Als je van iemand houdt en je bent van hem gescheiden, kan niets de leegte van zijn afwezigheid vullen: je moet dat niet proberen, je moet eenvoudig aanvaarden en volharden. Dat klinkt hard, maar het is een grote troost, want zolang de leegte blijft, blijf je aldoor met elkaar verbonden. Het is fout te zeggen: God vult die leegte. Hij vult haar helemaal niet, integendeel. Hij houdt die leegte leeg en helpt ons zo de vroegere gemeenschap met elkaar bewaren, zij het dan ook in pijn. Hoe mooier en rijker de herinneringen, des te moeilijker de scheiding. Maar dankbaarheid verandert de pijn der herinnering in stille vreugde. De mooie dingen van vroeger zijn geen doorn in het vlees, maar een kostbaar geschenk dat je meedraagt. Je moet zorgen dat je niet in herinneringen blijft graven en je erin verliest., een kostbaar geschenk bekijk je niet aldoor, maar alleen op bijzondere ogenblikken. Buiten die ogenblikken is het een verborgen schat, een veilig bezit; dan wordt het verleden een blijvende bron van vreugde en van kracht.
(Dietrich Bonhoeffer)
|