Diep in het centrum van mijn wezen is een oneindige Bron van Liefde. Ik sta deze liefde nu toe naar de oppervlakte te stromen. Het vult mijn hart, mijn lichaam, mijn gedachten, mijn bewust zijn mijn wezen zelf, en straalt van mij uit in alle richtingen. en komt verveelvoudigd naar mij terug.
Hoe meer Liefde ik gebruik en geef, hoe meer ik te geven heb. De voorraad is oneindig. Het gebruik van Liefde maakt dat ik me goed voel. Het is een uiting van mijn innerlijke vreugde.
Ik hou van mezelf, daarom zorg ik liefdevol voor mijn lichaam. Liefdevol voed ik het met heilzaam eten en drinken. Liefdevol verzorg en kleed ik het en mijn lichaam reageert liefdevol met sprankelende gezondheid en energie.
Ik hou van mezelf, daarom voorzie ik mezelf van een comfortabele woning die in al mijn behoeften voorziet en waarin het een plezier is om er te vertoeven Ik vul de kamers met de vibratie van Liefde, zodat iedereen die binnenkomt, mezelf inbegrepen, deze liefde zal voelen en er door gevoed zal worden.
Ik hou van mezelf, daarom heb ik werk dat ik waarlijk met plezier doe, waarbij ik mijn talenten en creatief vermogen gebruik waarmee ik een goed inkomen heb terwijl ik met en voor mensen werk van wie ik hou en die van mij houden.
Ik hou van mezelf, daarom denk en gedraag ik me op een liefdevolle wijze want ik weet dat wat ik geef, vermeningvuldigd naar mij terugkomt. Ik trek in mijn wereld alleen liefdevolle mensen aan want zij zijn de spiegel voor wat ik ben.
Ik hou van mezelf, daarom vergeef ik het verleden en alle voorbije ervaringen Ik laat alles los en zo ben ik vrij.
Ik hou van mezelf daarom leef ik in het hier en nu elk moment als goed ervarend en wetend dat mijn toekomst schitterend en vreugdevol en zeker is. Want ik ben een geliefd kind van het Universum en het Universum verzorgt me Liefdevol nu en voor altijd
Waar het gras de einder raakt En de regen plassen maakt Waar de zon warmte geeft En de droom die jij beleeft Jou jouw wereld toont Van alle ballast verschoond Waar muziek jouw gedachten steelt En alle wonden heelt
Daar dansen de onsterfelijke zielen Gewichtloos in het eeuwige licht Jij herkent degenen die jou bevielen Een blijvende lach op jouw gezicht Jij danst mee, vol grandeur De wereld aan het oog onttrokken Jouw wangen vol van kleur Jij droomt jouw droom, laat je lokken
Ach, dwaas!
Wetend dat dromen dromen blijven Wetend dat dromen niet kunnen beklijven? Maar jouw intense verlangen is zo echt Jouw verlangen is zó echt Is zó echt Zó echt
Maak van mij een regenboog, met al die mooie kleuren waarin u, God, voor iedereen, uw licht breekt na de regen. Maak van mij een regenboog, symbool van betere tijden, die na iedere storm op zee uw licht mag laten schijnen.
Is het waar, Heer dat u ook vandaag de dag nog graag naar de wateren kijkt, naar de wind en naar het licht? Is het toeval dat het vogels zijn, bloemen en ook kinderen waarvoor u speciale aandacht hebt? Maar zeker weet ik ook dat u niet minder oog hebt voor wat mensen onophoudelijk doen, die delen in uw schepping.
Als ik kon zou ik ieder kind een globe geven of een wereldkaart, om hun een wijde blik te geven en hart voor ieder volk en ras.
Is het waar dat u de regenboog als teken van vrede aan de hemel plaatst, als teken van verzoening met alle mensen? Geef ons opnieuw zo'n duidelijk teken, dat de wereldbevolking wakker schudt. Maak dat de rijken van deze aarde de waanzin van de oorlog zien en de armoede van zo velen als schande voor hun kinderen.
Jij werd geschapen in liefde, mooi, schoon en zo diep in mijn binnenste getekend, dat, als jij jezelf verliest, mijn lief, ziel, jij jezelf moet zoeken in Mij.
En mocht je soms niet weten waar je Mij zult vinden, dwaal dan niet van hier naar ginds, maar als je Mij wilt vinden, moet je Mij zoeken in jezelf
Want jij bent mijn onderdak jij bent mijn thuis en plaats van rust, en daarom klop Ik altijd bij jou aan, als Ik in jouw gedachten de deur gesloten vind.
Buiten jezelf hoef je Mij niet te zoeken, want om Mij te vinden zal het genoeg zijn Mij slechts te roepen; Ik zal dan zonder talmen naar jou toegaan, en Mij moet je zoeken in jezelf
Ik droom van een mooie waterval Een waterval van gevoelens Gevoelens van warmte, liefde, tederheid Van begrip, vriendschap en verdraagzaamheid.
Ik droom van vrede, overal Voor alle mensen, voor ons allemaal Huidskleur maakt dan geen verschil Anders zijn dat mag, t is wat ik graag wil.
Ik droom van die witte duif Er is geen oorlog, geen geweld Mensen spreken ieder een andere taal Maar verstaan elkander toch, ja allemaal.
Ik droom van een bloemenweide Van een kristalhelder beekje Van lekker liggen in de zon Als dat eens waar was, als dat eens kon.
Ik droom van mensen, dik of dun Zwart of wit, groot of klein Rood, geel, bruin, slim of dom Dat is de buitenkant, daar gaat t toch niet om?
Ik droom van een prachtige waterval Van de bergen, van een lieflijk dal Van humor en van tederheid Er is geen angst, geen vrees, dat is verleden tijd.
Ik droom van liefde, licht en energie En van de pijn verzachten Niemand hoeft nog bang te wezen Ik droom van mensen die genezen.
Ik droom van smeltende sneeuw Langzaam verwarmd door de zon Van grenzen die verdwijnen Van mensen die geen pijn meer lijden.
Ik droom van bevroren harten Ontdooid door liefde van de medemens Van mensen, in al hun kwetsbaarheid Er is geen haat, er is niet langer nijd.
Ik droom, er is geen pijn meer, geen verdriet Alleen maar mensen die elkander helen Niemand heeft dan nog zorgen Eens, ja eens, zijn we veilig en geborgen.
Ik droom mijn eigen droom Eens wordt het werkelijkheid Eens is die waterval van gevoelens Geen droom meer, maar realiteit!
Allereerst moet je begrijpen wat dit denken is, waaruit het bestaat; of het een wezenlijk bestaan leidt of slechts een proces is; of het substantie heeft of meer lijkt op een droom.
Als je de aard van het denken niet kent, kun je geen enkel probleem in je leven oplossen.
Je kunt er je uiterste best voor doen, maar als je probeert op zichzelf staande, losse problemen op te lossen is dat gedoemd te mislukken, want in werkelijkheid bestaan er geen losse problemen: het denken is het probleem.
Wanneer je een of andere probleem oplost helpt dat niets, want je laat de wortel intact.
Als je de takken van een boom afzaagt, de bladeren snoeit, maar de wortels laat zitten, komen er nieuwe takken en bladeren zelfs nog meer dan eerst; door snoeien wordt een boom voller.
Als je een boom niet met wortel en al uit de grond haalt, is je gevecht zinloos en dwaas.
Je zult jezelf kapot maken, en niet de boom.
Met vechten verspil je je energie, je tijd, je leven en de boom wordt steeds sterker, nog veel dikker en voller.
En je staat versteld over wat er gebeurt: je werkt er zo hard aan, je probeert het ene probleem na het andere op te lossen en de problemen worden steeds groter en talrijker.
Al heb je één probleem opgelost, er komen plotseling wel tien nieuwe voor in de plaats.
Probeer geen losse, op zichzelf staande problemen op te lossen ze bestaan niet; het denken zelf is het probleem.
Maar het denken zit verborgen onder de grond; daarom kun je het de wortel noemen, je ziet het niet.
Wanneer je op een probleem stuit is het bovengronds, je kunt het zien daarom laat jij je misleiden.
Bedenk altijd dat het zichtbare nooit de wortel is; de wortel zit altijd verborgen.
Vecht nooit met het zichtbare, dan vecht je met schaduwen.
En put jezelf volkomen uit, maar er kan geen transformatie in je leven plaatsvinden, dezelfde problemen steken keer op keer de kop weer op.
Kijk naar je eigen leven en je zult het wel begrijpen wat ik bedoel.
Dit is een feit het denken moet worden opgelost.
Het denken is nooit rustig niet denken is rustig.
Het denken zelf kan nooit rustig, stil worden.
Denken is juist van nature gespannen, in verwarring.
Denken kan nooit helder zijn, want denken is van nature verward, nevelig.
Zonder denken is helderheid mogelijk, zonder denken kan er rust zijn, zonder denken kan er stilte zijn probeer dus nooit je denken stil te krijgen.
Als je dat doet begeef je je van meet af aan in een onmogelijke dimensie.
Allereerst moet je dus de aard van het denken begrijpen, dan pas kan er iets aan gedaan worden.
Als je het denken gadeslaat zul je nooit kunnen constateren dat het werkelijk bestaat.
Het is geen ding, het is alleen maar een proces; het is geen ding, het lijkt meer op een samenscholing.
Er bestaan wel losse gedachten, maar die bewegen zich zo snel dat je er geen ruimte tussen ziet, je kunt de pauzes niet waarnemen omdat je niet erg bewust en alert bent, je hebt een dieper inzicht nodig.
Als je blik er diep in kan doordringen zie je plotseling één gedachte, en nog een gedachte, weer een gedachte maar geen denken.
De combinatie van gedachten, miljoenen gedachten, geven je de illusie dat het denken bestaat.
Het is net als een menigte, miljoenen mensen in een samenscholing: bestaat er zoiets als een menigte?
Kun je los van de mensen die daar staan een menigte ontdekken?
Maar ze staan bij elkaar; doordat ze bij elkaar staan krijg je het gevoel dat er zoiets als een menigte bestaat er bestaan alleen mensen.
Dit is het eerste inzicht in het denken.
Als je het gadeslaat vind je gedachten; het denken kom je nooit tegen.
En als je je die ervaring eigen maakt en als je het zelf ervaart, als je het zelf als vaststaand feit weet, gaat er plotseling veel veranderen.
Doordat je zon diep inzicht in het denken hebt verworven, kan dat allerlei gevolgen hebben.
Sla het denken gade en kijk wat het is, waar het is.
Je zult dan gedachten voelen zweven en de pauzes opmerken.
En als je lang genoeg kijkt, zul je merken dat er meer pauzes dan gedachten zijn, omdat elke gedachte los moet staan van een volgende gedachte; zoals elk woord los moet staan van een volgende woord.
Hoe dieper je gaat, des te meer ruimtes vind je, des te groter worden de ruimtes, des te meer rust zul je ervaren.
Als je onbewust bent kun je de ruimtes niet zien; je springt van de ene gedachte naar de andere, je ziet de ruimtes niet.
Als je bewust wordt zul je steeds meer ruimtes zien.
Als je volkomen bewust wordt, zul je kilometers lange ruimtes ontdekken.
In die ruimtes vind je de waarheid, in die ruimtes komt je het zuivere tegen.
En wanneer het bewustzijn absoluut is, is er slecht een onmetelijke ruimte van nietsheid.
Het is in feite net als met de wolken: de wolken bewegen.
Er kan zon wolken dek zijn dat je de hemel die erachter schuil gaat niet kunt zien, het onmetelijke blauw van de hemel gaat verloren, je ziet alleen maar de wolken dek.
Dan blijf je maar kijken: de ene wolk verplaatst zich en de volgende is nog niet inzicht plotseling krijg je een glimp van het blauw van de onmetelijke hemel te zien.
Hetzelfde gebeurt bij jou: jij bent het onmetelijke blauw van de hemel en je gedachten zijn net als wolken die om je heen hangen, die je vullen.
Maar de ruimtes bestaan.
Het denken op zich bestaat niet dat in de eerste plaats.
Alleen gedachten bestaan.
Ten tweede: de gedachten bestaan los van jou, ze maken deel uit van je natuur, ze komen en gaan jij blijft, jij blijft bestaan.
Je bent net als de hemel: die komt niet, die gaat niet weg, hij is er altijd.
Alleen de wolken komen en gaan, dat is een tijdelijk verschijnsel.
Zelfs als je probeert aan een gedachte vast te klampen, kun je die niet lang vasthouden; ze moet gaan, ze heeft haar eigen geboorte en dood.
Gedachten komen als bezoekers, als gasten, maar zij zijn niet de gastheer.
Leer om zo diep mogelijk te kijken, dan word jij de gastheer en de gedachten worden gasten.
Als gasten zijn ze prachtig, maar als je helemaal vergeet dat jij de gastheer bent en de visite de gastheer wordt, dan zit jij in de puree.
Ontvang je gasten, zorggoed voor ze, maar vereenzelvig je er niet mee; anders worden zij heer en meester.
Houd altijd in het oog wat nooit komt en nooit weggaat, zoals de hemel.
Natuurlijk is er goede visite en slechte visite, maar daar hoef je je niet druk te maken.
Een goede gastheer behandelt alle gasten op dezelfde wijze, zonder onderscheid.
Het kan hem niet schelen of de gedachte goed of slecht is.
Want wanneer je onderscheid maakt tussen goede gedachten en slechte gedachten, waar ben je dan mee bezig?
Je laat de goede gedachte dichterbij komen en duwt de slechte gedachte weg.
Vroeg of laat ga jeje vereenzelvigen met de goede of met de slechte gedachten; en die worden dan de gastheer.
En elke gedachte die gastheer wordt zorgt voor narigheid, en je bent dan feitelijk slaaf van die gedachte.
De gedachte is een huichelaar en jij identificeert je ermee.
Identificatie is de kwaal.
Als je je ermee vereenzelvigt wordt het je lichaam