|
Zondagmorgen. Hoewel het eigenlijk niet noemenswaardig is, noem ik het toch: het heeft vannacht een beetje gesneeuwd. Riep ik als kind nog: “Joepie!" Tegenwoordig ben ik een stuk minder enthousiast na een smak op mijn achterste waardoor ik drie weken niet meer kon zitten. Maar ik geef het toe, zo’n witte wereld blijft een schilderij dat zichzelf maakt.
De wind giert, de kou bijt en waar is de zon? Geen weer om voor je plezier buiten te lopen. Ik heb besloten om mezelf in ieder geval deze morgen huisarrest op te leggen met een extra warme trui, warme sokken en koffie als bewakers, misschien bak ik zelfs een cake, of een appeltaart...
Onze Cesar staat bij de deur en kijkt mij met zijn trieste ogen vragend aan “Wat? Gaan we niet wandelen vandaag?”
Ik pak zijn bal zwaai de keukendeur open en katapulteer het ding de tuin in. Cesar sprint erachteraan, pakt de bal, triomfantelijk, en maakt aanstalten om hem terug te brengen. “Pipi” roep ik. Hij gehoorzaamt, doet zijn plicht en kijkt mij aan alsof ik meer verwacht…
Nog een worp, nog een sprint. Cesar rent terug naar binnen. Dan nestelt hij zich op zijn deken en zucht diep: “Ach, zondag, ach, sneeuw, ach, mens.”
|