Na het 75 jarig jubileum dachten we dat alles terug in zijn gewone plooi zou vallen..... maar niets was minder waar ! "Pietje de landloper" van R. Sanch werd het allerlaatste stuk dat in zaal "Ons Huis" (de blauw schuur) opgevoerd werd.... Door onenigheid tussen de grondeigenaars en de kopers van een aanpalend stuk bouwgrond kwam het tot .... gerechtsexploten met het uiteindelijk gevolg dat we de grond waarop onze "dierbare" zaal gebouwd werd "in zijn oorspronkelijke staat " moesten herstellen..... Wat nu gezongen??? Er was wel nog de parochiezaal.... maar onze toenmalige voorzitter was er falikant tegen dat we in een katholieke zaal (politiek??!!) als Kluchtige Vrienden zouden optreden... Na veel over en weer gepraat en vergaderingen kwam er geen verandering in.....en de toneel groep scheurde zich af van De Kluchtige Vrienden....en kreeg de naam "Nieuw Toneel Wellen".... Een zeer harde en moeilijke beslissing maar in dec 1969 werd het eerste stuk van de nieuwe groep opgevoerd : "Huwelijksmakelaar" van J. Van Wesenbeeck. In dec 70 trad de nieuwe groep voor het voetlicht met "Bruidegom van zijn vrouw" van Schwartz. Er kwam zaad in het bakje.... (vroeger was de opbrengst gewoonlijk voor het aankopen van muziekinstrumenten voor de Fanfare..) en geld is dikwijls de oorzaak van moeilijkheden in een vereniging. Zo ook bij onze nieuwe toneelgroep... Maar op een héél andere manier dan je zou verwachten. Onze kassierster had bij de opvoeringen van de stukken punctueel de kas gemaakt en tot op de laatste centiem klopte de rekeningen en ze zette de doos met het geld op het podium na een repetitie en zei lakoniek : " Mijn werk is af, hier staat het geld en de rekeningen en ik neem het niet meer mee naar huis" Ondertussen was de voorzitter van de Fanfare ook al eens uitgenodigd om hem te tonen dat er geen sprake was van politiek en iedereen van ons wou teruggaan naar De Kluchtige Vrienden als hij de groep toelating gaf om in de parochiezaal op te treden...Al lonkende naar de doos met geld ( voor zijn instrumenten) gaf hij zich over en wij werden allemaal terug lid van "de Kluchtige Vrienden"..... Graag vermeld ik hier dat we in die periode ongelooflijke "fans" hadden... De familie Boes-Delsaer Roger en Josiane stelde ons hun living ter beschikking om er de repetities te laten in plaats vinden.... Van liefde voor het toneel gesproken !
Ondertussen begonnen de jaren te wegen op de grote toneelman van Wellen de heer Joseph Robben en gaf hij de taak van voorzitter van de toneelgroep stilaan over aan André Vandersmissen, uw dienaar. Joseph Robben overleed op 7 aug 1985. Op zijn sterfbed brachten we hem een bezoek en zijn laatse woorden indachtig : " Maak nooit ruzie in de groep, dat is dodelijk" zal ik nooit vergeten. In maart 72 brachten we "De rare familie" van Arnold en Bach. Daar deelden Joseph Robben en ikzelf de eerste keer de regie. In april 74 was "Amor speelt verstoppertje" aan de beurt "Een schoonmoeder uit duizend" van Vandaele volgde in 1975 "Een huis vol herrie" van stephans, Linton in 1976 "Onder één dak" van Jan Fabricius was het afscheidsstuk van Joseph Robben. Hij speelde er in jan 1977 de onberispelijke rol van de oude eenzame vader. (In het hoofdstuk, Anekdoten, komen we daar nog even op terug!)
Toen wist ik nog niet dat "de Kluchtige Vrienden" in 1967 hun 75 jarig bestaan gingen vieren...... Militair zijnde, en over wat vrije tijd beschikkende, werd ik duchtig ingespannen om deze viering te helpen organizeren... Na heel wat opzoekingen, met medewerking van de leden van de toenmalige Fanfare, werd het hieronder vermelde artikel in een reclameboekje uitgegeven. Graag geef ik het hier integraal weer.
TONEEL Het is rond de eeuwwisseling ten jare 1892 (!) dat in Wellen door de toneelkring der "Kluchtige Vrienden" de eerste opvoeringen werden gegeven. Het zijn de Heren : August Vangrootloon, toneelleider Walter Devries August Neven Louis Neven Joseph Marckelbach Martin Wagemans Hubert Stas en nog anderen die wij als pionier van het Wellense toneel mogen vermelden. Bij gebrek aan een eigen zaal houden ze opvoeringen in grote winningen, zoals de boerderij Renaers te Overbroek en bij Waler Devries onder de poort ( bij Eugene Stas, voor het zaaltje werd gebouwd, en nu vervangen door een appartementsgebouw op de hoek van Dorpstraat en Broekstraat ) Na 1910 toen de maatschappij in zaal Devries (aan de kerk) kwam, verlopen de bezigheden der toneelkring normaal. Eerst onder de leiding van Joseph Devries en Bortels Joseph. Na 1933 nam Joseph Robben de leiding op zich en zou een groot deel van de 20 ste eeuw regie en hoofdrollen voor zijn rekening nemen ! Sedert 1918 al nam hij de hoofdrollen voor zijn rekening! Merken wij nog op dat onze Toneelkring zulk een bekendheid verwierf dat zij zelfs buiten de gemeente optraden nl. te Hoepertingen, Halle-Booienhoven, Marline (?) en Kortessem. Om u enig idee te geven van deze zijde der kulturele aktiviteiten van onze vereniging, geven wij hieronder het indrukwekkend palmares der toneelopvoeringen sedert 1918. Meer dan 120 Wellense acteurs en actrices, te veel om op te noemen, hebben aan deze opvoeringen meegewerkt. Graag vermelden we nog dat "Zaal Ons Huis" in 1926 in gebruik werd genomen op grond die afgestaan werd door de familie Neven (Zel!) Alle repetities en opvoeringen van de Fanfare en de toneelgroep vonden er plaats en heette in de volksmond, zolang hij bestond, "De Blauw Schuur"......alhoewel alle politieke aktiviteiten door de reglementen ten strengste verboden waren !
De eerste toneel - en zangopvoeringen hadden plaats in 1892 ! Het origineel bewijs hiervan bevindt zich in ons lokaal (ingekaderd!) 1918 Mijnheer Vliermans gaat trouwen; Putman Mijnheer heeft d'Inflenza; blijspel 1919 Psst ! Mond toe !!;blijspel Te Boesmeer statie;blijspel 1924 Reginald van Valkenburg;Vanraemdock De wanhoop van Pierrot; Entbrouckx 1925 Willy 's vrouw ; Reiman 1927 De arme edelman;van Peene Storm in huis;Speelmans Eilaas;Theelen De Wanhoop van de Panlapper;Leemans Pietje de landloper;Saudek Twee honden aan een been;Vangavere Lodewijk van Nevers;Block Ik kom trouwen;Staes 1928 Willy's trouwdag;Harting Een schat van een vrouw; Dumanoir De ware Jacob;Arnold Lowieke;Parodie 1929 De kuise bruidegom; Bach Het zangvogeltje;Zangspel Elza;de Tiérre 1930 Bietje;Sabbe De grolpot;Reiman De koene zwemmer; Arnold Kosterliefde; Hendrix 1931 Door slechte dagen; Bogaerd Proces-verbaal ; Dewamme 1932 Zieleketens; de Tiérre 't Lammeke; allings De hofslachter; Walter Hemelhuis; De Deken Bij Heernonkel;Ballings 1933 Een halsbrekend huwelijk ;Crispijn Papa 's kinderen ; Centerick 1934 Mottige Janus ;Spree 1935 De voetbalkoning ;Reiman Liesjes feestdag ; Verschueren In 't gouden haantje; Harting 't Geluk vliegt ;Ballings 1936 Zwarte Willem; Vandenberg Onder één dak ; Fabricius De redding ; Ballings 1938 De ware Jacob; Arnold Arie en Gerie zien spoken ; Nieuwland Na scheiden.... verblijden ; Peereboom Antje Hamic 1939 De bokskampioen ; Schwartz De macht der vrouw ; Rentmeester 1946 Toon hee 't miljoen ; Vandaele 1947 De bokskampioen ; Schwartz 1948 Hun kind; Van Eekelen Zieleketens ; de Tièrre Beurskoorts ;Reiman 1949 Hoera ! 't Is een jongen ; Arnold 1950 De voetbalkoning ; Reiman Toon hee 't miljoen ; Van Daele Lijsjes feestdag ; Verschueren 1951 De zondebok ;Vandaele Vrijers voor Tonia; Vandecruys Kosterliefde ; Hendrix 1952 Amor speelt verstoppertje; Mersch 1953 Als de poorten opengaan ;Smits 1954 Veel lawaai om Rika ;Hogeven Onder één dak Fabricius 1955 Mottige Janus ; Spree 1956 Na scheiden...verblijden; Peereboom 1957 Bij Heernonkel ; Ballings De verkochte grootvader; Hamik 1958 Toon hee 't miljoen ; Vandaele 1961 De man met de zeven vrouwen;Hageman Sloeber bij den troep; Buys 1966 De kribbebijter; Reiman De verkochte grootvader;Hamik 1967 De verkochte bruid ;van der Lught
Een hele boterham die "de Kluchtige Vrienden" reeds achter de kiezen hadden vooraleer ik mijn eerste pasjes zette in deze toneelgroep !!
Over de 75 jarige viering zelf herinner ik me dat meerdere fanfares optraden en dat er een Bokkerijdersmars gecomponeerd werd door een beroepsmuzikant, speciaal voor deze gelegenheid. Bij de feestelijkheden behoorden natuurlijk ook vedetten. Zwarte Lola en Jimmy Frey kwamen met hun orkesten de bals opluisteren..... Jimmy Frey was alles behalve tevreden over zijn verblijf bij de "bokkenrijders".... De garçonnieres van dienst hadden hem een broodje doen betalen..... Nog een anekdote, het vertellen waard.... Tijdens de festiviteiten werd er een geitenbok "per opbod" verkocht. Diegene die het laatste bod deed mocht de geitebok mee naar huis nemen. Bij ieder" bodsessie" was de bok tegenwoordig. Bij een van de laatste sessies werd er héél veel geboden en was iedereen zo blij dat ik "danste" met de bok....Zijn poten op mijn schouders en de bok dicht tegen me aan.... Na de danspartij moest ik naar huis een bad nemen en andere kleren aantrekken want de stank was ...een paar dagen niet te harden...... Zonder dan nog te spreken van moeder, de vrouw....die ook niet te fier was op haar ventje.... wat trouwens niet de enige keer zou zijn....
In 1958 werd er getrouwd, in 1964 gebouwd en in 60 en 64 kwamen 2 zonen zich in ons midden vestigen....... Op 11 nov 1963 belde de voorzitter van de Kon. Toneel en Muziekmaatschappij " De Kluchtige Vrienden" thuis aan met de vraag of ik lid wou worden van zijn toneelvereniging en...... de trein was vertrokken.....Maar ik woonde in Alken en van een auto was in die tijd nog helemaal geen sprake..... Dus iedere vergadering, repetitie of samenkomst was 7 km per fiets, enkel rit, door weer en wind. Alsof dat nog niet genoeg was... iedere speler moest om beurten gedurende één week een halfuur vroeger komen om de kachel aan te steken. Wel een klein verschil met de huidige centrale verwarmingstoestanden !Het eerste seizoen werd besteed om de zaal "Ons Huis", in de volksmond "De Blauw Schuur" terug gereed te maken om toneel te spelen. De banken, waar zes personen naast elkaar opzaten, moesten allemaal afgeschuurd en geverfd worden. Er moesten nieuwe decors gemaakt worden... Enfin het seizoen was meer dan gevuld, zonder toneel..... In de herfst van van 1965 waren we gereed om met de repetities van "De Kribbebijter" te beginnen. ( De toneelgroep geraakte in de eerste jaren 60, na een kleine inzinking, nog moeilijk van de grond, maar was nu definitief opnieuw vertrokken!) Graag geef ik hier de medespelers van mijn eerste stuk bij "De Kluchtige Vrienden" .Jos Robben(+) regisseur en hoofdrolspeler gedurende meer dan 50 jaar !!!! Mevrouw Vanormelingen-Put (Liliane uit het Torenhof), ik zelf, Josiane Delsaer-Boes, Walter Neven (+), Walter Timmermans (+)(voorzitter van de Kluchtige Vrienden), René Gubbelmans(+), Georgette Vanschoenwinkel- Marckelbach, Maurice Bronclair en Jean Buttiens sloot de rij. Er hadden 2 voorstellingen plaats, op 9 en 16 jan 1966, voor uitverkochte zalen en de toegangsprijs was 25 fr. Op 27 mar en 3 apr 66 volgde "De verkochte grootvader" op 1 en 8 jan 1967 " De Verkochte Bruid" op 24 en 25 dec 67 speelden we het prachtig toneelspel "Bij Heernonkel". Op een andere plaats zullen alle gespeelde stukken vermeld worden. Graag vermeld ik hier in het volgende stuk "De ware Jacob", gespeeld op 31 mar en 7 apr 68 het eerste optreden van Dora Raskin, die later in Schaffen de toneelgroep "De Spartanen" uit de grond zal stampen.
Na de gemeentelijke school werd "De Humaniora" begonnen bij de Broeders in Borgloon. Deze school werd overgenomen door het St Jozefcollege en bestaat nu nog. Ondertussen werd ik lid van de KAJ en de KWB lijfde me in, in haar toneelgroep, rond de jaren 1950. Ze speelde jaarlijks in zaal Neuville aan de kerk. Mijn eerste anekdote die ik met die groep meemaakte was er wel een om in te kaderen !! Soms speelden we op aanvraag op verplaatsing (toen al!!) en zo landden we in Gruitrode, door tussenkomst van onze proost , kapelaan Wellens. Na het optreden, trokken we met ons minibusje in het holst van de nacht huiswaarts. Een van de medespelers moest een moord plegen in het stuk en had een revolver bij.....Hij, met zijn technische knobbel, kon het prutsen niet laten en speelde met dat wapen, tot er plots een schot afging ! Paniek van de bovenste plank natuurlijk. Het busje stopte, de chauffeur vond de kogel op de benzinebak ! En de "dader" had door zijn schoen, dikke teen en busvloer geschoten... Bloed spoot uit zijn schoen... De kapelaan was er wel een beetje bekend en wij in volle vaart naar de kliniek in Genk waar het "slachtoffer" binnengedragen werd. De kapelaan zei dat de jongen in een nagel gesprongen was maar dat geloofde de verpleegster niet. Die zei koudweg "Mijnheer kapelaan dat is een schotwonde".... De priester deed zijn uiterste best om de politie er buiten te houden...wat hem nog lukte ook. Een paar dager later was onze technieker weer thuis en nooit is er in onze dorpsgemeenschap een woord over dit voorval gerept.... Ik zou het nu ook niet gedaan hebben als die mensen "er nu nog waren" De kapelaan zat juist voor de "dader" in het busje..... Stel je voor wat er zou kunnen gebeurd geweest zijn die nacht...... En hoe die kogel in dat wapen geraakt was, is voor mij tot op de dag van vandaag een raadsel gebleven. In 1953 ben ik ingelijfd bij de Luchtmacht als kandidaat O/Off en daar heb ik 30 jaar mijn best gedaan om steeds paraat te zijn om mijn medeburgers te beschermen indien het mocht nodig zijn. Goddank heb ik geluk had....en is het maar één keer nodig geweest en wel bij de staking tegen de Eenheidswet van Eyskens in de jaren 60 In 1958, na een behoorlijk woelig uitgangsleven, normaal voor die ouderdom, ben ik getrouwd met mijn lieve vrouw, en dat is ze nog altijd goddank !
Onze jeugd is "gelukkig" gespaard gebleven van het kistje dat later TV werd geheten.... Wij hadden nog tijd om met mekaar te ravotten en op straat te spelen, zonder gevaar van omver gereden te worden. In plaats van 's avonds voor de buis te liggen lagen wij in de zomer met een groep jongeren in een gracht om de meisjes, die per fiets voorbijreden, onder hun rokken te kunnen "bespieden"...... Dat was onze"natuurlijke" sexuele voorlichting... Tenandere veel meer voorlichting kregen we niet... Als we 's zondags al eens naar de kermis mochten in een naburig dorp waarschuwde moeder ons "dat we moesten oppassen, om niks aan de hand te krijgen" .... Onze vrije tijd besteedden we meestal met te luisteren naar de dorpsfilosoof die regelmatig op bepaalde plaatsen zijn belevenissen kwamen vertellen. Voor ons was die bijeenkomst nog al eens bij de schoenmaker Vik va Koen. Een paar van die verhalen zijn me altijd bijgebleven en ik wil ze jullie ook niet onthouden. " Hij vertelde dat hij op een boerderij was geroepen om een zeug te slachten.( Hij was slachter van beroep). Hij kwam daar aan en de boer ging met hem mee naar de stal en wees hem een exemplaar aan van rond de 200 kgr.....Zo 'n beest had hij nog nooit een kopje kleiner gemaakt. De boer vroeg hem of hij het beest wel zou omver krijgen. "Zo is er nog geen varken geboren " zei de struise slachter. Hij nam een koord met een strop een stak die in de muil van de zeug en beval de boer die koord "in ieder geval strak te houden" Als het dat maar is zei de boer! Het varken werd uit de stal gehaald en naast de mestkuil gebeurde het.... De slachter zwierde de slagershamer hoog in de lucht en met een onnoemelijk zware slag kwam die hamer terecht tussen de ogen van het beest en...... ze verroerde geen vin ! Dat is niet mogelijk schreeuwde de slachter, maar het beest bleef rechtop,.... wat nu gezongen.... Opnieuw geprobeerd met nog een "zwaardere" slag met hetzelfde resultaat. Da is onmogelijk riep de slager en na een derde hopeloze poging zag hij wat er gebeurd was.... Wij hingen natuurlijk allemaal aan de lippen van onze filosoof. De slager had verdorie bij de eerste poging het varken met zijn vier poten de grond ingeslagen !!!! Dat kon gewoon niet meer omvallen !!!! Een andere keer ging hij samen met zijn kameraad in het veld een konijntje schieten. Heel gewoon in die tijd.... of toch niet ! Plots kregen ze een konijn in de gaten... dachten ze. De "jager" legde aan, mikte en schoot niet... Hij was niet zeker van zijn stuk.... Is dat wel een konijn vroeg hij zich af. Ze naderden beiden "het konijn"maar tot hun verbazing was het een boer die zo diep akkerde dat de oren van het paard nog juist boven de akker uitkwamen........ Met dergelijke verhalen brachten we vele avonden door.... waar we nu nog maar kunnen van dromen...
In de gemeenteschool had ik als student geen concurrentie. Altijd was ik de eerste van de klas....alleen één keer was ik tweede. Toen had de schoolmeester een koppel duiveneikes gekregen van de vader van een medeleerling en toen was die met de eerste prijs gaan lopen. Dit maar om u te zeggen dat oneerlijke concurrentie van alle tijden is.... Mijn plechtige communie... daar valt ook iets over te vertellen. Het was in die tijd de gewoonte dat de kinderen zich bij de buren "gingen laten zien" in hun paaskleed of kostuum. Naargelang de bezochte buur er goed of minder goed voorstond kregen de communicanten "drinkgeld". Zoals ik al eerder schreef, thuis tegenover woonde een paar, zonder kinderen. Ik, zo fier als als een pauw, de straat over in mijn "col marin" en na de catwalk gepasseerd te zijn kreeg ik 5 frank ! Van pure blijdschap liep in terug naar huis..... maar waarschijnlijk té rap. Ik gleed uit en viel met mijn "paaskostuum" in de plakkerige boerenmodder.... Toen heb ik voor de eerste keer mijn moeder zien huilen.... De arme vrouw had mijn "col marain" zelf genaaid met de hulp van een buurvrouw en ik deed mijn plechtige communie in "gewone kleren".... Om mijn lagere schoolperiode af te sluiten volgt hieronder een gedicht dat ik leerde in het vijfde jaar, ik was er toen 11 . Mijnwerkerskind was de titel. Ik dacht dat het was van Lambrecht Lambrechts Diep in d' aarde werkt mijn vader, ieder etmaal daalt ie af In de sombre mijnenkrochten, waar het stil is als een graf Waar geen zonnestraal ooit gloorde, waar nooit levend wezen kwam Dan alleen wat noeste mensen, zwoegend bij een lampevlam
Diep in d'aarde werkt mijn vader, zwart als kool het naakte lijf In benauwend hete luchten, hurkend, kruipend, mat en stijf Onbevreesd bij 't nare kraken van de stutbalk hier of daar Onbevreesd voor dreigend grauwvuur, honderdvoudig doodsgevaar
Diep in d' aarde werkt mijn vader, boort en beukt en hakt en houwt Delft uit 's werelds ingewanden vrachten steenkool; 't zwarte goud Ziel van nijverheid en handel, spijs van werkhuis trein en boot Diep in d'aarde werkt mijn vader, voor het volk, het land, in nood
Na de oorlog in de jaren 45, toen ik al 11 jaar was, waren er de eerste kwajongenstreken die het hoofd opstaken....en ook de eerste rollen in het toneelspel, dat later heel wat van mijn vrije tijd zou innemen, werden toen al gespeeld ! De allereerste was al een succes, alhoewel ik zelf niet wist waarom ....Hierna de uitleg. Het stuk was : Sneeuwwitje en de Zeven dwergen. Mijn rol bestond uit de tekst: Mijn naam is Nicodemus. Kort en bondig. Het was mijn beurt om te verschijnen op het podium met een bord met de letter N. Ik, zo fier als een gieter en zo nerveus als wat, zei : Mijn neem is Nicodamus !! De ganse zaal schoot in een lach, behalve ik ! Ik wist niet wat ik gezegd had. Toen ik het later vernam kon ik het niet geloven. Dat was mijn eerste toneelervaring. Ik was toen in het derde studiejaar.... Om jullie een idee te geven hoe het er in onze jeugd aan toe ging vertel ik jullie graag het volgende voorval: Na de oorlog werden de "abris" (schuilkelders) overal opgeruimd en dichtgegooid. Wij, kwajongens, amuzeerden ons rot met alle mogelijke gebruikte materialen voor deze abris. Bij de buren hadden ze een chassis van een oude camion gebruikt als versterking tegen de bommen, maar het stuur met de stuurinrichting stond er op een of andere manier nog op en het was onze kunst dat stuur op te kruipen en ons evenwicht erop te bewaren. Dat dat niet altijd lukte was te begrijpen, zo ook bij mij. Op een bepaald moment stond ik boven op dat stuur, verloor het evenwicht en viel in de rotzooi die boven op de schuilplaats lag. Geen probleem, tot mijn vriend bloed zag aan de achterkant van mijn been. Toen paniek, en al wenend naar huis. Moeder bezag het eens, trok een stuk verband van een oud laken "verzorgde" de wonde een beetje met wat putwater, draaide het verband rond mijn been en ik mocht terug gaan spelen..... Tot een buurman me zag die de wonde gezien had voor ze "verzorgd" werd door moeder. Hij nam me terug mee naar huis, overtuigde mijn moeder dat die wonde toch goed verzorgd moest worden en wij samen, moeder en ik, vanachter op haar fiets, naar de dokter. Daar werd de wonde gehecht met 16 (zestien!!) haakjes. En een half uur later wou ik terug op het stuur op de abri kruipen, maar dat ging niet door, de wonde en de haakjes deden te veel pijn.
In het najaar van 1934 zag ik het levenslicht in het midden van de driehoek Hasselt Tongeren Sint Truiden. Terwijl een Duits heerser zich klaarstoomde om Europa te veroveren zette ik mijn eerste pasjes en liet ik mijn eerste woordjes horen in Wellen. op de Veerstraat."Klinkbel mestpoel Jan" vertelde mijn moeder, waren de eerste verstaanbare woordjes die ik liet horen... en 't zouden beslist de laatste niet zijn ! Mijn vader, werd meerdere keren opgeroepen om kampperiodes te vervullen bij het Leger en tijdens de mobilisatie in 1939-40 bleef mijn moeder alleen achter met 4 kinderen. Gelukkiglijk werd zij opgevangen door haar stiefvader, Pa Nulens, die zich ook ontfermde over 4 opgroeiende schavuiten. Toen de oorlog uitbrak werd vader krijgsgevangene gemaakt in Toulouse en bleef moeder en pa Nulens over om de kroost op te voeden. De eerste herinneringen aan wereldoorlog II blijven in mijn geheugen gegrift... Terwijl de Duitse vrachtwagens, volgeladen met soldaten de wegen onveilig maakten reed Pa Nulens met de kruiwagen tussen die rij legervoertuigen om de jonge kuikens te gaan voederen die bij ons onder een "moederkloek" zaten . Nooit vergeet ik die ogenblikken dat de chauffeurs bijna tegen de kruiwagen reden om de oude man, met een kind (dat ik was!) angst aan te jagen... Bij ons thuis tegenover woonde een boerenechtpaar zonder kinderen, Gus en Merie, en daar hadden we veel aan te danken. Mijn oudere zus en ikzelf mochten daar dagelijks een maaltijd gaan nemen. Ik herinner me nog dat ik de korstjes van de boterhammen meenam om later op te eten, terwijl ik zei dat ik ze aan de vogels zou geven.... De tijden waren niet meer vergelijkbaar met het hedendaagse leven. Wij trokken meer onze plan als de kinderen van vandaag. Om met de oorlogsjaren te stoppen, waar ik toch niet zo heel veel meer van afweet, dit waar gebeurd verhaal: Tussen de jaren 40 en 45 moesten we veelal zelf zorgen dat we geen honger hadden... De tuinen en boomgaarden van onze buren waren dan ook onze geliefde verblijfplaatsen. Tot ongenoegen van de eigenaars natuurlijk. Zo herinner ik me een herfstnamiddag toen de pruimen rijp aan de bomen hingen.... Ik was 8 of 9 jaar en was rustig in de boom geklauterd en at een heerlijk zoete Belle de Louvain.... Maar ik had niet gemerkt dat de eigenaar uit het veld kwam met zijn tweeloop op zijn rug... Hij had mij wel gezien en hij beval me op strenge toon : "Kom daar eens uit die boom ventje en blijf tegen de stam staan of 't zal niet goed met je aflopen, hoor!" Ik had geen keus en kroop angstig uit de boom en bleef tegen de stam staan. Toen nam hij de tweeloop van zijn schouder en deed alsof hij het wapen laadde.... Ik dacht natuurlijk dat ik er geweest was en toen hij het wapen op mij richtte..... begon het warm te worden langs mijn benen... Ik voel het nu nog altijd lopen !! En nu naar huis beval hij en ik zal het eens tegen je moeder komen zeggen. Dat laatste vond ik het ergste, want dan kreeg ik nog wat klappen op de koop toe. Wie kan zich zulke situaties in 2006 nog voorstellen ???