|
Dindagmorgen. Wanneer ik om 8.00 uur opsta en de gordijnen opentrek zie ik een blauwe lucht met schapenwolken, een koud zonnetje en het gras is wit. “Tiens, het heeft geijzeld” zeg ik tegen mijzelf, De barometer geeft 1° aan. Ik maak mijn ontbijtje. Een banaan, een paar lepels havermout en yoghurt, een vredige mengeling. Tot een overrijpe kiwi zich aandient, hij barst open onder mijn mes, prikkelt op mijn tong, Ah jakkes.
Cesar is vandaag bij zijn baasje, dus staat er geen lange wandeling op de planning om de dag mee te beginnen maar vrijheid om andere dingen te doen. Zoals stofzuigen, boven en beneden, waar ik op "Cesardagen" niet aan toekom. De stofzuiger is zo’n beetje de ergste vijand van onze Cesar. Zodra ik het ding tevoorschijn haal, begint hij te blaffen. Hij weigert stil te zijn en te gaan liggen op mijn commando. Wanneer ik het apparaat aanzet gaat Cesar in de aanval en verdedigt mij tegen de bedreiging van het monster. Het is niet echt lekker werken zo. En zuchtend zet ik de stofzuiger weer uit. Cesar blijft snuffelend rond het apparaat rondlopen, nog steeds op zijn hoede.
Met de grasmaaier was het in het begin hetzelfde, maar daarmee hebben we ondertussen een compromis, bal of tak erbij, en het wordt een spel. In huis met ballen en takken gaan gooien vind ik een beetje te, en ook voor koekjes doet hij het niet. Dus zuig ik het stof wanneer hij er niet is Het huis ademt rust, maar mist zijn blaffend commentaar.
|