Er bereiken ons hartverscheurende berichten over verwaarloosde allochtonen die zich miskend en aan de kant gezet voelen, verguisd en veracht, vernederd en geminacht...
Recent bleek uit een onderzoek van Universiteit Gent dat bedrijven allochtonen en autochtonen niet op gelijke voet behandelen. Zo maken allochtonen 30% minder kans voor een sollicitatiegesprek dan autochtone kandidaten. De discriminerende bedrijven riskeren een klacht door Unia en mogelijk een boete. Er wordt ook gezwaaid met de anti-discriminatiewet die ervan uitgaat dat iedereen gelijkwaardig is. En daar knelt het schoentje! Iedereen is NIET gelijkwaardig, mensen zijn niét gelijk, we zijn allemaal uniek en hebben een unieke waaier aan hoedanigheden, gebreken, hebbelijkheden, kwaliteiten en begaafdheden. Het gelijkheidsprincipe is er alleen om zwakkeren de illusie te geven dat ze evenwaardig zijn aan hun rijk getalenteerde medemensen: de anti-discriminatiewet als lapmiddel en dekmantel om gebrekkige migranten te beschermen... En Unia werkt daaraan driftig mee.
Terug naar waar ik begon: er is een toename van het aantal alarmerende berichten over gediscrimineerde allochtonen. We worden ermee om de oren geslagen en overstelpt, we tillen er niet meer aan omdat het alledaags gezeur is. Alle studies, onderzoeken, enquêtes... wijzen op discriminatie van vreemdelingen, indringers, asielzoekers en ander vreemd tuig... nooit is er aandacht voor eigen volk, als wijzelf eens gediscrimineerd worden, kraait er geen haan naar. En bij alle discriminatiemeldingen over allochtonen wordt er nooit bijgezegd welke de OORZAKEN zijn.
WAAROM worden allochtonen gediscrimineerd? Die discriminatie moet toch érgens van komen? Die gebeurt niet zómaar, er moet altijd een reden zijn. Elk menselijk denken, handelen en voelen heeft een motief, een drijfveer. Hoe komen allochtonen aan het stigma van outcast, van minderwaardig volk? Omdat ze zélf die reputatie opgebouwd hebben. Aan hun kwalijke imago begonnen ze al op de schoolbanken te werken. Toen ze onwettig afwezig waren, te laat kwamen, geen huiswerk maakten, niet opletten in de klas, de klas op stelten zetten, spijbelen, geen Nederlands willen spreken, geen verantwoordelijkheidszin hadden, ook geen plichtsbewustzijn... ze onderscheidden zich opvallend van hun Vlaamse klasgenootjes. En zo groeiden allochtoontjes op tot volwassen allochtonen met een slechte reputatie.
En dat weet een bedrijf drommels goed. Een bedrijf dat op zoek is naar goede en betrouwbare medewerkers mag best 'discrimineren' om rendabel te blijven. Een werkgever heeft begrijpelijk zijn redenen om eerder een autochtoon aan te werven dan een allochtoon.
|