Schriek
Verleden-Heden-Toekomst

wapenS
Wapens

Tekstgrootte aanpassen?
Klik op + of -

ZOOM

butmed

Schriekbutton
butRo

genealogiebutton
butD1
butD2
butSh
butO
betS2
butSg
butS2
butP2
butH4
butS4
butS5
butS6

Geschiedenisbutton
betPd
betSog

butBV14
WOI
WOIa
WOIv
butBV40

dialect

Parochie
Kerkrek

Grootlobutton

Inhoud blog
  • WO I Gemeentelijke Begraafplaatsen in België (1)
  • WO I Begraafplaatsen in België - Westvleteren (3)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (19)
  • BS Putte - Gezinnen 1800-1920 (10)
  • Schriek - info
  • BS Beerzel - Gezinnen 1800-1920 (11)
  • WO I Vluchtelingen in Nederland - Uden (12)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (25)
  • BS Putte - Gezinnen 1800-1920 (9)
  • WO I De Stem uit België (15-16)
  • St.-Jan Baptist kerk : Het orgel
  • BS Heist - Geboorteakten 1868
  • Heist - Gezinnen 1593-1797 (6)
  • BS Schriek Overlijdensakten 1924-192.
  • Schriek - Het onderwijs tot 1800
  • WO I Begraafplaatsen in België - Steenkerke
  • WO I Begraafplaatsen in België - Wandre (Liège)
  • WO I Begraafplaatsen in België - Westvleteren
  • WO I Begraafplaatsen in België - Westvleteren (2)
  • WO I Vluchtelingen in Nederland - Uden (1)
  • WO I Vluchtelingen in Nederland - Uden (2)
  • WO I Vluchtelingen in Nederland - Uden (3)
  • WO I Vluchtelingen in Nederland - Uden (4)
  • WO I Vluchtelingen in Nederland - Uden (5)
  • WO I Vluchtelingen in Nederland - Uden (6)
  • WO I Vluchtelingen in Nederland - Uden (7)
  • WO I Vluchtelingen in Nederland - Uden (8)
  • WO I Vluchtelingen in Nederland - Uden (9)
  • WO I Vluchtelingen in Nederland - Uden (10)
  • WO I Vluchtelingen in Nederland - Uden (11)
  • BS Putte - Gezinnen 1800-1920
  • BS Putte - Gezinnen 1800-1920 (2)
  • BS Putte - Gezinnen 1800-1920 (3)
  • BS Putte - Gezinnen 1800-1920 (4)
  • BS Putte - Gezinnen 1800-1920 (5)
  • BS Putte - Gezinnen 1800-1920 (6)
  • BS Putte - Gezinnen 1800-1920 (7)
  • BS Putte - Gezinnen 1800-1920 (8)
  • WO I Begraafplaatsen Belgische gesneuvelden
  • WO I Begraafplaatsen in België - Aalter
  • WO I Begraafplaatsen in België - Aarschot
  • WO I Begraafplaatsen in België - Adinkerke
  • WO I Begraafplaatsen in België - Adinkerke (2)
  • WO I Begraafplaatsen in België - Adinkerke (3)
  • WO I Begraafplaatsen in België - Boncelles
  • WO I Begraafplaatsen in België - Brugge 1
  • WO I Begraafplaatsen in België - Brugge 2
  • WO I Begraafplaatsen in België - Champion
  • WO I Begraafplaatsen in België - Chaudfontaine
  • WO I Begraafplaatsen in België - De Panne
  • WO I Begraafplaatsen in België - De Panne (2)
  • WO I Begraafplaatsen in België - De Panne (3)
  • WO I Begraafplaatsen in België - De Panne (4)
  • WO I Begraafplaatsen in België - De Panne (5)
  • WO I Begraafplaatsen in België - Elsene (Brussel)
  • WO I Begraafplaatsen in België - Eppegem
  • WO I Begraafplaatsen in België - Antwerpen
  • WO I Begraafplaatsen in België - Antwerpen (2)
  • WO I Begraafplaatsen in België - Dendermonde
  • WO I Begraafplaatsen in België - Evere (Brussel)
  • WO I Begraafplaatsen in België - Gent
  • WO I Begraafplaatsen in België - Grimde
  • WO I Begraafplaatsen in België - Halen
  • WO I Begraafplaatsen in België - Oeren
  • WO I Begraafplaatsen in België - Ougrée
  • WO I Begraafplaatsen in België - Ramskapelle
  • WO I Begraafplaatsen in België - Schiplaken Hever
  • WO I Begraafplaatsen in België - Sint-Margriete-Houtem
  • WO I Begraafplaatsen in België - Veltem-Beisem
  • WO I Begraafplaatsen in België - Veltem-Beisem (2)
  • BS Beerzel - Gezinnen 1800-1920 (1)
  • BS Beerzel - Gezinnen 1800-1920 (2)
  • BS Beerzel - Gezinnen 1800-1920 (3)
  • BS Beerzel - Gezinnen 1800-1920 (4)
  • BS Beerzel - Gezinnen 1800-1920 (5)
  • BS Beerzel - Gezinnen 1800-1920 (6)
  • BS Beerzel - Gezinnen 1800-1920 (7)
  • BS Beerzel - Gezinnen 1800-1920 (8)
  • BS Beerzel - Gezinnen 1800-1920 (9)
  • BS Beerzel - Gezinnen 1800-1920 (10)
  • Ons Oorlogsdagboek 1914-1919 (12)
  • Kerkrekening 1682-
  • BS Heist - Geboorteakten 1864
  • BS Heist - Geboorteakten 1865
  • BS Heist - Geboorteakten 1866
  • BS Heist - Geboorteakten 1867
  • BS Schriek - Huwelijksakten 1891-1900
  • BS Schriek Huwelijksakten 1901-1909
  • BS Schriek Huwelijksakten 1910-1918
  • BS Schriek Huwelijksakten 1919-1923
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (1)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (2)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (3)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (4)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (5)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (6)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (7)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (8)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (9)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (10)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (11)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (12)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (13)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (14)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (15)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (16)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (17)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (18)
  • BS Schriek Overlijdensakten 1891-1895
  • BS Schriek Overlijdensakten 1896-1900
  • BS Schriek Overlijdensakten 1901-1906
  • BS Schriek Overlijdensakten 1907-1911
  • BS Schriek Overlijdensakten 1912-1915
  • BS Schriek Overlijdensakten 1916-1918
  • BS Schriek Overlijdensakten 1919-1923
  • BS Heist - Overlijdensakten 1857-1858
  • BS Heist - Overlijdensakten 1859-1860
  • BS Heist - Overlijdensakten 1861-1862
  • BS Heist - Overlijdensakten 1863-1864
  • WO I De Stem uit België (1)
  • WO I De Stem uit België (2)
  • WO I De Stem uit België (3)
  • WO I De Stem uit België (4)
  • WO I De Stem uit België (5-6)
  • WO I De Stem uit België (6)
  • WO I De Stem uit België (7)
  • WO I De Stem uit België (7-8)
  • WO I De Stem uit België (8-9)
  • WO I De Stem uit België (9)
  • WO I De Stem uit België (10)
  • WO I De Stem uit België (11)
  • WO I De Stem uit België (11-12)
  • WO I De Stem uit België (12-13)
  • WO I De Stem uit België (13-14-15)
  • Ooit gelezen ...
  • Ooit gelezen ... (1) Kinderkarnaval
  • Ooit gelezen ... (2) Houten huis.
  • Ooit gelezen ... (3) Aflaat Franciscus
  • Ooit gelezen ... (4) De uyle krijst.
  • Ooit gelezen ... (5) Een vliegende bom voor Grootlo.
  • Ooit gelezen ... (6) Uitslag der loting 1908
  • Ooit gelezen ... (7) De Vluchtelingen.
  • Ooit gelezen ... (8) En waar de ster bleef stille staan
  • Ooit gelezen ... (9) Warme luchtballon in den hof van de pastorij.
  • Ooit gelezen ... (10) Het kasteel van Schriek.
  • Documenten
  • Huiseigenaars 1858
  • Akte - 1 Van der Stegen
  • Akte - 2 Van der Nath
  • Akte 3- de Brouckhoven
  • Akte 4-de Brouckhoven
  • Akte 5 -de Brouckhoven
  • Akte 6 -de Brouckhoven
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (1)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (2)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (3)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (4)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (5)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (6)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (7)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (8)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (9)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (10)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (11)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (12)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (13)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (14)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (15)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (16)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (17)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (18)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (19)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (20)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (21)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (22)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (23)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (24)
  • BS Heist Gezinnen 1797-1850 (14)
  • BS Heist Gezinnen 1797-1850 (15)
  • BS Heist Gezinnen 1797-1850 (16)
  • BS Heist Gezinnen 1797-1850 (17)
  • Overlijdens (alf) 1556-1971
  • Overlijdens (alf) 1556-1971 (2)
  • Overlijdens (alf) 1556-1971 (3)
  • Overlijdens (alf) 1556-1971 (4)
  • Overlijdens (alf) 1556-1971 (5)
  • Overlijdens (alf) 1556-1971 (6)
  • Overlijdens (alf) 1556-1971 (7)
  • Overlijdens (alf) 1604-1929 (6)
  • Overlijdens (alf) 1604-1929 (7)
  • Overlijdens (alf) 1604-1929 (8)
  • Overlijdens (alf) 1604-1929 (9)
  • Overlijdens (alf) 1604-1929 (10)
  • Overlijdens (alf) 1604-1929 (11)
  • Overlijdens (alf) 1604-1929 (12)
  • Overlijdens (alf) 1604-1929 (13)
  • Overlijdens (alf) 1604-1929 (14)
  • Overlijdens (alf) 1604-1929 (15)
  • Overlijdens (alf) 1604-1929 (16)
  • Gezinnen 1604-1923 (A-B)
    17-08-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Pastoorsverslagen WO I Tremelo (3)

    BV2

    Archief van het Bisdom. Oorlogsverslagen WO I

    Tremelo, Parochie van OLVrouw van Bijstand

    Transcriptie René Lambrechts

    Parochie van Tremelo (O.L.Vrouw van Bijstand) – Gemeente Tremelo - deel 3

    Bl. 20a

    Belangrijkheid der schade.
    Opgave der schade van kerk, bewaarschool en Congregatie.


      Vroeger hebben we reeds aangestipt dat op het grondgebied van Tremeloo 215 woningen afgebrand werden. Daarenboven het Gemeentehuis en vier schoollokalen, alsook de bijgebouwen der pastorij. Al de schade op het grondgebied der Gemeente veroorzaakt door brandstichtingen en plunderingen van allen aard werd in het begin van 1915 geschat op 1.702.351 franken.

      De schade inzonderheid aan de gebouwen der Gemeente toegebracht werd op zelfden datum geschat als volgt :
    Vier schoollokalen : voor de gebouwen 22999,54 fr.
    Voor de meubelen 1169,71 fr.
    Gemeentehuis : het gebouw 9178,51 fr.
      Meubels en archieven 12400,00 fr.
    Woning van den onderwijzer 14478,31 fr.
    Woning van de onderwijzeres 9242,07 fr.
    Gendarmerie 21603,51 fr.
      Samen 91.071,65 fr.

      Ik heb goedgevonden de schade aan kerk, pastorij, vrije bewaarschool en congregatie breedvoerig op te geven.
    Kerk.

    Voor het herstellen van het dak der kerk, het voorlopig herstellen der ramen en het herstellen van kerkdeur en sacristijdeur heeft de gemeente uitgegeven 379,60
    Het herstellen van den toren is geschat op 1951,58
    In de kerk : schade aan geschilderde ramen, kruisweg, schildering, offerblokken en stoelen 322,00
    Op de koor : gestolen een zilveren kruis en kast met 73 diamanten dat de remonstrans versierde 350,00
    Schade aan tabernakel-brandkast, remonstrans, gestoelte en beeld van den H. Dionysius 305,00
    In de vunt : 2 zilveren potjes met H.Olie en Chrisma 25,00 Schade aan de muren 17,50
    In de sacristij : Gestolen : 7 alben; een rijk geborduurde kant van eene albe afgescheurd; 13 altaardweilen; eene zwarte koorkap; 8 biechtroketten; eene koperen bel; 4 paar gouden oorbellen; 2 zilveren vaatjes voor de H Olie; 2 gouden harten; 2 gouden kettingen; een gouden ring; eene gouden broche; 2 tinnen schotels, alles geschat op 1035,50

    Bl. 20b

      Verbrijzeld of erg beschadigd : eene brandkast; schade aan gewaden; eene ciborie zilver verguld; een eremonstrans koper verguld; 4 zilveren kronen voor beelden; zilveren toren H;Barbara en zilveren scepter O.L.Vrouw; een kelk in gedreven zilver van het jaar 1552, alles geschat op 1145.-

    In de 2de sacristij : Gestolen : 85 pond was; 40 pakken bougies; 2 paar kandelabers van 3 bougies; een mantel O.L.Vr.; een bamboustok van 12 meters; zilveren ampullen met schotel in gedreven zilver van het jaar 1777 708-
    Eene ijzeren kast verbrijzeld 60-

    Op de pastorij : verdwenen : 205 flesschen miswijn 307,50
    Processiegerief bestaande uit mantels, kleederen en zinnebeelden; eene kist inhoudende de documenten der kerk 478-
    Samen 7084,68 fr.

    Pastorij

      Voor het heropbouwen van de bijgebouwen der pastorij heeft de Gemeente uitgegeven 3022,80
    Schade aan vensterraam, trapleuning, pomp; wegnemen van koper 175-
    Samen 3197,80 fr.

    Vrije bewaarschool.

      Schade veroorzaakt door het verbranden der meubelen : staande bord; pupiter der onderwijzeres; 15 schoolbanken; Froebelgerief; Geschiedenisplaten; houten trede; kleerkast; kachel 463 fr.

    Congregatie.

      Schade veroorzaakt door het verbranden der volgende meubelen : altaar; 3 groote beelden; 2 kleine beelden; 4 koperen kandelaren; kruisbeeld; 4 kleine kandelaren; een kandelaber; 6 bloemvazen; 2 voetstukken; een geschilderde kruisweg; een stool; een roket, alles samen : 1135 fr.

      Alle schade werd hier berekend aan de prijzen van 1914.

    Bl. 21a

    Hoofdstuk VII

    De dagen die op den inval volgden.


      De gemeente heeft geene buitengewoone belastingen te betalen gehad of ook geene gijzelaars moeten leveren, doch het gemeentebestuur werd aanhoudend lastig gevallen door alle soorten verordeningen en opeischingen. Gevraagde mededeelingen die niet zelden moeilijke opzoekingen voor gevolg hadden en lang werk veroorzaakten, moesten op gestelde datums en dit gewoonlijk op twee drie dagen ter hunner beschikking zijn zooniet zou de gemeente erge boeten oploopen. Met een woord : wat ze van de gemeente vroegen dat vroegen ze onder bedreiging alhoewel die bedreigingen later niet uitgevoerd werden.

      De personen die hun pasport verloren moesten vijf mark betalen om een nieuw te bekomen en de secretaris was gehouden dit geld in Leuven te bezorgen op het Pasburo. Zoo had hij eens de som van vijf mark ontvangen voor een nieuw pasport, en het geld met den post naar Leuven gezonden na afhouding van de onkosten, hetzij 8 centiemen. Hij werd naar Leuven geroepen enkel en alleen om die 8 centiemen bij te betalen.

      De heer Burgemeester had aan Alfons De Cock de toelating afgeleverd om eene koei te verkoopen : hij werd naar Leuven geroepen enkel om te bevestigen dat het afgeleverd schrift van hem kwam. Dan werd uit Leuven aan Alfons De Cock de toelating gezonden … om een verken te slachten. De heer secretaris antwoordde dat er geen aanvraag was om verken te slachten maar wel om eene koei te verkoopen. Het gevolg was dat secretaris samen met Alfons De Cock naar Leuven geroepen werd.

      Dergelijke feiten hebben zich nog meer voorgedaan : om de onbeduidenste zaken werd de gemeenteoverheid naar Leuven of naar Aerschot geroepen.

      In de maand Maart 1915 kreeg ik op zekeren dag het bezoek van Dr. Kreuter, zivilkommissar te Leuven, die zich beleefd en voorkomend voordeed. Hij kwam mij verschillige inlichtingen vragen betreffende den toestand in de gemeente, de werkeloosheid, den veestapel enz. Ik heb hem alsdan ook eenige inlichtingen bezorgd die den waren toestand afschilderden en weinig vleiend waren voor zijne landgenooten : immers de toestand van Tremeloo was alsdan alles behalve rooskleurig. Hij toonde zich eventwel voldaan.

      In de maand september 1915 ontving ik van hem het volgende schrijven :

    Bl. 21b

      Mijnheer de Pastoor,

     “Ik heb het gemeentebestuur uwer gemeente gelast mij een uitgebreid verslag op te maken over hetgeen voor den winter in de gemeente nog beschikbaar is.”

     “Ik stuur u een afschrift van mijn schrijven aan ’t Gemeentebestuur en verzoek U deze in het opmaken en in het voorstellen een hand te willen aansteken.”

     “Het ware mij van groot belang ook uwe persoonlijke ervaringen en voorstellen te leeren kennen en zou u dankbaar zijn voor die mededeeling.”

      Aan dit schrijven heb ik geen gevolg gegeven en later heb ik ook geen schrijven in dien aard meer ontvangen.

      In de maand september 1916 werd ik als voorzitter van het plaatselijk Komiteit geroepen bij den heer Kommandant te Aerschot. Ik had aan een persoon die ik wel vermoedde geen onderstand noodig te hebben, den onderstand ontzegd ter gelegenheid van eenen nachtelijken diefstal door zijnen zoon gepleegd. Deze had daarover bij den kommandant eene klacht ingediend.

     “Waarom”, vroeg mij de kommandant heel plechtig, “waarom hebt gij onderstand geweigerd aan Norbert De Boeck?”

     “Omdat”, gaf ik voor antwoord, “omdat ik van gevoelen ben dat hij geen nood heeft.”

     “Maar”, vroeg hij verder, “hoe komt het dat gij die onderstand ontzegd hebt juist ter gelegenheid van dien diefstal?”

      Ik wist zeer goed waar hij henen wilde : hij hadde mij geerne eene boet of eene straf opgelegd om mij het ambt van rechter te hebben toegeëigend met te straffen voor diefstal, maar hij had zonder den waard gerekend en ik wist hem aanstonds te zeggen hoe ik ter gelegenheid van dien diefstal sommige middelen van bestaan van onzen aanklager was te weten gekomen. Ten slotte vroeg ik : “Denkt gij Mr de Kommandant, dat die persoon onderstand noodig heeft?” “Neen”, zegde hij. Het verhoor was afgeloopen.

      Als pastoor en in zaken die het bestier der parochie aangaan ben ik met de Duitsche overheid niet in aanraking geweest. Dit heb ik kunnen waarnemen dat, gedurende de eerste maanden der bezetting, vele Duitsche soldaten zich bijzonder voorkomend toonden ten opzichte van de geestelijken en deze geeren aanspraken. Doch, daar de geestelijken ten hunnen opzichte koel en onverschillig bleven, werden zij hoe langer hoe minder door de Duitschers gezocht en aangesproken.

    Bl. 22a

      In het begin van 1915 kwamen op zekeren dag eenige Duitschers in het dorp aan, zoo ik meen om een onderzoek in te stellen aangaande de brandstichtingen der Belgen. Aan vrouw Verstraeten Felix vroegen ze : “waarom hebben de Belgen die huizen afgebrand?” “Wat”, zei de vrouw, “de Belgen? de Duitschers hebben dat gedaan.” “Hebt gij dat gezien?” vroegen ze nog. “Dat heb ik gezien”, was het antwoord, “en dat hebben hier honderden menschen gezien.” Zij achten het niet noodig meer getuigen te ondervragen.

      Ik bevond mij juist aan den ingang der kerk toen ze van het huis Verstraeten kwamen. Zij kwamen op mij toe en vroegen om de kerk te zien? Ik bracht hen in de kerk en trok bijzonder hunne aandacht op de verbrijzelde brandkasten. “Dat hebben Duitsche soldaten gedaan”, zegde ik, “en meer nog, de gewijde vaten hebben zij willen doen smelten.” Nu toch hadden ze gehoord wie het gedaan had : als ze ’t nu ook maar geloofden!

    Hoofdstuk VIII
    Latere gewelddaden.


      In ’t begin van 1916 had de hoogere Duitsche overheid bepaald dat er geene opeischingen van aardappelen mochten gedaan worden voor de bezettingstroepen, doch het bleef de soldaten vrij aardappelen te koopen bij landbouwers die vrijwillig in den verkoop wilden toestemmen. Van die bepaling maakten de duitsche soldaten gebruik om de landbouwers tot verkoop te dwingen. Zij gingen de huizen der landbouwers af en overal, na een onderzoek gedaan te hebben, spraken zij in dezen zin : “gij hebt nog … zakken aardappelen, daarvan moet gij er ons … afstaan zooniet komen wij alles halen. Natuurlijk dat de landbouwer in dien verkoop toestemde uit vrees : dat heette dan een vrijwillige verkoop. Deze opeischers door de legeroversten van Aerschot afgezonden hielden geen rekening van hetgeen de landbouwers voor eigen gebruik nog mochten noodig hebben. Elke compagnie zond haren opeischer en niet zelden kwam een tweede opeischingen doen in hetzelfde huis waar de eerste reeds het uiterste gevergd had.

      In het openbaar en in het bijzonder had ik mijne parochianen verwittigd dat zij niet verplicht waren aan de Duitschers te verkoopen, doch de vrees was zoo groot dat zij niet anders durfden.

    Bl. 22b

      Ik hield er mij niet bij de menschen te verwittigen, ik protesteerde tegen de Duitschers zelf en deed de gemeenteraad ook protest aanteekenen. De officieele opkoopers door de Duitsche overheid zelf aangesteld kwamen ons protest bekrachtigen. Meer nog de Duitsche soldaten regelmatig gezonden om den voorraad te kontroleeren waren eveneens van ons gedacht.

      Door den heer burgemeester gelast met den aankoop van aardappelen in naam van de gemeente, was ik er met veel moeite in gelukt 90 zakken aardappelen aan te koopen voor de bevoorrading der arme menschen. Om daartoe te komen heb ik met behulp der officieele opkoopers en der regelmatige Duitsche onderzoekers, aardappelen aangeslagen die onder bedreiging aan troepen van Aerschot toegezegd waren.

      De gemeenteraad had te Aerschot reeds trotest ingediend. Dit hielp niet, wel integendeel, de aldaar liggende troepen kwamen meer dan ooit aardappelen opeischen.

      Dan werd er geschreven naar den Gouverneur en op dit bijzonder werd gedrukt : dat de soldaten de landbouwers dwongen aardappelen te verkoopen zonder rekening te houden van hunne eigene behoeften; dat zulks gebeurde in overtreding van zijn besluit dat aan de troepen verbood aardappelen op te eischen en hun alleen toeliet te koopen bij degenen die vrijwillig verkoopen wilden; dat de voorraad aardappelen te gering geworden was om zulke onregelmatige opeischingen te doen.

      Het generaal gouvernement, na de plichtigen alleen aanhoord te hebben, zond een antwoord dat de bijzonderste zaak ter zijde liet en alzo te kennen gaf dat zijn besluit alleen genomen was om de eenvoudige Belgen te paaien en geenszins om misbruiken in de opeischingen te voorkomen. Ziehier dien brief :

      Brüssel den 22 april 1916

      Infolge der unteren 9.10. und 11 März 1916 eingereichten Beschwerden über die Fortnahme von Kartoffeln durch deutsche Soldaten sind Ermittelungen angestellt. Diese haben nicht nur ergeben, dass die vorgebrachten Beschwerden unbegründet sind, sondern dass sie auch unwahre Behauptungen enthalten.

      In Tremeloo sind von den Truppen nur 3300 kg Kartoffeln fuer den eigenen Gebrauch entnommen, während weitere 17 400 kg. von der Verladern der Zivilverwaltung für die Bevölkerung Brüssels angekauft sind. Die Beschaffung der Kartoffeln duch die Truppen ist nur erfolgt weil festgestellt war, dass die Gemeinde einen Ueberschuss an Kartoffeln über den eigenen Bedarf besats. Daer tatächlich ein Ueberschuss vorhanden war, wird schon dadurch bewiesen, dass bisher bei 5 Bauern 1600 kg. Kartoffeln gefunden wierden, die von den Besitzern bei der Bestandsaufnahme nicht angemeldet werden sind.


    Bl. 23a

    Von den für die Notleidenden der Gemeinde vom Pfarrer zurückgestellten 9000 kg. Kartoffeln ist überhaupt nichts entnommen worden.

      Es ist ungehörig weren Sie als Gemeindevertreter Beschwerden ohne sorgfältige Untersuchung der Angelegenheit hier vorbringen. Das General Gouvernement betrachtet die Sache hiermit als erledigt.


    Deze brief is eene aaneenschakeling van kwade trouw :

      1e De Gemeente verzette zich niet tegen eene regelmatige opeisching van het beschikbare, maar wel tegen de onregelmatige en onwettige opeisching der troepen. Daarbij de troepen eischten niet zelden een zak aardappelen waar er maar twee voorhanden waren. Sprak men hen van aardappelen voor arme menschen, dan luidde het antwoord : “Mit die arme Leute haben wir nichts zu machen.”

      2e Het aangegeven getal van 3300 kg. is ver beneden de waarheid.

      3e De aanschaffing van 17400 kg. werd door de gemeente zelf bewerkt doch op rechtvaardige wijze na grondigonderzoek. De troepen wilden dit onderzoek niet afwachten : zij deden hunne opeischingen betr genoemd aftruggelarijen zonder rekening te houden van de behoeften der boeren, der burgerlijke bevolking en der armen. Het is derhalve volkomen valsch dat de troepen zich enkel zouden bevoorraad hebben na bestatiging van een overschot.

      4e Dat bij 5 boeren 1600 kg. verdoken werden bewijst niet dat de opeischingen bij anderen rechtveerdig waren.

      Bij de verkoopdagen voor het leveren der granen werden de landbouwers onmenschelijk behandeld. Sommige werden voor eenige uren in eenen hoek geplaatst omdat zij de hoeveelheid graan niet konden leveren die men van hen eischte. Er zijn ook eenige personen geweest die alsdan slagen gekregen, onder andere Felix Van der Elst die bijna doof is, en dus alles niet verstond wat gezegd werd.

      Den 30 september 1916, rond den avond, waren er op het gehucht Langerechte eenige jongelingen die zich vermaakten ter gelegenheid van het aanstaande huwelijk van eenen hunner makkers. Om de aloude vreugdeschoten te vervangen deden zij carburebussen ontploffen. Deutsche gendarmen waren op dat gerucht afgekomen. Hebben ze “halte” geroepen en zijn de feestvierders loopen gegaan? dat kan ik niet verzekeren. Althans er werd geschoten en Antoon Wouters een jongeling van 19 jaren werd gedood.

    Inbeslagneming van koper.

      Den 23 juli 1918 kwamen drie Deutsche soldaten zonder aanbellen de pastorij binnen. Zij verklaarden te komen voor het koper dat ik niet geleverd had niettegenstaande eene herhaalde verwittiging. Ik vroeg hunne bewijsstukken. Zij toonden mij eene machtiging om koper in beslag te nemen en geldig van 1 mei tot 31 juli 1918. Daarop gingen zij onmiddellijk aan ’t werk en wel op zulke wijze dat het afrukken der venstertoppen het breken der ruiten voor noodzakelijk gevolg zou hebben. Ik zegde dat ze gemachtigd waren koper af te halen maar dat ze niet gemachtigd waren ruiten te breken; dat ze om koperen toppen los te maken moesten voorzien zijn van eene vijl. Daarop hielden zij op en gingen bij eenen naburigen smid eene vijl halen;

      Zij hebben medegenomen : 40 koperen venstertoppen, 5 klinken en eene koperen plaat.

    Bl. 23b

    Hoofdstuk IX

      De Bezettingsjaren

    A. De Kerk.


      De schade toegebracht aan het dak der Kerk werd hersteld in het begin van 1915. De gemeente heeft die onkosten op haar genomen.

      Aan de beschadigde ramen der Kerk werd eene tijdelijke herstelling gedaan nogmaals betaald door de gemeente. De verbrijzelde gedeelten der geschilderde ramen werden dicht gemaakt met gewoon glas. De raam der vunt die vroeger ook van gewoon glas voorzien was, werd voor goed hersteld.

      Twee brandkasten door de Duitschers verbrijzeld, eene in de sacristij, de andere in de kerk waar ze voor den oorlog diende om het H. Sacrament te bewaren, werden insgelijks hersteld. Daarvoor werd door het Nationaal Komiteit eene toelage geschonken van 300 fr.

      De gewijde vaten door de Duitschers deels gesmolten, deels verbrijzeld bleven tot heden in den staat in denwelken zij teruggevonden werden. Hierbij eene lichtpunt van die gewijde vaten.

      Tot naderhand werd ons eene kleine remonstrans in leen gegeven door den eerw. Heer pastoor van Grasheide.

      Tijdens mijn verblijf in Duitschland werd mij eenen nieuwen kelk geschonken door de weledele gravin von Westerholt-de Robiana te Lüdringhausen in Westfalen.

      In 1915 ontving ik eene zekere hoeveelheid linnen van het bisdom.

      In maart 1919 werd mij eenen nieuwen zwarten kazuivel met de nodige kelkdoeken geschonken door Madame Bivorz te Brussel.

    B. De goddelijke diensten.

      Daar de heeren pastoor en onderpastoor gevankelijk naar Deutschland vervoerd werden, bleef de parochie zonder priester van 28 augustus tot 1 november. Op dien laatsten datum werden de goddelijke diensten heringericht door den eerw. pater Renatus van de congregatie der H.H. Harten. Deze heeft den parochialen dienst waargenomen tot aan de terugkomst van pastoor en onderpastoor den 21 December 1914.

      De Deutsche aalmoezeniersdienst heeft van de Kerk geen gebruik gemaakt.

    C. De eeredienst.

      Tijdens de bezettingsjaren werd de eeredienst zoo binnen als buiten de kerk uitgeoefend zoals vroeger uitgenomen de kermisprocessie die vervangen werd door eene boetprocessie gelijk op de kruisdagen.

    Bl. 24a

    In 1918 werd ook de processie van Hoogweerdig achter gelaten omdat de Heeren pastoors op de dekenij in kapittel vergaderd dien maatregel genomen hadden.

      De jaarlijksche bedevaart naar Scherpenheuvel werd nagelaten om alle moeilijkheden met de Duitsche overheid te vermijden. De parochianen deden afzonderlijke bedevaarten naar Scherpenheuvel.

      De bisschoppelijke brieven werden gelezen, sermonen gepredikt, openbare berechtingen gedaan, kruisdagen gehouden weer zoo als vroeger. De eerste bisschoppelijke brief werd door twee Duitschers afgehaald.

    D. Het bijwonen der diensten en het naderen tot de sacramenten gedurende de bezettingsjaren

      De twee eerste jaren in 1915 en 1916 werden de goddelijke diensten bijgewoond zooals vroeger, en het getal communiën was merkelijk vermeerderd. In 1917 en nog meer in 1918 werden de goddelijke diensten slecht bijgewoond en het getal communiën is ook verminderd (zie vergelijkende tabel in hoofdstuk IV).

    Waaraan moet deze verval die zich in al de omliggende parochiën voordoet, toegeschreven worden?

    Eerst voor wat het bijwonen der goddelijke diensten betreft.

    1° Voor den oorlog had men op alle parochiën een soort van menschen die zondags de mis bijwoonden meer uit gewoonte dan uit overtuiging, en die dan reeds gemakkelijk eene reden vonden om nu en dan de mis te verzuimen. Deze menschen hebben zich tijdens de bezetting allerhande redenen gesmeed om de mis geheel en al achter te laten.

      Sommige hebben de goddelijke Voorzienigheid voor hunne vierschaar gedaagd en hare werken niet volgens hunne goesting bevonden. Velen hebben zich vergrepen aan andermans goed dat zij kost wat kost willen behouden. Dit nu is een algemeen verschijnsel : wanneer het geweten bezwaard is met onrechtveerdigheden dan ontstaat er tevens zekeren afkeer voor al wat de godsdienst raakt. Er zijn ook wel huichelaars, doch in het algemeen duurt die huichelarij niet langer dan het profijt dat men daaruit trekt of voorziet.

      Een persoon had op de pastorij allerhande zaken gestolen; daarvan had ik ontegensprekelijke bewijzen en getuigen. Ik wilde die persoon niet overleveren aan het gerecht, doch wel hem overhalen zijn geweten in regel te stellen, en ik riep hem op de pastorij. Hij deed volgens ik meen gedeeltelijk restitutie, doch sedert dien dag was niemand meer van zijn huishouden in de kerk te zien.

    Bl. 25b

    De eerste maanden van den oorlog en ook voor den oorlog naderde die persoon alle maanden tot de H.H.Sacramenten.

      Hier gelijk elders worden menschen gevonden die zeggen dat zij hunne christelijke plichten verzuimen omdat het Komiteit, waarvan Mr. Pastoor deel maakt, hun het eene niet gegeven of het andere geweigerd heeft. Hoeft het gezegd dat degenen die zoo spreken eveneens tot de onverschillige of ongodsdienstigen behooren! Het plaatselijk Komiteit moest natuurlijk een reglement volgen van hoogerhand voorgeschreven. Ik ken wel brave menschen die in hunnen eenvoud zulks betwijfelen; doch, deze hebben daarom aan hunne godsdienstige plichten niet verzaakt. De algemeenheid dergenen die beweren om die reden de mis te verzuimen zijn, ofwel menschen die vroeger ook zelden naar de kerk gingen; ofwel menschen die zich leelijk vergrepen hebben aan andermans goed. Hier vinden wij de toepassing van dezen regel die op ondervinding berust : de mensch die in fout is zoekt naar verontschuldiging en niet zelden meent hij zich doelmatig te verontschuldigingen met andere menschen als de eerste oorzaak zijner fout aan te wijzen.

      Eventwel is het spijtig dat de geestelijken zich met komiteitzaken hebben moeten moeien. Alle komiteiten, vooral op den buiten, hebben twee groote vijanden ontmoet : de hebzucht en de jaloersheid. De hebzucht heeft dit eigen dat zij eigenvoordeel alleen rechtveerdig vindt. De hebzuchtige mensch is met zichzelven alleen bekommerd, en hij wil dat het Komiteit zoo niet met hem alleen dan toch met hem op de eerste plaats zou bekommerd zijn.

      Bij de hebzucht voegt zich onvermijdelijk de jaloerschheid. De hebzuchtige mensch oordeelt dat anderen altijd beter bedeeld zijn dan hij, en hij denkt nooit dat anderen kunnen meer nood hebben dan hij. Nooit heb ik mij kunnen inbeelden dat menschen zoo hebzuchtig en zoo jaloersch konden zijn als ik ze hier bevonden heb. Geen dag ging er voorbij of er werden reclamatiën ingebracht die voor oorsprong hadden de hebzucht en voor drijfveer de jaloerschheid.

      Ik ben van gevoelen dat het Nationaal Komiteit ons volk tot in den grond bedorven heeft, met hoogergenoemde ondeugden op buitengewoone wijze te ontwikkelen. Menschen die vroeger gelukkig en dankbaar waren wanneer zij op de pastorij eene telloor soep mochten halen voor eenen zieke, zullen thans eene ruime aalmoes aanvaarden zonder dat in hun hart het geringste gevoel van dankbaarheid ontstaat. Zij denken : hij moet mij dat geven en wie weet geeft hij mij wel al wat hij moet.

    Bl. 27

    Opdat de onderstand eenig goed te weeg brenge en dankbaarheid verwekke; zijn vooral twee vereischten onontbeerlijk. 1° de onderstand moet bescheiden zijn; 2° het moet dengene die ontvangt klaar zijn dat de gever hem niets verschuldigd is. In plaats van rechtstreekschen onderstand te verleenen had het Nationaal komiteit de gemeenten moeten helpen om werken van openbaar nut te doen uitvoeren en alzoo aan de noodlijdenden en werkloozen de gelegenheid te geven een daggeld te verdienen. Nu heeft men den werkman leeren rentenieren en stelen. Leegloopers zijn, of worden dieven.

      Er zijn ook onverschilligen aan dewelke de brief van zijne Eminentie over Rechtvaardigheid en Liefde eene reden verschaft heeft om hun gedrag te wettigen. Vele waarheden in dien brief vervat had ik reeds meer dan eens op den predikstoel voorgehouden, en daarom, wanneer ik dien brief voorlas was dit bij sommige menschen, van mijnentwege enkel een middel om mijne eigene gezegden op den rug van zijne Eminentie te schuiven. Vandaar misnoegdheid niet tegen zijne Eminentie maar tegen den pastoor. Het verschijnsel waarvan wij hier getuige zijn komt voort uit den geest die thans overal onder het volk heerscht : de geest van opstand tegen de overheid. De overheid is de vijand en wel die overheid die men genaken kan. Zijne Eminentie is buiten het bereik van eenvoudige en kortzichtige buitenlieden, voor hen is er niet dan de pastoor. Dit was hier bij sommigen ook het geval toen paus Pius X de communie der kinderen voorschreef.

      De priester is hoofdzakelijk aangesteld om de menschen hunne plichten voor te houden. Welnu er zijn hier vele menschen gelijk ook elders die niet anders voor oogen hebben dan hunne rechten, en die niet eens inzien dat er geene rechten zijn zonder plichten.

      Al het voorgaande in ’t kort samengevat : vele onverschilligen hebben thans hunne godsdienstige plichten geheel en al verzuimd omdat zij, in den schijn tenminste, redenen gevonden hebben om bij hunne omgeving hun gedrag te wettigen. Daarenboven de leugens en verzinsels der boozen brengen sommige brave menschen in twijfel.

    2° Eene tweede en gansch bijzondere reden van het verzuimen der goddelijke diensten is de smokkelhandel. In de jaren 1917 en 1918 was er bijna geen huishouden in de parochie dat zich niet min of meer op de smokkelhandel toelegde, en zoo kwam het dat alle zondagen honderden menschen met smokkelwaar naar Brussel gingen en de mis verzuimden. Thans is de smokkelhandel afgeloopen en met genoegen kan ik bestatigen dat de goddelijke diensten ook beter worden bijgewoond.

    Bl. 28

      Wat denken van die menschen die zondags de mis verzuimden om zich op den smokkelhandel toe te leggen?

      Sommige menschen die in de week hunne handen vol hadden met hun werk, maakten vooral van den zondag gebruik om met smokkelhandel iets bij te verdienen. Onder dezen waren er die wel niet ongodsdienstig waren, doch rechtzinnig meenden dat de gelegenheid om wat geld te verdienen eene voldoende reden was om de mis te verzuimen, gelijk de noodzakelijkheid eene reden is om zondags te werken. Zij hadden wel in Brussel kunnen naar de mis gaan; doch … dat komt er niet van.

      Er is eene andere soort van menschen die naar de mis gaan als het goed aankomt, om den tijd door te brengen; maar, is het te koud of te warm, te droog of te nat, dan gaan ze niet. Natuurlijk dat voor dezen ook het minste tijdelijk voordeel eene voldoende reden is om de mis te verzuimen.

    3° Eene derde reden waarom door sommige de zondagsmis verzuimd werd, was het gebrek aan kleederen. Deze reden geldde bijzonder voor de kinderen die in 1917 en 1918 de mis verzuimden.

    4° Het bijwonen der mis in de week door de kinderen is ook merkelijk verminderd niettegenstaande de gedurige aanwakkeringen der geestelijken en der zusters. Daarvan kunnen wederom verschillige oorzaken aangehaald worden :

    a) De onregelmatigheid in het openen der scholen. In 1917 en 1918 zijn de scholen meermaals gesloten geweest, nu eens door de overheid, dan uit hoofde van eene heerschende ziekte, dan bij gebrek aan brandstoffen enz.

    b) Het gebrek aan kleederen. Bij sommigen het gemis van de noodige kleederen, bij anderen de zorg om zoo weinig mogelijk kleederen en schoeisels te verslijten.

    c) De onverschilligheid der ouders. Hoe is ’t mogelijk dat de kinderen aan mis en communie denken, wanneer hun t’huis niet gesproken wordt dan van geld winnen met smokkelen of van andere tijdelijke zaken.

      Hier wil ik de aandacht trekken op eene gemoedsgesteltenis die men hoe langer hoe meer onder het volk waarneemt. De menschen willen betaald zijn voor al wat ze doen, zelfs voor hetgeen ze doen voor onzen Lieven Heer. Zoo de pastoor wil dat mijne kinderen naar de mis komen of te communie dan moet hij hun maar kleederen geven. Kortom voor elke geestelijke oefening die men van de menschen vraagt zou men hun een tijdelijk voordeel in de plaats moeten bezorgen. Er is hier eene arme vrouw die gewoon is te zeggen : “in de kerk geeft men niets weg!” en daarom gaat ze naar de kerk niet, tenzij wanneer er een mis gedaan wordt met uitdeeling van brood van wege het armbestuur. Er zijn er niet veel die zoo spreken, doch er zijn er meer die zo denken.

    Bl. 29

    Het naderen tot de H.H.Sacramenten.

      In 1915 en 1916 vermeerdering van communiën vooral toe te schrijven aan veelvuldige communiën der kinderen.

      De twee eerste jaren van den oorlog werd er veel onderstand uitgedeeld, en het Komiteit in zijn oordeelvellen over den nood was zeer breed. Alhoewel het komiteit steeds onpartijdig was in het uitdeelen van onderstand, bleven vele menschen toch bij de gedachte dat het hun voordeelig zou zijn hunne kinderen in de week naar de kerk te zenden. Personen die vroeger hunne godsdienstplichten niet onderhielden en die in ’t begin van den oorlog al gestolen hadden wat hun onder de handen viel, kwamen in 1915 alle veertien dagen of alle maanden te biechten en te communie. Wanneer ze de overtuiging hadden opgedaan dat ze daar niets mee verdienden, bleven ze weg.

      Ongevraagd of onverzocht had het Komiteit voor zekere familie eenen bijzonderen onderstand van het werk der oorlogsweezen bekomen. Later ingevolge eene verandering van reglement werd die onderstand geschorst. Nauwelijks had ik aan die familie dit slecht nieuws aangekondigd of de kinderen hielden op in de week naar de kerk te komen en tot de H.Tafel te naderen.

      In 1916 werd in de school eene tas melk gegeven aan een honderdtal der zwakste kinderen. De kinderen die ’s morgens communiceerden mochten in de school hunnen boterham gaan opeten, en kregen alsdan hunne tas melk of wel eene tas koffie. Later toen de melk te duur werd en de opeisching der boter in voege kwam, werd zulks veranderd. Waarschijnlijk is in die verandering eene reden te vinden van het afnemen der dagelijksche communie onder de kinderen.

      In 1917 en 1918 werd de onderstand merkelijk verminderd en aan een groot getal huisgezinnen werd door de nieuwe reglementen den onderstand geheel en al ontzegd : iedere maal ontstond er ten opzichte van den Voorzitter van het Komiteit (eerw. Heer Pastoor) blijkbare misnoegdheid. Elke verandering van reglement voor de verdeeling der eetwaren maakte eveneens misnoegden. Om die reden heb ik in november 1917 mijn ontslag als voorzitter en als lid van het Komiteit aangeboden.

      Eindelijk eene reden om het verzuimen der mis en het minder naderen tot de HH. Sacramenten uit te leggen vinden wij aangehaald door onzen Heer Jezus-Christus zelf : non potestis Deo servire et …… De twee laatste jaren van den oorlog waren voor bijna al onze menschen jaren van grote verdiensten. De gedachten stonden alleen op geld winnen en niemand bekommerde zich om de wijze waarop het verdiend werd; zelfs voor de nauwgezetste menschen waren alle winsten, diefstal alleen uitgezonderd, ten volle rechtveerdig.

    Bl. 30

      Eens het geld gewonnen moest er bij velen een middel gevonden worden om er van te genieten. De kermissen werden heringericht en wel zoodanig dat de kermissen van vroeger maar eene schaduw waren van de kermissen in 1917 en 1918. Waar vroeger honderd franken verkwist werden, besteedde men er nu ten minste twee duizend. ’t Is dan ook niet te verwonderen dat men minder hield van kerk en godsdienst, te meer daar in de kerk woeker en danspartij veroordeeld werden.

      De ondervinding leert het : ’t is enkel in den nood dat de mensch begrijpt afhankelijk te zijn van een Opperwezen dat hij dan ook aanroept. Wanneer hem alles toelacht en vooral wanneer geld toestroomt, dan vergeet hij gemakkelijk zijnen God, omdat het geld in zijn hart de plaats van God inneemt : “non potestis Deo servire et ……”.

    Plechtige communie der kinderen.

     Hier heb ik niets anormaal aan te stippen voor wat de deelneming betreft. Op twee uitzonderingen na hebben al de kinderen tot de jaren gekomen aan de plechtige communie deelgenomen. Die twee uitzonderingen waren kinderen van doorslechte ouders : een heeft tot den laatsten dag de oefeningen gevolgd en is niet omgezien den dag van de plechtige communie; de andere is weggebleven na van den eerw. Heer pastoor een kostuum gekregen te hebben.

     Het bijwonen van den catechismus van voorbereiding min regelmatig geweest dan vroeger bijzonder bij de jongens; en de eerste oorzaak daarvan moet gezocht worden in het onregelmatig sluiten en openen der scholen.

     Een woord ook over de kleeding der kinderen. In 1915 werden aan een groot getal kinderen kleederen geschonken door het armbestuur en den Heer pastoor die tot dit einde stof ontvangen had van eenen vriend. Onder de meisjes die stof ontvingen om zich een kleed te laten vervaardigen waren er deze die deze stof niet schoon genoeg vonden en er andere kochten : klaar bewijs dat de ouders zich aan aftruggelarij hadden plichtig gemaakt.

     Toen de volgende jaren de kleederen door zijne Eminentie bezorgd, uitgedeeld werden, achtte ik het noodig er op te drukken dat die kleederen den dag der plechtige communie moesten gebezigd worden. Die bepaling had voor gevolg dat er minder aanvragers waren. Dit getal werd nog geringer wanneer er niet meer dan katoenen kleederen te verdeelen vielen. Daaruit besluit ik dat sommige menschen zonder gegronde redenen onderstand vragen.

    Buitengewone diensten.

     De wekelijksche dienst voor de gesneuvelde soldaten werd in den beginne goed bijgewoond. Dit duurde eventwel niet lang en op het einde van 1915 trof men in die mis geene andere personen aan dan degenen die gewoonlijk naar de mis komen.

    Bl. 31

      Jaarlijks den 19 augustus om 10 ure heb ik een plechtig jaargetijde gedaan voor de gesneuvelde soldaten en medeburgers. Ik heb daartoe den 19 augustus verkozen omdat op dien datum alhier gesneuveld zijn zes soldaten en drie burgers. De twee eerste jaren werd dien dienst buitengewoon bijgewoond doch in 1917 en 1918 was dit veel minder.

      In 1918 van april tot december werd het H. Sacrament volgens verzoek van zijne Eminentie op den eersten vrijdag van elke maand gedurende twee uren uitgesteld : buiten eenige kinderen door de zusters opzettelijk aangezegd, en enkele godvruchtige personen, waren er geen aanbidders.

    De openbare zedelijkheid.

      De openbare zedelijkheid heeft tijdens den oorlog veel te wenschen overgelaten. Gedurende de vier oorlogsjaren heb ik 34 onwettige geboortens aangeteekend, waaronder een van eene soldatenvrouw. De openbare meening heeft nog andere soldatenvrouwen van zedeloosheid beticht. Ongetwijfeld is de werkeloosheid de oorzaak geweest van het zedenbederf. Vier en dertig onwettige geboortens gedurende de jaren 1915, 1916, 1917 en 1918, dat is ruimschoots het dubbel van vroeger.

    E. De toestand der Vrije Scholen.

      Voor den oorlog bezat Tremeloo eene vrije bewaarschool en twee zondagscholen, eene voor jongens en eene voor meisjes.

      De vrije bewaarschool was ingericht door den eerw. Heer Verbeeck, vorige pastoor der parochie, ten voordeele van eene arme vrouw Maria Bosmans, die vroeger reeds eenig onderwijs verschafte aan kleine kinderen welke de ouders haar toevertrouwden tegen 50 centiemen per maand.

      Daar Maria Bosmans te oud geworden was had ik haar juist voor den oorlog op pensioen gesteld : de eerw zusters hadden de vrije bewaarschool overgenomen onder voorbehoud dat Maria Bosmans zou betaald worden gelijk vroeger en dat zij intusschen gratis het onderwijs zouden geven.

      Den 28 augustus 1914 werd het lokaal der vrije bewaarschool afgebrand, en daar er geen ander lokaal te vinden was om de kinderen te ontvangen, werden de toelagen ook niet meer uitbetaald. De gemeente nochtans is voortgegaan met jaarlijks 150 fr. te betalen voor Maria Bosmans. Verder heb ik voor haar 18 fr. per maand bekomen van het werk der bescheidene hulp.

    Bl. 32

      De toelagen voor de zondagscholen werden gedurende de bezetting regelmatig uitgekeerd; voor 1918 werden ze toegezegd, doch op heden 1 april 1919 zijn ze nog niet uitbetaald.

      Het programma bij de stichting dezer scholen bepaald, werd tijdens den oorlog ook gevolgd zonder dat eenige tusschenkomst der Duitse overheid zich heeft voorgedaan.

    F. Patronaten – Werken voor volwassenen – Liefdadigheidswerken

      Voor den oorlog bestond in de parochie een patronaat voor jongens bestuurd den E.H.Onderpastoor. dit patronaat was ingericht in het Gildehuis gebouwd in ’t begin van 1912. Daar in 1914 het meestendeel der schoollokalen afgebrand werden, bleef er geen ander middel dan klassen in te richten in het Gildehuis. Om die reden heeft het patronaat voor jongens, bij gebrek aan lokaal, sedert augustus 1914 tijdelijk opgehouden te bestaan.

      Een woord hier over de maatschappelijke werken der parochie.

      De Boerengilde was pas voor het uitbreken van den oorlog gesticht, en had nog maar twee of driemaal vergaderd. Daar het inrichten tijdens den oorlog niet gunstig scheen, werd dit werk dan ook tot later verschoven. Sedert januari 1919 is de Boerengilde in werking getreden.

      De veeverzekering was voor den oorlog zeer bloeiend : zij verzekerde meer dan zes honderd dieren. Alhoewel de veestapel sedert 1914 zeer verminderd was heeft zij eventwel hare werking voortgezet tot einde 1917. Doch het getal leden was aanhoudend verminderd en zou nog verminderen omdat de oorlog voor haar eenen anormalen toestand geschapen had. Om met meer kans van gelukken later te kunnen herbeginnen heeft de algemeene vergadering van Februari 1918 goedgevonden de werking der maatschappij tijdelijk op te schorsen.

      De pensioenkas is terug in werking getreden zoohaast de stortingen van hoogerhand aanvaard werden.

      De Spaar- en Leengilde heeft hare werking van af 1915 hervat en heeft tijdens den oorlog wezenlijke diensten bewezen door het uitleenen van geld voor aankoop van vee en voor het heropbouwen van woningen

    Bl. 33

    De belegde vergaderingen werden in gevolge de verordening van heer Gouverneur aan de Duitsche overheid medegedeeld. Slechts éénmaal hebben twee Duitschers zich op ene vergadering vertoond; andere last of moeilijkheden hebben wij langs dien kant niet ontmoet.

      De leden van Vincentiusgenootschap vergaderden vroeger alle zondagen na de hoogmis. Tijdens den oorlog heb ik meermaals beproefd die vergaderingen te hernemen. De leden kwamen dan eenige zondagen doch weldra was niemand meer te zien. Ik heb dan goed gevonden nog een weinig uit te stellen alvorens eene nieuwe poging te doen. De vergaderingen van het Vincentiusgenootschap beelden zich in dat dit genootschap nu geene reden van bestaan had omdat het Komiteit in alle noodwendigheden voorzag. Zij beseffen niet genoeg het geestelijk voordeel der bijeenkomsten.

    G. Het ontvoeren der werklieden.

      Den 18 november 1916 werden op de gemeente plakbrieven aangebracht waardoor al de mannen van Tremeloo van 17 tot 55 jaar verplicht werden zich naar Aerschot te begeven den 23 daaropvolgende. Zij moesten van het noodige voorzien zijn om desgevallend naar Duitschland te vertrekken.

      Zoo haast dit nieuws bekend was wilde iedereen naar de stad om zich kleergoed aan te schaffen. De stedelingen maakten van deze gelegenheid gebruik om geld te slaan op den rug der ongelukkige slachtoffers van de Duitschers. De prijzen van kleergoed en schoeisels werden van uur tot uur verhoogd. En toch zouden diezelfde stedelingen naderhand vuur en vlam spuwen tegen de boeren woekeraars.

      De gemeenteoverheid had eene lijst van werkeloozen aan de Duitschers medegedeeld. Het was voor de leden van den gemeenteraad, allen eenvoudige menschen, een moeilijken toestand. Werd de lijst niet gegeven dan zouden andere burgers naar Duitschland vervoerd worden en in grooter getal dan anders. Daarenboven geen enkel werkelooze zou op zich genomen hebben de familiën der weggevoerden door hun werk ter hulp te komen. Was het niet beter degenen die toch niets verrichten laten weg te nemen dan wel burgers die t’huis hoogst noodig waren? Was dit niet tusschen twee kwalen het minste kiezen? Zoo redeneerde de gemeenteoverheid.

      Zonder deze handelwijze der gemeenteoverheid te beoordeelen zonder goed of af te keuren, acht ik mij nochtans verplicht hier een woord te zeggen over de werkeloozen.

    Bl. 34

    1° Eenige persoonen, vooral huisvaders, hadden zich om den onderstand te genieten, ten onrechte werkeloozencertificaten doen afleveren.

    2° Sommige werkeloozen hadden geenwerk omdat zij er geen wilden, en op allerhande manieren trachten zij te ontsnappen aan het weinige dat hun gevraagd werd. Om niet te moeten werken verrichtten zij moedwillig slecht werk. Daar in de gemeente 215 woningen door den vijand vernield werden, had het komiteit besloten steen te bakken om alzoo de afgebranden ter hulp te komen en de werkeloozen werk te verschaffen : de moedwilligheid der werkeloozen heeft het Komiteit gedwongen na eene proef dit ontwerp te laten varen.

    3° Onder de werkeloozen waren ook eenige leegloopers, die binst den dag niet zelden den spot dreven met menschen die vlijtig werkten, en van den nacht gebruik maakten om zich middelen van bestaan aan te schaffen.

      Doch, niettegenstaande al hunne fouten en gebreken, het waren onze medeburgers; en daarom waren wij ten hoogste gevoelig aan het leed dat den vijand hun berokkend heeft met ze aan hunne familiën te ontrekken, om ze in een vreemd land de onmenschelijkste behandelingen te doen ondergaan.

      Het mededeelen van den lijst der werkeloozen werd in de gemeente verschillend beoordeeld volgens eigenbelang. De familiën der werkeloozen vonden het verkeerd, de anderen keurden het goed. Verhevene gevoelens die eigenbelang ter zijde laten, zijn hier in ’t algemeen niet gekend. Zelfopoffering beteekent hier opoffering voor zichzelf. Aldus de afkeuring van de eenen en de goedkeuring van de anderen waren niet anders dan de goedkeuring van de handelwijze der gemeente : allen zouden hetzelfde gedaan hebben.

      Eenige personen wier namen op de lijst der werkeloozen vermeld waren, werden aan het ballingschap bevrijd dank aan de tusschenkomst van Mr. Adriaen, geneesheer te Werchter. Eenige anderen door de gemeenteoverheid niet aangeduid, werden niettemin naar Duitschland vervoerd. De weggevoerden waren ten getalle van 33 waaronder 16 huisvaders en 17 ongehuwden.

      Hier laten wij de namen volgen der weggevoerden te beginnen met de huisvaders :

      Anthonis Ignatius, Baumans Alfons, Bouckhuydt Thomas, De Winter Alfons, Mastien Constant, Soetewey Alfons, Van Eyken Felix, Verhaegen Frans, Verschoren Alfons, Verstraeten Benedictus, Wouters Petrus, Van Woensel Jan Baptist, Verhoeven Andreas, Verhoeven Felix, Van Casteren Karel, Verhard Alfons.

    Bl. 35

      De Winter Gustaaf, Laureys Petrus, L’Enfant Jules, Leys Jan Baptist, Op de Beeck Frans, Storms Guilielmus, Van den Notelaer Frans, Van Eyken Jan Baptist, Verbeeck Frans, Verhoeven Lambert, Mattheus Felix, De Coster Joseph, Iwens Frans, Schoovaerts Lodewijk, Verelst Lodewijk, Storms August, Crabbé Isidoor.

      Een dezer de genaamde Van Eyken Jan Baptist, is, ten gevolge van de slechte behandelingen in Duitschland ondergaan, bezweken bij zijne terugreis naar het Vaderland, namelijk te Luik waar hij in het gasthuis gebracht werd.

      In Duitschland hadden de weggevoerde ongehoorde behandelingen te ondergaan met het inzicht hen tot het werk te dwingen. Dit blijkt uit de twee volgende getuigenissen die ik onder meer andere gekozen heb :

    Getuigenis van Alfons Soetewey te Tremeloo, Veldonck.

      Den 23 november 1916 was een der droevigste dagen van mijn leven. Even als zoveel andere jongens en huisvaders werd ik tegen wil en dank door de duitsche barbaren van vrouw en kinders weggerukt en naar Duitschland gestuurd.

      In Duitschland aangekomen werden wij in het kamp Weschede in barakken opgesloten als beesten in eenen stal, waar wij verbleven tot 1 maart 1917.

      Dan hebben ze ons naar Neerath bij Greevenbroek naar ’t werk gezonden, waar ik den zesden dag al bijna verongelukt was; zoodat ze mij met gebroken arm naar het gasthuis gedaan hebben, waar ik 42 dagen schrikkelijke pijnen, ijselijken honger en veel verdriet doorstaan heb.

      Toen mijn arm half hersteld was, moest ik terug naar ’t werk, waar ik meer slagen dan eten gehad heb, als men bieten- en raapkoolsoep en een hap slecht brood wilt eten noemen.

      Het is onmogelijk al het lijden en de ellende te beschrijven die ik daar uitgestaan heb zoo 9 maand en 7 dagen lang, en waar ik een gebrek gehaald heb voor mijn leven lang, want mijn arm doet nog altijd zeer, en nooit zal ik voor vrouw en kinderen er nog kunnen den kost mee verdienen.

    Handtekening Alfons Soetewey

    wordt vervolgd





    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail
    URL
    Titel *
    Reactie *
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)

    buurgemeentenbutton
    butRo

    Baalbutton
    betB3
    betB4
    betB5
    betB
    betB1
    betB2

    Beerzelbutton
    but1b
    but3b
    but2b
    butP1
    butP2
    butP3
    butPG

    Booischotbutto
    butB5
    butB6
    butB1
    butB3
    butB4
    butB2

    Heistbutton
    betH
    butHg

    betHo
    butH1
    butH2a
    butH2b
    butH3
    butH4a
    butH4b
    betHg

    Keerbergenbutton
    betK
    betK1
    betK2
    butS2
    butP2
    butH4

    Puttebutton
    butRo
    betP
    betP2
    betP1
    butP1
    butP2
    butP3
    butPG

    Tremelobutton
    betW
    betT
    betT1
    betT2

    Akten Bierbeek
    Korbeek-lo
    Lovenjoel
    Opvelp

    Archief per maand
  • 06-2024
  • 05-2024
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 05-2023
  • 03-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 10-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 07-2020
  • 06-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!

    botS1

    Loon
    botS2

    Aarschot
    botS3

    Grimbergen
    botS4

    Berthout
    Berth

    Gelre
    botS5

    VanKleve
    botS7

    Arkel
    botS6

    van Wezemaal
    botS8

    kareldestoute
    botS9

    Vanderlaen
    botSs1

    van der Nath
    botSs2

    Brouchoven
    botSs3

    VdStegen
    botSs4


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!