de regeringsleiders te dromen over hun te bouwen luchtkastelen
economie gebouwd op
drijfzand die in stand wordt
gehouden door hun waan ideeën en weerleggen de feiten met drogredenen die achterblijven als de vloed verdwenen is de waarheid weg gespoeld met de getijden daartussen de dolenden als dorstigen in een tranendal
Een veld vol licht, De bloesem tegemoet, Een immens verlangen, De kracht van energie, Stromend langs gesteente, Staand dromend, Van het zweven van dadelijk, Ogen vol van levenslust, Schitteren de dieptes in, Een moment nog tot de vlucht, Water kletterend, De wind die mij influistert, Ga maar, voel je vrij, Ruis, stilte, Dit is de diepte in mij.
Levenslust ontbreekt, Een glimlach is daar, Als een masker, Niet gezien willen worden, Rust, Een verzilte huid verraadt, Een opgedroogd verdriet, De tijd niet gekomen, Om te baden in geluk,
Bekeken in tranen, Is deze bedwongen ziel, Een spiegel bedrogen, Dapper bekeken, Rust, Strategisch strijden, De dorheid verdwijnt, Zorgen weggespoeld, Een ziel wordt bevrijd.
De bladeren van de wilde wingerd kleuren diep rood . De kastanjeboom, die haar bladerdek als geelbruin tapijt heeft neergelegd, vormt zelfs ontbloot, statig mijn baken op dit veld van eer, waar een late oktoberstorm loeit en niet veel meer bloeit.
Ik breng witte chrysanten naar het huis van alle seizoenen, jouw eeuwige rustplaats.
Verhalend over nu en mijmerend over de tijd van toen voer ik een dialoog met jouw stomme steen. De verdorde plant, van het niet vergeten, toont mijn lange afwezigheid terwijl de gure wind mijn botten doorsnijdt, sterf ik bijna van de kou , ware het niet dat jij ,als stille kracht nog steeds hartverwarmend bent