In mijn eerste middelbaar van de nonnenschool kregen we het vak Nederlands van juffrouw Bertrand. In werkelijkheid heette ze Hilde Bertrand. Toen was ze nog niet gelukkig getrouwd. Later veranderde haar naam in Hilde Houben-Bertrand, ex-gouverneur van Limburg.
Het schijnt dat als vrouwen trouwen, dat hun persoonlijkheid zich dan gaat ontdubbelen, ze krijgen dan een dubbele naam. Behalve die gespleten persoonlijkheid stelt een vrouw maar weinig voor als je bedenkt dat een man die tweede naam niet nodig heeft als hij trouwt. Die blijft uit één stuk bestaan, één stevige brok pikzekerheid! Hij hoeft zelfs zijn trouwring niet te dragen, en zijn trouwboekje ligt misschien ergens ver weg onderin de linnenkast, of in de berging achter een hoop oude planken bij de dozen oud papier.
Terug naar juffrouw Bertrand. Ik was niét haar lievelingsleerling. Hoe dat kwam? Wel, ik heb het al eens verteld dat één van mijn specialiteiten is : vijanden maken!
Zo koos ik in het begin van het schooljaar voor een opvallend dik opstelschrift met stijve kaft. Een kanjer van een schrift! Niet om mijn medeleerlingen te overtroeven of zo, maar omdat ik grootse plannen had met mijn schrijverijtjes.
Juffrouw Bertrand was er niet gelukkig mee. Zij prees de kleine schriftjes van mijn medeleerlingen en maakte haar beklag over mijn zware boek dat niet in haar boekentas paste. Haar ongenoegen, persoonlijk aan mij gericht, keerde wekelijks terug, week na week, maand na maand, het liefst wou ik onder de bank kruipen wanneer alle ogen in de klas op mij gericht waren. Op een dapper moment waagde ik het om haar beduusd te vragen of het nodig was om een klein schriftje te kopen en al mijn opstelletjes daarin over te schrijven... Neen, het was niet nodig. Sindsdien was mijn dikke opstelschrift plotseling geen bezwaar meer.
03-11-2021 om 20:43
geschreven door lieve
|