Schriek
Verleden-Heden-Toekomst

wapenS
Wapens

Tekstgrootte aanpassen?
Klik op + of -

ZOOM

butmed

Schriekbutton
butRo

genealogiebutton
butD1
butD2
butSh
butO
betS2
butSg
butS2
butP2
butH4
butS4
butS5
butS6

Geschiedenisbutton
betPd
betSog

butBV14
WOI
WOIa
WOIv
butBV40

dialect

Parochie
Kerkrek

Grootlobutton

Inhoud blog
  • WO I Begraafplaatsen in België - Westvleteren (2)
  • BS Beerzel - Gezinnen 1800-1920 (11)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (18)
  • WO I Begraafplaatsen in België - Westvleteren
  • WO I Vluchtelingen in Nederland - Uden (12)
  • Schriek - info
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (25)
  • BS Putte - Gezinnen 1800-1920 (9)
  • WO I De Stem uit België (15-16)
  • St.-Jan Baptist kerk : Het orgel
  • BS Heist - Geboorteakten 1868
  • Heist - Gezinnen 1593-1797 (6)
  • BS Schriek Overlijdensakten 1924-192.
  • Schriek - Het onderwijs tot 1800
  • WO I Begraafplaatsen in België - Steenkerke
  • WO I Begraafplaatsen in België - Wandre (Liège)
  • WO I Vluchtelingen in Nederland - Uden (1)
  • WO I Vluchtelingen in Nederland - Uden (2)
  • WO I Vluchtelingen in Nederland - Uden (3)
  • WO I Vluchtelingen in Nederland - Uden (4)
  • WO I Vluchtelingen in Nederland - Uden (5)
  • WO I Vluchtelingen in Nederland - Uden (6)
  • WO I Vluchtelingen in Nederland - Uden (7)
  • WO I Vluchtelingen in Nederland - Uden (8)
  • WO I Vluchtelingen in Nederland - Uden (9)
  • WO I Vluchtelingen in Nederland - Uden (10)
  • WO I Vluchtelingen in Nederland - Uden (11)
  • BS Putte - Gezinnen 1800-1920
  • BS Putte - Gezinnen 1800-1920 (2)
  • BS Putte - Gezinnen 1800-1920 (3)
  • BS Putte - Gezinnen 1800-1920 (4)
  • BS Putte - Gezinnen 1800-1920 (5)
  • BS Putte - Gezinnen 1800-1920 (6)
  • BS Putte - Gezinnen 1800-1920 (7)
  • BS Putte - Gezinnen 1800-1920 (8)
  • WO I Begraafplaatsen Belgische gesneuvelden
  • WO I Begraafplaatsen in België - Aalter
  • WO I Begraafplaatsen in België - Aarschot
  • WO I Begraafplaatsen in België - Adinkerke
  • WO I Begraafplaatsen in België - Adinkerke (2)
  • WO I Begraafplaatsen in België - Adinkerke (3)
  • WO I Begraafplaatsen in België - Boncelles
  • WO I Begraafplaatsen in België - Brugge 1
  • WO I Begraafplaatsen in België - Brugge 2
  • WO I Begraafplaatsen in België - Champion
  • WO I Begraafplaatsen in België - Chaudfontaine
  • WO I Begraafplaatsen in België - De Panne
  • WO I Begraafplaatsen in België - De Panne (2)
  • WO I Begraafplaatsen in België - De Panne (3)
  • WO I Begraafplaatsen in België - De Panne (4)
  • WO I Begraafplaatsen in België - De Panne (5)
  • WO I Begraafplaatsen in België - Elsene (Brussel)
  • WO I Begraafplaatsen in België - Eppegem
  • WO I Begraafplaatsen in België - Antwerpen
  • WO I Begraafplaatsen in België - Antwerpen (2)
  • WO I Begraafplaatsen in België - Dendermonde
  • WO I Begraafplaatsen in België - Evere (Brussel)
  • WO I Begraafplaatsen in België - Gent
  • WO I Begraafplaatsen in België - Grimde
  • WO I Begraafplaatsen in België - Halen
  • WO I Begraafplaatsen in België - Oeren
  • WO I Begraafplaatsen in België - Ougrée
  • WO I Begraafplaatsen in België - Ramskapelle
  • WO I Begraafplaatsen in België - Schiplaken Hever
  • WO I Begraafplaatsen in België - Sint-Margriete-Houtem
  • WO I Begraafplaatsen in België - Veltem-Beisem
  • WO I Begraafplaatsen in België - Veltem-Beisem (2)
  • BS Beerzel - Gezinnen 1800-1920 (1)
  • BS Beerzel - Gezinnen 1800-1920 (2)
  • BS Beerzel - Gezinnen 1800-1920 (3)
  • BS Beerzel - Gezinnen 1800-1920 (4)
  • BS Beerzel - Gezinnen 1800-1920 (5)
  • BS Beerzel - Gezinnen 1800-1920 (6)
  • BS Beerzel - Gezinnen 1800-1920 (7)
  • BS Beerzel - Gezinnen 1800-1920 (8)
  • BS Beerzel - Gezinnen 1800-1920 (9)
  • BS Beerzel - Gezinnen 1800-1920 (10)
  • Ons Oorlogsdagboek 1914-1919 (12)
  • Kerkrekening 1682-
  • BS Heist - Geboorteakten 1864
  • BS Heist - Geboorteakten 1865
  • BS Heist - Geboorteakten 1866
  • BS Heist - Geboorteakten 1867
  • BS Schriek - Huwelijksakten 1891-1900
  • BS Schriek Huwelijksakten 1901-1909
  • BS Schriek Huwelijksakten 1910-1918
  • BS Schriek Huwelijksakten 1919-1923
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (1)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (2)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (3)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (4)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (5)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (6)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (7)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (8)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (9)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (10)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (11)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (12)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (13)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (14)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (15)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (16)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (17)
  • BS Schriek Overlijdensakten 1891-1895
  • BS Schriek Overlijdensakten 1896-1900
  • BS Schriek Overlijdensakten 1901-1906
  • BS Schriek Overlijdensakten 1907-1911
  • BS Schriek Overlijdensakten 1912-1915
  • BS Schriek Overlijdensakten 1916-1918
  • BS Schriek Overlijdensakten 1919-1923
  • BS Heist - Overlijdensakten 1857-1858
  • BS Heist - Overlijdensakten 1859-1860
  • BS Heist - Overlijdensakten 1861-1862
  • BS Heist - Overlijdensakten 1863-1864
  • WO I De Stem uit België (1)
  • WO I De Stem uit België (2)
  • WO I De Stem uit België (3)
  • WO I De Stem uit België (4)
  • WO I De Stem uit België (5-6)
  • WO I De Stem uit België (6)
  • WO I De Stem uit België (7)
  • WO I De Stem uit België (7-8)
  • WO I De Stem uit België (8-9)
  • WO I De Stem uit België (9)
  • WO I De Stem uit België (10)
  • WO I De Stem uit België (11)
  • WO I De Stem uit België (11-12)
  • WO I De Stem uit België (12-13)
  • WO I De Stem uit België (13-14-15)
  • Ooit gelezen ...
  • Ooit gelezen ... (1) Kinderkarnaval
  • Ooit gelezen ... (2) Houten huis.
  • Ooit gelezen ... (3) Aflaat Franciscus
  • Ooit gelezen ... (4) De uyle krijst.
  • Ooit gelezen ... (5) Een vliegende bom voor Grootlo.
  • Ooit gelezen ... (6) Uitslag der loting 1908
  • Ooit gelezen ... (7) De Vluchtelingen.
  • Ooit gelezen ... (8) En waar de ster bleef stille staan
  • Ooit gelezen ... (9) Warme luchtballon in den hof van de pastorij.
  • Ooit gelezen ... (10) Het kasteel van Schriek.
  • Documenten
  • Huiseigenaars 1858
  • Akte - 1 Van der Stegen
  • Akte - 2 Van der Nath
  • Akte 3- de Brouckhoven
  • Akte 4-de Brouckhoven
  • Akte 5 -de Brouckhoven
  • Akte 6 -de Brouckhoven
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (1)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (2)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (3)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (4)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (5)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (6)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (7)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (8)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (9)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (10)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (11)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (12)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (13)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (14)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (15)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (16)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (17)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (18)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (19)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (20)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (21)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (22)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (23)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (24)
  • BS Heist Gezinnen 1797-1850 (14)
  • BS Heist Gezinnen 1797-1850 (15)
  • BS Heist Gezinnen 1797-1850 (16)
  • BS Heist Gezinnen 1797-1850 (17)
  • Overlijdens (alf) 1556-1971
  • Overlijdens (alf) 1556-1971 (2)
  • Overlijdens (alf) 1556-1971 (3)
  • Overlijdens (alf) 1556-1971 (4)
  • Overlijdens (alf) 1556-1971 (5)
  • Overlijdens (alf) 1556-1971 (6)
  • Overlijdens (alf) 1556-1971 (7)
  • Overlijdens (alf) 1604-1929 (6)
  • Overlijdens (alf) 1604-1929 (7)
  • Overlijdens (alf) 1604-1929 (8)
  • Overlijdens (alf) 1604-1929 (9)
  • Overlijdens (alf) 1604-1929 (10)
  • Overlijdens (alf) 1604-1929 (11)
  • Overlijdens (alf) 1604-1929 (12)
  • Overlijdens (alf) 1604-1929 (13)
  • Overlijdens (alf) 1604-1929 (14)
  • Overlijdens (alf) 1604-1929 (15)
  • Overlijdens (alf) 1604-1929 (16)
  • Gezinnen 1604-1923 (A-B)
  • Gezinnen 1604-1923 (C-Cop)
  • Gezinnen 1604-1923 (Cor-De L..)
  • Gezinnen 1604-1923 (De M..-De We..)
  • Gezinnen 1604-1923 (De Wi..-E)
    27-02-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Schrieks dialect (2)

     Het Schrieks Dialect 
    samengesteld door
    René Lambrechts


    - G -

    - ga’leg : 1) galg  2) houten constructie die men op de kar plaats om hooi of schoven graan te vervoeren

    - ga’let : rond ijskoekje  vey maa ie’e’ne in en ga’let

    - ga’raasj : garage

    - ga’rie’jel : gareel

    - gaa : 1) gij 2) gauw

    - gaa’ve : gouden  ne gaa’ven tant

    - gaa’zen’taar : zwarte teerverfstof voor onder aan de muren in de stallen

    - gaas : gas

    - gaas’kau’le : cokes

    - gaat : 1) geit  2) goud  3) ook gebruikt om een domme vrouw te typeren

    - gæl’le : julie

    - gæn’sters : vonken  ver’kie’e’re da de gæn’sters der af’sprin’ge

    - gær’re’noat : garnaal

    - gæs : gras

    - gæs’dooy’kel : hondendrol in het gras

    - gæst : gerst

    - gal’jaar : kerel ga zaa ne gal’jaar se

    - gangk : 1) manier van gaan  2) gang in het huis

    - gar’de : veldwachter

    - gat : gat, opening meervoud : goa’te  gezegde: 1) haa wént in a ver’lau’re gat = hij woont ver achterin  2) haa es in ze gat ge’bey’te = hij is slecht gezind 3) haa es nie oep se gat ge'djépt = hij is zeker niet achterlijk

    - gat’boe’re’ke : kleine boer met weinig land en beesten

    - gat’læk’ker : flemer

    - gaut : goot

    - ge’baa : gebouw

    - ge’bak’ke : gezegde : tes ge’bak’ke = ’t is in orde

    - ge’bie’re : buren

    - ge’die’est : stilhouden aa ge’die’est haa’ve

    - ge’djépt : gedoopt, wordt ook gezegd van iemand die is nat geworden door een bui

    - ge’don :fietsstuur

    - ge’hof’fe : geheven

    - ge’kæt’telt : gekarteld als de rand van vele munten

    - ge’kapt = gehakt

    - ge’laaik : gelijk, effen

    - ge’læt’teg : glad    gaa zaa ook ne ge’læt’te’ge = je bent een gluiperd

    - ge’ley’je : geleden, afgezien

    - ge’lie’e’ve : geloven

    - ge’lit : gewricht  trékt die’je vin’ger es trig int gelit

    - ge’loei’eg: gloeiend

    - ge’maan : slecht, onbetrouwbaar  gemaan stof – ne ge’maa’ne kéé’rel

    - ge’mak : toilet

    - ge’mét : oppervlaktemaat gebruikt door de boeren van een klein half hectare

    - ge’ræmt : gerijmd   thés goe ge’ræmt al’les zie wit

    - ge’rankt :    ge’rank’te pe’toa’te

    - ge’rie’jet : gereed  est ey’te noch ni ge’rie’jet

    - ge’schést : 1) geschorst  haa és vey zes wéé’ke ge’schést  2) in de menopauze  zaa waaf és oe’ek al ge’schést

    - ge’trok’ke : gefotografeerd

    - ge’wænt : teelbed

    - ge’wén’te : gewoonte

    - ge’win : teelt

    - ge’woe’en : gewoon

    - ge’zaaik : overdreven gezaag

    - géb’be’le : braken

    - géé’re : gaarne, graag

    - gééf : gaaf, schoon

    - géél : gezegde : 1) haa héé het géél = hij lijdt aan een leverkwaal  2) haa stoa doa te géél oe’e’ge = hij staat daar te giezen

    - gés : gist

    - gét : vuil water, slijk

    - gét’te : beenlappen (leger)

    - gey’ve : geven : ik geyf, gaa géft, haa héé gegeyve, haa haa gegauve

    - geys : geuze   geys oa’et groe’e’te flæs’se

    - geyt : geut, scheut

    - gi’és’sel’dop : tol om te gie’e’se’le = aandrijven met een koord

    - gie’jen : geen

    - gie’jep : geep, soort vis

    - gie’jest : geest  gezegde : haa héé doa zaa’ne gie’jest ge’loa’te = hij is daar gestorven

    - gie’ze : verlangend kijken

    - gis’ting : goesting

    - goa’pe : gapen

    - goa’re : garen

    - goan : gaan

    - goap’ban’ke : bankjes in de kerk aan de zijkant waarvoor men geen stoelgeld moest betalen

    - goar : gaar

    - goei’vraa : vroedvrouw

    - goei’ze : gonzen

    - gooi’e’koe’ep : goedkoop

    - gra’di’jaul : gladiool

    - gra’woe’el : greppel in laaggelegen bossen, zoals in de Puttebossen

    - graa’pe : grijpen

    - graa’ve’lek : gruwelijk, verschrikkelijk

    - graaf : straf  das graaf

    - graas : grijs

    - graat : bruin-grijs, grauw  graat pa’pier

    - græk : spul, produkt

    - grauf : 1) grof grauf broe’wet = grof brood, bruin brood  grau’ven deyn = grove den 2) zwaar das grauf = dat is zwaar ; bv. werk

    - grél’leg : verschrikkelijk, grillig

    - gréng’el : grendel

    - grien : groen

    - grik’sel : werktuig om het hooi te keren, rijf

    - groa’e’ze’le’mén’te : in scherven

    - groas : gruis ne groas’wech

    - grok’taat : beroete

    - grop : handvol

    - gros’kés : grote trommel 

    - H - 

    - ha’ne’kes’nest : wanorde

    - haa : 1) heide  2) hij  3) Pijpelheide  die van de Haa

    - haa’bel : kleine ruzie  doa was doa zoo’e wa haa’bel mey de Zjok’ke

    - haa’leg : heilig  gezegde : das oe’ek gie’je’nen haa’le’ge = Hij is ook niet echt te vertrouwen

    - haa’roak : akkerhaak welke aan de ploeg werd gehaakt om de ploegsnede te egaliseren  den haa’roak haa’ve

    - haa’ve : houden  ik haaf én gaa hot

    - haai’ge : hijgen

    - haai’kes : heideplantjes

    - haak : had ik  haak da ge’wey’te

    - haas : handvat van emmers en grote ketels

    - haat : hout  gezegde: 1) das nen haa’te = hij is houterig, stijf  2) khém nen haa’te kop = ik heb een kater

    - hæns : handspel (voetbal)

    - hæs’se’ne : hersenen  kop mey hæs’se’saas

    - Hæs’selt : Herselt

    - hæs’te : roosteren  ne ge’hæs’ten bau’ter’ham

    - hæt : hart : hard  gezegde : das nen hæt’te = die weent niet snel

    - hæt’te’ne : harten = kaartsoort ook hæt’ten hoas

    - hak : hark

    - hal : overdekte speelplaats  on’der de hal spey’le

    - Hal’der : Hallaar

    - hal’le’ve’goa’re : gek, zot

    - hal’le’ver : half (uur)  hal’le’ver twie’e = half twee, hal'le'ver wéé'ge = halfweg

    - hal’lef : half gezegde : 1) hal’lef’én’hal’lef = onvolledig  2) hal’lef’se’gat = onvoldoende 3) hal’lef’jost = 15 augustus  4) maa’nen hal’le’ven traa’boek = echtgenoot (e)  5) zen klak stoa oep hal’le’ver’zey’ve = zijn pet staat scheef, meestal een teken van dronkenschap  6) ik zæn moa nen hal’le’ve = zich slapjes voelen na ziekte

    - hal’lef’acht’noen : 16 uur

    - hal’lef’bak : middenvelder (voetbal)

    - hal’lef’moan : borstel om tussen de plafondbalken te kuisen

    - han’ne : handen  gezegde : haa kan zen han’ne nie thoa’es haa’ve = een handtastelijk mannetje

    - han’te’klaa : kluns

    - han’ten’tas’ter : iemand met losse handjes

    - hang’er’ke : juweeltje aan een kettinkje

    - hant’hééf : handvat

    - hau’re : hoorn  en koei mey hau’res  en hau’re’ke = ijskoekje

    - hau’ren’dul : gek  ik wér doa hau’ren’dul van = ik wordt daar gek van

    - hau’ræt’teg : opgewonden  aa’ven hont és hau’ræt’teg séch

    - hau’ze : aflopen  die’jen haust wat’af zel’le = rond’hau’zer

    - haus : gezegde : tés en haus = ’t gaat niet door

    - hauw : 1)stop !, 2) hak = soort spade

    - : wat zegt u?

    - hé’ze’le : onrustig gedrag

    - hécht : oud paard

    - hééf : zuurdeeg

    - hèèr : 1) om het paard links te sturen  2) houding

    - hélp : kruiwagenriem

    - hém : hemd

    - hém’me : hebben ik hém  gaa hét  haa héé

    - hen’ne : heen  hen’ne én trich

    - hés’ke : toilet, komt van huizeke , het toilet stond vroeger los van het huis.

    - hés’teg : haastig

    - hey’ning : honig

    - hey’veg : heftig

    - hie : hier

    - hier : huur

    - hie’e’ke : jeuken  jékt da? hie’e’ke da ta doe !

    - hie’e’le’gans : helemaal

    - hie’e’ze : dræs’sen = mey woa’ter hie’e’ze

    - hie’el : heel

    - hie’er : heer

    - hie’néf’fe : hiernaast

    - hik’ke : gehurkt  ha zit oep zen hik’ke

    - hil’le : steenkolen

    - hil’le’bis : kolenemmer

    - hin : hen gezegde : wa moe’te hém’me ? tself’ste ! das en hin’ne’gat !

    - his’te : hoesten

    - hit : 1) hut  2) om het paard rechts te sturen  gezegde : van hit noa hèèr = van hier naar daar

    - hit’se’le : hutselen, opschudden

    - hoa’ef’kaar : huifkar

    - hoa’es : huis

    - hoa’es’haa’ve : gezin  haa es mey zen hoa’es’haa’ve oep kon’zjey

    - hoa’es’haat’skool : huishoudschool

    - hoa’es’plot : persoon die bijna nooit uitgaat

    - hoa’ge’mis’ke : heggemus

    - hoa’gel : hagel

    - hoa’le : halen  ik hoal  gaa hélt  haa héé ge’hélt

    - hoa’mer : hamer  hoa’mer skéér of més = kinderspel

    - hoa’ne’kroa’we : sport met kraaiende hanen

    - hoa’ne’poe’e’te : lelijk geschrift

    - hoa’re : 1) haren  2) een zeis scherpen met een hamer

    - hoa’ver : haver

    - hoa’ze’poe’per : man die snel klaarkomt

    - hoa’ze’slo’pe’ke : korte siësta

    - hoa’zel’noy’ke : hazelnootje

    - hoach : haag  gezegde : hoach’skaul haa’ve = spijbelen

    - hoach’weyf : ongehuwde moeder

    - hoaf’koe’ep’dag : verkoop van bezittingen

    - hoak : haak  gezegde : da hangt mey hoa’ken en oe’e’gen oan’ie’en = is maar in elkaar geflanst

    - hoar : haar  gezegde : hoar doen = vals spelen (in de omgang = coifferen)

    - hoar’kroa’e : haarspit, ijzeren pin met klein aambeeldje in een houten blok

    - hoar’zak : valsspeler

    - hoas : 1) haas  khém nen hoas ge’strépt : 2) aas in het kaartspel  kloa’ve’ren hoas

    - hob’bel’de’sob’bel : wanordelijk  da bét és hob’bel’de’sob’bel oep’ge’mokt

    - hoe’chel : schaamhaar  ze lépt mey héé’ren hoe’chel bloe’et

    - hoe’e : hooi of hooien

    - hoe’e’mes : hoogmis

    - hoe’e’ve’jær’reg : hovaardig, ijdel

    - hoe’eg : hoog

    - hoe’eg’zoal : doksaal

    - hoe’mel : hommel "en hoe’mel mey e vos’se’gat "

    - hoe’ter’de’koe’ter : hals over kop

    - hoecht : heester, struik

    - hoep : zangvogel

    - hok’ke’naut : okkernoot

    - hoks : haaks, loodrecht

    - hoks’kes : 1) nietjes  doet die hoks’kes in de voa’el’bak 2) leestekens

    - hol’der’de’bol’der : hals over kop

    - hon’ne’stiel : triestig beroep

    - hos’klos : slecht, wanordelijk gemaakt  das hos’klos in’ie’jen ge’smey’te

    - hot : rug, schouder  haa pakt die’je zak oep zen hot 

    - I - 

    - i’vaur : ivoor

    - ie’je’ke’nis’se : lies

    - ie’je’mer : emmer

    - ie’ve’rans : ergens

    - ie’ver : ijver

    - iet : iets

    - im’pær’mé’a’bel : regenjas

    - in’doe’fe’le : induffelen

    - in’hém’me : inhebben, lang duren  da héé no’gal wat in = dat duurt nogal

    - in’ie’en’flan’se : knoeierig samenstellen

    - in’jons : ineens, plots

    - in’key’ve : inkorven (duivenspel)

    - in’læs’te : inlijsten

    - in’ney’me : innemen  gezegde : haa és goe van in’ney’me = hij leert snel

    - in’pas’sant : te gelijker tijd

    - in’pi’ke : uitrusten, van het nodige voorzien  haa és goe in’ge’pikt = hij is goed uitgerust

    - in’poem’pe : aan zijn verstand brengen  ik hém het er moe’te in’poem’pe

    - in’sloa’ge : 1) indraaien  oan den bak’ker in’sloa’ge  2) in elkaar zakken  maa’ne bis’kwi és in’ge’sloa’ge

    - in’sméé’re : 1) insmeren  2) pak rammel geven  ze hém’me ten es goe in’ge’sméérd

    - in’stét’te : instorten

    - in’stop’pe : met draad en stopnaald een gat dichten  ons moe héé maan kaa’se in’ge’stopt

    - in’tæts : op tijd

    - in’voa’ze : invasie  indraaien

    - in’zie’e’pe : inzepen van een baard 

    - J - 

    - jak’beys : aardbei

    - jam’men’kloe’e’te : een strekenventje, stoefer  gaa zaa nen æch’te jam’men’kloe’e’te

    - jan’ne’woa’re : januari

    - jau’ke’re : een bepaald kaartspel

    - jau’ker : joker  ne jau’ker meych’de au’ve’ral oan’lé’ge

    - jéch’te : hoogte  oep wél’le’ke jéch’te moet da stoan

    - jèèr : grond

    - jèèr’dol’le’ke : veldmuis

    - jèèr’klot : grondkluit

    - jék’sel : jeuk

    - jést :  eerst  ik zæn jést

    - Jét : Koningshooikt   zaa és van Jét af’kom’stech

    - jét’je : gezegde : die gey’ve ser’jeys van jet’je : die gaan serieus van bil

    - joa : ja  gezegde : haa es moa ne joa’knik’ker = hij is maar een gemeenteraadslid

    - joa’en : ajuin

    - joa’ge : jagen

    - joag’zak’ke : hevig hijgen

    - joar’ge’taa : jaargetijde

    - joar’ling’e : één jaar oude duiven in de duivensport

    - joar’mæt : jaarmarkt

    - joe’kel : zeer groot  da was ne joe’kel van nen bult

    - joeng : kinderen  gezegde : joeng moe’te hém’me = er is wel altijd iets

    - joeng’e : 1) jonge  das noch ne joen’ge gast  2) jongen werpen  ons kat héé ge’joenkt

    - joeng’man : ongehuwde man  Sooi, das nen aa’ve joeng’man

    - joeng’skes : jonge dieren : on’zen hond héé joeng’skes

    - joenk : jong  haa és noch joenk gezegde : haa héé oe’ek al e joenk = hij heeft ook al een kind

    - joenk’haat : jeugd  ge moet de joenk’haat loa’te doen

    - jok : bij het kaartspel ‘præs’sen’ is de boer de hoogste kaart

    - jol’lek : lelijk

    - jon’de’léék : vreselijk uitziend  die was jon’de’léék ge’stélt se. Het zach er jen’de’lek oat!

    - jon’der : eender, gelijk  ik hém veyl jon’der bey’le’kes

    - jong’es’zot : meisje dat gek is van jongens

    - jop’pe’ling : peluw, langwerpig kussen onder de hoofdkussens   ge moet die’e jop’pe’ling es te’goei oep’schid’de

    - jos’te’re : roesten  die’en hooi’e’kie’er’der stoa doa te jos’te’re

    - jost : 1) eerste  haa was de jos’te  2) oogst  de jost és bin’ne

    - jot’te : 1) hitte  wat en jot’te  2) noemt = heet  hoe jot’te gaa?

    - ju’fraa : juffrouw, onderwijzeres 

    -K- 

    - ka’bar’does’ke : bordeel

    - ka’bas : winkeltas, boekentas

    - ka’dau : geschenk  ik kraaich géé’re ka’dau’kes

    - ka’dey : kereltje

    - ka’dul’droa’e : = zot’droa’e = als de vijsdraad het niet meer doet

    - ka’lan’die’se : cliënteel

    - ka’me’lot : brol, slechte waren  was da vey ka’me’lot

    - ka’paut : 1) motorkap  2) condoom  3) zware winterjas

    - ka’rot’ten’trék’ker : plantrekker die vlucht in de ziekte

    - ka’toen : gezegde : van ka’toen gey’ve = met veel inzet iets doen

    - ka’zak’ken’droa’er : overloper, iemand die met de andere partij samenwerkt

    - kaa : kou  khém kaa = ik heb het koud  tés kaat : het is koud

    - kaa’re’kot : loods voor karren

    - kaa’se : kousen gezegde: ge voel’tem oep zen kaa’se oan’kau’me = hij heeft iets tekort

    - kaa’zer : keizer  gezegde : we zél’le die flæs es kaa’zer moake = we gaan die fles uitdrinken

    - kaai’kes : 1) bloem duizendschoon  2) keien

    - kaar : kar gezegde : haa héé tey’ge maan kaar ge’rey’e = hij heeft mij gekrengt

    - kaar’lie’es : uitgereden karrespoor  gezegde : haa héé in de kaar’lie’es ge’pist = hij heeft een oogontsteking

    - kab’be’le : schiften, stremmen

    - kab’bi’ne’kes : kleedkamers bij het voetbalveld  Jean van de pin stamp’te de dey van de kab’bi’ne’kes in

    - kæ’ze’le : schiften, stremmen

    - kæmp : hennep, kemp

    - kæn : pit  das nen ap’pel’sien mey veyl kæn’ne

    - kæs : biggetje

    - kæs’kes’pis’ser : misdienaar

    - kæt’se : paren bij dieren  die’jen doa’e’ver héé’se zjust ge’kætst se  gezegde : die zoak és af’ge’kætst = die zaak is afgesprongen, mislukt

    - kæt’te’le : gezegde  ze zit’te ach’ter maan kæt’te’le = ze jagen mij op

    - kaf’fe : koffie

    - kaf’fe’bés : 1) linnen koffiebeurs  2) iemand die veel koffie drinkt

    - kak : gezegde : mey veyl kak én zwier = met veel pracht en praal

    - kak’ka’jau : cacao, chocomelk  vey maa ne wær’me kak’ka’jau

    - kak’ma’dam : hoovaardige dame

    - kak’stoel : speciale hoge stoel voor kleine kinderen om hen bij aan de tafel te plaatsen

    - kal : (slit)pen, ijzeren staafje

    - kal’key’re : natekenen met ‘kalkpapier’

    - kal’lot’te’ke : kapsel als Mireille Mathieu

    - kalfs’poe’et : arondskelk (bloem)

    - kalk’pa’pier : een matig doorschijnend papier

    - kant : 1) houtwal  2) kant

    - kap’blok : gezegde : haa léé mey saa’ne kop oep de kap’blok = hij heeft niet lang meer te leven

    - kap’pe’ke : een doorschijnend plastiek hoofddeksel tegen de regen

    - kar’dan : aandrijfas

    - kar’toes : jachtgeweerpatroon  haa héé zen lés’te kar’toes ver’schau’te = hij geeft het op

    - kas : 1) kas  2) kast  gezegde : haa héé doa zen kas oep’ge’frét = hij heeft zich daar verveeld

    - kas’saa : kasseisteen

    - kas’se’rol : kookpot

    - kas’taar : sterke durfal  doa moe’te ne kas’taar vey zaan

    - kasj’ot : cel in een legerkazerne

    - kasj’pau : sierbloempot

    - kat’sjoe : rubber

    - kat’te’ge’spin : gezegde : klaan ge’win és kat’te’ge’spin = kleine winst

    - kat’te’kis’se’mes : voorbereiding op de plechtige kommunie noa de kat’te’kis’se’mes goan

    - kat’te’pis : gezegde : das gie’e’ne kat’te’pis = dat is iets waardevol

    - kau’per : kopermetaal

    - kau’re’poa’ter : pater van een bedelorde welke jaarlijks bij de boeren om wat graan of aardappelen kwamen bedelen

    - kaur : koord

    - ke’min’ne : communie  haa héé gis’te’re zen ke’min’ne ge’doan

    - ke’reyr : renner

    - ke’réz’ze : moed  die’je héé noch veyl ke’réz’ze

    - ke’tier : kwartier (tijd) a ke’tier vey draa ie’re  (vierdedeel van een beest)  ze droe’ge de ke’tier’re doa bin’ne

    - kéé’ze’mie’ke : koolmees

    - kéép : schoudermantel

    - kéér’bés’tel : straatveger

    - kéés : kaas

    - kéés’kop : Nederlander

    - keis : kaars

    - kél’le’koa’mer : kelderkamer

    - ker’die’el : leisel bij de paarden

    - ker’jeys : nieuwsgierig  gaa zaa noch’al ker’jeys

    - ker’mæl : karamel

    - ker’naan : konijn  herre gaa noch ker’naa’ne?

    - ker’nis : kroonlijst van de dakgoot

    - kér’re’boek : kerkboek

    - kér’re’mes : kermis  gezegde : tés kér’re’mes in dhél : regenen als de zon schijnt

    - kér’re’woa’ge : kruiwagen

    - kérf : korf

    - kés : kers

    - kés’se : kuisen

    - kés’se’mes : kerstmis

    - kes’tæn : kastanje

    - kés’vraa : kuisvrouw

    - kés’ze’stie’en : kersepit

    - kést : korst  de kés’te oe’ek oep’ey’te

    - két : kort

    - két’baa : dichtbij

    - két’jes’knip’per : kaartjesknipper

    - kéts : koorts  die’e klaa’ne héé veyl kéts

    - key’mels’vet : kamelenvet tegen de gesprongen handen

    - key’re : keuren

    - key’te’le : kittelen

    - key’te’re : koteren, met een kachelpook = key’ter’hoak de kachel aanporren

    - key’ting : ketting

    - keyf : duivenkorf

    - keys : 1) keuze  2) verkiezingen

    - ki’me’nau’maa’ve : zonder mouwen

    - kid’de : kudde

    - Kie’e’berg : Keerbergen

    - kie’e’re : 1) keer, keren  2) omgooien  hoe’e kie’e’re = hooi keren

    - kie’ke’frét’ter : Brusselaar

    - kie’ke’pél’der : lattenwerk waarop kippen slapen

    - kie’ke’vlie’es : kippevel

    - kin’ne: kunnen

    - kin’ne’kes’kak : doopsuiker

    - kip’per : 1) doelman  2) kipwagen

    - kir’re : 1) big  en zoech mey kir’res  2) jonge biggen werpen  die zoeg héé te’nacht ge’kirt

    - kirk’drie’eg : kurkdroog

    - kis’se : kussen  gezegde : ge kint ze kis’se = ge kint er oan’hang’e = gij kunt het vergeten

    - kjép’dag : koopdag

    - kjép’man : koopman

    - kla’wie’re : ongecontroleerde bewegingen van kleine kinderen  die’je klaa’ne léé doa te kla’wie’re in zaan wieg

    - klaa’gelt : kleingeld

    - klaan : klein

    - klæf’fe’re : klauteren

    - klæt’ter’mey’le : klappermolen wie kent deze nog?

    - klæts : 1) slag  2) een beetje  vey maa nog a klæts’ke  3) helemaal  ik zæn da klæts ver’gey’te 4) praten  haa klætst noch’al wat af zel’le

    - klam’per : roofvogel

    - klamp’læs’ter : grote lijster

    - klap’hau’re : oude grammofoon

    - klaun : clown, wordt ook gezegd van iemand die wat stoms doet

    - kléé’reg : woedend

    - kléér : klaar

    - kley’te’re : knutselen

    - klik’ke’én’klak’ke : gezegde : ze hém’men hém mey klik’ke’én’klak’ke boa’e’te ge’smey’te = ze hebben hem onverwijld buitengegooid

    - kling’ke : 1) drinken  we zél’le der es oep kling’ke 2) kantelen  die kroan goa kling’ke

    - klink : 1) deurkruk  2) helemaal  ik ben da klink ver’gey’te

    - klip’per : knuppel

    - klis’oe’er : deel van een baksteen

    - klis’sen’haat : zoethout

    - kloa’e’ze’néér : kluizenaar

    - klod’der’vos : een onverzorgd iemand

    - kloe’e’te : 1) knoeien  2) bedriegen lét aa nie kloa’e’te  3) teelballen  gezegde : haa és gie’e’ne stamp tey’ge zen kloa’e’te weit = hij is niets waard, je kan er niets mee aanvangen

    - kloef’kaf’fer : pummel

    - knaat : 1) kauwt  ik knaa gaa knaat wæl’le knaa’ve 2) niets  ik kén doa gie’en knaat van

    - knæb’bers : bonensoort in duivenvoer

    - knæp : kin

    - knæt’ser : 1) drukknoop  2) insekt, kniptor

    - kney’kel : kneukel

    - kneyt : vittende vrouw

    - knie’ep : knoop

    - knoa’e’ter : zangvogel

    - knoe’sel : 1) enkel  2) stekelbes

    - knop’pe : 1) knopen  2) gezegde : tés noa de knop’pe = het is om zeep

    - koa’ep : kuip

    - koa’ke’nest’je : een zich minder ontwikkelend jong dier (of kind), een achterblijvertje

    - koa’mer : kamer  gezegde : haa héé’get in zen boa’ve’koa’mer = hij heeft ze niet alle vijf

    - koat : kaart

    - koe’che’le : hoesten

    - koe’e’le : kolen   wit’te, roe’e en se’voe’e koe’e’le

    - koe’e’pe : kopen  ik koe’ep haa kjépt

    - koe’e’ze : 1) klagen  2) jammeren

    - koe’er ; koor

    - koe’ke’ne : ruiten in het kaartspel

    - koe’ken’bak : gezegde : tés koe’ken’bak = ’t is in orde

    - koe’we : een vlucht vogels  en koe’we bos’doa’e’ve

    - koef’fe’le : veelvuldig hoesten

    - koem : kom, schaal  en koem aa’re

    - koeng’kel’foe’ze : heimelijk bedisselen

    - koerp : bocht

    - koks’bie’en : kaaksbeen

    - kol : 1) boord   2) lijm

    - kom’af : afkomst

    - kom’es’vey : grote borsten van een vrouw  das ie’en mey ne sé’ri’ey’se kom’es’vey

    - kom’mis’se : boodschap  ik moet noch en poar kom’mis’kes doen  on’zen hond moet zen kom’mis’se noch doen

    - kom’pas’se : medelijden mey da veng’ke moet’te gie’en kom’pas’se hém’me

    - kon’se’teyr : klok om de duivenaankomst te registreren

    - kon’sèèr : toneel, concert

    - kon’zjéé : verlof

    - kont : achterste

    - koo : kwaad  kéd’der = meer kwaad

    - koo’e’kes : restant van het uitgebakken varkensvet dat bij in de pensen werd gedraaid

    - kooi : koe

    - kor’ner : hoekschop

    - kor’sey : korset

    - kor’vey : zwaar werk

    - kos’sem : dubbel kin

    - kot’se : braken

    - koz’ze : ko’zaan : kozijn, neef

    - kra’mik’kel : niet stevig, wankel  das moa kra’mik’kel in’ie’en ge’stau’ke

    - kraa’ge : krijgen  ik kraach haa krægt ik hém ge’krey’ge

    - kraat : krijt

    - krab’be’le : stuntelen  wa lig’ge ze doa naa te krab’be’le vey die gaul, krab’bers zænt

    - kræ’ze’le : het gevoel in de mond van zand bij het eten  die mos’sel kræ’zelt

    - kræs’se : krijsen

    - krak : ergens heel goed in zijn  das ne krak int tie’e’ke’ne, moa oe’ek int pin’te dring’ke

    - kram’me : gezegde : on’ze voa és doa oe’et zen kram’me ge’schau’te : mijn vader is daar uitgevlogen

    - krap : 1) rijf  2) krap, niet ruim

    - kré’mels : kruimels

    - kre’poel : slechte, onbetrouwbare mensen

    - kre’wél’leg : hevig  haa ging doa noch’al kre’wél’leg te kie’er

    - kréé’me’rie : ijssalon

    - kréé’te : plagen, pesten, druk maken

    - kréém : ijsroom  ne groe’e’te kréém mey kréém’frésj = ijs met slagroom

    - kréft : 1) kreeft  2) deugniet  gaa zaa nen æch’te kréft

    - krép’pa’pier : papier waaruit men rozekes maakte

    - krey’ve’le : kriebelen

    - kri’zan’téém : chrysant (bloem)

    - krik’kel : vlug geërgerd  das e krik’kel man’ne’ke, en æch’te krik’kel’bés

    - krip : voederbak, voorste deel van de stal waar de dieren gevoederd werden gezegde : das nen æch’te krip’baa’ter = vitter,

    - kris’ta’le’zey : kristalsuiker  kris’ta’le’zey of klok’kes’ soa’e’ker

    - kro’che : 1) persen bij een moeilijke stoelgang  krocht noch es goe!  2) kreunen bij zwaar tilwerk  da was doa kro’che en daa’ve

    - kro’két : zegwijze : hal’lau kro’ket = halloo zeg!

    - kro’sjét : zangwedstrijd

    - kroa’e : 1) kraai  2) kraaien

    - kroa’e’naut : kruidnagel

    - kroa’ep’pin : zeer klein huisje  haa wént in ne kroa’ep’pin

    - kroa’es : kruis  gezegde : a krés’ke moake = een kruisteken slaan

    - kroa’es’jas’se : kaartspel

    - krocht : oud vervallen huis  haa wén’de doa in en æch’te krocht

    - krod’der : sportman die slecht presteert  die’e krod’der kon ni vol’le’ge in de koers

    - kroei’e : draaien, duwen, trekken, sleuren om iets los of vrij te krijgen

    - kroes : 1) drinkbeker  2) eendekroos (klein waterplantje)  de béék léé vol kroes

    - krok : onkruid in graanvelden

    - kros : 1) cross  2) roetaanslag op potten en pannen

    - kwaat : kwijt, verloren  haa ést kwaat

    - kwæ’de’le : 1) ruzie  ik wil hie gie’en kwæ’de’le  2) brol, slecht materiaal  mey wa vey kwæ’de’le ræd’de gaa?

    - kwæt : vulling van de bloedpens

    - kwats : gezwel of zwelling na kwetsuur  on’der oan zen knæp hing en hie’el kwats

    - kwats’ke : minder dan een halve zak (bv aardappelen)

    - kwatsj : onzin, zever  das kwatsj, das dik’ke zie’e’ver

    - kwéék : mond  hot aa kwéék es toe

    - kwei’ker : keep (vogel)

    - kwék’ke ; kwartje = 25 centiemen

    - kwiet : snul  gaa se kwiet

    - kwik’ke : wegen door even op te tillen   lét maa dat es kwik’ke

    - kwing’kwank : schommel 

    -L- 

    - la’ve’lier : laurier

    - laa : 1) lei  schraa’ve op en laa 2) lag  haa laa noch in ze bet  3) lauw  maa’ne kaf’fe és laa

    - laa’der : leider

    - laa’ter’vænt : vogelschrik

    - laaf : lichaam

    - laai’ke : 1) een lijk afleggen, opbaren  2) smal straatje  haa wén’de int laai’ke oan de pas’te’raa

    - laaik : lijk

    - laaik’bid’der : begrafenisondernemer

    - laan : 1) lijn  2) vislijn

    - læf’ke : onderhemd

    - læk’ske : het likken

    - læk’stok : snoep op een stokje

    - lækt : gelijkt  gaa lækt zjust oep aa voa’der

    - læs’ter : lijster

    - læst : lijst  gezegde : haa stoa oep de læst = hij is kandidaat bij de verkiezingen

    - laf : 1) drukkend  laf weyr  2) vals  das laf van aa

    - laf’foot : lafaard

    - lak : 1) gelijk  haa héé dat oe’ek zjust lak zaa 2) lakverf  3) haarlak

    - lam’mey’re : lang blijven praten  die héé den hie’e’le vér’noen ge’lam’meyrt

    - lam’pe’déér : staanlamp

    - lam’pét’te : drinken  haa és gis’te’ren oa’vent wey goan lam’pét’te

    - lan’gen’oa’sem : kauwgom

    - lan’sey : werphengel   mey ne lan’sey kin’de waat vis’se

    - lan’téé’re : lantaren  gezegde : en groe’e’te lan’téé’re moa e klaan licht’je = een grote mond maar weinig verstand

    - lank : lang  ik hém dat al lank ge’zéé

    - last : langs  ge ræt bést last de Haa

    - lau’re’jas : iemand waaraan men zich ergert

    - lau’te’re : heen en weer bewegen  ge moet e bék’ke mey die’en tant lau’te’re

    - lau’ter’dop : onbevrucht ei dat na het broeden overblijft, ook een slecht geworden ei

    - le’waat : lawaai  gaa mey aa le’waat

    - léb’be : doodbrave simpele man  die héé ne léb’be van ne vænt

    - léé’per : lepel

    - lééch’loe’e’per : een band die stilaan lucht verliest

    - lék : siroop  das goei’e péé’re’lék = perensiroop

    - lék’neis : druipneus

    - lél’le : lelie

    - léng’sel : op lengte gesneden behangpapier

    - lés’te’re : luisteren, gehoorzamen  klaan man’ne moe’te lés’te’re

    - lést : laatst ik hém em lest noch ge’zien  haa es de lés’te

    - lét : 1) laat  2) schakel van een ketting  mey vaaf lét’te kon’ne wæl’le bik’ke’le

    - lét’te : gezegde : oep de doa’e’ve lét’te =de duiven opwachten na een vlucht

    - lét’ters : gezegde : die’jen héé veyl lét’ters gey’te = die heeft lang gestudeerd

    - ley : 1) scharnier  2) lende, zij  das ie’en mey a faan ley’ke

    - léz’ze : horloge

    - licht : longen van geslachte dieren  haa gaf de licht oan de kat’te

    - lie’e’ne : lenen  ik lie’en haa lént haa héé gelént

    - lie’e’peg : paardrift bij vrouwelijke dieren  die koei stoa lie’e’peg = die koe is tochtig

    - lie’e’re : leren

    - lie’e’wærk : leeuwerik

    - lie’eg : laag  gezegde : das ne lie’eg’vlie’ger = iemand die veel te snel rijdt

    - lie’em : leem  gezegde : khém lie’e’me bie’e’ne = ik heb zwaar benen

    - lie’ep : leep

    - lie’er : ladder  gezegde : mey de lie’er oa’et’goan = stelen

    - lie’ke : lied  da was a schoe’e lie’ke

    - lie’vraa’ke : 1) lieveheersbeestje  da zat vol lie’vraa’kes  2) O.L.Vrouw

    - lig’ge : liggen  ik lich gaa licht haa léé haa héé ge’ley’ge  gezegde : ik lich baa Mart in de bau’ves’ste schoa’ef = Mart heeft het voor mij, heeft mij graag

    - lik’ke : lukken   da goa lik’ke

    - lil’le’put’ter : mens met dwerggroei

    - lits : lus  oan maan zip stoa gie’en lits ne’mie’e

    - loa’e : laden

    - loa’e’ze’poa’ter : iemand met veel luizen

    - loa’ke : laken

    - loa’te : 1) laten  ik loat, haa lét  2) de late ploeg  ik stén mey de loa’te

    - loa’ze’rus : lazarus, iemand met vreselijke huiduitslag

    - lod’ders : lompen  ik haa doa ne zak lod’ders stoan

    - loe’bas : groot en struis en rustig (dier of mens)  aa’ven hont és nen æch’te loe’bas

    - loe’e’kes’ge’wéér : luchtbuks zoals op het schietkraam

    - loe’e’per : loper, een kind dat pas kan lopen  die hey’re klæn’ste és al ne loe’e’per

    - Loe’e’zen’hoek : Lozenhoek onder Keerbergen

    - loe’es : 1) op een geheime plaats  ik zal dat es loe’es wech’stey’ke  2) zonder vrucht  das en loe’e’ze hok’ke’naut

    - loe’ke’beer : gefantaseerde afschrikker voor kinderen  pas oep want de loe’ke’beer komt

    - loe’ter : afgeroomde melk, diende vroeger tot voer van kleine kalveren

    - loecht : 1) lucht  de loecht zach zwét van de sprie’e’we 2) niet zwaar  oo das e loecht paks’ke

    - loei’e : 1) luiden het loeit vey de mis  2) lui  dat és ne loei’e vænt

    - loei’e’rik : luierik

    - loei’waa’ve’soep : pakjes of dozensoep

    - loem’mer : lommer, schaduw  de bjés’te gén in de loem’mer stoan

    - loen’ke : gluren, loeren

    - loet : eigenaardige karaktertrekken  die van ons héé wey en loet hé

    - loik’ke : lotje   vey maa draa loik’kes van de lau’te’raa

    - lot’se : zuigen 

    - lots : oud zuigdoekje met honig voor kleine kinderen, later tutter 

    wordt vervolgd





    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail
    URL
    Titel *
    Reactie *
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)

    buurgemeentenbutton
    butRo

    Baalbutton
    betB3
    betB4
    betB5
    betB
    betB1
    betB2

    Beerzelbutton
    but1b
    but3b
    but2b
    butP1
    butP2
    butP3
    butPG

    Booischotbutto
    butB5
    butB6
    butB1
    butB3
    butB4
    butB2

    Heistbutton
    betH
    butHg

    betHo
    butH1
    butH2a
    butH2b
    butH3
    butH4a
    butH4b
    betHg

    Keerbergenbutton
    betK
    betK1
    betK2
    butS2
    butP2
    butH4

    Puttebutton
    butRo
    betP
    betP2
    betP1
    butP1
    butP2
    butP3
    butPG

    Tremelobutton
    betW
    betT
    betT1
    betT2

    Akten Bierbeek
    Korbeek-lo
    Lovenjoel
    Opvelp

    Archief per maand
  • 06-2024
  • 05-2024
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 05-2023
  • 03-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 10-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 07-2020
  • 06-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!

    botS1

    Loon
    botS2

    Aarschot
    botS3

    Grimbergen
    botS4

    Berthout
    Berth

    Gelre
    botS5

    VanKleve
    botS7

    Arkel
    botS6

    van Wezemaal
    botS8

    kareldestoute
    botS9

    Vanderlaen
    botSs1

    van der Nath
    botSs2

    Brouchoven
    botSs3

    VdStegen
    botSs4


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!