelpoel (koster) komen ze nog te winkel en blijven daar een praatje houden.
    In den afgeloopen nacht is de woning van Frans Torfs (Heesten) de prooi der vlammen geworden met heel den inhoud. Kinderen vertellen dat elken dag 7 andere wachten van Heyst, op Melcauwen komen verblijven. We schrijven een briefje naar onze zuster te Vlissingen, om haar aan te zetten naar huis te komen (zie schrb 3, bl 310)

    14. We begeven ons naar Heyst-Goor tot bezoek aan Louis Meylemans. Van aan de woning van Leon. Aerts tot aan het kapelleken van O.L.V. van Zev. Weeën, zijn al de beuken op de N.zijde der prov.baan afgezaagd en verdwenen! Loopgracht in den hof van het oud molenaarshuis van “kruispunt” nog open. Het eerste huis tegen het straatje naar Wellens hoeve, (nabij de prov.baan) en verder “Holland” afgebrand.
    Louis Meylemans en Regine, verblijd over ons bezoek, toonen ons al de ontvangen brieven : hun zoon Emiel, van de klas v. ’14, heeft lang in Lot gelegen, maar rust nu uit te … Naar dit schrijven stelt hij en zijn broeder Leonard het goed. Dagelijks zouden ginder vrijwilligers binnenkomen. Na koffie gedronken te hebben, met Louis ter hoogmis naar Goor. In zijn sermoen zegt de E.H.P. -hij draagt nog een vollen baard -dat de menschen zich niet mogen laten bang maken door sommige geruchten : uit vrees voor zoogezegd pokken zetten worden de kinderen uit de school gehouden. “Laat de kinderen komen, zegt hij, ik zal hen tegen de D. verdedigen”. Waarop een gedaagd boerken naast ons met de knie tegen het been stoot, en ons in het oor fluistert : “En hij (E.H.P.) liet zich toch vangen en meenemen!” In een oproep om de zangles tot het aanleeren van gelegenheidsliederen talrijk te doen bijwonen, zegt Mr.Pastoor : “In Duitschland heb ik gezien dat iedereen meezingt, en dat niemand de kerk verlaat voor het einde van den dienst, volgt dat voorbeeld na”. “En na de mis, zegt hij verder, -zullen wij een dankgebed zeggen en de groote klok luiden voor de verlossing van de deze week uit Duitschland weergekeerden”. Na de mis wordt de klok geluid en eensklaps weergalmt op ’t orgel het “Vaderlandslied” gevolgd van de “Vlaamsche Leeuw” zoo krachtig dat het kerkgewelf er van dreunt. Bravo! Koster, laat het vuur der vaderlandsliefde niet uitdoven, en houd er den moed maar in; ’t doet goed aan het bedrukte hart. –(Leon. Claes zal zorgen dat brief weggaat) Moeder (wwe. van Karel) Truyts, niet ver van haar huis weggevlucht tijdens de beschieting van Heyst, zegt dat het zulk vreeselijk gekraak en gedreun was, alsof alle huizen instortten.

    wordt vervolgd



    24-05-2020, 00:00 geschreven door Renic
    Reacties (0)
    23-05-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ons Oorlogsdagboek 1914-1919 (9)

    BV2

    Ons Oorlogsdagboek 1914-1919

    door Jan De Belser

    deel 9

    Bl.65.

    Men zegt ons te Heyst, dat de D. een heel anderen toon aanslaan dan over 3-4 maand. Met weemoed denken velen aan e, spreken van hunne vrouw en kinderen.
    14 u. Vrouw Engelbert Van Aken, bij ons gezeten, vertelt dat er deze week eene nieuwe “koeioorlog” heeft plaats gehad bij Svdk op Gangelberg : vrouw wwe. Sdmj was hare verdwenen koei gaan zoeken bij de wwe. Nmtvf, maar had er niets gevonden. Sdvk, die wellicht meer bemerkt had, zegde haar dat bij voornoemde weduwe in een looze plaats achter oogst nog meer runders verborgen stonden. Wwe. Sdm ging terug en vond daar inderdaad hare koei. K, zoon van Nmtv ging naar Svdk rekening vragen over dit uitbrengen. Maar het bekwam hem slecht. Het vrouwvolk van Svdk viel hem te gelijk op ’t lijf en met zulke woede dat de eene K den anderen K nog moest bijspringen.

    15. De “Nieuwe Tilburgsche Courant” die hier (tersluiks) rondgevent wordt bevat in haar nr. van 13/2, onder andere berichten, art. over : 1. De onzijdigheid van België; 2. Rond Veurne; 3. D. gedeserteerd te Antwerpen; 4. Belgisch Baerle-Duc; 5. In Leuven en Zwaarts; 6. Uit ZW.België; 7. Engelsche koopvaardijschepen getorpilleerd. (Zie korte inhoud Schrb.3 bl.315-318)
    Een 7 tal D. woonden gisteren de hoogmis bij. In den namiddag en avond hebben eenige van hen verschillende herbergen bezocht, o.a. die van Jos. Van den Vonder. Bij het Melcauwenwaarts keeren, zouden zij -men veronderstelt ze half bij drank- gezongen, en teekenen van ongeduld en ontevredenheid gegeven hebben. Onze koster vertelt ons, dat de wachten van Melcauwen van hun commandant te Heyst toelating hadden gekregen bij burgers in den kost te gaan; dat ze bij deze laatsten een onderkomen gezocht, maar niet gevonden hadden; dat ze nu hun eigen kost doen; de jongste van hen als kok aangesteld, komt bij den koster te winkel. Volgens mededeeling van den E.Pater Meulenberghs, die (tot voorbereiding der gedur. Aanbidding op 19e dezer) gisteren aangekomen is, zouden de D. eene felle klopping gekregen hebben van de Russen.

    16. Broeder Overste van Hamont brengt ons de foto van een groep ll. uit St.-Salvator, onder welke Mar., Rafk. en Gab., alsmede een brief van bedanking door Rafk. aan broeder Overste gezonden, en waaruit blijkt dat het met haar allen wel gaat, dat ze hoogst tevreden zijn hier een uitstap gedaan te hebben, -dat R. “van het eind tot den draad” lijk ze zelve in dat schrijven, hare reis tot in de geringste bijzonderheden heeft uitgelegd aan den Z.E.H. Reighard, en deze met de meeste aandacht heeft gevolgd, -dat mère Berchmans (uit O.L.V.Waver) op terugkeer uit Duitschland haar een bezoek heeft gebracht, -en dat de familie uit Frankrijk en Holland vermoedelijk in Schriek zijn teruggekeerd door het schrijven van Mar. Broeder Overste, als zaakvoerder tot het aanschaffen van voedings- en verwarmingsstoffen voor verschillende gestichten op reis, neemt een briefje mee voor onze kinderen.
    Rond en na den den middag luid kanongedonder.
    19 u. Aug. Thijs van Heesten, als burgerlijk krijgsgevangene uit Soltau weergekeerd, verhaalt ons zijn wedervaren als volgt:
    “ Op Woensdag 30 Sept. 2e dag van het bombardement van Lier, keerde ik, vergezeld van mijnen gast, Alf. Torfs, en van Louis Heremans, zoon van den boer van het “Slotje”, langs binnenwegen naar huis. Rond 9-10 u. waren wij tot tusschen den kiezelweg ( uit de Brandestraat) en de Smidstraat ( dus in de lei van ‘t “Hooghuis” ) gekomen, wanneer wij overal D. zagen te voorschijn komen. Het kanon donderde dan overal rondom ons. Emiel (zoon van Louis) Vetters, en Alfons ( zoon van Karel) Mariën, kwamen ons daar tegen. Na elkander ondervraagd te hebben over wat we best zouden gaan doen, meenden we ons eerst tusschen hoog gras en biezen of in eenen pand koolen te verbergen, doch daar dat niet goed mogelijk meer was, want het was alsof er overal D. uit den grond kwamen, zetten wij het op een loopen terug de Hazendonken in en geraakten tot aan de woning van Jef Bellens, waar wij door 2 D. die van een groote patrouille deelmaakten, werden tegen gehouden. Dezen leidden ons vijven mee tot op het huisveld van Louis Vercammen tegen den Kiezelweg, waar nog 5 andere burgers gearreteerd stonden: De Roover, Jan Verlinden, Matthijs en …… alle vier van Betekom en ….. van Boisschot. De 6 jongstens werden meegenomen tot graven aan loopgrachten op ’t veld van Vercammen; wij vier oudsten moesten niets doen. De D. smeten bij Vercammen bijna alles buiten en begonnen dan ongedorschen graan (stroo met graan in) in alle plaatsen van het huis rond te strooien. Zij dooden verkens van Vercammen, en ik moest den 2e dag aardappelen schillen. Wij hadden dus eten en ieder kreek een van Vercammen’s lepels. De D. vingen en doodden daar ook hennen en kiekens voor hunne soep. ’s Nachts moesten wij, tien, in eenen afhang van ’t verkenskot op stroo slapen. Donderdag (1 October) werd het werk aan de trancheés tot rond 4 u. voortgezet. Dan moesten wij alle daartoe gebruikt gerief naar den steenweg brengen en vandaar recht door de velden terugdoen naar de vlakte voor het fort van Lier. Maar gedurig aan moesten wij stoppen, want om dien weg van een halve afstand af te leggen, hadden wij 4 u. tijd noodig. Eenige D. gingen ons vooraf, maar rechts en links en achter ons was het niet dan D. wat we zagen. De jongeren moesten daar weer , in de vlakte, loopgrachten graven: wij ouderen legden ons neer in een gracht; ik kroop tot in een aardappelvoor onder hoog loof; daar heb ik 2 uren gelegen. Toen een deel tranchée gegraven was, kropen wij daar bij in. Rond middernacht werden wij

    Bl.66.

    daar weggejaagd. Maar wat verder aan ’t huis van Jef Kennes werden wij door andere D. opgevangen en mochten wij in ’t verkenskot op stroo slapen. Rond 1-2 u. begon in de tranchées een hevig geweer- en mitrailleuzenvuur; korts daarop begon ook het kanon. Het werd Vrijdag morgen (2 Oct). Wij vroegen om naar huis te mogen gaan. Men liet ons dit toe in 4 hoopen, maar wij kregen geen paspoort en konden niet ver geraken. Rond 8 u. vroegen wij wat brood aan de D. Zij antwoordden: “ Wij hebben er ook geen, schilt wat aardappelen, wij zullen u vleesch geven”. Toen vroeg ik om de koei te mogen melken. Als ik dat gedaan had, ging ik met wat melk in den emmer rond en vroeg aan den eene en den ander een brok brood; dat was onze kost ’s morgens. ’s Middags kregen wij van hunne soep en ’s avonds van hun brood. Daarop konden wij in den koeistal gaan slapen. ’s Zaterdags ’s morgens hielpen wij aardappelen schillen, anders hadden wij niets te eten. Een luitenant deed ons dan door soldaten vragen, of wij vleesch gehad hadden. Alhoewel wij “ ja” antwoordden, gebood men ons, eene geit, die op stal stond, te slachten. We trokken dan lot om te zien wie ze moest dooden, afvillen en verder klaar maken. Aan De Roover beviel het 1e, aan mij het 2e, en aan Verlinden het laatst. De geit ging geheel den ketel in. Hermans moest aardappelen schillen, ik princessen plukken die al droog hingen. Verlinden en De Roover porei en selder bijhalen. De D. begonnen intusschen ook te stoken en te koken. Daar de geit niet in tijds gaar was, kregen wij eten van de D. ’s Avonds gingen wij op de schelf slapen. ’s Zondags hebben wij van de geit een weinig geëten, de rest is bedorven. De D. hebben daar nog 2 verkens, ieder van ongeveer 140 kg. en 2 mestkalveren, wij gelooven dat deze van J. De Borger waren, geslacht en wij hebben er mede van geleefd. In den namiddag moesten wij naar de wei dicht aan het huis, met een domestiek, die daar een paard ging berijden. Toen deze teruggereden was, en wij naar den steenweg uit gingen, legde een aankomende D., die waarschijnlijk meende dat wij wilden gaan vluchten, met zijn geweer op ons aan, maar de anderen nabij het huis riepen dat wij bij hen moesten blijven. Wij deden dit . De D. haalden fruit aan, en met een stootwagen , toehoorend aan Wegge van Lier, opgelegde waren, sigaren en allerlei lekkers, waarvan wij ons paart kregen. ’s Avonds trokken wij weer naar de schelf. Alhoewel gedurig vol onrust en schrik, heb ik iederen nacht geslapen, soms maar 1 uur of minder, maar altijd wakker blijven gaat niet. ’s Maandags rond 10-11 u. werden wij met 5 soldaten op eene Belgische speelkar naar het kasteel van Mr. Moretus te Heyst gevoerd. Onder weg zagen wij : het huis van Fr. Busschots en de pastorij afgebrand, omtrent alle deuren van de huizen open, overal D. en D.! De kerk beschadigd, op Nagels huis stukken pannen, dat van Jos Van den Vonder ergst gesteld, half af, achter de woning van Leon. Aerts een koei dood in de wei, den molen van Aug Busschots afgebrand, een D. aan de “Spar” begraven, achter den hof van het “ Kruispunt” 3 kanons, zoo men ons zegde, van de Engelschen afgenomen, in het beemdeken tegen den kleinen steenweg naar “ Heistschen hoek” een heele tasch soldatenkleederen opgestapeld. Rond 12 u. op het kasteel aangekomen kregen wij daar soep en tabak. Vele daar verblijvende D. waren bedronken. Een hunner bood mij een halve flesch om uit te drinken, en om mij gerust te stellen, dronk hij zelf er eerst eens van. Maar ik was bij zatte soldaten die tot alles in staat zijn, niet op mijn gemak. Rond 2-3 u. moesten wij vertrekken; ik was blij. Wij moesten met 9 burgers, waaronder er 2 van Waver, begeleid door soldaten te voet naar Kon.Hoyckt terug. Ik kreeg een koei aan de hand, eenigen moesten gerief dragen, anderen een ezelskar met andere voorwerpen op voorttrekken. Tegen den avond dan werden wij met eene groep andere burgers, die te Hoyckt aan de kerk stonden, in die kerk opgesloten. Wij kregen er een weinig soep; op de stoelen konden wij slapen. De D. haalden uit de sacristij allerlei kerkgewaad : priesterkleederen, de mantel van O. L.V., kussens en gaven ons dit om ons te dekken. Daar in de kerk, gansch doorschooten, daar heb ik koude, honger en verdriet geleden. Tot Dinsdag, 3-4 u. namiddag bleven wij opgesloten. Toen kreeg ieder ¼ van een broodje. Met ruim 60 burgers en 120 krijgsgevangen soldaten, die daar binnen gebracht werden, trokken wij onder D. geleide rond 4 u. van Kon.Hoyckt naar de statie van Heyst. Bij ’t vertrek uit Hoyckt deelden de D. uit de woningen in ’t dorp gehaalde kleederen uit : heele kostuums, schoone pardessus, en al wat ze gevonden hadden; daar veel aangehoudenen meer stukken aanpakten schoot er voor mij niets meer over. Tegen de kerk te K.Hoyckt zagen wij D. kanonnen staan; het hooge veld tusschen den tramweg en den steenweg naar Putte links stond vol alle soorten van wagens; een zeer groot kanon stond op de kleine weide tegen het karspoor dat van het “Hoefijzer” recht naar Putte uitloopt (boer Bouwens land). Rond 6 u. kwamen wij te Heyst aan. We werden er met 25 soldaten en 5 burgers in elk der vier eerste beestenwagens opgesloten. In die wagens stonden banken waarop wij planken legden om allen te kunnen zitten. Wij hebben daarin gezeten tot Donderdag nacht (8 Oct.) 10.30 u. Te Luik kregen wij boterhams van het Roode Kruis. In België konden wij alles koopen of krijgen, maar eens over de grens, in Duitschland was dat afgeloopen. Wij hebben er 2maal een stuk brood en in Aken 1 maal soep gekregen. We zijn 3 maal door of langs Keulen gepasseerd. Bijna overal werden wij onthaald op gehuil, getier en verwenschingen van het D. volk. Bij aankomst in Soltau werden wij in de kazerne der kanonniers opgesloten. Bij ’t binnenkomen moesten wij pijp, tabak, mes en al wat gevaar kon opleveren afgeven. Wij sliepen er op een stroozak. Alle dagen kregen wij: ’s morgens koffie, ’s middags soep, alle dagen

    Bl.67.

    anders gereed gemaakt : rijst, gepelde gerst, erwten, boonen (zeer kleine zwarte boontjes als vitsen), gesneden snijboon, visch, witte koolen, zwarte boon, raapkool, een enkele keer beet- en darmensoep. Deze laatste smaakte goed, maar walgde; de beetsoep was de slechtste. ’s Avonds pap van getrokken gerst, rijst, rijstmeel, thee, patattenbloem. Alle 3 dagen ontvingen wij 3 pond brood. Op al den tijd kregen wij 2 maal worst, 3 maal een pekelharing, 3 maal een halven pekelharing, 3 maal een koek ruim zoo groot en zwaar als een pistolet. Iedereen mocht eten bijkoopen. Om ons te wasschen hadden wij water genoeg, zelfs warm water. 4 Maal kregen wij daarbij een brokje geelachtige zeep. Wie een handdoek wilde, moest hem koopen. De 3 eerste dagen hadden wij niets te doen; dan moesten we eens met 2, 3 of 4 man ijzeren bedden naar een kazerne, 10 minuten ver, overdragen. Na 3 weken stuurde men ons naar Soltau-Kamp, waar wij gelegerd werden in houten barakken. De 3 eerste weken hadden wij daar niets te doen, maar dan moesten wij stroo vlechten voor matten, die genaaid werden door schippers, welke bij het uitbreken des oorlogs met hun vaartuig in Duitschland lagen. Wij kregen daar ook stroozakken te maken; van de 10 man hielpen er 8 mee om garen te “ pikken” om eigen kleederen te repareeren.
    Wij zijn den 30 Sept. gevangen, den 6e October uit Heyst verzonden, den 8e in Soltau aangekomen, den 28e Januari uit Soltau vertrokken, den 30e Jan. te Antwerpen, den 1e Februari te Heyst en te huis aangekomen.”
    Aug. Thijs verzocht ons een smeekschrift te willen opstellen tot het bekomen van kwijtschelding of afslag van huur, aan het Weldadigheidsbureel.

    17. 7u. Bij tamelijk hevigen wind drijft een gevaarte, dat den vorm van een kabelballon heeft over onze parochie, tusschen den toren en Gangelberg door in N. richting.
    Men zegt, dat de D. bezig zijn de gebroken telefoondraden langs den buurtspoor Lier-Werchter te herstellen. 17.30u. in het lofsermoon door den E.Pat. Meulenberghs, Redompt., over “Plichten van ouders en kind. ten opzichte van elkander.” Dit onderwerp wordt door den redenaar zoo meesterlijk behandeld, dat op onze predikstoel nog nooit (15 Aug 1885 tot heden) een sermoon is gepredikt, dat onder oogpunt van inhoud, verdeeling en woordelijke uitdrukking bij het deze kan vergeleken worden. De doodsche stilte (17.40-18.30u.), de strakke blikken van al de aanhoorders op den redenaar, tranen die bij wijlen aan menig oog ontglippen, bewijzen dat ieder hart geroerd is. Moge dit zaad duurzame vruchten dragen!

    18. Smid Boons vertelt ons van de 1e botsing van ons leger met de D. op onze parochie: “Een ruiter met zijn paard werd neergeschoten aan het kapelleken op den hoek der Smidstraat; een andere zwaar gekwetste ruiter hield zich aan den nek van zijn paard vast op terugkeer voorbij de smis. Twee uren later bracht men hem op eene speelkar roerloos uitgestrekt terug. De E.H.P. bijgeroepen en er geen leven meer in bespeurend, de meid was met een spiegel toegeloopen om zoo mogelijk ademtocht te bemerken, diende hem de H. Olie toe. Den 28e November kwamen 2 D. mij in de smis ondervragen nopens den naam der parochie of van het gehucht. Toen ik den naam van St.- Rum. Berlaer uitsprak, toonden zij zich misnoegd en zegden dat ik de waarheid niet sprak. Het woord “Heikant” door hen uitgesproken, herinnerde mij dat men ons dorp zoo gewoonlijk noemt, wat ik hun dan ook zegde. Daarop reikten ze mij een potlood met een stuk papier en vroegen mij den naam St.- Rum. Berlaer daarop te schrijven. Dan vroegen ze mij hun het pastoorshuis te wijzen, zij wilden den pastoor spreken. Ik zegde hun dat ze hem op dit oogenblik in de kerk zouden vinden. Zij zetten hunne rijwielen tegen de grillie en trokken binnen. Den volgenden dag kwam Mr. Pastoor bij mij en zegde: “ Gij hebt ook die 2 D. gehad? Ik zegde : “Ja, en heb ze naar de kerk gestuurd”. Daarop ging Mr. Pastoor voort: “ Er werd op de deur van de sacristij geklopt, toen ik opende, traden 2 D. binnen, zeggend (als groet) : “ Geloofd zij J. C.”, waarop ik antwoordde “ Amen”. Dan vroegen zij naar de laatste oogenblikken of ten minste naar den toestand van hun gesneuvelde makker op het oogenblik dat ik er bij kwam. Als ik hun zegde dat ik hem de H. Olie had toegediend, bedankten zij mij en gingen heen”.
    Heden den heelen dag door dof kanongerommel.
    Bij ’t uitdunnen van ’t houtgewas in onzen hof vinden wij een menigte twijgen, takken en stammen die doorboord, geknakt, verscheurd zijn door ballen uit shrapnels, denken wij, daar we op den grond tusschen ’t houtgewas een half dozijn looden kogeltjes en eenige scherven van omhulsels vinden.
    We ontvangen den eersten aan ons adres door het D. beheer toegezonden brief, gefrankeerd met postzegels als hiernaast. Op de opene ruimte zijn de volgende woorden gestempeld : Militarische Prufungstelle Antwerpen Freigegeben. De omslag draagt geen merk van aankomst.

    19. Dag van “Gedurige Aanbidding”. Moge hij bijdragen tot den vrede! De sermonen, kerkelijke diensten en comm. schijnen ons talrijker bijgewoond dan op andere jaren. De E.Pat. heeft ter in zijn laatste sermoon toe gedrukt op het onderhouden van het 6e en 7e gebod.
    J.B. Bellekens heeft vernomen dat geen enkel rijtuig meer over ’t spoor te Melcauwen mag passeeren zonder pas. A. Van Hool, dien man bij ’t wegrijden zonder opmerking had laten passeeren, mocht op zijn terugkeer niet meer door. De pas zou 2 mark kosten, en slechts enkele dagen geldig zijn; ’t gelijkt eene echte strooperij.

    20. Men zegt dat het fort van Kon.Hoyckt (Mijlstraat) en de torens van K.Hoyckt en Berlaer telefonisch met elkander verbonden zijn, voorzorg ter verdediging bij terugtocht des vijands, denkt men.

    Bl.68.

    Smid Boons schenkt ons voor onze verzameling een hoefijzer van het uhlanenpaard den 26 Aug. aan ’t kapelleken (bij Kuilenborg) neergeschoten, en een beschadigde D. karwats.
    Het kanon buldert aanhoudend, men zou zeggen meer Z.waarts dan naar gewoonte. Gust. Drijvers die ons bezoek brengt, heeft vernomen dat de gehuwde militairen aan het front de minst gevaarlijke posten bedienen, als ’t bewaken van bruggen, enz.
    De veldwachter bestelt ons 146 gedrukte formulen “Vaststelling der Oorlogsschade” en 150 gedrukte “Aanvraag tot schatting, model C”, met een exemplaar “Onderrichtingen, mod. A” het al uitgegaan van het Land- en Tuinbouwcomiteit, Kunstlei, 64, Antwerpen.

    21. Op den predikstoel wordt afgekondigd : “Morgen, vanaf 9 u., uitverkoop van goede bloem, koffie, boonen, erwten, rijst, mais en zout in de Gildezaal.”
    Karel Vertommen vertelt, dat de D. te Putte, verled. Vrijdag den hr. gemeentesecretaris gelasten affichen aan te plakken, luidend “ dat 53.000 Russen met veel kanons waren gevangen genomen, -dat de stad Mechelen, door het vervangen der letter R door M, tot eene zware boete is verwezen.
    Naar Goor. Vele canadas langs de prov.baan, vooral tusschen ‘t “Kruispunt” en het hof van Moretus, dragen gaten en sporen van geweer- en mitrailleuzenvuur. Emiel Meylemans heeft den 8e dezer uit De Panne geschreven, dat zij beiden (Em. en Leon.) het nog goed stellen. Karel Gepts heeft te Berlaer gehoord, dat Nederland gedwongen aan den strijd zal gaan deelnemen, het uitdrijven van vluchtelingen zou daar een voorbode van zijn, en waarschijnlijk de zijde van Duitschland kiezen.

    22. Naar mededeeling van een reiziger te Heyst zouden de Eng. Oostende bezet hebben.
    J.B. Bellekens, die overal wat hoort, deelt ons mee : ”Wanneer Felix Vertommen met vee en ander gerief te huis kwam van de vlucht, stonden zijn stal, schuur en bakhuis vol paarden, zijn huis vol soldaten. Eenigen dezer waren aan ’t koken en verzochten hem en zijn gezin te komen mee eten, als de maaltijd zou gaar zijn. Zij waren zeer vriendelijk en gedienstig en hielpen seffens plaats maken voor zijn vee. Doch van den maaltijd bleef voor hem niets over; maar integendeel gaven zij hem door gebaren te kennen dat hij een kruiwagen met schoven op moest halen. Als hij daarmee voor den dag kwam, leidden zij hem naar den draai van den steenweg aan de woning van Aug. Ceulemans-Van Dijck, waar zij hunne voedingsstoffen hadden liggen en laadden daar zijn kruiwagen vol doozen opgelegde groenten en anderen lijftocht en gaven hem bovendien nog een halven zak bloem, zeggend: “ Dat is voor u, nu …eten”. Dan haalden zij hunne paarden uit den stal, hielpen zijn vee binnendoen en brachten van de runders, welke langs veld en weg ronddwaalden, er zooveel bij, dat zijn stal weldra vol was en 15 stuks bevatte. Wanneer Felix bemerkte dat er onder die vreemde runders eenige waren die aan zijne moeder toebehoorden, zegde hij dit aan de soldaten en wees hun terzelfdertijd de hoeve zijner moeder. Daar zouden de D. dan veel verdwaalde runders naartoe geleid hebben. “ Zooveel voedingsstoffen en opgelegd goed, zegt J.B. Bellekens, heeft Fel. Vertommen gekregen, dat hij van toen af tot nu toe alle dagen asperges, erwten, enz. heeft geëten, en zijn voorraad nog niet op is”. Toen de D. hem van alles voorzien hadden, sprongen zij te paard en lieten hem alles over wat zij niet meevoerden. Den 11e Dec. had het vreemd vee, dat bij hem op stal stond, zijn eigenaars gevonden; maar zijne moeder en broeders waren tot dan toe, ondanks bevel daartoe, met hunne vreemde runders nog naar geen tentoonstelling gegaan, misschien onder voorwendsel dat zij bij de grensscheiding van 3 gemeenten wonend, dachten dat zij vee van de eene gemeente naar de andere zouden overbrengen, en dat degenen die nog vee missen, dat bij hen kunnen komen opzoeken.
    Broeder August komt aan uit Vlissingen, waar nu heel de familie verblijft; allen zijn welvarend en moeder niet het minst. Uit het verhaal zijner reis- en lotgevallen blijkt dat men in Frankrijk en Engeland de Belgische vluchtelingen met dezelfde gevoelens van medelijden en genegenheid ontvangt en behandelt als over 4-5 maanden in Holland. Jozef Janssens, die hem vergezelt en altijd in Parijs heeft verbleven deelt ons mee, dat zekere Wuyts van Werft (Heyst) als Belg. gereformeerde militair, te Parijs, bij Jozefs vertrek, onmiddellijk diens vertrekkamer heeft betrokken, en wekelijks van het steuncomiteit 20 fr. ontvangt en slechts 3 fr. aan huur hoeft uit te geven, daar hij in een hotel gratis den kost heeft. Het adres van Wuyts is : “W…, Passage Bisquet 17, 7e arrondissement, Paris.”
    Kozijn Leonard moet alle 6 dagen de reis van Calais naar het front mee maken, om doorgaans 200 gekwetsten per reis te helpen overbrengen.
    Marcel Serneels vertelt dat verschillende wagens springstoffen van Heyst terug naar Leuven zijn gevoerd, omdat de Eng. de baan ergens hebben beschadigd of bedreigen, langs waar de verzending moest geschieden.

    23. De tegenwoordige bezetting van Melcauwen, 11 man in plaats van 7, op ’t eind der verleden week aangekomen, heeft de trekschuif op den steenweg naar Itegem losgemaakt en er een plankje bij geplaatst met het opschrift: “ Open- en toedoen a.u.b.” ( door het gemeentebestuur bekostigd). Bij het naderen van gespan openen de wachters zelven op Melcauwen de trekschuiven, om ze na overtocht weer te sluiten.
    Onze bevolking geniet dus voorrechten van nieuwe heeren. Dankt Heyst aan die nieuwe heeren misschien, met de opening van het D. graf in de Bergstraat ook de ontslaging van wachtgaan; wat met Heystenaars zoo deerlijk den gek heeft geschoren : Een D. “Krieger” was “den Heldentod gestarben” en in de Bergstraat begraven. Kruis, echter zonder opschrift, masten en bloemen werden op zijn graf geplant. Straf en boet dreigde hem die ’t graf zou schenden. Een roekelooze durfde dit toch wagen. Op zekeren morgen

    Bl.69.

    was het kruis verdwenen en het graf bevuild. De straf bleef niet uit : De gemeente werd tot 2000 fr. boete veroordeeld en er moest eene wacht van 2 man des nachts, en van 1 man bij dag , alle 2 u. door anderen te vervangen, bij het graf geplaatst worden en dit zoolang tot dat de dader zou ontdekt zijn. Alle burgers van 21 tot 40 j. werden met die taak gelast. Vermoedelijk om van die karwei ontslagen te geraken wendde burgerlijke en geestelijke overheid pogingen aan om het lijk naar ’t kerkhof te doen overbrengen. De D. verzetten zich daar tegen. Onder aandrang der eersten kwam de zaak te Antwerpen voor het gerecht, en de D. van Heyst werden in ongelijk gesteld. Gisteren werd het zoomenigmaal verwenschte graf met vreugde geopend. Wat men er in vond was de karkas van een paard voor welke de bijgebrachte doodskist te klein was!. Gedurende ruim 3 weken hebben de brave jongens van Heyst over die eerbiedwaardige relikwie staan zuchten. (Zal nu geen proces aangelegd worden tot wedergave der 2000 fr. en tot boete voor zulke sluwe schelmerij?)
    Am. Wuyts van Werft vertelt ons dat te Heyst 16 woningen door de D. betrokken zijn, welke daar op kosten der gemeente, duizenden kil. steenkolen per week verbruiken of meedeelen aan lichtekooien, die alles verklikken en hare tegenstrevers op alle manier last aandoen. De 700 leden van de beroemde burgerwacht (mannen van 21 tot 40 j.) moesten zich alle 10 of 12 dagen, voor eene uit Mechelen speciaal afgezonden commissie op het Bergplein vertoonen “zonder smoren, pruimen en klappen” zooals het ordelijke lieden past, en hunne naamafroeping met “present” beantwoorden, dit alles, zooals de ondervinding reeds leerde onder bedreiging met zware straf. Wijl het op een der vorige vergadering zoo wat leutig was toegegaan, en enkelen met “ja” of “hier” hunne naamafroeping hadden beantwoord, werd de gemeente tot 2100 fr. boete verwezen, welke som gisteren reeds ingevorderd werd. De jongelingen van de klassen van 1914-’15 en ’16 moeten zich meermaals per week, en van heden af op het Statieplein vertoonen en … reeds leeren marcheeren. Deze oproeping wordt door velen als een slecht teeken en met angst aanzien. Ouders, van jongelingen die op ’t appél ontbreken, gaan zoo ’t schijnt streng behandeld worden. (Dan is ’t op “de Hei” en op “Melcauwen” toch beter dan te Heyst)
    Heden voormiddag kwamen 2 krijgers aan de E.H.P. vragen welke D. gesneuvelden hier begraven liggen. De E.H.P. zou hun gezegd hebben dat de eerste gevallen uhlaan onlangs op het veld herbegraven werd. Am. Wuyts verhaalt ons verder dat men gisteren en vandaag met ontgraving te Heyst is bezig geweest, dat in of achter den hof van het “Kruispunt” een onderofficier bedolven ligt, wat de D. echter niet weten, nog een andere bij het huis, dat zijne ouders nu op 15 Maart as. gaan betrekken op de “Speelbergen” aan de “Pelgrimhoeve”. Deze 2 gevallenen zijn op Maandag (voormidd.) … neergeschoten door een Vlaamschen karabinier, die ondanks aandringen eener mitailleuzenpatrouille, weigerde mee af te trekken en die ter plaatse nog een 3e D. kwetste welke zich terstond overgaf en mede naar Lier gevoerd werd. Na dat succes, zegt Amandus, klom vermelde karabinier in eenen boom om, zoo mogelijk meerdere aanrukkende vijanden te ontwaren en neer te vellen. Naar gezegd werd, droeg de eerste gevallene een gouden uurwerk, zilveren munt en vele banknoten op zich, wat al in handen van onzen dapperen vaderlandsverdediger te recht kwam. Al die boeten, opvorderingen, paspoorten zijn listen en middelen door de overweldigers aangewend om zich den zak te vullen en ons volk uit te buiten. Te Putte echter mislukte eens de schelmerij : Zekeren nacht stopte aldaar aan een D. graf een auto, waaruit met haast een reiziger sprong, die het kruis van het graf afrukte, terug in den auto stapte en wegijlde. Een persoon door het gerucht gewekt, had het gebeurde afgespied en haastte zich den heer gemeentesecretaris ervan op de hoogte te brengen. Deze deed onmiddellijk in aanwezigheid van getuigen het kruis op zijn plaats terug zetten. Twee tot drij uren later, in den morgen kwam dezelfde auto terug en traag voorbij gereden; de inzittende D. zagen dat hunne list mislukt was.
    (Gisteren hebben wij de opening (poort) in de NW. haag van onzen hof toegeplant, en vandaag het aldaar weggenomen poortje nabij de overdekte gaanderij in de O.haag van onzen tuin geplaatst).

    24. Volgens mededeeling van Vict. Kiebooms aan J.B. Bellekens (onzen werkman), zou de Notaris dd. burgemeester, gezegd hebben, dat Amerika geen graan, noch bloem meer zal afleveren dan aan ’t Belg. steuncomiteit, zoodat vele bakkers hun werk moeten staken, zoo zij niet van landbouwers, kooplieden of maalders, die nog een stok bezitten, geen graan kunnen koopen, of zoo zij van de lieden, die zelven niet kunnen bakken, het meel, dat deze van het steuncomiteit ontvangen, niet te verbakken krijgen.
    Van scholieren, die te huis het geloop en den omgang van sommige lieden met de D. hooren bespreken, vernemen wij : dat de D. in ‘t “Huis ten halve” Beersel-Dries het lied hielpen zingen van hunne eweldaden en buitensporigheden (Jul. Laureys) -dat eene dochter van Srma (Heyst) een gouden ring heeft gekregen met “briamanten” in, -dat men aldaar soms rijstpap kookt om de “vrienden” te vergasten, -dat verleden Zondag een D. met een groot pak van Heyst af gedragen kwam, dat waarschijnlijk vleesch bevatte (J. Van den Broeck). Eene 2e bakproeve met comiteitbloem lukt volkomen.

    25. Naar Schriek. We betalen aan werkvolk 46 fr. Met schepene Pelgrims sprekende over oorlogsschade, deelt deze ons mee, dat uit de Schrieksche gemeentearchieven blijkt, dat de in 1830 aangerichte oorlogsschade in 1842 is uitbetaald door het Belgisch Staatsbestuur.

    Bl.70.

    De inwoners van Schriek zijn aanzocht, ten laatste heden, een briefje met het beloop hunner oorlogsschade bij den EH.Pastoor in de brievenbus te steken. De EEHH.P. en Onderp. zouden zich gelasten, na schatting, de schadelijsten in te vullen en alles in regel te brengen. Een plaatselijk komiteit is reeds door ’t Collegie van Burg. en Sch. benoemd.
    De steelzucht naar hout breidt zich op ontzettende wijze uit. niet alleen strunken, maar dennen, eiken, beuken (schoonste geriefhout) worden overal geveld.
    Heden afrekening gemaakt met mijn broeder Aug. : ontv. 605,65 fr. Uitgav. 346 fr. -Te goed 269,15 fr. Nog te trekken 66 fr.
    15 u. Koz. Alf. Ceulemans komt ons verzoeken naar begrafenis en lijkdienst van Victor Oom (moeders laatste broeder). Kozijn, die nabij de stopplaats van Heide-Loo woont, zegt, dat hij in den beginne, wanneer de D. de schuiven aan den spoorweg plaatsten en sloten, zeer veel last met hen heeft gehad, maar stouter geworden, zich aan hunne eischen en bedreigingen niet meer stoorde en ongegeneerd de sporen overreed, ofschoon de D. wachten reeds 2 of 3 maal het opschrift zijner karplaat aanteekenden; tegenwoordig gebeurt het zelden dat ze hem nog aanspreken. Te Heyst aan de statie mag niemand over ’t spoor tusschen 22 u. ’s avonds en 5 u. ’s morgens. Een zoon van Gom. Busschots, welke binst die uren naar den doktor moest gaan, werd doorgelaten, maar trof daar een overste aan met 2 nachtvlinders. Men zegt dat scholieren te Heyst op straat spotliederen zingen op den kaiser en op al wat D. is, terwijl ze de soldaten voorbijgaan : gevolg van klachten der ouders en volwassenen over de knevelarijen des vijands – Bakproeve met roggebloem minder gelukt.
    De veldwachter deelt ons mee dat het ond. personeel van B.Centrum heden namiddag in de school zitting houdt tot het ontvangen der aangiften van oorlogsschade; -dat Juul Svg zoon van Fr. door de rechtbank van Mechelen is gestraft voor het stelen van hout op goederen van het Weldadigheidsbureel van Lier en Bevel, -dat een te Berlaer geboren koolgraver, verleden week van Charleroi weergekeerd, verteld had, dat het levensonderhoud in die stad buitengewoon duur kost, o.a. een broodje van 1 kg. kost meer dan 1 fr., dat men aldaar onlangs op een eenzame plaats het lijk ontdekte van een gesneuvelden D. soldaat, dat op den rug liggend, langs onder gansch was afgeknaagd door het ongedierte en nog 2000 fr. of mark in banknoten op zich droeg; -dat de verleden week 8000 over de IJzer geraakte D. deels gedood, deels krijgsgevangen werden, dat in de omstreken van Haecht een bandiet op heeterdaad betrapt aan ’t stelen van telefoondraad, door een D. gendarm is neergeschoten.

    26. J.B. Bellekens : de hr prov. pikeur Meylemans is gisteren bij den veldwachter gegaan om samen een huiszoeking te doen naar het hout der op de prov.baan verdwenen boomen. Op aanklacht der gebroeders Van Hool zal huiszoeking geschieden naar op hun land verdwenen schoone, zware esschen boomen en strunken welke niet tot brandhout maar tot geriefhout voor schoone meubelen dienen moeten, wijl een weinig beschadigd onder- en boveneind afgezaagd en ter plaatse is achtergelaten. Svgl heeft achter zijn huis een nieuw verkenskot gebouwd, gansch van gestolen hout; daar de vloer gisteren nog ontbrak, zijn zijne zoons verleden nacht weer op roof uitgegaan, en op dit oogenblik is het gereed om er nog zwijntjes in te gaan pakken. De vrouw van Sbkv draagt tegenwoordig in de kerk, in plaats van haren ordinairen, gemeenen bril van vroeger, eenen heel schoonen uit een fijn pak, in welken naar vorm en uiterlijk, mr en mme Smlag hunnen eigendom meenen te erkennen, te meer wijl deze, na hunne wederkomst van de vlucht, uit de wedergevonden doos verdwenen was.
    Men bevestigt ons dat de jongens, der klassen van ’14, ’15 en ’16 deze week te Heyst meermaals ter verschijning voor eene uit Mechelen afgezonden D. commissie zijn opgeroepen geweest. Zekeren dag verschenen van eene klas 4 mannen, die door de verbitterde oversten werden “weggejaagd”. Ondanks de belofte van D. zijde dat die oproepingen zullen gestaakt worden zoodra de 3 klassen samen in volledig getal, éénmaal zullen verschenen zijn, ontbraken er telkenmale een aanzienlijk getal, wijl men vreest, dat het bij zulke vergadering op het Statieplein wel zou mogelijk zijn de jongens in te schepen en naar Duitschland te voeren. Broeders en zusters van sommige jongens gaan dan ook meede om des noods bij te springen om de ontvoering te verhinderen. Bij dergelijke poging der D. zou men besloten zijn en plans gemaakt hebben om het spoor op alle manieren te versperren. ’t Is niet te verwonderen dat de kinderen op luidruchtige wijze op de straat hunnen afkeer voor den vijand toonen : Verleden week zag onze veldwachter, die toen getuige in eene zaak ter rechtbank geroepen was, een heelen hoop jonge knapen met Belg. vlag aan ’t hoofd, door de straten van Mechelen trekken onder ’t zingen van “ De Vlaamschen Leeuw.”
    Evhvk, die al wat er rond de stopplaats van Melc. zoo al omgaat, helpt in ’t oog houden vertelt ons dat Srma van Heesten verleden Zondag bij de D. in ’t statiegebouw is naar ’t feest geweest. De oudste dochter van de wwe Nmtvv zou ook geheime betrekking en bijeenkomst met de D. houden bij de wwe Ovsf onder den toren.

    27. Kinderen vertellen dat op Melc. 15 nieuwe wachten zijn aangekomen, en dat ze zich seffens naar de huizen begeven waar de vorige wachten kwamen. En zoo ’t schijnt eischen ze weer passen van alle voerlieden, zelfs van hondengespan.
    De steelzucht breidt zich al uit tot de Zondagsche koffietafel der wijven : Bij Fr. Suetens gaven verschillende van die wijven ter rekening minder krentenkoeken op, dan zij er wezenlijk verorberd hadden. Mie, de vrouw van Svgl kwam met haar provitiepak dat ze van bij Suetens had meegenomen, terug, verklarende dat er in haar pak meer winkelwaar zat, dan zij

    Bl.71.

    betaald had. Vrouw Suetens overtuigd dat zij niet meer had ingepakt dan het gevraagde en betaalde, besluit dat de terugbrengster het zoogezegde “tevele” in het pak heimelijk kan gepakt hebben en later daarover vrees gekregen, doordien men dit te vele in den winkel zou kunnen missen en vermoedens op haar doen wegen. Om nog meer profijt te doen, koopt Sbkv geene strunken meer aan 25 tot 30 cent het stuk, maar gaat ze zelf halen. Hij heeft daarbij echter maar tegenslag. Nabij Kuilenburg werd hij ’s avonds of ’s nachts met onder zware vracht gebroken kruiwagen aangetroffen. Korts daar op werd hij in of nabij de velden van ’t Slotje betrapt op het afzagen van eenen strunk. Swc heeft er hem op ’t veld tegen zijnen hof ook zien afzagen. De dochter … wordt bij hr. Tbv te Lier niet meer aangenomen, omdat zij, zooals hare moeder uitgeeft, de laatste dagen voor de beschieting van Lier haar werk had laten staan, maar wel zegt Swc, omdat onze gebuur een deel van Tbv goed helpt bewaren. Doch er is reeds opgemerkt of ten minste verondersteld, dat de doorgezondene, gezien haar gaan en keeren -bij hare zuster C. gaat werken (het bewaarde verwerken!) welke van alle artikels in haren winkel begint te verkoopen. Deze laatste gaat ook naar de kostelooze uitdeeling van mondbehoeften te Berlaer, zegt ons Em.Bm.
    Onze veldwachter is met den hr. pikeur Meylemans huiszoeking gaan doen bij Smltl naar op de prov.baan afgezaagde boomen. Het plezier van pakken vergaat nog eens in teleurstelling en spijt : X ondervindt zulks. Deze ook, een der eerstweergekeerde vluchtelingen, had eene of 2 koeien gepakt, gestald en als zijn eigendom van vroeger verklaard. Ongetwijfeld door iets verontrust, verkocht hij eene er van aan W. toen deze het dier ging halen, had X hetzelve voor 15 fr. meer voortverkocht aan een anderen persoon. W. daar niet mee tevreden, zegde : “Wacht maar!” en ging de zaak aan de D. krijgers bekend maken. Deze kwamen bij X aangeland en uit hun bezoek schijnt te blijken dat het verkochte dier en misschien ook nog een ander in zijn stal, door X ergens gevonden werd. Wij hooren nog noemen Ebdn als na den 1e Aug. ’14 meer verkens verkocht te hebben, en de P meer spek geeten te hebben dan in gewone tijden op 3jaren. ’t Kapittel diefstal is tegenw. het belangrijkste van al de gebeurtenissen uit dezen droeven oorlogstijd.
    Adressen :
    Wwe De Groodt, p/a Van den Bos,
    Winkelmansstraat,6,
    Vlissingen
    S.M. Jul.Claes p/a Janssens- Bruinings
    Baerle-Nassau (Holl)
    Fr. Bast. Train blindé de la Cie du chemin de fer du genie,
    Attaché au grand Zwarten
    Général de l’armée belge

    28. Zondag. Bij het binnentreden der kerk (hoogmis), gaan wij voorbij 4 D. krijgers, welke in de eerste rij mannen achter de stoelen, de handen aan het boveneind van de loop des geweers, overigens in eerbiedige houding, tot voorbeeld aan vele onder het hoogzaal staande mishoorders verstrekken.
    Naar mededeeling van uit Duitschland aangekomen personen zou men daar, met het oog op de schaarschheid aan levensmiddelen, het volk op rantsoen stellen. J. B. Bellekens zag hier gisteren een groote vrachtwagen met D. namen op, geladen met gave, gele voederraapkoolen in de richting van Lier voorbij rijden, vermoedelijk bestemd voor het D. leger. – 14 u. Naar Wiek. : Schoonz. Fien is naar Melsbroek geweest; alles goed met mère Raph.; deze is eenige dagen bij Louis in Vilvoorde geweest, maar weinig voldaan over ’t gedrag der kinderen, weergekeerd; ook te Mech. bij mgr Van Roey, die denkt dat de vijand na Paschen, voor de overmacht der Verbondenen, op korten tijd ons land zal ontruimen.
    Men vertelt heden zoo van alles wat. De telefoondraden en toestellen zouden overal weggenomen worden; in de steden zouden Amerikaansche wachten orde en tucht komen handhaven en de burgerij komen beschermen tegen geweld en knevelarijen; te Lier zouden al 70 manschappen aangekomen zijn, en andere ongerijmdheden.
    Daar personen voor het onderhouden eener koei gedurende ruim 6 maanden van broeder August 300 fr. eischen, raadplegen wij den hr. Staatslandbouwkundige Van de Velde, die naar wij vernamen van de regelingscommissie voor dergelijke zaken deel maakt. Deze zegt dat men voor dit onderhoud slechts 120 fr. kan eischen, en hij raadt Aug. aan, bij weigering des eischers, de hulp der politie in te roepen. -19 u. We ontmoeten op den steenweg van Itegem, even voorbij de Kapellestraat twee D. krijgers, elk met een vlinder aan de zij. In den “Ossekop” hooren wij harmonicamuziek en gerucht als kermisvreugd. (Fr. Rijmenants v. Beerzel bezorgt ons een zwaar ontlad. Project. (5))

    Maart 1. Van in den morgen tot in den laten namiddag ongewoon stormweder met geweldige donderslagen, met hagel, regen en sneeuw. Geburen hebben in den nacht van Zater- op Zondag geweerschoten hooren knallen; zij denken op plunderaars.
    De hr. Kant. Schoolopziener, in den avond aangekomen over Emblehem, Broechem, Kessel en Berlaer, denkt dat het onmogelijk is dit kwartaal conferentie in te richten, wegens gebrekkige gemeenschap en vermoedelijk gebrek aan voedsel. Hij deelt ons terloops mee : dat in Nederland op de meeste buitenplaatsen de schoolinrichting ver achter die van België staat : gewoonlijk 2 vergaderingen ’s jaars, die meer dienen tot klappartij dan tot ernstig werk. Dat hij in de school van Konings-Hoyckt eene gescheurde planchette eener D.kaart heeft gevonden van de versterkte omgeving van Antwerpen, waarop vierkanten en cirkels toelaten op gemakkelijke en snelle wijze afstand, uitgestrektheid, enz. te bepalen. Die kaart uit ruim 30 planchetten bestaande, zou dus volmaakter zijn dan onze planchetten van ’t Oorlogsdepot. Dat Freiher van Bissingen, algem. Gouverneur van België, aan Monseigneur Mercier zou voorgesteld hebben, wellicht naar aanleiding van dezes brief van Dec.’14 een onderzoek

    Bl.72.

    in te stellen nopens de 200 gezegde barbaarschheden en gruwelen door de D. invallers te Aerschot, Leuven en op zoo menige andere plaats gepleegd. Mr. Mercier zou dit voorstel aangenomen hebben op voorwaarde dat de onderzoekscommissie uit een gelijk getal Belgen en D. bestaat en dit in aanwezigheid van afgezanten der Vereenigde Staten. Tot op heden is ’t antwoord uitgebleven. De hr Opziener vraagt naar bevestiging van een feit uit den strijd rond de Dijle : een ernstig gewond neergevallen Belgisch soldaat zou op eenigen afstand een D.officier -zoo beweerd wordt een prins -die op het veroverd terrein eene kaart stond te bestudeeren, bemerkt en na een geweer bemachtigd te hebben, hem neergeschoten hebben. Wij verklaren daar nooit een woord over gehoord te hebben.

    2.  Gisteren avond werden Steph., dochter van de wwe V.Vertommen, Emiel, zoon van A.Aerts en Frans, zoon van Leon. Goov. door D. soldaten in het ouderlijk huis aangehouden. De eerst genoemde, die zoo’t schijnt schuldige betrekkingen met D. onderhoudt, zou den E.H.Ond. onzer parochie beschuldigd hebben op den predikstoel woorden te hebben gesproken tegen D. en de 2 andere aangehoudenen als getuige daarvan aangeduid hebben. Zij werden dan met den E.H.O. gekonfronteerd en vervolgens gevolgd en vergezeld van hunne nabestaanden naar de wacht van Melcauwen of Heyst geleid. Dit toneeltje verwekte heel wat opschudding en samenscholing van nieuwsgierigen. Heden morgen kwamen 2 D. mantel en schoenen van juf. Vertommen halen. Intusschen waren de 2 vaders de hulp van ’t gemeentehoofd gaan afsmeeken voor hunne “onschuldige” kinderen. Deze waren even gelost wanneer de heer dd. burgemeester zich voor de verlossing der “onschuldigen” aanbood, die alle bescherming verdienen!!! Men zegt ons dat Srma voor zijne goede klanten herberg houdt en dat men er van gisteren avond tot heden morgen gefeest en gedanst heeft.

    3. Eene “ Feldposkarte” van Frans Leys, Gefangenenlager II, Minden in Westfalen (Allemagne), Block 2, 2 Bataillon, 12 Kompagnie, wordt ons ter hand gesteld. Inhoud : Minden, 18 Dec.
    Liebe Schwester, Ich bin Kriegsgefangene in Duitschland. Willst du est meiner Mutter mitteilen und mir etwas Geld (10 Mark) senden. Dankend, (get) Frans Leys. Deze kaart gezonden aan zijne zuster “ Fräulein Pelagie Leys, 27 Lange Gasthuisstrasse, Antwerpen. Geschreven op 18-12-1914 - afgestempeld Minden 22-1-’15.
    Vrouw Liv. Van Schil te Itegem deelt ons mee, dat haar man en haar broeder Jef aan de Ijzer strijden. Haar broeder is in de omstreken van Mechelen erg gekwetst geweest: voet doorschoten, been en schouder gewond door scherven van projectielen. Ondanks die wonden, is hij per, bij toeval voor handen hebbende velo, aan de dood ontsnapt en na verpleging in een gasthuis te Antwerpen naar het front doorgezonden waar hij thans geheel hersteld is. -Te Wiek. is in den beemd “Wijngaarden” één der grootste wilgen stammen afgezaagd en weggevoerd, zonder twijfel door blokmaker.
    Lieden van nabij den spoorweg zeggen ons, dat de tegenwoordige wachten op Melcauwen, gekwetste of ziekelijke mannen zijn, die hunne gevoelens soms lucht geven: zij hadden gehoopt hier nog te mogen blijven, maar gisteren liet de doktor, met hunne verzorging gelast, verstaan, dat ze genoegzaam hersteld zijn om naar het front terug te keeren. Dit heeft de mannen ontmoedigd en terneergeslagen. Meerdere zouden willen ontvluchten, maar kunnen aan geene burgerkleederen geraken, denkt men. Aangaande hun verblijf aan de IJzer deelden zij mee, dat de Kaiser alle mogelijke middelen wil beproefd zien om over die rivier te geraken. Eens, vertellen zij, trokken de Engelschen achteruit en lieten de D. ongehinderd eene brug over ’t water werpen, maar nauwelijks was een deel dezer laatsten aan de overzijde, of de Eng. losten plots zulken vloed water dat de brug wegspoelde en de meeste krijgers omkwamen of gevangen genomen werden. Overal schijnt het moreel der bezettingstroepen te zakken. Weinigen durven ’t wagen de waarheid te zeggen, maar uit dezer woorden blijkt ten volle dat onze overweldigers hunnen toestand en toekomst met angst tegemoet zien en dat de bazen hunne onderdanen zand in de oogen strooien. “ Notaris De Bie, dus zegt vrouw Lemmens, had uit den mond van eenige milit. oversten te Mechelen gehoord “dat al die berichten van overwinningen, gevangen nemen van duizenden krijgers, veroveren van steden en gewesten, buit maken van kanons en munitie, waarmede men heele muren beplakt, geen woordeken waarheid bevatten, maar dienen om neerlagen te bedekken en verdere ontmoediging te voorkomen”. -Het kanon heeft weer den heelen dag, maar niet luid gedonderd.
    Het schijnt dat Smsl, de koeihoeder van Berlaer, in nauwe betrekking stond met den roover die te Keerbergen werd doodgeschoten. Over dezen laatsten verneemt men dat hij een stoutmoedige dief, een gevreesde kerel, de schrik van heel Keerbergen was, en dat niemand hem dorst aanklagen. Eindelijk gevat, werd hij -ten minste voor den vorm –(wij kennen de wezenlijke toedracht der zaak niet) ten verhoore op het gemeentehuis gebracht onder ’t geleide van D. krijgers. Bij ’t in- of uitstappen des gebouws weerklonk een schot, en … de bandiet was in de eeuwigheid.
    Frans Van Haken heeft een zwijn van ruim 200 kg. verkocht aan 2,25fr.! Dat kan tellen.

    4. 8 u. Vele lieden staan voor hunne deur in de lucht te staren. Men hoort geronk van een motor, maar men krijgt niets in het oog. Kinderen vertellen dat in den afgeloopen nacht bij de Wwe Louis Ceulemans op den Gangelberg, twee geiten gestolen zijn. Karel Gepts vertelt dat de E.H.Ond. de D. krijgers heeft moeten vergezellen naar Leon. Goov. en A.Aerts, ter confrontatie met de zoons, die naar bewering van Smots Steph. zouden gehoord en verklaard hebben, dat de E.H.O. in de vroegmis “gepreekt” had het met D. binnen 3 weken hier afgeloopen is, dat ze gedood of gevangen zullen zijn. Die jongens wisten echter van niets. En alles was afgeloopen. Uit alle overweldigde streken komen ons eerlooze en onnoembare feiten aan de ooren van die eerzuchtige en voorbeeldige wereldbeschavers. Hoorden wij in Brugge door vluchtelingen uit de omstreken van Leuven, en door eene vrouw uit Cuerne getuigenis

    wordt vervolgd



    23-05-2020, 00:00 geschreven door Renic
    Reacties (0)
    22-05-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ons Oorlogsdagboek 1914-1919 (10)

    BV2

    Ons Oorlogsdagboek 1914-1919

    door Jan De Belser

    deel 10

    Bl.73.

    afleggen die ons onwaar of fel overdreven toeschenen, thans vernemen wij van geloofbare personen, dat het Fransche Staatsbestuur te Parijs een gesticht gaat inrichten voor “ouderloozen” wichtjes van eerbare Fransche vrouwen, die ’t slachtoffer geworden zijn van D. zwijnen. Zou men dit voorbeeld ook elders volgen. Heer opz. D.A. heeft vernomen dat eene eerbare dame uit H. bij Mechelen, door vreemd zwangerschap genoodzaakt is in Holland te verblijven. De zusters Urs. van H. moesten hunne eigene legerstede afstaan en werden overgevoerd naar het nachtverblijf der D. te Leuven, onder welke zij den nacht moesten overbrengen (J.P.).

    5. Heden verblijven op Melcauwen 11 krijgers, onder welke 7 pas aangekomenen “zeer kwaden” zeggen de kinderen. Passen om zich meer dan 5 km. van zijne verblijfplaats te verwijderen kan zoo van vrouw als van man geëischt worden. Men zegt dat gisteren 2 vliegers over ons dorp zijn gepasseerd. Thom. De Vos, die gisteren in Antwerpen zeer vele D. zag trekken, vernam aldaar, dat ongeveer 3000 man, die naar het W. front waren vertrokken, met wagens en voorraad in de stad weergekeerd zijn doordien de reisweg belemmerd was door het uitwerksel van bommen van Eng. vliegers.

    6. We vernemen dat het verkeer per voertuig aan den spoorweg in de Smidstraat sinds 14 dagen versperd is door het vastleggen der schuif. Personen welke van de merkt van Lier weerkeeren, zeggen dat de D. vlag, die sedert den val der stad op het stadhuis wapperde, dezen voormiddag neergehaald en door de Amerikaansche (Ver.St.) vervangen is, het straatgerucht in ’t begin der week dat Amer. gendarmen in Lier zouden komen verblijven, en een 300 tal in Brussel om de openbare gebouwen en de burgers te beveiligen, zou dan bewaarheid worden.
    Kaarten en brieven gisteren en vandaag aangekomen van aan ’t front staande manschappen, o.a. van Flor. Berckx (Steenstr) en andere Beerselaars, geven hun adres op met bijvoeging van … Charleroi (België), … Aerlen (België). Aan de houten palen van de leiding der lindenboomen in Berlaer-dorp hebben de D. planken als handwijzer vastgehecht (Lier →) in elke richting. - Philom. (dochter van Theod.) Mariën brengt ons eene postkaart te vertalen. “ Bulletin de Santé” waaruit blijkt dat haar zoon Alfons op 27 Jan. jl. aan de gevolgen eener “amygdalite” met bijvoeging van het woord “ amelioration” in een veldhospitaal te Coutance (Manche) verbleef. - Vele merktvrouwen, die vandaag per tram naar Mechelen wilden, moesten te Putte afstappen, omdat zij van geen pas voorzien waren en werden grootendeels alzoo gedwongen een wandelinksken van 2 u. te voet te doen. - Aan de herbergiers wordt meegedeeld, dat hunne “café’s” om 9 u. ’s avonds moeten gesloten worden. Dat is toch één puntje van verdienste voor de D.
    Vandaag zijn van de vlucht uit Holland teruggekeerd : de gezinnen van Petr. Meuris, wiens moeder in Holland overleden is, -van Wwe Wens en van Louis De Schutter.

    7. Twee D., de eene militair, de andere in burger met broek van militair, lange pardessus, getten tot aan de knieën en klak op. Die zegt de villa “Montfort” in de Statiestr. te Heyst te bewonen (en die gekend is onder den beroepsnaam “de ingenieur”), komen nopens de sermonen in onze kerk eenige inlichtingen vragen bij gebuur Aug. Lemmens. De ingenieur begeeft zich ter hoogmis, maar verlaat de kerk na het sermoon en keert met zijn ondergeschikte-gezel per velo terug naar Heyst, na op onbeduidende wijze gezegd te hebben dat in ’t sermoon niets bijzonders voorkwam. Waarschijnlijk was die “sermooningenieur” in ’t gedacht dat Mr.Past. aan juf. Stephanie “een kleedje zou aanpassen” (Egid. Liekens zal zijn ontslag nemen van “Kerksuisse” (ingevolge levensduurte), tenzij zijne jaarwedde, die heden 50 fr. bedraagt, wat verhoogd worde. Gebuur Jul. Nauwelaerts van St. Kath. Waver terug, stelt ons voor Zondag a.s. daar eenige bijzonderheden te gaan zien, en…

    8. Marcel Serneels brengt ons petrol mee tegen 1,20 fr. den lit. welke voor den oorlog (0,8 fr. den lit.) was ingegraven. -Vinc. Vermaelen zou bezitters van gevonden oorlogsmateriaal willen dwingen, hem die tegen een spotprijs af te staan om die aan particulieren peperduur te verkoopen. Mislukt die poging dan zou hij zich tot de D. wenden, die mits eenig drinkgeld den bezitter dwingen die voorwerpen in te leveren (voor Vincent). Zoo zou VdBroek tegen den steenweg van Achterheide naar Heystschen hoek gevaren zijn. Wij moeten dus zeer voorzichtig zijn…
    Men zegt dat in Beersel, Heyst, Itegem en andere dorpen bericht is aangeplakt of afgekondigd, dat talrijke D troepen verblijf zouden komen nemen in die dorpen, dat de D. vlag weer wappert op het stadhuis te Lier.
    Tusschen al de sombere vlagen door komt soms een koddig voorval de bedrukte gemoederen wat ontlasten. Juul Nauwelaerts vertelt ons ‘t volgende:
    “ Verleden Zaterd. avond hield een rijtuig stil op ’t hof der herberg van Anthonis, tegenover de stopplaats des trams aan “ De Kroon” te Beersel, en 3 of 4 D. kwamen binnen. Een jong kind van ’t huis, door hun verschijning verschrikt, begon overluid te krijten. Om het te bedaren beloofden de soldaten den kleine bij een volgende reis chocolade en ander lekkers mee te brengen. Maar dat hielp niet. De overste, een grijze 65er deed dan voor den kleinen zanger een appel halen. De ondergeschikte verdween oogenblikkelijk in de duisternis en keerde evensnel terug, niet met een appel, maar met het hoofd tusschen beide handen: De appelen waren verdwenen! Een lantaarn ontsteken was ’t werk van een oogenblik voor den waard. Niet alleen 50kg. appelen, daar nog bij 30kg. broodsuiker, 2 geslachte zwijnen, 150 kg. rundsvleesch, een groote mand fijn gebak en brood, van wijn wordt nu niet gesproken, zijn mee verdwenen ! Al wat benen had, ging de roovers helpen opsporen.

    Bl.74.

    Niets verdachts wordt waargenomen. Windgehuil en regengeklapper laat zich hooren, ofschoon men reeds ver op terugreis is. Maar toch, bij den flauwen schijn der lantaarne bemerkt men hier en daar een witachtig stipje op de grond: Men dacht eerst dat ’t hagelbollen waren; men tast en proeft: ’t is suiker, smeltende suiker overal. Wat verder lagen grootere bollen, appelen en “appelsienen” op steen- en aardenweg, in ’t slijk en in de gracht gerold. Men spoedt al voort om den grooten buit te vinden, maar te vergeefs! Dof gegrol in een boschje dicht aan Beersel-Dries laat veronderstellen dat de honden ook hun aandeel eischen en dit aan elkander betwisten. Hoe snel men jaagt, hoe ver men zoekt, niets meer te vinden ! Gedienstige helpers komen druipend nat terug met een appel voor den kleinen zanger. En de heeren D. met de lantaarn rollen op Mechelen in om nieuwen voorraad. Maar ’t was na middernacht en hoe ze met hunne geweerkolven op de deuren bonsden… ja, ze vonden eindelijk toch nog wat “vivres”, en rond 4 u. in den morgen landden ze te Heyst aan. En nu vandaag komen die zelfde goede heeren de geleende lantaarn en het beloofde stuk chocolade terugbrengen? Neen, al de reisduiven komen ze van Anthonis opeischen. Het toonen der gereedliggende aangifte baat niet. Zelfs eene op een duister en loos plaatsje verborgen reisduif, een echte kostwinner, weten de heeren bij middel van een zaklampje te ontdekken.

    9. Volgens dagbladen (van verled. Zondag) zou het Argonnerwoud in handen der Verbondenen zijn. Wij laten ten gemeentehuize een paspoort met foto, door de D. overheid geeischt van allen persoon, die zich 6 km. van zijne verblijfplaats zou verwijderen, voor ons beiden gereed maken (onkosten 15 c. per stuk, ten voordeele van het steuncomiteit).
    De hr Vrederechter van Heyst laat ons een heel pak gedrukte briefjes “Oproep aan de werklozen van Heyst ter uitdeeling in de school, bestellen. Kinderen vertellen dat te Beersel eene groote bom ontploft is bij ’t ontladen, gelukkig zonder slachtoffers te maken.

    10. Van alles wat. Twee stroomijten van Aug. Van den Broeck op Alfelaar zijn dezen nacht afgebrand. D. wachten van de halt hebben ‘t alarm gegeven en de bewoners gewekt. Een dochter van Aug. Meuris heeft van D. krijgers vernomen (en dit verteld aan vrouw Aug. Lemmens) dat een D. generaal met 80 000 man in ’t Argonnerwoud omsingeld zit en zich niet wil overgeven. Heden nacht zijn bij Frans Van den Wijngaert in de Smidstraat eenige D. paarden gestald en krijgers gelogeerd geweest. Volgens straatgerucht zouden de Eng. een over het front zwevende zeppelin door beschieting zoodanig hebben beschadigd, dat hij bij landing boven de D. linie zou ontploft zijn en neergestort, waarbij door ontploffing der meegevoerde bommen, de 16 inzittende luchtvaarders en talrijke soldaten zouden omgekomen zijn. Te Antwerpen zou de ontploffing van een kruitmagazijntje eenige D. slachtoffers gemaakt hebben.
    Verleden nacht heeft Gom. Wouters dieven van zijn verkenskot verjaagd. Bij Leop. Lambrechts in den Molenhoek werden ’s nachts plunderaars aan de aardappelgroeve verdreven, maar den volgenden nacht keerden zij weer en roofden eenige zakken. Bij Jos. Calluy werden ze eveneens verjaagd.
    Te oordeelen naar het kanongebulder, dat sedert eenige dagen aanhoudt, dat men niettegenstaande den hevigen N en NNO. wind der 3 vorige dagen onophoudelijk hoorde rommelen, en dat vandaag bij poozen de ruiten in de ramen van den voorgevel onzer woning doet trillen en rammelen, moet er een verwoede strijd aan de gang zijn.

    11. 6 u. (Naar Antw. Tot regeling van zaken bij LLB., Hr All., Hr De Vr., Hr Neyrinck VRiel-Peeters). Het dorp van Kon.Hoyckt is nog niet uit zijn puinen verrezen. In de vlakte tusschen de forten is men bezig 1 meter hooge boomstammen af te zagen of uit te rooien. De wacht aan de brug der Leuv.poort ziet onze reispas nauwkeurig na. De puinen der stad zijn meest opgeruimd. In meerdere broodwinkels eene plak voor ’t uitstalraam met het opschrift “Geen brood te krijgen”. Op ’t stadhuis wappert een klein D. vlagje. Wat men over ’t hijschen der Am.vlag vertelde, blijken verzinsels. Echter zou Am. wel eenigszins waken op de veiligheid der burgers. Midden op de Gr.Merkt, tusschen de riggels des buurtspoorwegs staat een houten staak met 4 houten armen, waarop : “Antw. 15 km. – Mechelen 15 km. – Emblehem… – nach Kessel, Berlaer und Konings-Hoyckt 5 km.” In de straten hooren wij overal klagen van broodgebrek. Een trein, half reizigers-, half goederenwagens vertrekt uit de statie in O.richting; 5 of 6 wagens zijn opgepropt met D. soldaten, die zingen, tieren en salueeren -wat ze in België reeds geleerd hebben, men zegt dat het mannen zijn die op den spoorweg gewerkt hebben en die nu naar elders verzonden worden. De woningen van ’t onderw. pers. der scholen van Hagenbroek zijn fel beschadigd geweest, reeds onder dak gebracht, maar nog onbewoond. De “Kortsteertmolen” is opgeblazen (niet afgebrand); kamwielen, steenen, wieken en raderwerk bedekken teerlingen en molenberg! Afgewrongen, versplinterde en doorschoten boomstammen van 1,5 m. tot 2 m. omtrek, langsheen de groote baan, bewijzen de buitengewone ontploffings- en drijfkracht der zware projectielen. Wie had kunnen denken over een jaar dat de zoo prachtige streek –’t waren niets dan mooie villa’s en sierlijke lusthoven -O.waarts van den spoorweg te Oude God in zulke akelige vlakte zou veranderd worden! Tusschen Lier en Berchempoort geene soldaten tenzij geleiders van 2 of 3 wagens met voorraad. In Antw. zowel als in Lier wordt geklaagd over gebrek aan brood.
    We zien overal berichten, op rood papier, aangeplakt op bevel der D. overheid, welke optochtjes van de schooljeugd met straf bedreigen. We vernemen nader dat een der laatste dagen een groep scholieren, met de vaderlandsche driekleur aan ’t hoofd, onder het zingen van ‘t “Vaderlandslied” en van den “Vlaamschen Leeuw” de stad doorkruist heeft en vooral die straten waar de D.overheid ingekwartierd is.

    Bl.75.

    De heer Burgemeester zou voor dat kinderspel op de commandanture geroepen en de stad voor de 1e maal slechts tot 5000 fr. boete veroordeeld zijn; bij hervalling zouden zware straffen de stad en het onderwijzend personeel dreigen. Weinige D. soldaten in de stad te zien; onder dezen enkelen die ons niet ouder schijnen dan 15-16 jaar. ’t Schijnt, zegt men ons, dat de meeste strijdbare mannen naar ’t front gezonden zijn.
    Zeer schoone kaarten, o.a. “Atlas van het oorlogstooneel” zijn op meerdere plaatsen uitgestald.
    Uit een art. van “Het Handelsblad” blijkt, dat het D. rijksbestuur bekent, dat de oorlog reeds zware offers heeft geeischt, maar dat men in den Rijksdag aandringt op ’t stemmen van nieuwe milliarden ten einde den strijd tot den 1e September voort te zetten. Ook Engeland zou op dees oogenblik versterking van eerste gehalte aanvoeren.
    Op terugkeer vertelt een reisgezel, Jos. Storms van Melcauwen, bij het ontmoeten van een D. officier met een rosharig hondje bij zich, aan de statie te Lier : “ Die officier, met dat ros hondje kwam gisteren bij Aug. Kempeneers binnen en vroeg bij hem op ’t spoor te komen werken. Daar Kempeneers hem antwoordde, dat zijn oversten verlangden dat hij zulks niet deed en zijn dagloon voortloopt zonder werken, beval de officier hem binnen de 4 dagen zijn woning te verlaten,of zich aanstonds aan het werk te begeven. Kempeneers weigerde en zal dus moeten verhuizen.

    12. Heden vernemen wij, dat al de bedienden van den ijzeren weg en degenen die de baanwachtershuisjes bewonen, dezelfde aanzegging hebben gekregen als Aug. Kempeneers en zich tot vertrekken gereed maken. Tot Maandag avond is daartoe tijd gegeven: wat zich dan nog aan of in die woningen bevindt, stroo -, houtmijt, aardappelen, enz. is dan aangeslagen.

    13. De merktwijven, die van Lier weerkeeren hebben van alle sensatieberichtjes bij: “De zoon des keizers is dood!” “ Een vlieger is daar gevallen!” “D. soldaten zijn gedeserteerd!”, enz. enz.
    Louis Verreth heeft met zijn gezin zijn baanwachtershuisje reeds verlaten. Het publiek veronderstelt dat de D. bezetting bij de spoorwegbedienden aandringt tot aanvatten van werk, omdat het spoor dan bewaakt wordt door de werklieden zelven, en de militairen dan naar het front kunnen gezonden worden. Marcel Serneels ontmoette rond 13 u. een D. soldaat die zoo dronken was dat hij heen en weer zwijmelde en ten laatste in de straatgracht terecht kwam.
    De jongelingen der klas van ’15, welke zich vandaag te Berlaer weer moesten gaan vertoonen voor de D. overheid, hebben van deze vernomen dat deze oproepingen geschorst zijn tot nader order.
    Vier onzer Heikantenaars: Frans Busschots, zoon des maalders, Frans (zoon van Alfons) Salvo, Aug. (zoon van Leonard) Aerts, en Juul (zoon van August) Op de Beeck zijn vandaag vertrokken om als vrijwilliger te gaan dienst nemen bij de Verbondenen. Zij zijn ten gemeentehuize de vereischte stukken gaan halen. Het gerucht is hier verspreid dat de Engelschen zulke vette soldij betalen aan alle dienstwilligen. Een officier, zoo wordt thans gezegd, zou hen op Nederlandsche bodem, even over onze grens al het noodige verschaffen om ze spoedig op hunne bestemming te brengen.

    14. Juul Nauwelaerts en ik, wij begeven ons naar St.Kath.Waver. (wij komen er in bezit van 6 stukken (25 fr) voor onze verzameling) Het dorp ligt ruim zoo erg verwoest als Duffel. Overal in puin geschoten, doorboorde en beschadigde woningen. De kerk die op 30 Sept. al fel beschadigd was, is op 3 October in brand gestoken, volgens getuigenis van eene 90 jarige vrouw, de eenige dorpsbewoonster die niet was weggevlucht, en welke alzoo op het einde van haar langen levensloop de verwoesting van haar dorp heeft moeten aanschouwen. Het laatste huis Wwaarts tegen den weg die van de kerk naar de schans Zwaarts van het dorp leidt, is zoo zonderling afgeschoten, dat de plancer van bovenkamers en zolder met het eene eind neerwaarts hangen en met het andere zijn blijven vastzitten in de daaronder rechtgebleven muren. Op een dier afhangende planchers liggen nog 7 of 8 matrassen zooals ze door onze jongens waren beslapen tot het ogenblik waarop deze moesten vluchten. Deze schans ligt geweldig beschadigd : kopstukken van beton, kolossale brokken zijn naar beneden gestort, zeer dikke en ijzersterke muren verscheurd en gebarsten. De schans wordt door D. wachten bewaakt, want er ligt nog veel schietvoorraad in verborgen. Ontelbaar zijn de kuilen door de ontploffing van projectielen in den bodem geslagen. Van wel onderhouden pachthoeven, van sierlijke hoven met lachende hovenierswoningen, waar ijver en welstand te bespeuren waren, blijft niets meer over dan steenhoopen, vergruisd en verkoold puin in kale, verwoeste, omgewoelde vlakte. Schier elken stap wijst onze leidsman ons graven, hier van vaderlanders, daar van D., die meermaals 2, 4, tot 6,7 lijken bevatten. Van herbegraven heeft men moeten afzien om den onverdraaglijken stank en het gevaar voor besmetting. Eene vrouw uit Vlaanderen, die al lang te vergeefs haren man zocht, herkende bij de ontblooting in het lijk van eenen onbekenden Belgischen strijder, dit van haar man, aan zijn vest en zijn hemd! Na droef afscheid nog droever wedervinden! Op de veldens langs den Okant van het groote fort (Mitzeelen) brengt men ons voor twee kuilen, de 1e van ongeveer 10 m., de andere wel van 20 met. middellijn en van 3-4 m. diepte naar men ons zegt – ze staan vol water – in den grond geslagen door ontploffende projectielen van 900 kg, uit D. stukken, zoo gezegd van “42” welke te Hever of te Boortmeerbeek op ongeveer 2 u. van deze plaats opgesteld, hun vuur op het fort richtten, en die vooral zouden bijgedragen hebben het fort, na zware beschadiging -een der koepels schijnt verdwenen- tot zwijgen te brengen. Eenige minuten verder tegen den steenweg naar Mechelen is in de schuur van een klein huis (links tegen den steenweg) toont men ons het voetstuk van een graat “42”er

    Bl.76.

    Zonder twijfel dengene, welke de vermelde kuil van 20 m. middellijn heeft geslagen. Wij kopen dit voetstuk (12 fr.) en dragen ’t onmiddellijk mee. Bij ’t naderen van eenige D. achten wij ’t voorzichtig met onze vracht in de herberg binnen te gaan. Op raad van den baas bergen wij onze vracht in zijn werkhuis (schrijnwerkerswinkel). Bij meting bevinden wij deze cirkelvormige stalen schijf juist 42 cm. Doorsnede, en 11-12 cm. dikte heeft en naar schatting 80 kg. kan wegen. Om verdere moeilijkheden en gevaar te vermijden, zal onze gezel Juul morgen vroeg een zijner gasten, Jan Bastaens gelasten onze “gewichtigste oorlogssouvenir” per hondenkar, onder een bussel bezems verborgen naar huis te halen.
    Verleden Zondag heeft een D. legeraalmoezenier alhier voor de bezetting der forten eene mis gecelebreerd met sermoon waarin hij de mannen moed inboezemde, hen tot plichtbetrachting aanspoorde, maar er tevens op wees, dat de wandaden bij de eerste invallen hoogst te betreuren zijn.
    Een persoon die heden morgen naar de stad (Mech.) geweest was, verhaalt dat een D. die hem op den terugkeer vergezelde, in tranen losbarst, toen hij van vrouw en kinderen sprekend, er bijvoegde dat hij misschien morgen naar het front terug moet.

    15. We vernemen dat Alfons Winkelmans, die verleden Zaterdagavond ter herberg van Fr. Van den Broek, of omtrent de stopplaats in oneenigheid was geraakt met een of meer manschappen der bezetting, en August (zoon van Jef) Van den Wijngaert, die ook in dit geschil gemengd geraakt was, door de D. zijn aangehouden (de 1e bij zijn thuiskomst, de 2e ’s nachts van zijn bed gehaald) en naar Heyst geleid, van waar ze volgens den eene naar Mechelen, volgens den andere naar Duitschland zouden gezonden zijn. Later in den dag hooren we vertellen dat tijdens een hevig krakeel, waarbij ook vrouwenstemmen weerklonken, 4 of 5 schoten zouden gelost zijn, waarop de 2 voornoemden op de vlucht sloegen, de 1e om zich ergens te gaan verbergen, de andere naar huis toe.
    Sinds 8 dagen mag aan de schuif op Melcauwen, na 9 u. ’s avonds, niemand meer over het spoor.
    Juul Nauwelaerts brengt onze gisteren aangeworven “souvenirs” binnen. Bij meting van het zware voetstuk bemerken wij dat het slechts 38,5 cm middellijn en .. cm. Dikte heeft. Geen twijfel de baas-schrijnwerker uit de herberg te St.Kath.Waver heeft ons gefopt : onze 42’er heeft hij voor zich gehouden, en zijn 38,5’er meegegeven. Daarvoor moest hij zich zoo dienstvaardig aanstellen!

    16. De aanhouding van Alf. Winkelmans en Aug. Van den Wijngaert is nog ’t voorwerp van alle gesprekken. Beide mannen van de vergadering der te Berlaer opgeroepen controlplichtigen wedergekeerd, zouden, misschien wel bij drank, ter herberg van Fr. Van den Broeck in woordenwisseling en oneenigheid met D. wachten geraakt zijn, en, zoo sommigen zeggen, naar deze laatsten gespuwd hebben.
    Moge dit voorval tot les verstrekken aan al onze straatrakkers en schavuiten!
    Broeder Overste van Hamont van Antw. aangekomen, neemt brief en pakje voor Roermond mee.
    19 u. Frans Van den Wijngaert (zoon van Louis en Cath. Verreth), de gebroeders Vital en Leopold (zoons van Victor) Moeskops, Louis (zoon van August) Liekens en Gust (zoon van Louis) Goelen, allen onze oud-leerlingen, komen op ’t onverwacht binnenvallen. “Mr., zegt ons de 1e , we komen u nog ‘nen goeden dag zeggen, misschien de laatste, want we trekken naar ’t front, we gaan ginder helpen”. “Wel mannen, komt binnen, ik moet u bewonderen en gelukwenschen over zooveel moed”. Wij bespreken met hen den te volgen reisweg, maar Fr. V. d. W. heeft dien weg op een reepeltje papier beter geschetst dan wij ’t zouden kunnen. Wij spreken hun moed in, zetten hen aan voorzichtig te zijn, wenschen hun alle geluk met de hoop hen als overwinners te zien wederkeeren.

    17. Men deelt ons mee, dat de 5 voornoemde jongelingen gisteren te biechten en te communie geweest zijn. Er zouden dus in hun inwendige betere gevoelens wonen, dan hun uitwendige betoont. Louis (zoon van Frans) Salvo zou zich bij hen aangesloten hebben, evenals Theofiel (zoon van Augustinus ) Van Herck (onder Beersel).
    Louis Vets, stroodekker, vertelt ons over den inval der D. het volgende:
    “ Ik ben niet weg geweest. De 2 eerste D. gingen voorbij ’t venster zonder stilstaan, toen ze zagen dat wij te huis waren. We zaten aan ’t eten. Ons….(dochter) stond op en riep op hen. Ze kwamen terug en binnen. Ik vroeg hun of zij wilden mee eten. Toen ze zagen dat het maar patatten waren, zegden zij “neen”, doch toen we melk op tafel zetten, en weder vroegen of ze daarvoor geen goesting hadden, zegden zij “ja” en het smaakte hun vandaag goed. “Thuis blijven …goed gedaan…. u niet kwaads gedaan worden”, zegde de eene. Zij vroegen dan aan ….. waar de man was. Zij antwoordde: Ik heb geen man. Toen zegde de eene: “Ge zult er geen meer krijgen, de Belgen worden allen doodgeschoten”. “Dan pak ik een D. “ zegde zij. Zij begonnen te lachen. Ik verstond hen goed. Toen ze doorgingen, zagen wij hen iets in de gracht werpen. Ik ging zien en vond een kapmes; wat later vonden wij een ander in onzen hof. Die moesten zeker dienen om binnen te breken.
    Marie van Aug. Thijs, die met haar vee te huis alleen zat, kwam ons vragen naar hare kinderen en hare moei, die tot bij Kobe Heremans gevlucht waren, te gaan zien en bood ons daarvoor 5 fr. aan, maar wij durfden niet. Een of 2 dagen bood ze ons 20 fr. om die te gaan halen. We waren toen al wat stouter. Ik en …. reden daar met den kruiwagen langs binnenwegen op af. Onderweg kwamen 2 D. met vooruitgestoken geweer naar ons en deden ons blijven staan. Toen meende ik dat we er aan moesten; maar ze vroegen ons of wij hen aan geenen koffie konden helpen. Ik zegde: “Ja, gaat met ons mee”. Bij Kobe Heremans kregen ze op mijn verzoek seffens koffie. Toen we

    Bl.77.

    daar geladen waren en naar huis en Aug. Thijs wilden, gaven de D. mij een briefje en zegden: “Als anderen bij u komen laat ge dit zien, en geen kwaad zal u geschieden”. Als ik hier of daar ging had ik dat briefje bij maar niemand miszegde mij iets. Maar paarden, als er die dagen gestaan hebben en doorgetrokken zijn op Melcauwen, daarvan kunt ge geen gedacht hebben. En geschoten als er soms werd! Als ik zoo wat voorover op ons hof stond, dan fladderde van de hevigheid van het geschut mijn broek alzoo, spreker doet zijn broek wapperen, rond mijn beenen!” En nu zijn ze boven in de boomen van ’t Melcauwenbroek aan het huttekens timmeren en ophangen; ik weet niet waarvoor die mogen dienen. Toen wij van Koben Heremans terug naar huis kwamen, gaven de D. ons een heel pak erwtenmeel. Ik heb er niet van geëten, maar ons kinderen zegden dat het goed was”.
    Wij “vinden” in onzen hof een afdruksel van “Algemeen Handelsblad” van Amsterdam van 15 Maart. Volgens een artikel in dit blad zou de D. Keizer dien van Oostenrijk aangezet hebben (natuurlijk der gezanten) de provincie Trente aan Italië weer te geven, ten einde te voorkomen, dat dit land zich bij de Verbondenen aansluit, -doch de Keizer van Oostenrijk evenals zijn ministerie, zou dit voorstel met klank van de hand gewezen hebben en verlangen dat alle onderhandelingen met Italië afgebroken worden.

    18. Marie Mariën, rentenierster, (zuster van Theod. Mariën – Winkelmans, Steenbeek, Berlaer), over den inval: “ Ik ben niet van huis geweest. Ik heb sommige oogenblikken veel schrik gehad. Toen de D. hier waren, durfde ik niet meer naar buiten gaan, en in mijn bed ook niet meer gaan slapen. Ik heb verschillende nachten op mijn kist zitten slapen. Ik keek nu en dan door de venster eens uit en ook door het sleutelgat der deur: Ik zag dan soldaten die zongen en lawijd maakten, dansten en sprongen en hun geweer omhoog staken. Dat ik er moest mee lachen, paarden en alle aardige wagens. En er werd geschoten dat het kletterde en de ruiten in stukken vlogen. Dinsdags ’s morgens, misschien rond 4-5 u. kwam er zulke zware slag dat ik meende dat alle huizen invielen en dat het met alles gedaan was. Ik keek eens naar buiten en zag het huis van Vonder, dat nevens het mijne staat, half afliggen. Rond 8-9 u. toen ik weer eens naar buiten keek, waren het al‘lijk bollen van vuur, die ik zag vallen en rook dat ik er niets door zag. De pastorij stond in vlammen die hoog opsloegen en alles deden kraken, en de soldaten stonden daarbij te zingen en lawijd te maken. Mijn hennen zag ik, door het venster, door de soldaten vangen, den kop afsnijden en meenemen. In het kot van Fien Smis (Frans Verstraeten- Smets) stond een paard geweldig te stampen. Eén of 2 soldaten kwamen bij mij binnen. Ik sprong in de kamer achter de deur. Zij vroegen mij waarom ik niet gevlucht was. Toen werd ik bang en ging buiten , maar ze deden mij toch niets. ’s Zaterdags zag of hoorde ik niets meer en ging buiten. Daar was geen mensch te horen of te zien. Alle huizen stonden leeg; hier en daar lagen doode dieren of koppen, pooten en andere stukken ervan. Overal lag alles buiten en liepen beesten rond, maar aan geen enkel huis was iemand te zien. Het was hier zoo aardig, dat ik het niet kan zeggen. Als ik daar achter (over ’t voetpad) over alles stapte waar de paarden gestaan hadden, dan beefde ik van schrik. Ik ging, zonder iemand te zien, naar onzen Doren op Steenbeek. Daar stond ook alles open en leeg, maar was niemand te zien. Daar zag ik links van den Gangelberg het “verken”, een langen ballon hangen, en ik kroop weg in de stroomijt. Terwijl ik daar zat rees er een ei naast mijn zijde naar beneden. Wat later een 2e, 3e ….en 6e. Hennen , die boven mij zaten, hadden gelegd. Ik at vier van die eieren op en kon er tegen. Dan ging ik langs ander huizen tot bij Gom. Wouters en heb daar met Gommer, Zwannemie (Joan. Marie), Soo Van Haken en anderen in den zijkkelder gezeten tot ’s Maandags. ’s Anderendaags ging Gommer patatten uitdoen en ik heb er een heele maand gewerkt. Wanneer de molen afgebrand is , weet ik niet; daar heb ik niets van gezien”.
    Marie vraagt ons om hare enige “cedulas?” die de D. niet gestolen hadden (Spaansche schuldbrieven), te helpen tot geld maken.
    14 u. Twee voorbijstappende D. aan welke wij vragen of ’t ons toegelaten is ons naar Heyst te begeven per rijwiel, om aldaar een reispas te halen, geven ons een bevestigend antwoord. Op vertoon van onze identiteitskaart stelt de D. bediende ons, heel bereidwillig, als onderwijzer kosteloos ter hand. ’t Is op dit bureel; (woning der Wwe Van Epoel), waar 4 manschappen het postwerk en slechts een enkele het passenwerk verricht, een gedurig gaan en komen. Op het plein voor en rond de statie loopen een 50tal krijgers, offic. en manschappen, heen en weer, of staan met elkander in gesprek. Rotten geweren staan op het plein in rij geplaatst. Voort naar Wiekevorst. Daar vernemen wij, dat naar mededeeling der “Tilb. Courant” de betrekkingen tusschen Oostenrijk en Italië zouden afgebroken zijn.
    Wwe Peeters zegt ons dat in hunnen schoolkring heel het schoolwezen zijn gewonen heeft hernomen. Dat de hr Lemmens ondr. te Booischot nog immer afwezig is, en niemand zijn lot of verblijf kent; laatst zou hij in Knocke gezien zijn!
    Op terugkeer, ter herberg van Kar. V.d.Broeck (’t Vogeltje) leeren wij den D. krijger kennen, die van groot en klein als “Janneken” gekend is en uit oorzaak van kwetsuren of ziekte al lang op Melcauwen verblijft. Hij wil ons de toedracht uitleggen van het ongeval der wachten met Winkelmans en V.d.Wijngaert, doch we begrijpen niet alles, wijl hij (meest) Duitsch spreekt. We verstaan echter dat hij zelf uit voorzichtigheid

    Bl.78.

    schoten in de lucht heeft gelost, en dat een geweer verbrijzeld of beschadigd werd. Kar. V.d.Broeck zegt ons van een openhartigen D. vernomen te hebben, dat de D. de IJzerstreek zoeken te verlaten, dat tenminste een groot deel van hen naar het Z zullen gestuurd worden. Kar. Celen zegt ons vandaag treinen met kanons, kranen en ander materiëel, gisteren en vandaag zeer veel soldaten in de richting van Aerschot zijn vervoerd.

    19. St.Jozef. In de hoogmis raadt de EHP. Ieder aan toch heel voorzichtig te zijn en geene leugens of laster uit te strooien; jammerlijke voorvallen, als nu in de Gildezaal, hebben soms droeve gevolgen. We besluiten dat er iets ergs moet gebeurd zijn, ofschoon nog niets vernamen. Misschien is van daar de (valsche) beschuldiging tegen den EHO. uitgegaan. Jozef Vermeulen sprekend over de aanhouding van Alf. Winkelmans en Aug. V.d.Wijngaert denkt dat de oorzaak van het gebeurde te wijten is aan “zoek de vrouw”. Het behoud van zijn windmolen is te danken aan de aanwezigheid van zijn zoon Louis, die onmiddellijk hun melde en de B. milit. overheid wist te overtuigen dat er zich geene vijanden in zijn molen verborgen hielden, nadat er reeds drie zware bommen in zijne onmiddellijke nabijheid (komend uit ’t fort van Lier) waren ontploft.
    Jos. Van den Wijngaert verhaalt ons dat 6 D. bij hem ’s nachts tusschen Zater- en Zondag kwamen aankloppen en binnentraden om zijn zoon August aan te houden. Deze maakte zich seffens gereed om mee te gaan en verklaarde en bevestigde aan zijn weenende moeder, dat hij, als gansch onschuldig, niets te vreezen had. “In de meening dat Alf. Winkelmans zich bij ons verborgen had, zegt Jos VdW, begonnen de soldaten alle plaatsen, het heele huis van onder tot boven te doorzoeken zonder eenig geduld te hebben of te wachten totdat wij licht ontstoken hadden; zelfs drongen zij onmiddellijk op de kelderkamer binnen waar onze kinderen sliepen. En Aug. werd meegenomen. Wij kunnen het niet uit ons gedacht stellen.”
    Frans Verelst zegt ons, dat 2 D. gisteren eenigen tijd op de pastorij zijn geweest om zich vervolgens naar het D graf aan ’t kapelleken begaven van waar ze de Smidstr. zijn ingegaan. Kwamen die misschien inlichtingen vragen over dien gevallen makker? Of is hun bezoek misschien het gevolg van het incident dat Dins- of Woensdag in de Gildezaal heeft plaats gehad? Wij vernemen daarover ’t volgende : “Vrouw VdBroeck, wier man aan ’t front is, of hare thans bij haar ter herberg verblijvende zuster, aan de stopplaats van Melcauwen, (de D. komen veel bij haar, wat zij echter niet kan beletten, en laten er zelfs hunne kleederen verzuiveren en herstellen -zoo zegt men- de oneenigheid verled. Zaterdag zou daar ook begonnen zijn) kloeg op den uitverkoop van comiteitwaar in de Gildezaal, over het lang gedwongen wachten eer ze bediend werd. Vrouw Jos. Lambrechts evenals meer anderen, wel wat ten onrechte, verbitterd over veronderstelde zoogezegde betrekkingen met de D., antwoordde bitsig: Ja, nu klaagt ge, als ge wat moet staan wachten, maar als ge bij de sm… D. zijt, dan klaagt gij niet. Door dat verwijt getroffen, liep de aangesprokene weenend weg, en heeft haar geval misschien uitgelegd aan de D.
    Iets over kijktorens. Jozef Nagels vertelt : Moeder Antonia was onlangs met een ander zuster naar Lier geweest. Bij intreden der stad werd hun door de D. wachten naar niets gevraagd, maar bij het verlaten der stad werd een pas geeischt. Zij begaven zich, schijnbaar om een pas te halen, terug, maar verlieten de stad langs de Molpoort. Pas buiten de stad zagen zij tegen een hoogen cadrador als sporten eener ladder vastgemaakt; in de onderste takken een timmerwerk als een balkon vastgehecht; daarboven weer sporten die naar een 2e nest of balkon in de kruin des booms leidden. Op onderscheidene plaatsen, o.a. te Kon.Hoyckt, te Berlaer nabij ’t hof van tenor Van Dijck en in het Broekelst zijn dergelijke wacht- en kijkposten ingericht. Het Fransche leger, heeft spreker vernomen, zou 1500 zulke toestellen, maar in bamboes, bezitten die op zich zelven overal kunnen opgeslagen worden.

    20. Naar Schr. Broeder Aug. deelt ons mee dat (vooral de geburen) 80 kg. bitterpeën, veel tabak, steenkolen, andere winkelwaar, huisraad en gereedschappen hebben geroofd; te Lier houdt men beste lijnwaad en kleederen verborgen.
    Emiel Op de Beeck deelt ons mee, dat de eerste naar het front vertrokken groep jongelingen, waaronder ook zijn broeder Juul behouden in Holland zijn aangekomen.

    21. Wij, Juul Nauwelaerts en ik, begeven ons naar St.Kath.Waver tot opzoeken van stukken voor onze verzameling. In het hofje van het woonhuis tegenover “Burgemeesters Kiezelweg” op den steenweg van het “Duifken” naar “Quatre verres” treffen wij 2 grafheuvelen aan met palen en andere gewassen versierd. Het eene graf bevat 2, het andere 7 lijken van D.(1) -De zoons des huizes zegt ons dat de grond dezer graven nog niet is gezonken : de lijken zijn dus diep bedolven en uit dien hoofde nog niet ontgraven. In de weide tegen den kant (hout) naast den Kiezelweg naar Kath.Waver, even voorbij de 1e hoeve, maar aan den rechten kant staan eenige palmstruikjes rond een graf waarop een kruisje van 2 slechte plankjes (2)

    Bl-78



    Bl.79.

    Een jongeling van St.Kath.Waver die bij den inval der D. met de laatste bewoners het dorp verliet, verhaalt ons, dat de redoute Z. tegen het dorp het vuur heeft onderhouden totdat zij door de D. werd overrompeld. Een blonde Antwerpenaar, onderofficier, die reeds eenigen tijd op deze schans in dienst en in het dorp van elkeen gekend en gaarne gezien was, heeft vermoedelijk met eenige kameraden den strijd tot de dood toe voortgezet onder den koepel. Men ontdekte hunne lijken tusschen die van eenige D.
    Deze laatste dagen zijn hier krijgers toegekomen, die deerlijk gesteld zijn door langdurig verblijf (3-4 maand) in de loopgraven. Naar getuigenis van een hunner, wordt hun toestand op dat frontgedeelte onuithoudbaar. De Fr. zouden er tegenwoordig met verdragende kanons werken welker granaten bij ontploffing 6-7 kleinere projectielen uitwerpen, wier ontploffing in alle hoeken van loopgrachten en schansen, dood en vernieling zaait. Naar ’t oordeel van dien krijger gaat er aldaar van hun infanterie niets overblijven. De “Françoizen” zijn te sterk en te behendig. -Bij de Alpentroepen zouden vele manschappen zich met eene mitrailleuze -in plaats van met een geweer -op rotsen, boomen en andere hooge punten verbergen. Heden voormiddag is hier een vlieger uit de richting van Mechelen naar Antwerpen gepasseerd, en andere vlieger over 2 of 3 dagen is hier heftig beschoten.
    Onze vriend Frans U van Kath.Waver, stelt ons andermaal verschillende souvenirs ter hand, onder welke een koperen hulze (ontladen) met … gr. springstof en 200-300 looden bollen welke zij bevatte.
    Op onze terugreis vernamen wij, dat de zwaargekwetste uhlaan, die ondersteund door zijn makker uit het 1e patrouillegevecht op Gangelberg (op 27 Aug.) terugkeerde, slechts tot op het kruispunt geraakt is, waar zijn makker hem moest achterlaten. Zijn einde voelende naderen en tot geene beweging meer in staat, vroeg hij aan toegesnelde burgers een doosje pillen uit zijn vest te nemen. Hij zwolg er eenige van in, en weldra vloeide hem schuim uit den mond en hij begon te zieltogen. Men legde hem op een kar en voerde hem ter berechting naar den EHP. onzer parochie. Deze kon hem slechts de H.Olie toedienen. Bij aankomst te Konings-Hoyckt was alle leven verdwenen. Zijn lijk werd aan de tramlosplaats begraven (zie bladz…). Op het versierde graf staat thans een arduinen kruis met opschriften, als bij A onder de vorige bladz. afgebeeld.
    Te midden van druk en kommer, van vrees en hoop naar den aard der maren, die van het front overkomen, leeft volksleute voort en veropenbaart zich vooral na ’t verhaal van roerende tooneelen, anekdoten op den ‘Kaiser’ en op ‘Albert de Overwinnaar (?)’,. Nog wat nieuws :
    “De Belgen hadden aan de IJzer een D. loopgracht veroverd. De eerste onzer mannen die er dieper intrad, hoorde gekerm en ontdekte aldra een gekwetsten vijand. Deze smeekte hem eerst om ‘t behoud van zijn leven, en vervolgens, zijne knie was doorboord, om ter verpleging naar de ambulantie gebracht te worden. De Belg neemt hem op den rug. Maar terwijl hij met die vracht voortsukkelt, ontploft eene geweldige granaat in hunne nabijheid, en slaat den schedel van den gekwetste weg, zonder dat de Belg, onder den zwaren last gebukt, daar iets van bemerkt. En, in de ambulantie of poste de secours aankomende, roept de onze : “Doktoor, gauw, gauw, hier of hij is dood!” “Sukkelaar! roept de dokter, wat kan ik doen aan ‘nen mensch zonder kop?”. “Wel , die leugenaar!, zegt onze drager, terwijl hij den last afschudt. Hij zegt me dat zijn knie kapot geschoten is, en ’t is zijne kop! Ik heb altijd horen zeggen dat de D. zoo geweldig kunnen liegen: nu moet ik het wel gelooven!”

    22. “De Landbouwer” weekblad voor landbouwers, uitgegeven onder het bestuur van het Duitsch Generaal Gouvernement in België” – 1e Jaargang, N 1, wordt ons door den zoon van Alois V.d.Broeck (deze laatste zaakvoerder van de Boerengilde te B.Heikant) ter hand gesteld : Inhoud degelijk, allerlei stof, nuttige raadgevingen. D. reklaam (zie ons “Schrb.3,bl.382).
    Men zegt dat Mr. Meylemans, pikeur op de prov.baan, een of 2 vingers heeft verloren, afgeslagen door ontploffing van eenig projectiel.
    Emiel Op de Beeck brengt ons met de opgave (lijst) der oorlogsschade door zijne ouders geleden, voor onze verzameling een B. lans en bajonet en een ledige stalen bom. –(Gearbeid aan ’t wegbergen tot 24 u.)

    23. De inwoners van Melcauwen klagen fel over de strengheid der D. vooral wat aangaat de reispassen. –En die van Heiststatie verkeeren in onrust : er wordt daar beweerd dat statie en spoorweg ondermijnd zijn om bij gebeurlijken aftocht opgeblazen te worden.
    Men zegt, dat de zaak van Alf. Winkelmans en Aug. V.d.Wijngaert morgen te Antw. Voor de rechtbank zal komen.

    24. 8 u. Gedurende eenige minuten hooren wij hevig kanongebulder in de richting van Antwerp. Jef (zoon van de wedw) Peeters heeft van hunnen heer (eigenaar) Fasbinder te Langdorp, vernomen, dat een D. generaal, die op het Ofront met succes heeft gestreden, met groote massa’s naar de IJzer komt doorbreken. (of zich laten breken!)
    Personen uit Antwerpen aangekomen, verhalen dat heden morgen 3 Eng. vliegers op aanzienlijke hoogte boven de stad verschenen en bleven zweven. Terwijl er een hevig kanonvuur op geopend werd, kwam een 4e vlieger op geringe hoogte aangesneld en wierp 4 bommen op de timmerwerken voor onderzeeërs te Hoboken, waarvan er twee zoo ’t schijnt hun doel bereikt, en meerdere slachtoffers gemaakt hebben. Vervolgens ging deze laatste de overigen in de hoogte vervoegen en zeilden zij samen naar het W.

    25. Ondanks koud en buiig weder, dichte en koude regen, begeeft zich veel volk naar Hallaermarkt.

    Bl.80.

    Naar uit Holland toegekomen berichten, zou de positie der Verbondenen gedurig verbeteren. Volgens een verliezen lijst zou de koster van de nieuwe parochie van ‘t “Kruispunt”, zoon van den heer Helsen, onderwijzer te Noorderwijk, bij ’t uitbreken des oorlogs onder de wapens geroepen den 2 October in ’t gasthuis te Duinkerken overleden zijn. (we gaan voort met ’t bergen onzer verzameling)

    26. Liv. Jacobs (Leemputten) zegt ons dat zijne van de vlucht eerst teruggekeerde geburen in de kamer van zijn huis 2 honden en 1 geit bij elkander opgesloten hadden gevonden. Ofschoon uitgehongerd hadden deze dieren elkander gerust gelaten. Van zijn 30 hoenders vond hij er bij zijne te huiskomst (14 Oct) nog 28 terug, maar allen hadden een waggelenden gang, net alsof zij dronken waren, van flauwte en van honger.

    27. Hoorden we verleden week zeggen, dat de tram Lier - Werchter niet zou blijven rijden, heden deelt dokter V. d. Broeck, bij A. Lemmens mee, dat de buurtspoordienst Heyst - Mechelen ook zal opgeschorst worden. Van in den voormiddag tot na den noen zijn er twee kabelballons –op sommige oogenblikken slechts een enkele- als 2 zwarte puntjes boven den ZW gezichteinder (van uit dakvenster onzer woning tusschen den “oude molen” en den kerketoren van Putte door) te zien geweest.

    28. In ’t sermoon door onzen E.H.P. over ’t kwijten der Paaschplicht, wordt uitdrukkelijk aangedrongen op de noodzakelijkheid wedergave te doen van alle gestolen goed.
    Volgens de “Tilb. Courant” van den 27e dezer; zou het Belg. leger op dit oogenblik beter bewapend, de manschappen degelijker ingepikt en door ’t toestroomen van ontelbare vrijwilligers minstens zoo talrijk zijn als op 5 Aug. –zou het vijandelijke leger, ondanks aanzienlijke versterking deze laatste dagen toegekomen, zulke zware verliezen hebben geleden, dat het vervoer van gekwetsten en van lijken, in gewone omstandigheden des nachts verricht, nu tot in den vollen dag geschiedde.
    Voorzichtig te zijn met onbekenden: Bij een heer te Turnhout bood zich dezer dagen een jongeling aan, die zegde als Belg. soldaat zich met het aanwerven en over de grens brengen van Belg. vrijwilligers te gelasten, en diens medewerking of raad verzocht om ongehinderd in Nederland te geraken. De aangesprokene gaf den onbekende een briefje mee naar zekeren hr. Janssens (?), brouwer te Ravels, die verder zou helpen. Na zich aldaar met dat bewijs aangeboden te hebben, verklaarde de zoogezegde Belg. militair, die overigens goed Vlaamsch sprak, D. te zijn, en nam met behulp van zijne in auto aangekomen gezellen, den broeder in hechtenis en bracht hem met den heer uit Turnhout ter opsluiting weg.
    Men zegt dat Vrijdag morgen (19e dezer) te Hulshout een luchtballon zonder reiziger is neergedaald, te oordeelen naar vlag en andere toebehoorten van Turksche of Oostenrijksch herkomst, zonder twijfel een kabelballon die losgebroken of uit handen ontsnapt is. Bij ’t nederdalen is een toegesnelde nieuwsgierigen “De witte Diels” met de voeten in ’t touwwerk verward geraakt, opgelicht, meegesleurd en zoo erg bezeerd geworden dat hij bedlegerig schijnt. Korts na de landing verscheen er piket D. van Boisschot, die het gevaarte in beslag namen en wegvoerden.
    Vrouwelijke normalisten, die als naar gewoonte per tram van Heyst naar Mechelen ter les wilden, werd den toegang tot den tram ontzegd, omdat zij niet in bezit waren van den geeischten pas, tot heden slechts gevraagd van mannen, -maar zoo ’t schijnt voortaan zoo van vrouw als van man.
    Wij hooren het gedrag van den heer Burgemeester (A.Verbist) van Itegem prijzen, zelfs door polit. tegenstanders, omdat hij zijne onderhoorigen goed op de hoogte houdt, vooral van voorzorgen en maatregelen welke dienen genomen te worden.
    Men vindt het zonderling dat het “hof van Herlaer” eigendom en gewoon zomerverblijf van den heer baron van Rijnegom, burgemeester van Herenthout, van plundering en verwoesting is bevrijd gebleven. De D. zouden er onlangs na eene jachtpartij in de wildrijke omgeving, menig stuk naar zijn eigenaar hebben gezonden door een jachtwachter.
    Karel Nagels toont ons een brief van zijn zoon August (aan ’t front), waarin liefde tot ouders in vaderland en gelatenheid in zijn lot, met vaste hoop op wederzien uitschijnt.

    29. In Schriek worden personen genoemd die “gevonden” vee in tijds verkochten om het niet op de tentoonstelling te moeten vertoonen. Te Heyst is de burgerwacht andermaal “onder de wapens” geroepen tot bewaking van den spoorweg ter ontlasting van de D. krijgers. Heden middag trokken 40 man op. Dit gaat aan die gemeente weer eenige honderden fr. kosten.

    30. Jef Van Herck deelt ons mee, dat de D. op zijn hof hunne smis hadden opgeslagen en er eene groote hoeveelheid hoefijzers hebben achtergelaten; dat het hof van zijn gebuur Aug. Ceulemans gediend heeft tot begraafplaats van den afval van geslachte dieren; dat nu nog alle morgens diens hof door honden omgekrabt, vol kuilen ligt en met afgeknaagde beenderen en afval bedekt is. Op den draai van den steenweg moet bij den inval (belegering van Lier) groote bedrijvigheid geheerscht hebben: zoals we hooger zagen zweefde daar meerdere dagen een kabelballon, was er eene opslagplaats van voedingsstoffen, nu wordt er gewaagd van slachterij, smis, enz.

    31. Leerlingen van Heesten (J. Verret) en van Heyst (Marc. Serneels) weten te vertellen dat in den afgeloopen nacht, na 12 u., ruim 30 treinen, bestaande uit schone wagens met officieren, beestenwagens met soldaten, gesloten wagens en platte wagens met automobielen over het spoor gekomen zijn in de richting van Leuven, terwijl enkele ledige treinen en losse locomotieven naar Antwerpen rolden. Jan B. Bellekens heeft vernomen dat de Heystsche burgerwacht (40 man) met de bewaking des spoors gelast, Dinsdag avond, van de D. toelating of bevel kreeg naar huis te keeren, om heden morgen, 5.30 u. op haren post te wezen.

    wordt vervolgd



    22-05-2020, 00:00 geschreven door Renic
    Reacties (0)
    21-05-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ons Oorlogsdagboek 1914-1919 (11)

    BV2

    Ons Oorlogsdagboek 1914-1919

    door Jan De Belser

    deel 11

    Bl.81.

    Het blijkt ons ten duidelijkste, dat men tracht het vervoer zooveel mogelijk, geheim te houden. We hooren nogmaals gewagen van putten en kuilen die aan de statie te Heyst zouden geopend en gedempt geworden zijn, men weet niet met wat voor doel, maar men vermoedt tot het leggen van mijnen bij gedwongen aftocht.
    Bijna dagelijks brengen prsonen de aangifte hunner oorlogsschade binnen, en velen hebben hun wedervaren of andere bijzonderheden te vertellen. Vandaag luisteren we naar Theod. Mariėn en Alf. Van Hoof. Deze twee , die, zoo ze niet tot de allerlaatste vluchtelingen waren, toch tot de laatsten behoorden, en tot Kessel voortvluchtten onder het vuur van de D., denken dat de schoten achter hunnen rug, in de lucht en alleen om hen vrees aan te jagen, gelost werden, wijl zij anders onvermijdelijk onder de ballen waren gevallen. Er waren dan geen D. soldaten meer te zien, tenzij hier en daar een enkele. Aan den handwijzer in den ´Plas' (vertakking van den steenweg naar de statie van Berlaer en naar Lier, tegen Berlaer-Dorp) zag Th. Mariėn een zwaar gewonde ´gids' op den grond liggen (jongeling uit Audenaerde). Het dorp van Konings- Hoyckt stond op meerdere plaatsen in brand. Het geweervuur knetterde, het kanon donderde en zware bommen sisten door de lucht.
    ´Als verlamd door schrik, zegt Alf. Van Hoof, bleef ik nu en dan in een laagte op mijn kruiwagen zitten, en dan hoorde ik overal kogels door het hout fluiten. Bij mijn aankomst te Broechem, wilden soldaten mij dwingen eenen in het verlaten gasthuis neergelegden zwaar gewonden, stervenden of reeds dooden carabinier te helpen dragen, maar de schrik joeg mij voort".
    Men zegt dat de D. generale staf van Antwerpen naar Herenthals verplaatst is en dat een talrijke bezetting Mechelen heeft verlaten ongetwijfeld voor het O. front.
    Theod. Schoeters, met een kameraad van Eppegem op reis naar de grens, om als vrijwilliger(s) dienst te nemen, komt ons een goeden dag zeggen. Vandaag weer dof kanongebulder.

    April 1 Een brief van Frans Van den Wijngaert (over 14 dagen met gezellen naar ˙t front vertrokken) aan wed. Louis Goelen, bericht hun aanlanden in Nederland. Den 1e nacht gelogeerd bij een velomaker in Viersel; van daar voortgezonden naar een herberg en winkel te Rijkevorsel ; een gids brengt hen vandaar door poelen (water tot aan de knie) over de grens; een notaris verschaft de stukken waarmede zij zich bij den Belg. Konsul moeten begeven.
    … familielid en gewezen gast van Petrus den zandkoopman, nabij het kruispunt, een halve Hans Onversaagd, had aan D. krijgers gezegd dat hun keizer de vingeren moesten afgekapt worden; als belooning voor die belijdenis kreeg hij 9 maand ‘pot'. 't Is de toepassing dezer woorden door den hoogmoedigen rijkskanselier van Bethman-Hollweg in zitting van den Reichstag den 2e Dec. 1914, uitgesproken : ´De wereld moet ondervinden, dat niemand ongestraft een Duitschen burger een haar mag krommen!' Alf. Winkelmans en Aug. V.d.Wijngaert ondervinden op dit oogenblik waarschijnlijk reeds de verwezenlijking dier bedreiging. - Vandaag weer hevig kanongebulder.

    2. We vernemen te Heyst dat de burgerwacht aldaar twee achter elkaar volgende nachten van dienst is ontslagen geweest; dat den laatste dier nachten een buitengewoon lange trein uit Antwerpen hier is gepasseerd, waarvan verscheidene wagens, naar verklaring van een ooggetuige geladen waren met mitrailleuzen. De eerste invallers te Heyst hebben met den hr. Leclair en diens meid, welke niet gevlucht waren, en in eene looze plaats ontdekt werden, geweldig den gek geschoren.
    Volgens straatgerucht zou weer een bommenwerper boven Antw. geweest zijn.
    Emer. Van Dijck (dochter van Petrus, Gangelberg) vertelt ons, van een persoon uit Berlaer (Js Ob.) vernomen te hebben, dat al de vluchtelingen, die in Engeland verbleven hebben, aldaar kosteloos gevoed, gekleed en gered zijn geworden, tot zelfs de welstellendsten toe, o.a. Mich.L., Cass.Pr. en meer anderen. Een enkele slechts, hr. Emiel Van Hove, schoonbroeder van Cesar De Meyer, heeft daar op eigen kosten verbleven. Dat de hr Cas.P. als een zinnelooze te werk ging en al kermend uitriep ´nu hebben we niets meer, nu zijn we doodarm!' wanneer hij vernam dat zijne wijnen, en ander goed dat hij daarnaast weggedolven had, ontdekt en verdwenen waren. (De persoon die daarvan getuige is geweest, behoorde ook tot de vluchtelingen.)
    (Louis, (zoon v. Leon) Aerts brengt 10 hl gazkolen voor de school,-rijdt poort met pilaar omver)

    3. Naar Antw. – De hr. V. Asselberghs heeft tijdens het bombardement de stad niet verlaten met zijn familie. ´ Antw., zegt hij, is koud en onverschillig tegenover de D. bezetting en betoont haar eer afkeer dan genegenheid; het bekomen van een pas voor reizen in Vlaanderen gaat met alle moeielijkheden gepaard.
    Allerlei sensatieberichtjes, 't verhalen niet waard, doen de ronde.
    Vrouw Medard Vervoort deelt ons mee : ´Verleden Maandag kregen de D. wachten aan de grens te Baerle-Nassau, een telegram : ´Houdt de gebroeders Van den Eynde aan'. Edmond, die te huis was werd onmiddellijk weggevoerd, Louis des anderen daags. Med. of Aug. Certiaens, die met hen handel drijven, zijn Woensdag bij hen niet meer toegelaten geworden. Men denkt dat ze zullen te verantwoorden hebbenwegens over de grens brengen, of daartoe meehelpen of aanwijzen van Belg. vrijwilligers; of˙t smokkelen van brieven.

    4. Paschen! Mocht Belgiė uit zijn droeven staat al spoedig verrijzen! Mocht alle onrechtvaardigheid hersteld en vergeven worden!

    Bl.82.

    Maar …, laat de oorlog eens gedaan zijn, dan zal er nog wat anders uitbreken” hooren wij wel voor de 100e maal zeggen. En de reeks verhalen over diefstal wordt uitgebreid : zoo vernemen we : dat vrouw Stk. van Gangelberg deze week bij Smlea des nachts hout had “gevonden” en men hetzelfde bij haar ’s anderendaags terugvond; dat men bij Srgl een karken en de ressorts van hetzelve afgedaan, heeft ontdekt en erkend voor dit van zekeren Smgw van Putte. Vrouw Fr. Verelst-Ver. verhaalt ons : dat Sva (Hemelshoek) tijdens zijn vlucht te Lier 2 koeien heeft verkocht en na zijn terugkeer (op 11 Oct) nog 5 of 6 andere, en er thans nog evenveel in den stal heeft als voor den oorlog; - dat vrouw wed. Nnsgaf, na haren terugkeer, van alle zwijnen beroofd, er een ging koopen bij voornoemden Sva; wanneer men dit dier tot op ’t hof van koopster voortgestuwd had, schoot het eensklaps vooruit en liep het recht het zwijnenhok binnen; het dier erkende den weg van in zijn kindsche dagen! Hoe een dom dier een geheim kan verklikken! Getuigen verklaren dat de vrouw van vermelden Sva met een kruiwagen ellegoed en andere winkelwaar heeft gehaald uit den winkel van Tevv (Molenhoek), die dan nog niet te huis was, en dat zij op aanmerking der getuigen antwoordde : “Dat zal ik met hen wel stellen.” Vrouw Fr.Smrbf beschreef tot in de kleinste bijzonderheden haren hoofd(neus)doek, welke gedragen werd door een der kinderen van voornoemd gezin, en vroeger nooit in dier bezit was bemerkt. Andere feiten, te lang om te melden, bewijzen ten volle de plichtigheid van dit gezin. Ten slotte zegt vrouw V…, dat men het “profijt” aan dat gezin door den oorlog veroorzaakt, op 18.000 fr. schat. Ook Svj broeder des voorgaanden wordt van diefte beticht : In de scheerschool bij Smlce had hij verklaard dat hij geene verkens meer in ’t kot had. Maar na Nieuwjaar, in de week na zijne verklaring haalde Nmtvl er 2 verkens uit het kot van ruim 100 kg en den volgenden dag nog 2 andere. Ook veronderstelt men dat de nieuwe kleederen, welke dochters van dezen laatste dragen, voortkomen van stoffen door de vrouw van Sva gerobberd.
    Het “Handelsblad” van heden geeft in de eerelijst der gesneuvelde B. soldaten de namen van “Knapen, Kapitein-commandant, 3e lansiers” en “Knapen, onderluitenant, 3e lansiers, gesneuveld te Sempst, den 17-9-‘14” –vader en zoon, gevestigd in de parochie St.-Gillis te Brugge, en wier dood wij door de familie Delamailleur aldaar vernamen.

    5. Naar St.Kath.Waver : Een gastje van Nvhtuf is door de D. aangehouden wegens … en bij hem heeft men huiszoeking gedaan! Wij spoeden ons terug … Onderweg moeten we, tegen wil en dank, naar een verhaal over vroeg te huis, luisteren. Scjl zegt : “Mijn gebuur Lsdva heeft met de hulp van anderen, meer dan 300 kg graan bij Kbrv van den zolder gehaald, eer die van de vlucht te huis was. Naar hr. Tbv te Lier heeft hij kleergoed terug gedaan, aan den hr. gem. sec., uit diens winkel geroofde waren betaald; uit mijn melkafroomer den verdwenen bol teruggebracht. Een zoon van Nmcvt was bezig onze stoelen aan ’t opladen wanneer ik te huis kwam.”
    Frans Verelst en Jos. VdWijngaert naar het gemeentehuis ontboden, hebben daar voor de door de D. opgeeischte notelaars veel minder ontvangen, dan men had geschat.

    6. Men zegt dat Holland mee in den strijd zal treden, zoo het voor zijne in den grond geboorde schepen geene schadevergoeding geniet.
    Op verzoek van de hr. Cassiers, hoofdonderw. te Berlaer-Centrum, maken wij de lijst op van de schade aan de school en de woning te B.Heikant. Deze zou ingevuld worden bij de schade in B.Centr. (zie schrb3 bl.403)

    7. Aug Busschots deelt ons mee, dat de eigenaar van zijn afgebranden windmolen, van het voornemen een motormolen op te richten, zal afzien, en dat hij (Aug. Buss.) met het oog op de toekomst zijner kinderen, een pachthoeve in de Walen, bij voorkeur te Marbais (Chassart), -des gevals in Frankrijk (omstreeks de Somme) zou willen huren. Hij verlangt dat wij eens op inlichtingen zouden nemen bij de familiėn Lebrun, Morimont, Kumps of anderen.
    Voornemens naar Hamont en Roermond te gaan, begeven wij ons naar Heyst om een reispas naar Hamont. Wijl men voor het grensverkeer te Heyst geen pas kan afleveren, raadt men ons aan naar Turnhout te gaan, over Gheel en men vult op onzen kosteloozen dienstpas bij in “und Gheel”.

    8. Per fiets naar Gheel. In een prachtige woning tegenover “Den Haan” verwijst men ons, tot het bekomen van een pas voor Limburg, naar Westerloo. Op ’t passenbureel aldaar worden tegen 2.50 fr per maand passen afgeleverd voor verkeer in Limburg, uitgesloten de gemeenten aan de Nederl. grens. Voor Hamont en de vermelde gemeenten kan men slechts reispassen bekomen te Mechelen. Zoo speelt de vijand met zijn prooi! Wij zullen van een bezoek aan onze kinderen maar afzien tijdens de Paaschvacantie.
    In ’t café van A.Salm te Westerloo zit eene dame uit Mechelen, die uit D. bron zou vernomen hebben, dat 2 hoogere offic. van ’t D. leger zouden afgezet zijn, de eene omdat hij met zijn legerafdeeling uit Lier één dag te vroeg; de andere uit Dendermonde één dag te laat was opgerukt, vermoedelijk door een misverstaan, en zij alzoo aan onzen koning en het gros zijns legers gelegenheid verschaft hadden aan onvermijdelijke omsluiting te ontsnappen.
    Over Wiek. terug naar huis. Kar. Janssens (van Vorst-Meerlaer) heeft daar heden verteld, dat 10 dagen geleden, talrijke milit. auto's, waaronder zeer prachtige, uit de richting van Oostmalle door Lille naar Herenthals zijn gerold, en de inwoners van Lille bevel hadden gekregen zich bij dien doortocht niet buiten te wagen!??
    Van verschillende zijden hooren wij, dat er aan onze N.grens een incident moet plaats gehad hebben tusschen Nederl. en D. grenswachten.

    Bl.83.

    Bij ’t huiswaartskeeren van Wiek., aan de woning van baasken Dillen (tegen het Goor) hooren wij een lichten knal. Terwijl wij onzen veloband betasten, klinkt een 2e en een 3e schot in ’t bosch, eer we aan den Goorloop zijn een 4e. de bewoners der eerste huizen over de beek staan uit te kijken in onze richting. Een D. krijger komt op ongeveer 200 m. voor ons uit het bosch links op den steenweg gestapt. Een persoon uit het groepje vertelt ons dat een jongeling uit de naaste huizen op den 25e Maart te Hallaer gevochten en zich op bevel der D. overheid niet heeft willen aanbieden; 4 soldaten die hem nu wilden gaan aanhouden en voor welke hij is weggevlucht, achtervolgen hem nu op ’t Goor en losten zonder twijfel die schoten.
    Te Hallaer vernemen wij nog dat de tegenwoordige D. bevelhebber een zeer streng man is. Gemeentearbeiders hadden bij de opruimingswerken op ’t plein tegen den kerkhofmuur te Hallaer eene groeve gegraven. Vermelde overste op wandel, had dit bemerkt, en gaf ’s anderen daags bevel die groeve onmiddellijk te dempen.

    9. Deze dag is een dergenen die bericht aanbrengt van de met elkander meest tegenstrijdige feiten en toestanden : “Eindelijk, jammer genoeg! zijn de D. erin gelukt de IJser over te geraken! Voor een overmacht geschat op 2 millioen, zijn de verbondenen moeten wijken en de D., na een maandenlang strijden in hun streven gelukt. Wagens bloemen en sieraad tot opschik der feestelijkheden, welke de overweldiger aldaar gaat vieren, zijn per spoor te dier plaatse gezonden!” Zoo heeft doktor Van den Broeck bij gebuur Lemmens meegedeeld. “En te Antwerpen zijn de D volop de Vlaamsche taal aan ’t leeren, om de schoonste plaatsen uit te visschen.” En …
    Deze laatste dagen hebben de Verbondenen getoond dat ze in staat zijn door te breken. Een 80-tal Fransche vliegers zijn ten N van Maubeuge in samenwerking met het leger tot een aanval overgegaan, die zulke ontsteltenis in de D. rangen verwekte, dat gevluchte strijders zonder wapens en hoofddeksel in Enghien zijn aangeland. JB.Bellekens, die zijn rondte –hij is stroosnijder –bij de boeren overal wat hoort, zegt vernomen te hebben, dat de D. krijgers het tegenwoordig leven dood beu zijn en de oorlogsverklaring van Holland als een weldaad zouden beschouwen, wijl het in de van hun droeven toestand daardoor zou verhaast worden (dat hij gisteren vele ledige treinen naar Lier toe, zag passeeren)
    Broeder Overste van Hamont, met eene boodschap van onze kinderen overgekomen, deelt ons mee, dat ingevolge het in den grond boren der “Falaen” (?) Nederland zijne oorlogsverklaring aan Duitschland slechts heeft weerhouden tegen eene schadeloosstelling van 40 millioen gulden, die D. zou beloofd hebben te betalen. In Amsterdam, zegt broeder O. verder, veroorzaakte het verschijnen eener caricatuur in een dagblad, het vergaan van vermelden boot voorstellend; schipbreukelingen in de golven met de dood worstelend rond het ongelukkig schip, terwijl de bemanning van den duikboot dit vreeselijk tooneel met lach en welgevallen stond aan te staren, -zulke verbittering, dat manifestaties tegen Duitschland plaats grepen.
    “De geboortedag onzes Konings (8 April), zegt ons broeder Overste van Hamont, -is gisteren te Antwerpen op buitengewone wijze gevierd : Wel werd door de politie in naam der D. overheid aan de burgers bevolen de vaderlandsche vlag in te trekken, doch op des te uitbundiger wijze gaven deze hunne gevoelens van vaderlandsliefde lucht. Duizenden en duizenden burgers, vrouwen en kinderen met driekleurige linten, strikken en kokarden op kleederen en hoofddeksel vormden zich groepen, die weldra een ontzaglijken stoet uitmaakten. Maatschappijen, gilden, naties vertoonden zich in feestgewaad, waarom de vaderlandsche kleuren vooral uitschitterden. Voorzitters van bonden en maatschappijen, dekens van naties stapten fier aan het hoofd der hunnen, met ‘chapeau-buse’ waarop breede tricolore banden. Alles bewoog zich op deftige en weerdige wijze langs Antwerpens voornaamste leien en straten, wat den overweldiger moet getroffen en verbitterd hebben, daar de vrij opgeruimde Sinjoren zich niet lieten ‘timideeren’ door de aan de statie opgestelde mitrailleuzen.” (Broed. Ov. Is daarvan ooggetuige geweest)
    In Lier vernemen wij, wilde politie de vaderlandsche kleur voor de vensteruitstalling doen wegnemen, maar lukte daar niet in, integendeel tooide er zich schier iedereen mee den heelen dag door.

    10. Naar Booisschot met brieven. Voort naar Aerschot (per fiets van L. Engels). Van af Pijpelheide tot op ongeveer één kilom. voor (W.waarts van) de spoorwegen is geen spoor van strijd of van verwoesting te bespeuren. Doch van geheel het gehucht tegen, en verder links en rechts van de prov. baan rond “Den Liter” is slechts een enkel huis aan de vlammen ontsnapt. We vernemen dat dit eenig gespaard huis op grond der gemeente Ramsel en dus in de prov. Antwerpen staat. De meeste muren dragen geen sporen van ballen of andere projectielen; rond den spoorweg echter wel, en sommige muren zeer veel. De verwoesting rond de vertakking van den spoorweg Aerschot – Antw. – Herenthals – Diest, toont dat hier een heete strijd heeft plaats gehad: de holle ijzeren paal van een wegbord aan de splitsing der steenwegen naar Ramsel en Lier is uit de richting van Ramsel, van vier kogels doorboord. In ’t veld links tegen den steenweg naar Ramsel is men een kuil aan ’t graven. We twijfelen niet of men is er ontgravingen aan ’t verrichten, te meer wijl nevens den kuil eene onkennelijke, langwerpige massa, vermoedelijk lijken, ligt. We zouden gaarne nader gaan zien, maar de sombere gezichten der D. wachten aan het spoor, en de vrees van weerhouden te worden, beletten ons de overblijfselen van onschuldige martelaars te naderen. Uit den mond van één van 3

    Bl.84.

    Waalsch sprekende buitenlieden, die wij even voor het spoor naar Diest voorbijsteken, hooren wij de woorden….mort….fils (dood…zoon). Hier en daar wijst een kruisje van stokken of latjes de rustplaats aan van een held. Nader bij de stad en rond het Damiaangesticht hebben de huizen, evenals dit gesticht, minder geleden. Het oude “Withuis” is weinig beschadigd, maar de villa in den hof nog al erg. Over de brug der Laek, in de Mechelstraat, zijn de huizen links en rechts uitgebrand. We gaan in ’t eerste rechtgebleven huis (7e of 8e rechts over de brug) eenige verversching nemen. Daar vernemen wij :
    Dat de inval den 19e Aug. langs de steenwegen van Ramsel, Langdorp en Scherpenheuvel is geschied; dat de eerste groep invallers tot de Groote Merkt doordrong onder het afvuren van ’t geweer, maar de 2e groep bij haar intrede in de stad onmiddellijk begon te breken en te branden, -dat de eigenlijke strijd het hevigst heeft gewoed aan ’t vereenigingspunt der spoorwegen op de baan naar Lier, de 18e en 19e Augustus, en de brandstichting, plundering en moorderij heeft plaats gehad den 19e , 20e en 21e Aug. : dat de D. beweerden dat hun legeroverste door den zoon des Burgemeester werd doodgeschoten, en zij daarom den Burgemeester, diens zoons en broeder onmiddellijk hebben gefusilleerd; dat bij de schouwing in het lijk des oversten een D. kogel werd gevonden en daardoor de onschuld des betichten afdoend was bewezen; -dat de D. al de manspersonen die zij ontdekten, op de Groote Merkt bijeenbrachten, in rij schaarden en al tellende den 3e telkens afzonderden en wegleidden; -dat 75 van deze ongelukkigen hun eigen grafkuil hebben moeten delven, en op den rand ervan geplaatst, met de achter hen opgestelde mitailleuze er werden in neergeschoten; -dat een jongeling, in deze buurt woonachtig, zich bij die slachting bij tijds liet vallen, den doode spelende, zag dat de naast hem neergevallen kameraad nog kreunend, met bajonetsteken verder werd afgemaakt, en hij, als bij mirakel, aan levende begraving ontsnapte; -dat van eene enkele familie 17 leden, dat het hoofd uit het “Gulden huis” (of Gildenhuis ?) met 3 zijner zoons, andere vaders met 2 zoons, zijn doodgeschoten; dat er uit de Peterseliestraat slechts 5 manslieden door de vlucht aan de dood zijn ontsnapt; -dat een man, vader van 7 kinderen, woonachtig nabij de vermelde vertakking der spoorwegen, bij de invallers tegen hunne gewelddaden protesteerend, door hen oogenblikkelijk werd aangevat, vreeselijk mishandeld en aan een voorthollende wagen gebonden, en men later zijn lijk in eene weide heeft gevonden; -dat men voortdurend kuilen heeft ontdekt, die van 2 tot 12, tot 30 lijken bevatten; -dat men tegen den steenweg naar Ramsel in een kuil nu weer 10 lijken heeft ontdekt, maar dat men vandaag slechts 6 lijkisten derwaarts heeft gevoerd; -dat eene vrouw bij het lijk van haren man geroepen, bevel kreeg hetzelve te begraven; -dat men denkt dat het getal gedoode burgers nader bij de 400 dan bij de 300 zal bedragen; -dat 230 huizen, ongeveer 1/3 van al de woningen, in vlammen zijn opgegaan; dat de Mechel-, Boomgaard-, Amer- en Theof. De Beckerstraat door ’t vuur het meest zijn geteisterd; dat eerloos vrouwvolk uit de Gracht (nu Nieuwstraat), oa. een vrouw wier man of zoon gesneuveld is, en van den Molenberg van ’t begin tot heden met den vijand heeft samengespannen en veel tot verklikking en misdrijf heeft bijgedragen, -dat op dees oogenblik minstens nog één, waarschijnlijk 2 of 3 van de eerst binnengevallen wreedaards in de stad verblijven; -dat een 35 jarige, zwartharige, tamelijk magere vrouw, die te Veerle met vader of moeder winkel en herberg houdt, over eenige dagen, (aan de lieden bij wie wij ons hier bevinden) heeft verteld, dat, tijdens de verwoesting van Aerschot, 30 D. 3 dagen bij hen zijn ingekwartierd geweest, en zich fatsoenlijk hebben gedragen en niet het minste hebben miszegd of misdaan, en, dat één dier soldaten haar heeft gezegd, dat zij D. vooruit wisten wat ze te Aerschot hadden te verrichten, en dat dit bevel stipt is uitgevoerd. -Een man met terughoudend voorkomen, dien wij bij de ingangpoort (het huis draagt voor uithangbord “In den nieuwen Blok”) ontmoetten, treedt binnen: ’t is de baas des huizes, wiens leven ook aan een draadje heeft gehangen: bij zijn vlucht werd de klak op zijn hoofd door de invallende bende doorschoten. (Ons meegedeeld door zijn vrouw.)
    Van aan de Koeimerkt tot aan de Demerbrug zijn alle woningen afgebrand of in puin; op de Groote Merkt ongeveer de helft, alsmede het stadhuis waarop wij een nieuw dak bemerken. De straat van de Groote – naar de Verkensmerkt heeft weinig geleden; deze laatste plaats is erger gesteld : vele en meestal de hoogste huizen liggen in puin of uitgebrand. Voorbij de laatste woningen links tegen den steenweg naar Leuven ligt in ’t open veld, op ongeveer 50 m. van den steenweg, eene begraafplaats met een kruis op en met beplanting omgeven. Hier is het waarschijnlijk dat het wreedste toneel, het fusilleeren der burgers heeft plaats gehad. Wat verder tegen den overweg van ’t spoor nog een groot, zwart kruis zonder afsluiting of omplanting. Van den grooten steenweg bemerken wij in Gelrodedorp geen sporen van brand of verwoesting. De herder der parochie rust daar als martelaar. Aan den kleinen steenweg van Betekom naar Wesemaal zijn al de woningen afgebrand en in puin. Op deze hoogte hooren wij op dit oogenblik (15 u.B.tijd) duidelijk kanongebulder. De 2 eerste huizen van Wesemaaldorp rechts tegen den steenweg, liggen in asch. Van de kerk af komt een stijve zestiger, zonder eens op te kijken, voor ons dwars over de groote baan heengestapt; hij draagt een vest, boven op den rug daarvan lezen wij :”MUNSTERL…” ’t is nog een van die ongelukkige weggevoerden! –Bij den uitgang des dorps zijn omtrent al de woningen afgebrand. Het huis tegen den Leuv. steenweg, waarop die van Rotselaer met de nabijgelegen woningen en al degenen tegen den steenweg naar Rots.-dorp, op enkele uitzonderingen na. In dees dorp, -zegt men ons-, zijn tweemaal burgers aangehouden en meegevoerd : De 1e groep onder welke zich ook vrouwen en kinderen bevonden,

    Bl.85.

    Werd den 19e Aug. mee naar Leuven gevoerd, welke stad in vlam stond, en dan voort naar Brussel, van waar zij na 5 dagen, door tusschenkomst van ’t stadsbestuur, mocht wederkeeren; de 2e groep, uitsluitelijk mannen, werd naar Duitschland gevoerd; 2 leden dier groep zijn doodgeschoten, enkelen zijn ginder gestorven; de ongeveer 45 overigen zijn na 5 ½ maanden weergekeerd. De vrouwen en kinderen die na deze wegvoering der mannen te huis werden aangetroffen, werden met het gezicht naar den muur en de armen omhoog in de kerk eenen nacht opgesloten. De kerkkoster wiens vrouw bij den inval op haar uiterste lag, heeft het dorp niet verlaten, maar is vreeselijk geplaagd en mishandeld. Het lijk zijner vrouw, wier dood de barbaren zeker werd verhaast, mocht niet in de kerk gebracht worden, maar toch kerkelijk, ttz. met aanwezigheid van den priester op ’t kerkhof begraven worden. Met den revolver op hem gericht leidden de D. den koster rond in alle hoekjes en plaatsen van de kerk en pastorij, waarbij hij dikwijls kaarsen moest ontsteken. De eerw. heeren P. en Onderp. werden mede naar Duitschland gestuurd. De kerk bleef gespaard dank aan een plots bevel tot vertrek. Ruim 40 huizen van deze gemeente zijn afgestookt en meer dan 30 burgers gedood. Een oude door een schot getroffen sukkelaar die nog teeken van leven gaf, werd in gedwongen bijwezen zijner schoondochter en kleinkinderen met lanssteken afgemaakt; dan stak men hunne woning in brand. Een brave bemiddelde jongman werd, samen met zijn broeder neergeschoten en dan tegen een vlammend huis neergesmeten, waar men zijn lijk half verkoold weervond. Enkele andere gedoode inwoners werden in brandende huizen geworpen.” (ons textueel meegedeeld in eene herberg tegen de brouwerij)

    Tegen den steenweg van Werchter naar Wackerzeel liggen alle huizen in asch. Naar men ons verhaalt, werden hier te Wackerzeel 57 huizen afgestookt en 12 burgers, waaronder 3 vaders met eenen of meer zoons doodgeschoten. De bewoners werden er ook in de kerk opgesloten, vervolgens naar het brandende Leuven en van daar nog verder weggevoerd in D. wagens met lijken. Een man van Wespelaer met andere jongelingen in een kelder ontdekt, mochten na wat korveën en knevelarijen heengaan, maar werden onder Rotselaer opnieuw aangehouden en aan kanons gebonden, meegevoerd; ’s morgens werden er 3 van hen doorschoten en een 4e doorstoken weergevonden in een kuil op ’t veld. De kerketoren is een weinig beschadigd door granaten. Van 19 Aug. tot den val van Antw. heeft de vaderlandsche vlag 2 poozen op dezen toren gewapperd, bij iederen wederkeer der Belgische soldaten.

    Van Wackerzeel tot aan den spoorweg te Wespelaer zijn alle gebouwen, pachthoeven, rentenierswoningen, steenen windmolen in asch gelegd. Op den draai aan den steenweg naar Thildonk, ligt een graf dat het overschot van eenige D. bevat. De statie van Wespelaer met afhankelijkheden en aanpalende gebouwen uitgebrand en in puin. De dorpskom met de kerk heeft niet veel geleden. Even buiten het dorp, op het hooge vlakke veld tusschen steenweg naar Haechtstatie en Boortmeerbeek, -en het park met afhankelijkheden van ’t kasteel van Wesp. (op 50 m. van den steenweg is voor de gesneuvelden eene nieuwe begraafplaats aangelegd.

    BL-85

    Nabij den buurtspoorweg Haecht-Brussel liggen alle woningen in asch of puin. 700 tot 800 m. (volgens onze schatting) W.waarts van den buurtspoorweg, en op 125 m. van den buurtsteenweg naar Boortmeerbeek – op het hoogste punt van Boortmeerbeek-Laer, is ook een kerkhof aangelegd voor de in den omtrek gesneuvelden. Naar mededeeling der grafmakers (Frans Van Rijmenam) rusten hier 146 Belgen en 46 D. De plek is met ijzeren palen en gevlochten draad omgeven en door de gemeente met mastjes omzoomd, die de D. door eene andere haag willen doen vervangen. De weg die van den steenweg naar deze begraafplaats leidt, is met eene dikke laag puin aangelegd, juist alsof hier druk verkeer naar deze eenzame plaats wordt verwacht.

    BL-85a

    Slechts één burger en dit te wijten aan eigen onvoorzichtigheid –hij ging bij ’t naderen des vijands achter een gevel uitkijken –is hier door een schot gevallen.

    11. Een vliegtuig van Z naar N trekkend, wordt langs den kant van Lier opgemerkt.

    12. Daar de schoolwet van 1914 -verplichtend onderwijs- bij de heropening der scholen na het Paaschverlof in werking treedt, brengen de ouders ons de kaarten ter inschrijving hunner zoons, zoo dat de overweldiger door te veel last met volwassenen, het jonge geslacht, school en personeel toch gerust zal laten.

    Morgen moeten alle mannen van 17 tot 28 jaar voor de D. overheid weer verschijnen te Beersel. Men zegt dat op den molen aldaar 1000 kg. meel is gestolen, alsook eene zekere hoeveelheid op den ouden molen te Putte.

    13. De luchtheld, Jan Olieslagers, is eergisteren boven Lier verschenen en heeft (door strooibriefjes) de bewoners aangemaand rond de spoorwegbrug over de Nethe aan Nazareth weg te blijven.

    Bl.86.

    Uit wraak omdat hij 2maal door de D. werd gekwetst, heeft hij gepoogd de timmerwerf voor onderzeërs te Hoboken in de lucht te doen vliegen (deels gelukt) en zou hij nu trachten de vernoemde brug te vernielen. Aldus meegedeeld door J.B.Bellekens.

    14. Lieden van den Gangelberg zeggen dat er in den afgeloopen nacht en den vroegen morgen veel beweging van D. op den steenweg is waargenomen. 9.30 u. Twee auto’s, in den 1e 4, in den 2e 2 D. krijgers, snorren in de richting van Aerschot voorbij. D. soldaten gelast met boodschappen tusschen Lier en Heyst en misschien verder gelegen posten, schijnen op onze “Hei” al goed geaard, stoppen en blijven soms uren pleisteren bij Aug. Lemmens en andere bazen, kuieren per fiets heen en weer, lachen en praten als op uitstap voor plezier.
    Deze laatste dagen passeerden hier veel vreemdelingen, meest jongheden van beide geslachten, te voet of per rijtuig, met of zonder pakkage, vermoedelijk voor ’t groot deel studenten met familieleden. (wijl ’t vacantie is)
    Van alle praatjes : 1. Op de uitverkoop in de Gildezaal heden morgen wist iemand te vertellen dat er geene bloem blijft afkomen. – 2. Kar. Gepts had vernomen dat de D. over de IJzer en niet meer tegen te houden zijn.- 3. Vrouw Aug. Lemmens : “Reizigers hebben bij ons verteld dat in Mechelen maar 30 D. blijven. Bij hun vertrek hebben de oversten aan den hr. Burgemeester en aan Kard. Mercier gevraagd of zij beloven in te staan voor de veiligheid van deze zwakke bezetting, die gelast is met de bewaking van het arsenaal. De Kardinaal zou bevestigend geantwoord hebben. Te Antw., waar men diezelfde waarborg verlangde, heeft de hr. Burgemeester geantwoord : “Gijlie zijt hier meester; wij nemen niets op ons!”
    Een brief van Frans Busschots, met kameraden den 13-3-’15 vertrokken, meldt hunne aankomst in Frankrijk! Adres : “Fr. Busschots, sold. 6e comp., 1e pelet., Valoynes (Manche).
    Een uit Vliss. weergekeerde vluchteling bericht dat het met moeder en familie daar goed gaat, dat koz. Leonard al eenigen tijd in de loopgraven dienst doet, en dat broed. Isid. zich gereed maakt om af te komen.

    15. Juf. Celst. legt ons het gekonkel uit van den hr. gemeentesecretaris in zake eener aanstelling van een dienstdoende ond. te Putte. De heeren dokt. Reusens en notaris Mert, op wier hulp Burgem. en raadsleden rekenen, blijven afwezig, laten iedereen in den steek en verslechten den politieken toestand der partij. Een Belg. soldaat die bij Hellemans te Putte ingekwartierd is geweest, en deel genomen had aan de uitvallen rond Demer en Dijle, trad, nadat de D. teruggedreven waren, met eenige kameraden te Werchter de verwoeste Kerk binnen en troffen daar het groot Christus (kruis)beeld aan in kostuum van een Belg. soldaat.
    De veldwachter van Beersel zegt ons, dat het “Kruispunt” ook met wachten bezet is. Heden hebben wij op den uitverkoop van bloem, in de gildezaal, ontvangen: 6 kg. grijze bloem aan 0,52 fr. en 2 kg. rijst aan 0,75 fr. Aan de 208 huisgezinnen onzer parochie onder Berlaer zijn uitverkocht : 1.600 kg. bloem, 500 kg. rijst en 600 kg. zemelen. (Aan Kar. Gepts betaald voor 55 kg. guano (mest) 14,30 fr.

    16. Vrouw Fr. V. d. Broeck aan de stopplaats op Melcauwen heeft heden een brief ontvangen van haren man, waaruit blijkt dat hij op een auto bij een bevoorradingsafdeeling dienst doet en geen gevaar loopt dan tijdens het verblijf aan het front.
    De D. bezetting eischt van de boeren van Berlaer eene levering van 300 zakken aardappelen, van die van Itegem 400 zakken. En volgens de verklaring des veldwachters willen de boeren niet leveren aan 9,50 fr. wijl ze anders tot 13 - 14 fr. kunnen krijgen. Wijl in de laatste weken eene groote massa aardappelen tegen hoogen prijs naar Leuven werd uitgevoerd uit Heyst, Itegem en Hallaer, zou, naar men beweert de wacht op ‘t “Kruispunt” slechts dienst doen om dien uitvoer verder te beletten. En die wacht van ‘t “Kruispunt” geeft het goed af : Gisteren avond heeft zij met het gespan van Hendrik Vermijlen (Riete v.d. Bert), smoordronken op het dorp rondgeslenterd. Eén der soldaten zou gezegd hebben: Wisten de Belgen wat wij weten, wat zouden zij blijde zijn!
    Straatnieuws : “Men zegt dat de bezetter eene belasting gaat heffen op de goederen der afwezige eigenaars. -De EHP. zegt, dat, naar mededeeling van den hr Flierackers van Kon.-Hoyckt, die het van een welingelichten heer te Tongerloo had vernomen, de toestand voor de Verbondenen allergunstigst staat. -
    Aug. Certiaens, die met vee naar Mechelen was geweest, heeft aldaar vernomen, dat gisteren te Muizen een trein moest stoppen en dat de grond onder zekere wagens weldra met bloed bevlekt was. Een aantal soldaten met een korts daarop volgenden trein aangekomen, die ook moest stoppen, verwijderden de toegelopen nieuwsgierigen en hielden de plaats afgezet.”
    Vandaag heeft het kanon onophoudelijk en buitengewoon hevig gebulderd, ieder meent meer in Z. richting dan vroeger.

    17. We vernemen bij Corn. Bogemans dat de door de D. geeischte belasting op de afwezigen heden te Berlaer wordt toegepast. Zijn verwezen : Mr Van Dijck, Berlaerhof, tot 3000 fr., de hr. burgemeester (denkt men) tot 800 fr., dame wwe. Cornelis tot 700 fr., Vict. Daems, hr. Sloot en anderen tot sommen in evenredigheid met hunne goederen. Heer doktor Van Hoof, schoonzoon van dame Cornelis en heden haar huis bewonende en voorwendend dat dit huis het zijne is. Kreeg ten antwoord : “Niet waar heer, dat is uw huis niet. De hr.dd burgemeester door den hr. Van Dijck aanzocht de geeischte som te verschieten, was met dit verzoek weinig gevleid, zegt men.
    Heden voormiddag worden de opgeeischte aardappelen door de Berlaersche inwoners onzer parochie ter Gildezaal gevoerd met paards-, ezels-, hondenkar en kruiwagen.

    Bl.87.

    We zien achter elkander passeeren; Emiel Heylen, Jan Jacobs, Fr. E. Nauwelaerts, wwe. De Cuyper, Jos. Jacobs en anderen.
    Heden voormiddag te Putte, rond middag te Beersel en in den namiddag te Schriek zijn om voor de D. overheid te verschijnen, al de jongelingen van 1892 tot 1897 opgeroepen, alsmede de burgerwachten. Corn. Bogemans vertelt ons nog: “ Twee jongelingen (een zoon van Aug. Goovaerts en van Alf. Maris), de 1e met hout geladen, de 2e zonder vracht, en zoo men zegt teenemaal vreemd aan diefstal, -werden Dinsdag avond door D. ontmoet, die hun bevolen te blijven staan. De 2e zette het op een loopen, maar kreeg een kogel na. Om vrij gelaten te worden, maakt Goovaerts den andere bekend. Beiden werden aangehouden en met hunne vrouwen naar de wacht ter statie van Berlaer overgebracht. De vrouwen mochten van daar terugkeeren, maar de mannen werden naar Heyst gevoerd en vervolgens naar Mechelen”.
    Vandaag van 16 u. tot 18 u. uitverkoop van wit brood door het Steunkomiteit in Holland aangekocht. De 400 brooden hadden al spoedig hunne koopers gevonden aan 0,56 fr. ’t stuk : 1 brood voor 2 of 3 pers. -2 br. Voor 4 en 5 p., enz.
    Broeder Overste van Hamont brengt ons bericht dat Paula van bij hr. Housmans naar St.Salvator is overgegaan.
    De “Nieuwe Gazet” van 18e dezer geeft een omstandig relaas over het in den grond boren der Nederl. stoomboot “Katwijk” op 14/4, in de nabijheid van het Noord-Hinderlichtschip door een onbekenden duikboot. Dit schip met eene lading graan uit Baltimore, werd ondanks alle voorzorgen en zonder voorafgaande verwittiging plots in den grond geboord.

    18. Eenige jongelingen van Beersel (Corn. Vermijlen, Th. Docx, Jos. Aerts) die na terugkeer van de kontrolvergadering aan het twisten en vechten geraakten, werden heden morgen door de D. aangehouden. Allerlei bekendmakingen hangen aangeplakt.

    19. De veldwachter brengt ons ter bestelling met de ll. (= leerlingen) tal van oproepingskaarten voor de revue. Als burgerwacht dienen te verschijnen al de jongelingen, die bij de 1e oproeping in Aug. ll. ingeschreven zijn en dienst hebben gedaan.

    20. Louis Vetters van Lier weergekeerd, vertelt dat in stad alle verkeer per rijwiel, bij plakbrief, verboden wordt, zelfs aan hen die in bezit zijn van een pas; met moeite konden enkelen, die zich per velo naar hun werk begeven, heden nog doorgang bekomen. In den namiddag vernemen wij uit alle richtingen, dat het veloverkeer het heele land door, zoo ’t verbod luidt om misbruiken te voorkomen, -van af den 21e dezer opgeschorst wordt. Personen echter wier bedrijf het gebruik van het rijwiel vordert, zullen vermoedelijk tegen goed in regel zijnde bewijzen, voor verkeer binnen hun werk- of reiskring, paspoorten bekomen.
    Onze geburen, Jul. Nauwelaerts en de veldwachter hebben vernomen, dat Oostenrijk den oorlog aan Italië heeft verklaard en dat Nederland ook op het ingrijpen staat.
    Ten gevolge van de tallooze diefstallen, van verdenking en betichting, van ontmoediging door nood, die hier en daar begint te nijpen, van het warme weder dat korzelige lieden naar buiten en elkander in den weg jaagt, -ontstaat overal twist, krakeel, ruzie, straatlawaai, dat wel eens tot botsing en grove feiten aanleiding geeft (Nmevt en Svgl – Sbkv en geburen – Stb en Smbj – Smidstr. – Lsdvl en geburen Houwstr.)

    21. Vrees en onrust maken zich al meer en meer van onze bevolking meester. Deze gaat ontstemd en gedrukt onder al de knevelarijen die de dwingeland gedurig uitvindt: Revue passeeren van dienstplichtigen en burgerwacht, -telling en inschrijving van alle paarden, vrachtwagens, paardsgetuig en kortsnadien monstering der paarden naar de letter van dit bevel, -dreigen met ongehoorde straffen tegen het houden van ongeringde duiven, -opeischen met geweld van aardappelen, moeilijkheden en boeten bij verkeer na 9 u. ’s avonds (Alf. Van Dijk), -schorsing van vrij verkeer per rij rijwiel, enz. enz.
    Naar Heyst om vernieuwing van pas : Ingevolge de jongste maatregelen tegen het verkeer per velo, krijgen wij slechts een pas voor verplaatsing per tram of gespan (Vergad. in Schoolstr. te Lier).
    Vrouw Aug. Docx zegt ons, dat men vandaag voor de vaste waarheid heeft verteld, dat Italië reeds in strijd is, -dat het deelnemen, al of niet van Holland vandaag beslist wordt, -dat ontelbare auto’s met mitrailleuzen naar onze N. grenzen zijn vertrokken, -en dat de D. tegenwoordig kwaad, misnoegd en niet meer aan te spreken zijn. -Holland zou 70 millioen schadevergoeding vragen voor de “Katwijk”. -Kar. Gepts heeft vernomen, dat de groote Kempische banen -niet de kleine- of zijsteenwegen -in regel gebracht zijn tot goed vervoer, waaruit men besluit, dat zulks wijst op gebeurlijk schielijken aftocht -dat de D. vandaag bij baas Verschuren van ’t “Kruispunt” huiszoeking hebben gedaan naar aardappelen en terzelfder tijd twee rijwielen hebben aangeslagen en meegenomen, waarschijnlijk van vreemde personen; die tengevolge van de nieuwe maatregelen hun rijwiel aldaar hadden geplaatst.
    Oude, afgelegde kleedingstukken door meer gegoeden geschonken, zijn tot bedeeling aan de meest behoeftigen, toegekomen. De lijst der behoeftigen die bij de 2e bedeeling verlangen in aanmerking te komen, bevat 73 namen.

    wordt vervolgd



    21-05-2020, 00:00 geschreven door Renic
    Reacties (0)

    buurgemeentenbutton
    butRo

    Baalbutton
    betB3
    betB4
    betB5
    betB
    betB1
    betB2

    Beerzelbutton
    but1b
    but3b
    but2b
    butP1
    butP2
    butP3
    butPG

    Booischotbutto
    butB5
    butB6
    butB1
    butB3
    butB4
    butB2

    Heistbutton
    betH
    butHg

    betHo
    butH1
    butH2a
    butH2b
    butH3
    butH4a
    butH4b
    betHg

    Keerbergenbutton
    betK
    betK1
    betK2
    butS2
    butP2
    butH4

    Puttebutton
    butRo
    betP
    betP2
    betP1
    butP1
    butP2
    butP3
    butPG

    Tremelobutton
    betW
    betT
    betT1
    betT2

    Akten Bierbeek
    Korbeek-lo
    Lovenjoel
    Opvelp

    Archief per maand
  • 05-2024
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 05-2023
  • 03-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 10-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 07-2020
  • 06-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Blog als favoriet !

    botS1

    Loon
    botS2

    Aarschot
    botS3

    Grimbergen
    botS4

    Berthout
    Berth

    Gelre
    botS5

    VanKleve
    botS7

    Arkel
    botS6

    van Wezemaal
    botS8

    kareldestoute
    botS9

    Vanderlaen
    botSs1

    van der Nath
    botSs2

    Brouchoven
    botSs3

    VdStegen
    botSs4


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!