VAKANTIETOCHT / DE SCHOVERIK / DIEPENBEEK 04/07/2011.
VAKANTIETOCHT.
DE SCHOVERIK.
DIEPENBEEK.
Vertrek met de wandeling in Lutselus en dadelijk met de wandeling de natuur in. Vandaag bewandelen twee natuurgebieden namelijk:
DE DAUTEWEYERS
Dit natuurgebied is 11 ha groot. De sierlijke vijvers zijn het visitekaartje. Verder tref je er hooilanden, elzenbroekbosjes, een vijver en een knotelzenhaag aan. De vijvers ontstonden door ijzerwinning halverwege de 19de eeuw.
Nadien kon de natuur er opnieuw haar plaats innemen. De Dauteweyers is een waterrijk gebied. De randen en de verlandingszones rond de vijvers vormen interessante overgangsgebieden .Verderop zijn er elzenbroekbossen en vochtig weilanden. Elk met zijn specifieke fauna en flora. We treffen hier dan ook vooral planten en dieren aan die water gebonden zijn. De Dauteweyers vormen het ideale decor voor één van de zeldzaamste amfibieën in ons land: de boomkikker.
DE DORPSBEMDEN - POMPERIK
Samen tellen ze 70 ha en strekken zich uit rond de visvijver 'De Pomperik'. Hier kijk je aan tegen sterke elzen en wilgen, in de zomer kan je er de bloemrijke hooiweiden bewonderen. Wandelaars dienen op de paden te blijven. Zo blijven zeldzame planten als kalmoes en orchideeën beschermd. Natuurpunt beheert er 38 ha. De naam Dorpsbemden geeft aan dat het gebied lange tijd in gebruik was als gemeenschappelijke weidegrond.
De gevarieerde bodemstructuur en het feit dat het gebied regelmatig overstroomt, zorgen voor afwisselende plantengroei. Het is vooral deze plantengroei die het gebied zo bijzonder maakt. Enkele zeldzame of interessante plantensoorten zijn kranskarwij, gevlekte orchis, trilgras, groengele zegge, bleke zegge, blaaszegge, pijptorkruid, grote ratelaar, kleine schorseneer, blauwe knoop, hondsviooltje, kruipwilg, wateraardbei en borstelgras. Deze flora zorgt voor een bonte bloemenpracht, ideaal voor een hele lijst dagvlinders. Blauwgraslanden zijn jaarlijks, eenmaal gemaaide onbemeste hooilanden, met een geringe opbrengst, op vochtige voedselarme bodems met wisselende waterstand (s winters drassig en s zomers oppervlakkig uitgedroogd).
Het zijn de schraalste en zeldzaamste graslanden met een uiterst groot natuurbehoudbelang. De blauwachtige kleur is vooral afkomstig van pijpenstrootje, blauwe zegge en tandjesgras. Kenmerkende planten zijn blonde en blauwe zegge, kranskarwij en kleine schorseneer. Begeleidende planten: blauwe knoop, egelboterbloem, melkeppe, wateraardbei, gevlekte orchis en tandjesgras. Al deze planten komen in de Dorpsbemden voor. Deze graslanden zijn in de loop van de 20ste eeuw dramatisch achteruit gegaan omdat ze gebonden zijn aan subtiele evenwichten. Door drainering en bemesting zijn ze bijna volledig verdwenen.
Vaak werden ze ook voor landbouwdoeleinden opgegeven en liet men ze verruigen met als gevolg overheersende zeggen en russen. Ook koekoeksbloem, watermunt en kale jonker komen daar talrijk voor. Door een natuurlijke verrijking van de bodem (nitraten) ontwikkelt zich tenslotte een hoog opschietende ruigtevegetatie met soorten als leverkruid, valeriaan, moerasspirea en engelwortel. Het is aangenaam om hier te wandelen en de verschillende planten te kunnen bezien. Ook verschillende vlinders kunnen we vandaag zien.
Een fijne en aangename wandeling in deze natuurgebieden.
In 1939 deed August Nicolai, toenmalig burgemeester van Wilderen, het licht uit in de oude stokerij. Aan de vooravond van de tweede wereldoorlog zette eigenaar Nicolai de stokerij op non-actief.
Nu is het monument, samen met de oude brouwerij, open voor het grote publiek. In de oude alcoholstokerij van Wilderen leeft de traditie eindelijk verder. Laat je fascineren door de vervlogen geschiedenis. De deur die in 1939 werd gesloten in 2011 terug opengedraaid.
Wat geschiedenis:
De stokerij anno 1890 viel binnen accijnsgebied onder de zogenaamde landbouwstokerijen. Er werd alcohol van 95° gestookt. Deze werd aan jeneverstokerijen over heel België verkocht.
In 1913 breidde de alcoholstokerij uit met een gigantische rectificeerkolom zodat ook ter plaatse een fijn stooksel kon worden gedistilleerd. Vooral de enorme stoomketel valt op. Deze stoommachine van 40 pk is het enige voorbeeld in Limburg van een machine met liggende zuigers. De opgewekte stoom werd gebruikt voor o.a. het opwarmen van het brouwsel. Met de stoommachine werd ook elektriciteit gemaakt. Het was zelfs de bedoeling om ook stroom te leveren aan het dorp zelf.
En ook werd de gehele boerderij van stroom voorzien maar aangezien er 's avonds, wanneer men precies verlichting nodig had, niet gestookt werd, moest de geproduceerde elektriciteit opgeslagen worden in accu's. Ook de schoorsteen is een landmark in Wilderen. De technische installatie is quasi volledig bewaard en vormt daarmee een uniek stuk industrieel erfgoed op Europees niveau.
Een authentiek industrieel monument anno 1743 in het hart van het Truiense streekdorpje Wilderen te midden van uitgestrekte fruitboomgaarden.
Een hedendaagse brouwerij en distilleerderij, een imposante alcoholstokerij uit 1890 en een monumentale Haspengouwse vakwerkhoeve maken deel uit van dit uniek verhaal. Dit prachtig gerestaureerde domein is werkelijk de moeite om te bezoeken, de oude distilleerderij is volledig intact en kan in de weekenden bezocht worden. Een nieuw gebouw werd toegevoegd, maar stoort in het geheel niet, hier word nu lekkere bieren gebrouwen. Wilderen Goud en de Tripel Kanunnik. De vakwerkhoeve is prachtig gerestaureerd en is nu een gezellige taverne. Aan de straatzijde aan de kerk kun je het prachtige woonhuis bewonderen, best een geslaagde herbestemming van een bijzonder industrieel erfgoed.
INTERNATIONALE WANDERUNG / GESONDHEETSDAAG / GEHANSBIERGKNAPPEN. BUTSCHEBURG. / DUDELANGE 02/07/2011
INTERNATIONALE WANDERUNG.
GESONDHEETSDAAG
GEHANSBIERGKNAPPEN.
BUTSCHEBURG. DUDELANGE.
Dudelange: "Smidse van het Zuiden" genoemde stad ligt aan de voet van de berg St-Jean ("Mont St-Jean"). De staalfabriek en de hoogovens zijn vervangen door een koude pletmolen. Op de berg St. Jean, de gedeeltelijk herstelde ruïnes van het oude kasteel en de toeristische toren met wijdse panoramas. Stadsparken "Léi" en "E. Mayrisch". Natuurreservaat "Haardt" met een oppervlakte van 240 ha. Zijn de hoogtepunten van Dudelange.
We vertrekken met de wandeling op de gezondheidsmarkt op het plein voor het indrukwekkend stadhuis. Op het plein met kiosk staan verschillende standen van organisaties die zich bezighouden met gezondheid en gezondheidzorg. We vertrekken met de wandeling in het centrum maar vlug zijn we uit het stadje. Over de ringweg rond het stadje wandelen we naar de prachtige natuur. Als natuurliefhebber komen we in het zuiden van Groothertogdom heel erg aan ons trekken.
Wij kunnen hier ontdekken hoe de natuur stilaan weer de overhand krijgt daar waar de mijnbouw enkele decennia geleden is stilgevallen. Niet voor niets werd het zuiden le bassin minier-mijnbekken genoemd. Hier heeft de mijnbouw en de staalfabrieken zeker een stempel gedrukt op het landschap. Wij wandelen over de brug waardoor we een zicht hebben op de stad en dan klimmen we en komen zo in het natuurreservaat Haard.
VLINDERS
Hier is duidelijk de invloed van de mijnbouw te zien, maar ook hoe de natuur hier terug de overhand bekomt. Er is een bijzonder landschap ontstaan door mensenhanden geschapen. Maar hier is het wel prachtig om te wandelen met de hoge rotswanden, diepe groeven en dan hoe de natuur het terug overgenomen heeft. Wij wandelen door dit prachtig stukje natuur, genieten van de prachtige zichten en de verschillende vlinders die hier voorkomen. Gewoon prachtig. Na een heel eind door dit bijzondere landschap komen we terug in Dudelange.
Een prachtige wandeling met mooie fotos.
KASTEEL DUDELANGE op MONT SAINT JEAN
Kasteel Dudelange, lokaal ook wel bekend als Burg Dudelingen, Chateau du Mont Saint-Jean of Burg Johannisberg, ligt op een 80 meter hoge heuvel, ten westen van het dorp van Budersberg, ten noordwesten van de stad Dudelange in Luxemburg.
De heuvel is vernoemd Mont Saint-Jean (in het Frans), Johannisberg (in het Duits) of Gerhaansbierg (in het Luxemburgs) wegens de kleine kerk gewijd aan Johannes de Doper, die een belangrijke bedevaart plaats is geweest. Het is niet bekend wanneer het eerste kasteel op deze site is gebouwd. Uit Archeologische opgravingen bleekt dat in de Gallo-Romeinse tijd deze site bewoont was. De huidige ruïnes van Dudelange kasteel gaan terug naar het begin van de 15e eeuw. Het werd gebouwd door de Lords van Gymnich nadat de burg, die stond in de stad Dudelange zelf, werd verwoest. De daaropvolgende eigenaren; de Lords van Boulay, Neufchatel, Hunolstein en Isenbourg, het kasteel verfraaid en vergroot. Het kasteel stond bekend als een indrukwekkend kasteel waar beroemde feesten plaatsvonden. Na 1542 werd kasteel aanzienlijk beschadigd toen het werd veroverd en meerdere malen tijdens de oorlog tussen de koningen van Frankrijk heroverde; Francois I en Henri II en Karel V. In 1552 was het eindelijk verwoest door Franse troepen en verloor haar strategische waarde. Van toen af aan werden de ruïnes van kasteel Dudelange gebruikt als een steengroeve voor bouwmateriaal voor de omliggende dorpen.
Op dit moment zijn de ruïnes van kasteel Dudelange niet toegankelijk. Er worden grote werken uitgevoerd om de ruïne te bewaren voor het nageslacht. Er is ook een moderne uitkijktoeren tussen de kerk en de kasteelruïnes om een goed zicht op de hele site te hebben maar ook deze was niet open. Er is al verschillende jaren gewerkt om de ruïne bezoek baar te maken en het zal nog wat tijd vergen voor alles weer open is. Het is een leuke site, hoewel het moeilijk is voor te stellen hoe het eruit gezien moet hebben. Dus de ruïnes is niet erg indrukwekkend, maar de steile wandeling omhoog naar het kasteel is erg mooi. Met de prachtige Kruisweg die beneden aan de parking vertrekt en deze volgt tot aan het kerkje en dan nog even en je ben bij de ruïne. Toch tevreden dat we de ruïne bezocht hebben en hopen ooit nog eens terug te gaan wanneer ze open is en je er in kunt rond lopen.
35e MARCHE DE L'A.M.I. / AMICALE DES MARCHEURS INDEPENDANTS. / HAMME-MILLE 03/07/2011.
35e MARCHE DE LA.M.I.
AMICALE DES MARCHEURS INDEPENDANTS.
HAMME-MILLE.
Hamme-Mille een deelgemeente van Beauvechain, deel van Le Pays de la Dyledoorsneden door een reeks riviertjes die de streek een sterk heuvelachtig karakter bezorgen.
De streek bezit ook een rijkdom aan monumenten, kerken en kapellen. Maar vooral het groot aantal mooie gesloten of langgevelhoeven. Het prachtige Dijleland houdt niet op bij de taalgrens. De Dijle is zowel een Vlaamse als Waalse rivier en heeft een hele reeks schilderachtige bijriviertjes zoals de Train welke we een eindje volgen. Een klein gedeelte van het Meerdalwoud ligt in Hamme Mille. Op de wandeling treffen we verschillende mooie plekjes aan. We vertrekken met de wandeling door de velden. Mooi is het wel het graan dat de velden vult.
We wandelen rustig door de velden en komen dan aan het bos, waar we door wandelen. De streek heeft nog vele holle wegen waar we door wandelen. De bermen staan vol met wilde bloemen waar vlinders op komen. Prachtig om te zien, weer verder een voor ons duikt een prachtige vierkants hoeve op valt wel op in het groene landschap, wit geverfd met een prachtige toegangspoort, het woonhuis uit de jaren 1710 en de toegangspoort een 100 jaar jonger, het is een prachtig geheel. Wat verder opnieuw een indrukwekkende hoeve met een immense schuur en een kapel voor de schuur, mooi!
Weer verder met onze wandeling door de prachtige omgeving met de beboste heuvel flanken en de groene weilanden. Dan komen we in Grez Doiceau en hier wandelen we een eind langs de Train dan gaan we weer een eind langs velden met een zee van bloemen langs de velden, gewoon prachtig. Een Koninginnepage komt langs gevlogen en wat een prachtige vlinder, ben blij dat ik een paar mooie fotos heb kunnen nemen.
Dan komen we in Bossut, waar een prachtige oude school staat. Achter de kerk staat het kasteel van Bossut nu een klooster. Wij wandelen verder en verlaten het dorp weer een eind door de velden en langs een prachtige kasteelhoeve nu een paardenmanege. Nog even door de velden en dan wandelen we Hamme-Mille binnen en eindigt onze wandeling. Een aangename wandeling.
Deze Greenspot is een schitterende afspiegeling van Droog Haspengouw. Een buitengewoon boerenland met uitgestrekte akkers en spaarzame bosjes die als koepels boven de horizon uitsteken. De landelijke sfeer van weleer vind je terug in oude dorpskernen, omringd door monumentale vierkants hoeves en kastelen, met het monumentale kasteel van Heks als pronkjuweel.
Het is nog één van die typische rustige Haspengouwse dorpjes, gelegen in een prachtig en gevarieerd heuvellandschap. Dit stukje Haspengouw heeft nog veel weten te bewaren van de sfeer van weleer en ademt nog steeds op het ritme van de seizoenen. Vanaf een authentieke herberg in Vechmaal vertrekken de drie bewegwijzerde wandelingen. De Horne heeft een lange geschiedenis. Vanaf het begin van de tweede wereldoorlog lieten de vorige eigenaars het gebouw echter volledig verkrotten. In 1988 werd begonnen met de restauratiewerken. Deze verliepen over verschillende jaren en tot vandaag is er nog altijd werk voor de boeg. Herberg de Horne situeert zich in Horne (vandaar de naam) of Heurne St.Pieter; een gehucht van Vechmaal en vroegere Heerlijkheid van het Land van Loon. Reeds in het midden van de vorige eeuw deed het pand, de Horne, dienst als afspanning en herberg. Vroeger noemde men de herberg "au passage du Jourdain" omdat er een, helaas dichtgemaakt, beekje voor het huisje kabbelde. De Franstalige gasten waanden zich hierdoor, waarschijnlijk, na een behoorlijke dosis alcohol, aan de oevers van de Bijbelse Jordaan.
We wandelen vanaf de infoborden richting Het kasteel van Horne was vroeger in het bezit van de Tongerse Familie Bosch, wiens wapenschild nog steeds boven de ingangspoort van de kasteelhoeve prijkt. De kasteelhoeve en kasteel wit geschilderd zijn een heel bijzonder complex dat een lange geschiedenis heeft. Het Kasteel van Horne werd reeds herhaaldelijk gerestaureerd, en is nu in het bezit van de kunstfamilie Gerbrand-Van Tijn. De bijhorende hoeve dateert van 1743 en werd gebouwd door de familie Bosch. Vroeger bevond er zich nog de Kasino, een verdwenen huisje in de speciale (Engelse ?) stijl dat dienst deed als jachtwachtershuis, waar ook de seizoenarbeiders voor de bietenoogst logeerden. Het bijhorend bosje wordt Bosquet genoemd. Wij wandelen voorbij het kasteel en draaien zo het Haspengouwse landschap in. Koeien komen naar ons kijken en op de stroomdraden zitten jonge zwaluwen op een rij. Gewoon prachtig. Vechmaal bezit verschillende vierkants hoeven je komt er verschillende tegen op de wandeling. Hoeve Picard daar kun je lekker hoeve ijs proeven.
Wij wandelen weer een eind verder om dan de dorpskom van Vechmaal te verlaten. We duiken het veld binnen om dan langs De Grotten van Hinnisdael Deze Grotten dateren waarschijnlijk van voor de tijd der Romeinen. Ze maken een geheel uit met de mergel- en silexgroeven van de Jekervallei. De grotten bevinden zich te midden van een bosje op ongeveer 1100 m van de kerk. Daar bevindt zich de ingang van de "Grote Grot" of de grotten van Hinnisdael, zo genoemd naar de vroegere eigenaars. Daar men de grotten ook "kuilen" noemt, is het duidelijk dat de silex aanvankelijk aan de grond gewonnen werd. Pas later is men begonnen met de horizontale uitbating via gangen. Het landschap aan de kuilen is hiervan een treffend voorbeeld. De grotten vormen drie groepen van onderaardse, tamelijke ruime gangen, uitgezaagd in de bovenlaag van de zachte Maastrichterse tufsteen, in de volksmond "mergel" genoemd.
Wij wandelen verder door een prachtige Holleweg en dan langs kasteel van Hennisdael. Volgens een oude legendarische stamboom klimt dit geslacht op tot een zekere Gillis van Hinnisdael, die Graaf Filips van Vlaanderen vergezelde op zijn tocht naar het Heilig Land. Het wapenschild van deze koene ridder, dat trouwens door alle Limburgse van Hinnisdaels werd gevoerd, hangt nog steeds in het Kruisvaartmuseum te Versailles en is "van zwart met in een zilveren schildhoofd drie zwarte vogels, rood gebekt en gepoot". Het is ook nog te zien in het kerkje van Sint-Pieters-Horn bij Vechmaal op de grafsteen van Daniel van Hinnisdael (+1298) en op nog vele andere grafkruisen en monumenten.
De bekendste stamgenoot is wel François Hennisdael, heer van Betho bij Tongeren, die door Keizer Karel V tot graaf verheven werd en gehuwd was met Marie Florence de Berchem, vrouwe van Kraainem en Woluwe. In en buiten onze provincie wonen nog steeds vele geslachten met de naam Hinnisdaels. Het zijn praktisch allemaal afstammelingen van dit voorname geslacht, al is het dan meestal wel via de linkerhand. We wandelen nu terug door het dorpje langs de kerk en zo terug naar ons startpunt. Om de vier maanden controleren we deze wandeling van 6 kilometer en toch blijft ze telkens weer verrassen.
JUBILEUMTOCHT 'TE VOOT' / TE VOOT / GEULLE-MOORVELD. NL. 26/06/2011.
JUBILEUMTOCHT TE VOOT.
TE VOOT
GEULLE-MOORVELD.NL.
Moorveld ligt aan de rand van het plateau in het noorden van de gemeente Meerssen, ingeklemd tussen Maastricht-Aachen Airport en Geulle.
Oorspronkelijk behoorde het dorp bij de gemeente Ulestraten maar sinds de gemeentelijke herindeling van 1982 behoort het tot de nieuwgevormde gemeente Meerssen. We vertrekken met onze tocht in Moorveld en al heel vlug komen we in Geulle is gelegen in het Maasdal. Het dorp is verdeeld in een drietal gedeelten. Het meest westelijke gedeelte is gelegen tussen de rivier de Maas en het Juliana kanaal. Deze oude kern wordt ook wel Geulle aan de Maas genoemd en is met de rest van Geulle verbonden via een brug over het Julianakanaal.
De rest van Geulle is verdeeld in een 'laag' Geulle en een 'hoog' Geulle, plaatselijk ook wel Geulle beneden en Geulle boven genoemd. Beide gedeelten zijn op natuurlijke wijze van elkaar gescheiden door het Geulse bos, dat onderdeel uit maakt van het Bunderbos of ook wel bronnenbos genoemd. Dit bos is zowel nationaal als internationaal zeer bekend om zijn mooie flora en fauna. We wandelen verder door de mooie omgeving. En wandelen door het bos met mooie paden. Dan komen we aan het Julianakanaal. Mooi om te wandelen op de dijk, met zijn bloemen en vlinders.
Dan komen we in Bommelen een deelgemeente van Meerssen met prachtige oude boerderijen en landerijen. Veel afwisseling hebben we hier weilanden, stukken bos met mooie lanen en akkers vol met granen, mooi om te wandelen en te genieten van de omgeving. Wat verder komen we terug aan in Geulle, langs een bos en terug naar ons vertrekpunt. Een mooie wandeling in Nederlands Limburg.
MARCHE DES LEGENDES / LES LEGENDES DE FLORZE. / FLORZE-SPRIMONT 25/06/2011.
MARCHE DES LEGENDES.
LES LEGENDES DE FLORZE.
FLORZE-SPRIMONT.
Het Romeinse tijdperk liet een legendarische getuigenis in de regio van Florzé-Rouvreux na. Een zeer oude traditie beweert dat, toen Julius Caesar, de grote Romeinse veroveraar, hier in het land kwam in het jaar 57 voor Christus, hij naar verluidt door de overvloed aan bloemen in de weiden en bossen verbaast was. Daarom gaf hij deze plaats de naam van "florzee" (zee der bloemen).
Chateau Florze.
Wij vertrekken met de wandeling en komen dan aan het kasteel van Florze. Het kasteel van Florzé was deel van de Seigneurie van Sprimont en gaat terug tot de 13e eeuw. Het werd bewoont door de families van Presseux en vervolgens, in 1497 door de van de Marck van Arenberg. In 1570 behoorde het aan de laatste heer van Florzé, François Guillaume de Loncin. In 1676, behoorde het aan de familie van Argenteau die had geen mannelijke nakomelingen, de dochters van Guillaume van Argenteau die getrouwd was met een Baron de Rahier die erfden het kasteel. In 1794, werd het kasteel gedeeltelijk verwoest in de "battle of Sprimont" tussen Oostenrijkers en Fransen, één van de torens werd verwoest.
In 1825, de Comte Clément van Berlaymont erfde van zijn tante Henriette de Rahier die stierf zonder nakomelingen. Daarna was het de Dumonceau familie die het verworven. De koningin van Spanje Isabelle, echtgenote van Alfonso XII, maakte een reis naar Europa tussen 1867 en 1869. Ze werd uitgenodigd voor een vossenjacht op het château de Florzé. Het kasteel werd vervolgens eigendom van de familie Brixhe, vervolgens in 1904, dat hij werd gekocht door Gérard Kleinermann-Dallemagne. Tijdens de oorlog 40-45, tijdens het Von Rundstedt offensief verbleef Generaal Eisenhower hier een paar uur. Het kasteel is gelegen in een prachtig park en in een groene omgeving. Wij wandelen door een prachtige omgeving veel weilanden en akkers. Wij genieten van de wandeling met zijn prachtige huizen in lokale steen. Een fijne en aangename wandeling in de streek van de legenden.
MARCHE NATIONALE. / COMITE PROVINCIAL DE NAMUR. / COUVIN 19/06/2011.
MARCHE NATIONALE.
COMITE PROVINCIAL DE NAMUR.
COUVIN.
In de oude stad, die ooit omringd werd door stadswallen, zijn nog heel wat sporen van haar oorspronkelijke zichtbaar. Zij getuigen van het belang van de vesting die het Prinsdom Luik in het zuiden begrensde. Couvin was immer één van de drieëntwintig "goede steden" van het prinsdom.
De uitloper van de rots fungeerde als uitkijk- en beschermingspost waar in de Middeleeuwen een burcht werd gebouwd. De fusiegemeente Couvin is een land van riviertjes, meren en diepe bossen en biedt het zuiden van "La Vallée des Eaux Vives" een unieke natuurlijke rijkdom. Drie geografische zones liggen er zij aan zij. Ieder met een eigen landschap, een eigen fauna en een eigen flora : de Venen (La Fagne) met hun zachte, beboste valleien, de Kalksteek (La Calestienne) met haar trotse, rotsachtige heuvels en droge graslanden en tot slot de Ardennen (L'Ardenne) met hun indrukwekkende woudmassief. Met een oppervlakte van 20.000 hectare waarvan 52% bos, is Couvin een van de meest uitgestrekte en beboste gemeente van België.
Genesteld aan de voet van een steile rotsformatie en deinend op het ritme van L'Eau Noire, heeft het dorpje Couvin heel wat sporen van zijn historische verleden bewaard. Groot-Couvin bestaat uit twaalf dorpjes, waarvan het ene nog schilderachtiger is dan het andere. We wandelen verder door het prachtige landschap met velden en bossen. We wandelen verder en komen zo in het dorpje Pesche een typische dorpje met huizen uit kalksteen prachtige streek eigen huizen. In het midden van het dorp de kerk en het klooster.
Hier is onze controlepost, na een korte rust gaan we weer verder en klimmen uit het dorp, soms is het goed om eens achterom te kijken om te genieten van de prachtige zichten die we achter ons laten. Wij duiken het bos binnen om wat later terug aan onze vertrekplaats te komen. Een fijne en aangename wandeling.
PAREL VAN DE JEKERVALLEI / TONGERSE WANDELVRIENDEN. / KANNE-RIEMST 18/06/2011.
PAREL VAN DE JEKERVALLEI.
TONGERSE WANDELVRIENDEN.
KANNE RIEMST.
Het historische mergeldorp even ten zuiden van Maastricht, met vele verborgen schoonheden en een adembenemende natuur, wordt ook wel de parel van de Jekervallei genoemd. Kanne ligt aan de Jeker en wordt in tweeën gespleten door het Albertkanaal.
Het dorp ten het noordoosten van het kanaal heet Neerkanne, ten zuidwesten heet Opkanne. Kanne ligt in het dal tussen de Sint Pietersberg en de Muizenberg. Kanne bestond van oudsher uit Opkanne en Neerkanne. Kanne had dus 2 Heerlijkheden (wij zouden nu gemeente zeggen) maar er was slechts maar 1 parochie de kerk stond min of meer in het midden van die 2 Heerlijkheden. Heer van Neerkanne had daarnaast een eigen gerechtshof dus de Heer van Neerkanne had meer te zeggen dan die van Opkanne. Kasteel van Neerkanne was trouwens een burcht (was allodiaal goed werd voor altijd aan de familie afgestaan) terwijl het kasteel van Opkanne eerder klein was (was trouwens ook een leengoed).
In tegenstellingen tot andere dorpen van Limburg die bijna allen behoorde tot het graafschap van Loon behoorde Kanne tot het Prinsbisdom van Luik door schenking in 965 tot aan de franse revolutie, dit wat betreft Opkanne. Neerkanne stroomafwaarts gelegen werd in leen gegeven aan Wereldlijk Heren. Bij de grensafbakening met Nederland in 1843 koos de toenmalige kasteelheer van Neerkanne voor Nederland waardoor het kasteel nu op Nederlands grondgebied ligt. We wandelen door de prachtige natuur naar de Sint Pieterberg. Met zijn grotten en zijn prachtige natuur.
We hebben een prachtig zicht het Chateau Neercanne of vroeger ook wel kasteel Agimon. In het prachtige Jekerdal net op de grens met België, ligt het enige terrassenkasteel van Nederland, Chateau Neercanne. De fraaie baroktuinen van het 17e eeuwse kasteel zijn verdeeld over vier niveaus, die allen beschermd zijn door Unesco. Vanaf het hoogste terras heeft u een prachtig uitzicht over de tuinen en het schitterende dal.
Wij wandelen achter het kasteel door waardoor we een prachtig zicht hebben op de Jeker en Kanne. Zo komen we terug in Kanne centrum waar een mooie wandeling eindigt.
15e MARCHE POPULAIRE INTERNATIONALE / LE CLUB DE LA TOUR DE CHATELET-SUR-SORMONNE. / CHATELAT-SUR-SORMONNE. FR. 12/06/2011
15E MARCHE POPULAIRE INTERNATIONALE.
LE CLUB DE LA TOUR DE CHATELET-SUR-SORMONNE.
CHATELET-SUR-SORMONNE. FR.
De Franse Ardennen hebben een aantrekkingskracht op ons, kleine dorpjes en prachtige zichten over het landschap, spijtig dat het toch een hele rit ernaar is. maar een paar keer per jaar moet toch lukken.
Chatelet-sur-Sormonne een klein dorpje midden in een prachtig decor. Vertrek tegenover de kerk en dan de velden in. Het is wel mooi om te zien de hoe golvend het landschap is, en hoe de eigendomen om muur zijn.
Gewoon prachtig, wij wandelen verder en komen in Rimogne. In de verte zien we het centrum liggen we komen met de wandeling niet in het centrum. Maar we zien wel het museum van de leisteen op de oude site van de mijn van St Queritin. Rimogne was gekend voor zijn leisteen groeven. Wij wandelen aan de rand van het stadje en komen zo langs prachtige natuur.
We komen in de dorpjes Le Pavé en dan in Bogny. Bogny is een prachtig dorpje met vele typische huizen en een groot kasteel, spijtig dat we geen foto van het kasteel kunnen nemen ligt verscholen in een immens park en grens aan de rivier. Het is er prachtig! We wandelen over de oude brug en gaan verder door het mooie landschap en komen zo in Murtin.
Ook hier weer mooie oude huizen, prachtige vergezichten, na een stevige klim komen we boven aan in het dorp waar we kunnen genieten van de uitzichten over de prachtige streek. Nu wandelen we door een bosrijk gedeelte waarna we terug komen in het dorpje Chatelet-sur-Sormonne.
Hier eindig een mooie en aangename wandeling.
We blijven nog een dagje in de Franse Ardennen, morgen is er een andere wandeling in Autrecourt et Pourron. Wij overnachten in Charleville.
Als we eraan komen gaan we even onze kamer opzoeken en dan gaan we voor een wandeling naar de stad.
Stadbezoek aan Charleville-Mezieres.
Deze dubbelstad heeft meer dan 70.000 inwoners en is daarmee de belangrijkste stad van de Franse Maasvallei. De Maas maakt hier een paar bochten en kronkels die op fraaie wijze het oude Mézières scheiden van het jongere Charleville. Aan de vestingwerken van Mézières is goed te zien dat de stad een militair verleden heeft gehad.
De stad ligt met de rug tegen een steile heuvel, in een bocht van de Maas. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was in Mézières het hoofdkwartier van het Duitse leger ondergebracht. Keizer Willem II verbleef zelf regelmatig in Charleville. De stad heeft enkele mooie bezienswaardigheden. De basiliek Notre-Dame dEspérance (Onze-Lieve Vrouw van de Hoop) mag u niet vergeten. In deze mooie kerk wordt sinds jaar en dag een zwart Mariabeeld vereerd. De kerk werd tussen 1499 en 1610 gebouwd, eerst in gotische, later in Renaissancestijl. Hertog Charles de Gonzague besloot in 1606 het huidige Charleville te bouwen op de plaats van het gehucht Arches. De architect Clément Métazeau ontwierp de stad, met een modern patroon van rechte straten. De stad is als het ware gebouwd om het rond het 126 m lange en 80 m brede Place Ducale. Dit mooie plein lijkt veel op het bekende Place des Vosges in Parijs. Dit plein werd ontworpen door een broer van Métazeau. Aan het Place Ducale bevinden zich vele winkels.
Wij wandelen door de stad tot aan het andere eind waar we aan het station komen, deze buurt is volledig gerenoveerd en het prachtige park voor het station is ook prachtig met een mooie kiosk in het midden, verschillende prachtige gebouwen staan rond het plein, ook komen langs verschillende mooie gebouwen, vooral aan het stadshuis en het plein ervoor staan statige gebouwen, we hebben als we terug keren de Maas verschillende keren overgestoken. We keren terug naar ons hotel en om een fijne avond af te sluiten gaan we in een restaurant lekker eten.
Het restaurant is binnen of je enkele tijd terug in de tijd gaat met vele oude gebruiksvoorwerpen. Het eten is er lekker en veel met een lekkere pint bier bij. Zo kunnen we de eerste dag van ons weekend Franse Ardennen fijn afsluiten.
MARCHE INTERNATIONAL / ASSOCIATION FAMILLE RURALE MARCHE / AUTRECOURT ET POURRON. FR. 13/06/2011
MARCHE INTERNATIONAL.
ASSOCIATION FAMILLE RURALE MARCHE.
AUTRECOURT ET POURRON. FR.
Onze tweede wandeling op deze Pinkstermaandag in een klein dorpje met een lange naam Autrecourt et Pourron. Prachtige natuur met weilanden en akkers, stukken bossen. Mooi. We wandelen langs de spoorweg die ons naar Villers-devant-Mouzon. Een klein dorpje aan de Maas met de kerk en gemeentehuis.
Onze aandacht word getrokken door een gebouw waar Ooievaars op wonen. Een hele verrassing dat hier ooievaars leven, we dachten dat dit een uitzondering is maar we vergissen ons in een volgende dorpje is er ook een nest. Wij blijven wat kijken naar het nest. Twee jonge zitten in het nest. Hoe liefelijk hoe de ouders voor hun jonge zorgen.
We wandelen verder en komen een stukje langs de Maas. Hier is de rivier nog natuurlijk geen hoge betonnen muren maar groene boorden met bomen en struiken. We komen aan de kerk die bijna tegen de Maas aan. We wandelen het dorpje binnen en komen aan de voorzijde van de kerk, dan verder door het dorp met zijn mooie huizen in de typische lichtbruine kleur.
Nog even langs de openbare wasplaats nu een monument maar een halve eeuw terug werd deze nog gebruikt en daardoor zijn in de meeste gemeenten deze wasplaatsen bewaard en nu beschermt als monument. We wandelen door het dorpje terug de natuur binnen, mooi zichten met velden en bomen. Vandaag komen we verschillende vlinders tegen, het dambordje een witte vlinder met zwarte blokken. Mooi!
We dalen naar beneden terug naar het dorpje, mooi om te zien het dorpje beneden in het dal, zo komen we aan het einde van een prachtige wandeling in de Franse Ardennen.
Na de wandeling op de terugweg naar huis komen we aan in het volgende dorpje DOUZY. Ook gelegen aan de Maas met een prachtig plein met kerk en enkele winkels. Op de kerktoren een nest met ooievaars. Wij stoppen hier even om te kijken en te genieten van al het moois dat hier geboden word.
Even tot aan de oevers van de Maas, door de straten van het dorpje en zeker wat kijken naar de kerk met de ooievaars. Het is genieten om deze vogels te kunnen bekijken terwijl ze hun jongen verzorgen. Blijkbaar komen in deze streek verschillende nesten voor. We beëindigen ons bezoek aan Douzy en keren terug naar België.
MARCHE D'APRES-MIDI / LES PEDESTRIANS DE CLERMONT SUR BERWINNE / THIMISTER-CLERMONT 11/06/2011.
MARCHE DAPRES-MIDI.
LES PEDESTRIANS DE CLERMONT SUR BERWINNE.
THIMISTER-CLERMONT.
Het dorpje ligt op de top van een heuvel te midden uitgestrekte omheinde weiden. De imposante kerk torent er hoog bovenuit. Het gebruik van baksteen voor de muren, leien voor de zadeldaken, zandsteen voor de raamlijsten en de hoekstenen bepaalt het architectonisch beeld van het dorp.
De eenvoud van de bouwvolumes wordt oordeelkundig doorbroken door uitgekiende mooie legpatronen in de leien daken te verwerken. En op heel wat daken prijken windwijzers die blijk geven van uiterst talentvol siersmeedwerk. Het dorp van Clermont is ongetwijfeld het meest kenmerkende voor het Land van Herve, door de oude architectuur van de woonsteden en zijn plein met huizen in Luikse Lodewijk-XIII-stijl, de Lodewijk-XIV- Lodelijk-XV-stijl. De kerk (in Maasrenaissance uit het einde van de 16e eeuw) torent hoog boven het plein van op een oorspronkelijk defensieve rotspartij, op de plaats van een vermoedelijk romaans sanctuarium en is gewijd was aan Sint-Jacobus de Meerdere. Het huidige stadhuis werd heropgebouwd in 1888 op de plaats van het oude gerechtshof. Het gebouw, dat schrijlings op de hoofdstraat staat, wordt nu vooral gebruikt voor huwelijken. Vandaar de lokale uitdrukking dat wie in Clermont huwt "op straat trouwt"
Net achter het plein prijkt de mooie gevel van het oude kasteel van Clermont (1635) en de kasteelhoeve lAguesse (Maasrenaissance uit de 17e eeuw); wie richting Froidthier wandelt, komt voorbij het kasteel van Crawhez (1551), een van de zeldzame getuigenissen van de gotische bouwkunst in de regio. Prachtig is het hier in Clermont en niet voor niks draag ze de titel van Plus Beaux Village de Wallonie wij verlaten het centrum van Clermont en komen langs het kasteel van Aguesse dateert uit het midden van de 17e eeuw en werd gebouwd in Maasrenaissance, met een woongebouw op de achtergrond en een inkom bewaakt door een ronde toren.
Een windhaan op de toren in de vorm van een ekster en een driedelige latei boven de inkomdeur zijn kenmerkend voor deze woonstede. De "aguesse", een Waals woord voor ekster, is de bijnaam voor Mathieu Wauthy (l'Agass), die het kasteel halfweg de 17e eeuw bewoonde. Wij wandelen verder en komen aan de spoorbrug van Ligne 38 Nu een Ravel waar het fijn is om op te wandelen een heel eind volgen we deze oude spoorweg. We verlaten de spoorwegzate en komen nu in Froidthier.
Vroeger hield de trein halt in Froidthier, een dorpje dat floreerde ten tijde van het lakenbedrijf dat werd gerund door de familie van mijnheer Mathieu SNOECK en dat werk verschafte aan menige arbeider. Een hevige brand in 1888 legde het bedrijf helemaal in de as. Dat betekende voor vele werknemers het begin van de uittocht naar de streek van Verviers. We komen zo aan de Chapelle des Anges (Engelenkapel), soms ook de « Chapèle es trô » genoemd. De kapel draagt het jaartal 1691, en werd in 1804 gerestaureerd en uitgebreid.
Dan komen we aan het kasteel van Froidthier. Wat verder komen we in Chaumont daar staat een gedenksteen ter ere van de heldhaftige Nieuw-Zeelandse vliegeniers die sneuvelden in een luchtgevecht tijdens de oorlog 1940-1945. We komen langs prachtige oude hoevens. De meerderheid van de oude hoevegebouwen van de gemeente dateren uit de 18e eeuw. Er zijn nog enkele restanten uit de 17e eeuw zichtbaar en veel verbouwingen dateren uit de 19e eeuw. Hierbij werden er vooral drie soorten materialen gebruikt: breuksteen, rode baksteen en kalksteen. Er bestonden in deze streek steengroeven en steenbakkerijen.
Nu komen we terug op de weg naar Clermont, langs het bord van de Mooiste dorpen van Wallonie. Dan komen we terug aan de start van de wandeling. Wij wandelen nog even onder het stadhuis door en nemen de prachtige gebouwen in ogenschouw, nog even naar het kasteel kijken welke onlangs gerenoveerd werd. Van het eerste bouwsel van het kasteel van Clermont zijn er geen schriftelijke bronnen. Deze burcht werd opgetrokken op de "Godefroid" vlakte en omvatte 2 gebouwen: een 3 verdiepingen hoge dikke toren en een bijhuis.
De inkompoort en het uitspringende ronde torentje van het nieuwe kasteel uit 1653 en gerestaureerd in 1783 zijn nog altijd zichtbaar. Dit vrij opmerkelijke geheel verleent een bijzonder karakter aan deze steeg die zich langs de oude ommuring van het kerkhof en het pastoriehuis bochtig een weg baant tot aan het dorpsplein. We wandelen langs deze steeg en komen zo terug aan de vertrekzaal. Een pracht van een wandeling.
MARCHE DE JOUR / AMIS MARCHEURS IVOZ. / IVOZ 05/06/2011.
MARCHE DE JOUR.
AMIS MARCHEURS IVOZ.
IVOZ.
Ivoz ligt aan de Maas, wij wandelen een eindje langs de rivier en genieten van het uitzicht op het water en de voorbij varende schepen.
We wandelen verder en komen aan in Val Saint Lambert. Val-Saint-Lambert is een kristal- en glasfabriek in Seraing, nabij de Luik, die sierglas, glazen en kristallen kunst- en gebruiksvoorwerpen produceert. De fabriek is gevestigd in de site van de vroegere cisterciënzerabdij van Sint-Lambertus (patroonheilige van Luik), gesticht in 1202. De romaanse kapittelzaal en het scriptorium werden gerestaureerd en worden tot vandaag gebruikt. De Franse Revolutie maakte een einde aan het monnikenleven. In 1826 vestigden de stichters van de kristalfabriek zich in de gunstig gelegen site: ruime gebouwen, nabijheid van steenkool, vervoer. De site van kristalfabriek groeide uit tot een dorp met verschillende werkman huizen. Er zijn eind 19de eeuw zo een 180 huizen met tuintjes en een school en ziekenhuis. Er werkten 5.000 mensen en ze maakten 120.000 stuks kristal per dag. Later na de 1ste oorlog verdween de grote toename en het duurde tot de jaren 1960-70 om een heropleving te komen. Vandaag is kristal van Val Saint Lambert een bijzondere glassoort die in heel de wereld gewild en verzameld word.
Met een gloednieuw decor stellen de Kristalfabriek en het Kasteel van Val Saint Lambert ons voor om het glaswerk en de geschiedenis van de site en het kristal te ontdekken. Aan de hand van historische en hedendaagse dragers (plannen, etsen, maquettes, foto's, geluidsfragmenten, traditionele en uitzonderlijke stukken), films en 'live' demonstraties, wordt de bezoeker ondergedompeld in de magische wereld van het kristal. Een metamorfose van de site die spektakel, geschiedenis en techniek combineert. Zeker een bezoekje waard.
Wij vervolgen onze wandeling en wandelen het bos in. Seraing zelf is meer dan 1200 ha bos rijk: een groene zegen zo dicht bij de grote stad. Maar dat bos is toeristisch lang niet zo bekend als de beroemde kristalfabriek van Val-Saint-Lamber. Toch is het een prachtig gedeelte van de wandeling door het bos en door de bosdreven. Een heel eind door het bos om dan weer terug uit te komen aan de ferme de la venne nog even en we komen terug aan ons vertrek. Een fijne en aangename wandeling.
34e GRANDE MARCHE DE L'AMITIE. / LES MARCHEURS DE L'AMITIE LANDENNE. / SCLAYN-ANDENNE 04/06/2011.
34E GRANDE MARCHE DE LAMITIE.
LES MARCHEURS DE LAMITIE LANDENNE.
SCLAYN - ANDENNE.
We vertrekken met de wandeling in Sclayn, een deelgemeente van Andenne.
De vrij uitgestrekte gemeente ligt in een heuvelachtig landschap. De streek is bezaaid met hoeven in arduinsteen, oude kastelen en pittoreske huizen. Wij vertrekken aan de Maas en volgen ze een tijdje zo komen we in Seilles. Hier wandelen we het dorpje in en zien de prachtige huizen in arduinsteen. We wandelen voorbij een groot U-vormige gebouw tegenover de ingang van het kasteel van Seilles, nu een restaurant, we wandelen door de ingang naar het kasteel, prachtig gebouw in arduinsteen met de hoeve gebouwen aan de achterzijde en een prachtige binnenkoer, op de sluitsteen van de ingang lezen 1646. Wij wandelen de wijk op richting Maas. Hier volgen we weer een tijdje de Maas.
Tot we beginnen te klimmen om in het centrum van Seilles te komen met een prachtig parkje en de kerk in het park een prachtige kiosk. Verder klimmen we het dorp uit. We komen aan op het terrein van een oude lood- en zinkfabriek, en in de buurt van uitgestrekte steengroeven bevindt zich het natuurreservaat van Sclaigneux.
Een 50 ha groot natuurreservaat, een pleisterplaats voor allerlei trekvogels, waar bovendien heel wat prehistorische vondsten werden gedaan. Men treft hier verschillende ecosystemen aan. Zo word een vervuilde industriegebied natuurgebied. We hebben hier ook prachtige zichten op de Maas die beneden door het landschap slingert.
Als we het natuurreservaat opwandelen kunnen we ons tegoed doen aan de wilde aardbeien die hier met de duizenden voorkomen, ze zijn lekker en hebben een heel fijne smaak, wij wandelen verder door het gebied met mooie vergezichten. Wij genieten van de omgeving met zijn prachtige natuur. Beneden in het dal staat een prachtig kasteeltje waar een schietclub is, wij horen de schoten. Maar het is hier toch zo mooi.
Hier komt de zeldzame Heideblauwtje nog voor. Wij dalen af en komen zo in Sclaigneux. Langs de rotsen en zo terug langs de Maas. Zo komen we terug aan ons vertrekpunt. Een prachtige en aangename wandeling.
MARGRATENTOCHT / HISTORISCHE BOUWKUNST:VAKWERK / SINT GEERTRUID. 02/06/2011.
MARGRATENTOCHT.
"Historische bouwkunst: Vakwerk"
SINT GEERTRUID.
Margraten bestaat uit tal van prachtige plekken, zoals het Savelsbosch, het Eiland van Banholt, de Herkenrader Grub, de Schone Grubbe, Termaarder Grub, American Cemetery, Noordbeemden en nog veel meer. Ook de nabij gelegen Belgische Voerstreek vorm het prachtige decor van de Margratentocht. In dit landschap ligt de dorpskern Sint Geertruid centraal waar de startplaats is ingericht.
Wij vertrekken en al vlug wandelen we door een prachtige holle weg waar duidelijk sporen van dasburchten zijn, na een poosje komen we in de velden die ons de Belgische grens brengen. Hier kunnen we genieten van de prachtige natuur door de velden en langs de bosrand.
Door het landschap en we komen zo terug aan in Nederland, we komen in Mheer. Hier is rust en controle, maar eerst gaan we ven het kasteel bezoeken. Kasteel Mheer dateert in eerste aanleg uit de 14e eeuw, maar heeft nadien tal van uitbreidingen en veranderingen ondergaan. Het werd in verschillende fasen uitgebreid; van een L-vormige woonburcht groeide het uit tot een U-vormig complex met kelders en twee bouwlagen. De grote binnenplaats wordt omsloten door de kasteelhoeve en het eigenlijke kasteel, het woonhuis van de adellijke familie de Loë.
Het kasteel is vanaf de 14e eeuw in erfopvolging geweest van de familie. De gebieden in Mheer, waaraan de ontstaansgeschiedenis van de kern nog is af te lezen, worden in de toekomst aangewezen als beschermd dorpsgezicht. Het gaat daarbij om het kasteel- en kerkcomplex, alsmede de beide oorspronkelijke bebouwingskernen ten noorden en zuiden daarvan. Naast dit toekomstig beschermd dorpsgezicht telt de kern Mheer ook nog 39 rijksmonumenten en 5 panden, die zijn aangewezen tot gemeentelijk monument.
Wij wandelen verder en genieten van de prachtige vakwerkhuizen.
Vakwerk is een historische bouwwijze om wanden te maken.
Vakwerk bestaat gewoonlijk uit een stijl- en regelwerk van hout met een invulling. De stijlen van een vakwerkconstructie maken vaak ook deel uit van de gebintconstructie. De invulling bestond oorspronkelijk uit vlechtwerk van wilgentenen, eik, vuilboom of hazelnoot dat werd bestreken met een mengsel van stro en leem. Het vlechtwerk bestond uit verticale houten staken die in gaten en sleuven in de regels werden bevestigd. Hiertussen werden vervolgens twijgen gevlochten. Later werd als invulling ook baksteen gebruikt.
Wij wandelen weer verder en komen zo in Herkenrade ook hier weer prachtige vakwerkhuizen. Ook hier weer ijzeren wegkruizen die beschermt zijn en nog onlangs gerestaureerd. Nog wat verder wandelen en dan komen we terug in Margraten. Een prachtige wandeling.
GEMZENTOCHT / WSV DE GEMZEN / MAASTRICHT - BIESLAND 29/05/2011.
GEMZENTOCHT.
WSV DE GEMZEN.
MAASTRICHT-BIESLAND.
De wandeling vertrekt in Maastricht maar al heel vlug wandelen we de grens met België over. We wandelen naar Kanne en komen aan de Jekermolen en steken de Jeker over.
Het parkoers brengt ons naar de Sint Pietersberg. Hier is natuur op zijn mooist. Het kalkmassief van de Sint-Pietersberg ligt op de grens van Nederland, Vlaanderen en Wallonië. Dit is een unieke streek, met pittoreske dorpjes, forten en kastelen, tal van waterlopen, een bewogen geschiedenis en een uitzonderlijke natuur. De Sint-Pietersberg is het plateau gelegen tussen de lage valleien van Jeker en Maas. De kalkachtige ondergrond van deze streek werd gevormd tijdens de Krijtperiode, meer dan 65 miljoen jaar geleden, in een zeemilieu waarin dieren goed gedijden, zoals blijkt uit de ontdekking van talrijke fossielen waaronder de befaamde mosasaurus. In de loop der eeuwen ontstond in deze streek geleidelijk aan een typische plantengroei, de kalkgraslanden, vooral door het gebruik van de hellingen als weilanden voor schapen en geiten. Omdat hier gemiddeld weinig neerslag valt, de zon meer schijnt, de hellingen goed beschut liggen en de kalkbodem sterk doordringbaar is, komen er op de Sint-Pietersberg veel zeldzame dier- en plantensoorten voor. Het gaat om soorten met vaak een zuiderse oorsprong, zoals de muurhagedis, bepaalde orchideeën en talrijke insecten.
Om deze unieke biotoop van de kalkgraslanden te behouden moet er regelmatig opschietend struikgewas en bos gekapt worden. Eenmaal ontbost, onderhouden de sterke mergellandschapen deze graslanden. Door eeuwenlange mergelontginning is er in dit gebied een indrukwekkend ondergronds gangenstelsel ontstaan dat thans een van de belangrijkste overwintering centra is geworden voor duizenden vleermuizen uit heel West-Europa. Over het hele gebied liggen ook tientallen open mergel-, krijt en silexgroeves verspreid. Van zodra de ontginning in een groeve stopt, neemt de natuur op spectaculaire wijze weer de bovenhand. Tegen de oosthelling van de Cannerberg ligt het enige terrassenkasteel van Nederland, kasteel Neercanne.
Boven het kasteel bevindt zich een oud hellingbos. In dit bos laat men de natuur zijn gang gaan. Enkele dassenfamilies en vele typische vogels voor oud bos komen in deze omgeving voor. De barokke kasteeltuin is in beheer bij de restauranthouder en de hoogstamboomgaarden bij de Stichting. Op de oude mergelmuren groeit mooie muurvegetatie, vooral gele helmbloem. In de bergwand zijn er vele oude grotingangen. De grotten in de Cannerberg zijn niet toegankelijk. Wandelen door deze prachtige omgeving genieten van de fauna en flora is een bijzondere ervaring, na een tijdje komen we aan in Kanne. Het dorpje met prachtige mergelhuizen, kapel en huizen. Mooi om door te wandelen, bezoekje aan de kapel en aan het huis Poswick, nu hotel maar vroeger een woonhuis waar door de Duitser op 18 augustus 1914 Anna Reggers en Jean Derriks vermoord werden.
Wij wandelen nu naar Kasteel Neercanne. Kasteel Neercanne is een terrassenkasteel, het ligt dus als het ware gevleid tegen de heuvels, die de westelijke zijde van het dal van de Jeker vormen. De voorgevel van het hoofdgebouw is georiënteerd op het oosten. Het kasteel is geheel gebouwd in mergelsteen. In het midden is een fronton aangebracht, die werd versierd met wijnranken. In de hardstenen omlijsting van de westgevel bevindt zich het familiewapen van Von Dopff. Voor het kasteel bevindt zich de zware keermuur, die aan de noord- en aan de zuidzijde eindigt in een hoekpaviljoen. Aan de zuidzijde ligt het poortgebouw. De bijgebouwen van kasteel Neercanne en het hoektorentje dateren uit 1611 en zijn gebouwd in Maaslandse renaissancestijl. Ze zijn daarmee ouder dan het hoofdgebouw. Over de ouderdom van de terrasmuur verkeert men in het onzekere, maar deze is vermoedelijk in het laatste kwart van de vijftiende eeuw gebouwd. De terrasmuur wordt geschoord door twee rondelen, waarvan er één een vluchtgang bevat.
Vanaf het kasteel heeft men een prachtig uitzicht op het Jekerdal, de flank van de St. Pietersberg en naar het zuiden de doorgang door de heuvels, waar het Albertkanaal werd gegraven. Wij wandelen verder langs het kasteel en zo het bos achter het kasteel. Prachtige wandeling is het. Wij komen zo terug aan waar we vertrokken zijn. We hebben genoten van onze wandeling met prachtige natuur en bijzonder omgeving.
33E MARCHE DES CORSAIRES / LES CORSAIRES DE SART-LEZ-SPA / SART-LEZ-SPA 28/05/2011
33E MARCHE DES CORSAIRES.
LES CORSAIRES DE SART-LEZ-SPA.
SART-LEZ-SPA.
Vertrek in Sart langs bloemrijke bermen waar de vlinder zich tegoed doen aan de nectar, mooi om te zien want we hebben dit jaar nog niet veel vlinders gezien.
Wij wandelen verder en komen zo aan in Wayai. We wandelen voorbij de kapel met een prachtig gouden beeldje. Verder wandelen we en voorbij de prachtige boerderijen. En dan wandelen we komen zo in het bos. We wandelen verder en komen aan de voormalig spoorwegstation van Sart-Lez-Spa, prachtige gelegen en mooi onderhouden, nu is het een restaurant en heel de omgeving is aangenaam.
Verder langs prachtige villas en dan weer het bos in richting Vallee de la Hoegne dit is een prachtige stukje natuur met een pracht van een dal en rivier.
Vallee de la Hoegne.
Van Belleheid tot het bruggetje van Centenaire; een ontdekking van één van de mooiste rivieren, ontsprongen in het hart van het natuurpark de Hoge Venen (Hautes-Fagnes).
Wat geschiedenis.
De Hoëgne, die eigenlijk Polleur heet, is ontstaan op 660 meter hoogte in de buurt van Baraque Michel. Alvorens door het veengebied van de Fagne te hebben geslingerd wordt het verval bruusk duidelijker bij het bruggetje van Centenaire en hier verandert de Hoëgne in een snelle stroom tot aan Belleheid op 380m hoogte.
Enkele eeuwen geleden was de Hoëgne een belangrijke plek voor de ijzerwinning, die het Markizaat van Franchimont beroemd maakte. De vallei van de Hoëgne is botanisch gezien uniek voor mossen en varens die men hier kan bekijken. Dit gedeelte van de vallei werd op de zuidwest-helling doorkruist door de spoorlijn Spa/Trois-Ponts, die in 1970 buiten dienst werd gesteld.
Dit oude traject is in 2007 een Pré-ravel, (een fiets- en wandelpad) geworden. Léonard Legras, oud inwoner van Sart, was aan het begin van de 20ste eeuw de promotor van wandelingen in het dal van de Hoëgne. Een gedenkplaat ter herinnering aan L. Legras vinden we vlakbij de waterval Léopold II, die in 1899 door Koningin Marie Henriette werd onthuld.
De wandeling door het dal is één en al verbazing en prachtige zichten, geregeld over de brugjes en langs aangelegde trappen. Gewoon prachtig. Een aangename wandeling door een prachtig dal.
De kolibrievlinder (Macroglossum stellatarum) is een dagactieve nachtvlinder uit de familie Sphingidae, de pijlstaarten.
De vlinder beschikt over een lange tong en is in staat om stil te hangen in de lucht bij een bloem tijdens het opslurpen van nectar. Omdat de kolibrie ook over deze eigenschappen beschikt, heeft deze vlinder de naam kolibrievlinder gekregen. De spanwijdte is ongeveer 4 tot 6 centimeter. De voorvleugels zijn grijsbruin, de ondervleugels zijn oranjegeel. Aan de brede staart zitten zwarte en witte plukken haar.De vlinder kan vrijwel het gehele jaar worden waargenomen, maar vliegt vooral in augustus en september.
WANDELING IN NIEDERKRUCHTEN / WANDER- EN NATURFREUNDE NIEDERKRUCHTEN / NIEDERKRUCHTEN 25/05/2011.
WANDELING IN NIEDERKRUCHTEN.
WANDER- UND NATURFREUNDE NIEDERKRUCHTEN.
NIEDERKRUCHTEN. D.
Niederkruchten in het hart van internationale Natuurpark Maas-Schwalm-Nette. Hier is vandaag een wandeling hebben eigenlijk nog nooit van dit stadje gehoord maar het ligt op een kleine 100 kilometer. Het is een bijzonder streek met het natuurpark Maas-Schwalm-Nette.
In het Duits-Nederlands Grenspark Maas-Swalm-Nette liggen aan weerszijden van de grens bijna 10.000 ha natuurgebieden en vogelbeschermingsgebieden. De gebieden variëren van extreem vochtig en voedselrijk in het Maasdal en in de beekdalen tot extreem droog, zandig en voedselarm op de hoger gelegen terrassen. In het beekdal van de Swalm bevinden zich een aantal waardevolle natuurgebieden, Radeveekers Bruch, Lüttelforster Bruch, Tantelbruch, Schwalmbruch, Mühlenbach- en Knippertzbachtal. In het Raderveekes en Lütteforster Bruch treffen we vooral oudere elzenbroekbossen aan.
Hier stroomt de Swalm nog als een vrij meanderende beek door de broekbossen. Naast de broekbossen is het gebied interessant vanwege de zeggenvegetaties. Daar waar de oevers hoger liggen bevinden zich overgangen naar eiken-, beuken en berkenbossen. Het beekdal van de Swalm is van belang als broedgebied voor de typische beekdalbewoners zoals de IJsvogel, de Grote Gele Kwikstaart en de Waterral.
Van belang is ook het voorkomen van de kamsalamander. Cultuurhistorisch interessant zijn de verschillende watermolens, met name in het natuurgebied Raderveekes Bruch, Bremptermolen, Radermolen, Pannenmolen en Lüttelforstermolen. Wij vertrekken met onze wandeling in het midden van het dorp tegenover de kerk. Het eerste stuk van de wandeling loopt door het vlakke landschap met akkers en velden. Dan draaien we af naar Silverbeek een deelgemeente. Hier hebben we al dadelijk een nader landschap met meer bos. We komen zo in de in het Schwalmdal. Hier is de natuur prachtig, de Schwalm stroomt door het landschap met helder water waar vele waterjuffers zitten. Het is aangenaam om hier te wandelen met veel schaduw en veel groen. Prachtig. We komen ook aan verschillende prachtige grote boerderijen.
We komen nu aan de Radermolen op de Schwalm. Deze molen is de oudste molen op de Schwalm met een eerste vermelding in 1317. We wandelen weer verder en komen zo terug aan in Niederkruchten met een paar mooie gebouwen, we wandelen door het park met mooie vijvers en ook nog een paar mooie vakwerkhuizen. Zo komen we terug aan de kerk en de start waar een mooie wandeling eindigt.
Een van de naburige dorpen is Brüggen, met een prachtige winkelcentrum en met een burcht en watermolen. Nu we toch hier zijn kunnen we van het prachtige weer genieten en een bezoek brengen aan Brüggen.
Op kerstavond in het jaar 1289 duikt Burg Brüggen en haar molen voor het eerst op in een oorkonde. Midden in de 14e eeuw bouwde men het slot uit tot een vesting met vier torens. In de 17e eeuw bouwde men verder tot de huidige hoogte. Van 1494 tot 1794 bleef Burg Brüggen als Landesburg meest noordoostelijke grensvesting van het hertogdom Jülich.
In 1801 werd zij door de Franse regering geprivatiseerd en bevindt zich tot op heden nog in privébezit. In 1974 huurde de gemeente Brüggen het slot voor het jacht- en natuurkundig museum, dat in 1979 werd geopend. Vandaag is het een prachtige plek met een park en rond de gebouwen plaatsen waar je kunt rusten en van de omgeving te genieten. De Brüggener Mühle dook voor het eerst in een oorkonde op in 1289 samen met deBurg BrüggenZij diende als olie- en korenmolen. Het maalwerk voor koren en het slagwerk om olie te winnen werden aangedreven door een waterrad in de Schwalm. Vanaf 1801 was de molen in privébezit en bleef in gebruik tot 1955. Vandaag is het een restaurant. De omgeving is aangenaam aan de oevers van de Schwalm. Een mooi zicht heb je hier op de molen en het molenrad en ook op het kasteel. Tegenover het parkje aan de molen staat de Schwalmpoort, die als verdediging diende en een der beide poorten van de vesting Brüggen was, kwam men op Nederlands-Spaans grondgebied, nadat men de toenmalige grensrivier Schwalm tot de helft gepasseerd was.
Vanuit de Schwalm kan men tegenwoordig nog aan de omvang van de poort, de afmeting van de voormalige vestingspoort herkennen. In de Schwalmpoort bevonden zich ook het douanestation en de Rentei. In 1701 kreeg de Rentei zijn huidige aanzien. Voordat we het kasteel eens bezoeken wandelen we even het centrum in met zijn gezellige winkels. We komen aan het Kreuzherrenkloster, in het centrum van Brüggen bestond uit de kloosterkerk St. Nikolaus, het klooster, als woon- en functioneel werk gedeelte, een keuken en verzorgingsgedeelte, een bedrijfsgebouw en een Latijnse school. In 1751 brandde het uit twee verdiepingen bestaande gebouw gedeeltelijk af. Vanaf 1756 bouwden de Kreuzherren het huidige gebouw in de stijl van de Spätbarok weer op. In 1801 werd het klooster onder Franse heerschappij geseculariseerd, dat betekent, het verloor zijn kerkelijke karakter. Vanaf 1840 werd hier de eerste mechanische zijdeweverij van het Europese vasteland gevestigd. Daarna diende het gebouw onder andere als weeshuis. Nu is het als stadhuis in gebruik.
Wij wandelen door de straten en kijken rond in dit gezellige stadje, we bezoeken ook nog even het kasteel en de omgeving. Een mooie plek om even te verpozen. Zo eindigt onze eerste kennismaking met deze mooie streek.