Puerto Lopez.
Wie praat over carnaval in Zuid -Amerika denkt ongetwijfeld aan lichtbruine, in enkele veren gehulde dames die wulpse samba's dansen. Dat is spijtig genoeg niet het geval in Puerto Lopez! Het carnaval wordt hier gevierd door andere mensen met water nat te spuiten en/of met kleurstof te bestrooien. Om maar te zeggen dat we als eerste halte Puerto Lopez hebben uitgekozen.
Het is een klein stadje aan zee, vol hotelletjes en restaurantjes waar men heerlijke ceviche en andere visgerechten serveert. Naast een beetje visvangst, leven de mensen hier vooral van het toerisme. In de zomer komen hier drommen toeristen naar de voorbijtrekkende en parende walvissen kijken en voor de rest van het jaar verhuurt men boten en gidsen voor tochten naar het 'Isla de la Plata'.
We nemen onze intrek in een eenvoudig hotelletje, op het einde van 'de dijk', waar we weing last hebben van feestvierders en doorgaand verkeer. We doen elke morgen onze vogelwandeling en genieten voor de rest van het eten, luieren, lezen en van onze airco. Het is hier ondertussen dertig graden! Heel speciaal: het vervoer gebeurt hier met 'tuctucs', zoals in Azië.
Isa de la Plata.
Zo'n veertig kilometer (twintig zeemijl) voor Puerto Lopez ligt het eiland 'Isla de la Plata'. Je kan het enkel bereiken na een boottocht van een uur. We reserveren een plaatsje in een boot, spreken met een gids af dat we niet gaan om te snorkelen, maar dat we de lange vogelwandeling willen doen en de dag erna kunnen we vertrekken.
Onze boot is gevuld met acht Nederlanders en wij. Een uurtje op zee zonder veel avontuur en dan landen we. Er is geen steiger, dus het wordt een 'wet landing': schoenen uit, broekspijpen opgerold en door het water naar het strand waden. Dan wordt de groep opgespitst: de Nederlanders kiezen voor een korte wandeling en snorkelen en wij gaan voor de lange wandeling.
Op zoek naar een mytische vogel.
Isla de la Plata is de broedplaats voor verschillende soorten zeevogels. We vertrekken achter onze gids en na een stevige klim (bij een temperatuur van dertig graden) bereiken we de eerste hoogte van het eiland. Vandaar hebben we een prachtig zicht op de vogels die broeden op de steile rotsen die uit zee oprijzen.
Hier zien we voor het eerst een vogel die we enkel kenden uit een lied: de blauwvoet!. Wie heeft vroeger in de jeugdbeweging niet het lied meegezongen dat eindigde met de woorden: 'vliegt den blauwvoet, storm op zee'? Wel hier is hij dan. Ze zitten hier massaal te broeden vlak naast het pad en je moet uitkijken dat je niet per ongeluk op kleine blauwvoetjes trapt. Tussen haakjes, wat die blauwvoetgent in onze Vlaamse liederenschat komt doen is ons een raadsel. Het beest komt niet voor in Europa en het is ook geen heraldisch dier of zo. Hoe dan ook, hij bestaat en we hebben hem gezien.
Naast de blauwvoet vinden we hier een collega van hem met rode voeten, een kolonie fregatvogels waar de mannetjes om de wijfjes te imponeren hun keelzak opblazen, de mooie 'tropic bird' en nog vele andere en mooie vogels. De ellende is alleen dat het hier ondertussen minstens vijfendertig graden is geworden, dat de weg maar blijft stijgen en we de uitputting (en een hitteslag) nabij zijn. We kunnen echter niet terug en moeten onze tocht van drie en een half uur voltooien, want de boot wacht op ons aan de overzijde van het eiland.
De terugvaart is bijzonder, want opeens zien we zo'n dertig meter van onze boot een grote walvis opduiken. Het gaat hier om 'Bryde's whale', een walvis die niet wegtrekt maar heel het jaar in deze tropische wateren blijft. Indrukwekkend!
Terug naar het noorden.
De volgende dag doe ik nog een klein vogeltochtje (van zes tot acht) alleen met de gids (An lijdt nog onder de gevolgen van de hitte gisteren) en daarna vertrekken we terug naar Guayaquil.
Bustochtje van vier uur, taxi van het busstation naar ons hotel (gevonden in de 'Lonely planet', we vertrouwen de boekingsites niet meer en het internet was bovendien te zwak om te kunnen boeken).
Het hotel valt mee. Beetje ouderwets maar uiterst proper, ruime kamers, heel goede douches, goede airco en vriendelijk personeel. Hier blijven we een dag of twee, bezoeken de 'malecon' (een wandelweg/wandelpark langs de rivier) en gaan nog eens naar het 'Isla Santay', het eiland (natuurreservaat) dat hier midden in de rivier ligt.
Hier moeten we beslissen wat onze volgende stap wordt: met de bus naar Quenca of toch het vliegtuig naar de Galapagoseilanden. Wat het wordt, lezen jullie in het volgende verslag.
Dierenfoto's : http://observado.org/user/photos/50424
Foto's : zie hieronder.
|