Omdat er schot komt in mijn speurtocht naar de laffe melders die mijn blog om zeep wilden helpen, ga ik nu nog iets meer vertellen over mijn CGKR-avontuur. Het begint er sterk op te lijken dat het Centrum gebruikt werd door één of meerdere personen die mij een hak wilden zetten. Niet zo moeilijk, ik heb het al verteld: Lieve is gespecialiseerd in vijanden maken.
Vrijdag, de dertiende. Zoals afgesproken met het CGKR begaf ik me op vrijdag 13 december 2013 naar het Meldpunt Discriminatie in Hasselt. Op eigen terrein had het Centrum dus al een flinke voorsprong, nog voor het gesprek begonnen was. Om 10.20 uur stond ik al aan de ingang van het gebouw op het Groenplein. Tien minuten te vroeg. Zo had ik nog de kans om op te gaan in mijn omgeving, kwestie van de sfeer op te snuiven om eventuele obstakels beter te kunnen overmeesteren. Dat is het voordeel van ergens te vroeg aan te komen. "Hoe later hoe schoner volk" slaat dus nergens op.
Ik voelde me opvallend rustig, omdat ik stevig in m'n schoenen stond, ik liep er niet naast, maar stond er recht in. En nu maar wachten op de twee afgezanten van het Centrum. Misschien moeten die helemaal uit Brussel komen, of van een ander Meldpunt waar ze een collega-blogger 'verhoord' hebben?
Enfin, uiteindelijk konden we toch beginnen. Het lokaaltje zag er slordig uit, deprimerend. Ook een tactische zet van het Centrum. De twee CGKR-vertegenwoordigers waren een man en een vrouw (diversiteit!) die eerst overlegden hoe ze zouden plaatsnemen aan tafel. Zoals verwacht gingen ze naast elkaar zitten, tegenover mij. Strategisch en intimiderend! Eentje van de twee had toch net zo goed naast MIJ kunnen zitten? Nee hoor, geen respect voor de 'verdachte' bij een 'verhoor'! Geen respect voor hun gesprekspartner, geen 'gelijkheid'... Een ronde tafel met evenwaardige gesprekspartners zou toch heel wat meer onthullingen en spontane uitspraken opleveren dan deze minderwaardige confrontatie aan een mankementig tafeltje in een haveloos lokaaltje?!
De twee rechercheurs van het CGKR waren jonge mensen. Ik vroeg me bezorgd af hoe een ernstig gesprek gevoerd kon worden met twee 'snotneuzen'. Een generatiekloof maakt een vlotte babbel moeilijk, er zijn geen gelijke golflengtes.
Toen ik een visje uitgooide naar de identiteit van mijn belagers, ving ik natuurlijk bot. Maar het was 't proberen waard. Ik kwam alleen te weten dat de melders onbekenden voor me waren. Ik drong niet aan, de tijd zou me wel wijzer maken. Ondertussen ben ik te weten gekomen dat één van de melders helemáál geen onbekende voor me is! Of wist het Centrum dat niet?
Tot de volgende aflevering!
|