Verscholen achter struiken
een verlaten huis.
Het hoort geen mensen meer in zich praten
en niemand die er nog thuis komt.
In de hoek staat een schommelstoel
leeg, zich te beklagen.
Op de vloer een oud versleten kokosmat,
door de jaren uitgesleten door voetgeschuifel.
Vertel aan de tafel, waar ze jaren heeft gezeten
en zichzelf heeft beklaagd, van de dood.
Vraag de muren om te treuren
en beklaag degene die de deur sloot.
In de la ligt het verleden opgesloten,
in brieven en foto's, een doos
waarin haar hele leven ligt opgebaard.
Nog één keer doe ik een blik
in de rondte, voor ik de deur afsluit.
Het is koud zonder haar,
die leefde op het ritme van de dag.
De pan staat nog op het fornuis
gewoon te wachten,
ze komt gewoon wat later thuis.
Padma 03-01-2006
|