Spijbelende scholieren hebben afgelopen donderdag met veel kabaal de Brusselse straten bezet om aandacht te vragen voor de klimaatverandering en een steviger klimaatbeleid te eisen van de regering.
De spijbelactie moet streng veroordeeld worden omdat scholieren onwettig afwezig waren op school, en daar moeten sancties op volgen. Hun actie verliest alle geloofwaardigheid omdat ze tijdens de lesuren plaatsvond. Voor de meesten betekent de actiedag een extra vrije dag, zonder veel engagement.
De scholierenactie zou respect verdienen wanneer ze in de weekends of tijdens vakantiedagen gepland wordt.
Twee snotneuzen van 17 en 19 jaar spelen een voortrekkersrol in de Vlaamse spijbelactie. Zij hebben nauwelijks van het leven geproefd, nog niets gepresteerd, snappen niets van de complexiteit van het klimaat en zijn toch in staat om 3000 medeleerlingen mee te sleuren in een massale optocht achter dezelfde vlag, om luidruchtig te marcheren onder de noemer 'Youth for Climate'.
Als scholieren tijdens de lesuren op straat komen voor een of ander nobel doel, moeten we ons toch vragen stellen bij de oprechtheid van hun actie, een actie die niets meer met jeugdig idealisme te maken heeft, maar met een zucht naar verbondenheid met lotgenoten die allen samen spijbelen, in groep opgaan in een massa die zich schaart achter een actueel aandachtspunt. Samen met leeftijdgenoten spijbelend manifesteren is als schapen meelopen in een kudde. Scholieren gaan op in de anonimiteit van de massa, hitsen elkaar op, gevoelens van enthousiasme en uitbundigheid raken buiten proporties, versterkt door het groepsgevoel. Er ontstaat een soort collectief enthousiasme, zelfs collectieve euforie, waarbij de enkeling ontvankelijker wordt voor het gedachtegoed van de massa, remmingen vallen weg en de gevoeligheid voor leuzen, kreten en ideeën wordt sterker.
|